Professional Documents
Culture Documents
Les 1
De taal is Germaans boven de Rijn en Romeinse onder de Rijn. Dit zijn de talen van het volk.
Het Latijn werd door de kerk gebruikt. Het Frans was de taal van de opgeleide (ridders, mensen van
het hof).
Standenmaatschappij:
De kerk
De adel/ridders
De boeren en vissers
de landheer/adel en de koning.
God en de koning.
De kerk kreeg zijn macht onder andere door het gebruik van religie (christelijk).
Theocentrisme: het idee dat god centraal staat en elke actie die je onderneemt wordt ondernomen
met als doel om de hemel in te komen.
Ridderromans
Arthurromans (hoofs)=> heeft de ridders van Arthur in de hoofdrol. Veel drama. Persoonlijkheid
hoofdpersoon verandert door het boek heen. Vrouw staat op een (denkbeeldig) voetstuk.
Oosterse romans => vaak over de liefde tussen iemand van het Christendom en iemand van de Islam
die bekeert naar het Christendom door deze liefde
Symboliek
Geestelijke literatuur
Exempelen zijn korte verhaaltjes waar een wijze les in zit en worden vaak ingezet om mensen te
bekeren tot een geloof (in de Middeleeuwen het Christendom)
Geestelijk toneel werd eerst getoond in de kerk en later ook op het marktplein
Een acrostichon is een verborgen boodschap in een verhaal door middel van de eerste letters van
zinnen/coupletten/hoofdstukken etc.
A vragen Reijnart
7
40) hij sprak zichzelf onschuldig door anderen slecht te praten dit doet hij bijvoorbeeld bij Isengrijn
in vers 2095 t/m 2034. Hierin beschrijft hij hoe Isengrijn hem onrechtvaardig behandelden en zegt hij
hoe vergevend hij is waardoor hij zichzelf schetst als goedwillend en Isengrijn als een rat.
41) omdat een Christen geen leugen op zijn laatste wil meenemen reis (niet liegen vlak voor de
dood) en omdat Reijnaert zijn eigen familieleden beschuldigt terwijl dat niet per se noodzakelijk was.
8
47) omdat de kritiek indirect wordt geleverd kunnen de bekritiseerde personen de schrijver niet
aansprakelijk houden.
48) omdat een vos in de middeleeuwen werd gezien als een schadelijk, duivels en boosaardig dier.
Les 5
Renaissance