You are on page 1of 6

Aardrijkskunde samenvatting

§1
Leven op aarde
Oorzaak 1: afstand tot de
zon
 De afstand tot de
zon is precies
goed.
 Net te warm / niet
te koud.
 Dankzij het
broeikaseffect is
het ongeveer 15 C,
zonder is het -18
C.

Oorzaak 2: de dampkring
 De lucht om ons heen.
 O2 in de lucht, die wij inademen.
 Bij het uitademen komt CO2 vrij.
 Planten nemen dit op, door dit blijft de
lucht gelijk, ongeveer 21%

Oorzaak 3: zwaartekracht
 Gassen uit dampkring blijven hier.
 Voorwerpen blijven op de grond staan.
 Zonder zwaartekracht zouden mensen /
dingen de ruimte in worden geslingerd,
omdat de aarde met 1650 km/u om zijn
as draait.

Oorzaak 4: water
 Wij bestaan voor 50 – 65% uit water.
 Planten kunnen niet zonder water.

Oorzaak 5: voedsel
 Noodzakelijke natuurlijke hulpbron.
Een duurzame aarde
 Er worden niet meer natuurlijke hulpbronnen gebruikt dan erbij komen.
 Alles wat je doet kost ruimte. ( huis, kleding, voedsel ) Hier zijn allemaal
plekken voor nodig.
 De ecologische voetafdruk.

De grootte van je voetafdruk ligt aan je levensstijl. Wat je eet, wat je koopt, hoe je
reist, etc. Er is 1,8 hectare p.p, maar we gebruiken gemiddeld 2,7. De aarde is dus
niet groot genoeg.

§2
Op weg naar 10 miljard
 In 1950 waren er 2,5 miljard mensen. Nu zijn er 7,5 miljard. Er wordt verwacht
rond 2060 de 10 miljard te bereiken.
 Zo’n voorspelling heet een bevolkingsprognose. De wetenschap van de
samenstelling en spreiding van bevolking heet demografie.

Tegenwoordig is de absolute bevolkingsgroei enorm. Het duurde 123 jaar om 1 naar


2 miljard te gaan. Nu 80 miljoen per jaar -> 200.000 per dag.

Rond 1965 groeide de wereldbevolking met 2% per jaar. Nu nog met ruim 1% per
jaar. De relatieve bevolkingsgroei is afgenomen. Dit komt door de daling van
vruchtbaarheidscijfers. 4,7 in 1840 -> 2,5 in 2013.

Ongelijke groei
 In rijke landen neemt de bevolking nauwelijks toe, hij neemt af. Veel snelle
vergrijzing.
 In arme landen neemt de bevolking zeel snel toe, soms wel 4% per jaar. Dit
komt door de hoge vruchtbaarheidscijfers. De bevolking is jonger dan 15 jaar.

Bij veranderingen horen extra investeringen.


Bevolkingsexplosie: veel verhuizingen, scholen en ziekenhuizen.
Bij dalende bevolking: ouderenzorg en pensioen.
Demografische investeringen

Migratiestromen
 Soms
vertrekoverschotten,
soms te veel mensen.
 Grootste
migratiestroom is naar
steden. 100 jaar
geleden woonden 8 /
10 op het platteland.
Sinds 2007 zijn er
meer stedelingen ->
hoog urbanisatie
tempo.
 230 miljoen mensen
wonen in een ander
land dan waar ze
geboren zijn. Vooral
economische
migranten en
vluchtelingen.

Bevolking en
duurzaamheid
 Als er meer mensen
zijn dan middelen van bestaan toelaten. -> (economische) overbevolking.
 Thomas Malthus bedacht draagkracht = het vermogen van de natuur om
mensen te voorzien van hun bestaan.

§3
Vroeger: eigen bedrijf
 De voedselkringloop is in eigen omgeving. Boeren zijn ongeveer
zelfvoorzienend. Vlees en oogst wordt verkocht op plaatselijke markt. ->
weinig ‘input’ van buitenaf.

Nu: globalisering
 Specialiseren in 1 ding.
 Hoge opbrengst met zo laag mogelijke kosten.
 Slechts grotere bedrijven = schaalvergroting.
Globalisering zie je over terug. De wereld is de afzetmarkt. Nederland is de 2 e
voedselexporteur van de wereld.

Voedselcrisis
Oorzaak 1: wereldbevolking
 De wereldbevolking groeit snel. Er is dus meer voedsel nodig.

Oorzaak 2: ongelijke verdeling


 Rijke landen kunnen veel meer voedsel importeren.
 Grote voedsel afdruk, onderdeel van de ecologische voetafdruk.
Oorzaak 3: verandering eetgewoonten
 Rijke landen nemen westerse voedselpatroon over. Veel zuivel en vlees.

Oorzaak 4 :
 Rijke landen willen: goed voor het milieu, niet voor de voedselproductie.
 Veel biobrandstoffen worden gemaakt van eetbare gewassen. ( mais, tarwe,
palmolie, suikerriet )

§4
Oplossingen
Oplossingen 1: hogere opbrengsten landbouw
 Al veel bereikt in de groene revolutie.
 Stijging wereldproductie rijst en tarwe.

Oplossing 2: verbetering infrastructuur


 Door slechte wegen is voedsel vaak veel te lang onderweg -> betere wegen,
betere mogelijkheden om voedsel op te slaan en meer onderwijs voor nieuwe
technieken.

Oplossing 3: duurzame voedselvoorziening.


 Mensen kunnen zelf ook helpen.
 Anders consumeren -> minder voedselverspilling, meer producten uit eigen
land, minder vlees eten.
§4
Natte of droge kleren?
 Veel kleding is gemaakt van katoen.
 10.000 liter water nodig voor 1 kilo katoen. Eigenlijk niet erg, maar katoen
groeit in zeer droge gebieden. Waterbronnen raken daardoor op.

Je eigen voetafdruk
 120 liter water per persoon per dag. ( koken, douchen, drinken, toilet
doorspoelen )
 Ook voor eten uit de supermarkt. In totaal dus ongeveer 4000 liter pp. -> de
watervoetafdruk.

Watergebruik
 Regenwater. 85% van de gewassen zijn ervan afhankelijk.
 Oppervlaktewater (meren en rivieren) en grondwater (aquifers). Wel uitkijken
dat je niet meer gebruikt dan erbij komt. Anders is het niet duurzaam.

Waterschaarste
 Waterverdeling op aarde is ongelijk.
 Tekort in warme, droge gebieden.
 Te weinig regen of ongelijk verdeeld.

Economische waterschaarste = wel genoeg water, maar niet genoeg geld om water
op te pompen, op te staan, of schoon te maken.

Waterbalans
Er verdampt veel water door de zon -> waterbalans = de verhouding tussen neerslag
en verdamping in de verloop van het jaar.

§5
Klimaatverandering
 Het is vaker gebeurd dat het op de aarde heel warm of juist koud was.
 De huidige opwarming komt door de mens. Uitstoting van o.a CO 2. Het
versterkte of antropogene broeikaseffect.

Terugkoppelingsmechanisme
 Volgens wetenschappers is het eind 21e eeuw1,5 C warmer.
 Kan grote gevolgen hebben door terugkoppelmechanisme.

Voorbeeld 1: verandering weerkaatsende vermogen van het aardoppervlak.


Op de polen ligt veel ijs. Doordat het wit ijs is weerkaatst het zonlicht. Als het ijs
smelt, vermindert het albedo-effect. De zon warmt de aarde nog makkelijker op. Dit
herhaalt, waardoor het zichzelf verstrekt -> positieve terugkoppelingen = extra
opwarming.

Voorbeeld 2: waterdamp- en wolkenterugkoppeling


Door de opwarming gaat er ook meer verdampen. Waterdamp is een heel sterk
broeikastgas. Dit leidt tot hogere temperaturen. Er ontstaan ook meer laaghangende
wolken. Die reflecteren extra zonlicht. Minder zon bereikt de aarde, de tempratuur
daalt -> negatieve terugkoppeling = minder opwarming.
Duurzame maatregelen
 Fossiele brandstoffen vervangen door duurzame energiebronnen =
energietransitie.
 Gebruikt duurzame energie neemt toe. De welvaart en wereldbevolking neemt
ook toe.
 Meer verbranding aardgas, steenkool en aardolie.
 Werkt dus niet goed.
 Een andere maatregel is om in het algemeen gewoon minder energie te
gebruiken.

Omgaan met effecten


 Nederland is kwetsbaar door lage ligging. Zonder dijken, etc. Zou 60% van NL
regelmatig onderwater staan.
 NL hoort niet bij de meest kwetsbare landen op aarde. Dit komt door de hoge
welvaart, we hebben geld en kennis om ons land te beschermen.

Wetenschappers verwachten dat er zonder hulp wereldwijd miljoenen


klimaatvluchtelingen bij zullen komen.

You might also like