Professional Documents
Culture Documents
De Nederlandse renaissance was een gouden tijd voor het toneel, het was de grootste bron
van amusement. Eén van de genres van toneel was komedie (blijspel). Een blijspel bestond
uit vijf bedrijven en was vrolijk en leerzaam, ‘prodesse et delectare’ (ter lering en vermaak).
Het ging over een persoon met een karaktertrek en liet menselijke fouten van een
belachelijke kant zien, waardoor de toeschouwer als het ware een spiegel voor kreeg.
Tenslotte was ook een goed einde kenmerkend voor deze renaissancekomedies.
De literatuur van de renaissance kenmerkt zich door het nabootsen van beroemde
voorbeelden, in plaats van het zelf bedenken van thema’s. De schrijvers konden dat op
verschillende manieren doen: imitatio (creatief bewerken), translatio (vertalen) en
aemultatio (overtreffen). Zo konden de mensen in hun eigen taal de klassieke stukken lezen.
Een goed voorbeeld van deze nabootsing in de Nederlandse literatuur is Warenar van P.C.
Hooft. Het is een creatieve bewerking van Aulularia, geschreven door de Romeinse schrijver
Plautus. Warenar werd voor het eerst opgevoerd op 25 september 1617 in Amsterdam, een
dag na de opening van de Nederduytsche Academie.
Warenar gaat over de Amsterdamse man, Warenar genaamd. Wanneer hij een pot goud in
zijn huis ontdekt, doet hij er alles aan om zijn rijkdom geheim te houden, dit terwijl hij een
leven vol armoede leidt. Hij raakt steeds meer geobsedeerd door de angst om zijn pot goud
te verliezen. Als gevolg hiervan wantrouwt hij iedereen om zich heen en is hij achterdochtig
wanneer men in zijn buurt komt. Hij raakt zelfs zo geobsedeerd dat hij niet meer door heeft
wat er allemaal in zijn huishouden afspeelt. Zo heeft hij niet eens door dat zijn dochter
Claertje hoogzwanger is! Warenar gaat zich steeds vreemder voordoen en vestigt daardoor
steeds meer aandacht op zichzelf. Als Lecker (de knecht van buurman Rijckert) de pot goud
steelt, wordt Warenars grootste angst waarheid. Uiteindelijk loopt alles toch goed af.
Warenar krijgt als het ware een klap op zijn hoofd en ziet zijn fouten in, waardoor zijn gierige
persoonlijkheid verandert in die van een vrijgevig man.
Warenar bestaat uit alleen maar dialogen en is geschreven in het oud Amsterdams. De
namen van de karakters geven een goed beeld van hun persoonlijkheid, zo komt Warenar
van ‘ware nar’ wat echte dwaas betekent en is Rijckert ook daadwerkelijk rijk.
Uit het bovenstaande kun je concluderen dat Warenar een typisch werk uit de renaissance
is. Het is een blijspel: het bestaat uit vijf bedrijven, heeft een goed einde en heeft als doel
vermaak (met een duidelijk moraal). Verder gaat Warenar over menselijke gebreken en het
overkomen daarvan. P.C. Hooft laat zien wat hebzucht met iemand kan doen en hoe het
iemands leven kan beheersen. Tevens is het een bewerking van een klassiek werk en is het
geschreven in de volkstaal.