You are on page 1of 9

Barok en de academische kunsttheorie (pwp)

Kunstwerken-> kunnen mengen in beelddebat


Torso-> belangrijke invloed (beste beeld antieke beeldcultuur)
-> klassieke oudheid = nieuwe invloed (tot 19e eeuw)

Kunsttheorie
-> afbeelden menselijk lichaam = heel groot deel (= hoogst mogelijke kunst)
& in combinaties met emoties
Bv. Rubens -> mensen aan incarnaat (huidweergave, mens= hoogst van schepping)

1. Karel van Mander als overgangsfiguur

1.1 Karel Van Mander (1548-1606)


Meulebeke, Kortrijk, Gent (de Heere), Antwerpen, Italië, Haarlem
-> enorm invloed en belang -> schilder, schrijven nederlandse kunst
-> vestiging Haarlem, veel (kunst)immigranten
=> Haarlem = kunst opleving

Karel-> schrijver& kunstenaar


-> ontwikkeling nieuwe voc over kunst
-> invloed vorming Canon Nederlandse Kunst
Bv. lage dunk Michiel Coqsui? -> reden vergetelheid, was ervoor 1 van meest betaalde
=> reactie op Vasari, Lucas de Heere, Lampsonius

Taalinvloed
-> technische woorden
bv. Het schilderachtige, warme ondertonen,

Werk = reactie op andere Nederlandse schrijvers


-> neemt letterlijk over van Lampsonius, nog geen sprake intellectueel eigendom
Werken:
Dat hooghe liedt Salomo, met noch andere gheestelycke liedekens (1595) Bucolica en
Georgica, dat is, Ossen-stal en Landt-werck (1597)
De harpe, oft des herten snarenspel (1597)
De kerck der deucht (1600)

Schilderbroeck 1604
Olijfbergh ofte poëma van den laetsten dagh (1609) Den Nederduytschen Helicon (1610)
De eerste XII boecken vande Ilyadas (1611) Bethlehem dat is het broodhuys (1626)

Schilder-> bekender als schrijver (zoals Vasari )


-> antiek verhaal, interesse ruïnes
1.2 Het schilderboek, Haarlem, 1604
-> kunstenaars biografiën -> geen architecten/beeldhouwers, enkel schilders (verschil I)
-> waardering glasschilderkunst & prentkunst

Deel 1: theoretisch deel over tekenkunst, proporties, histories, affekten, landschap,...


‘Den Grondt der Edel vry Schilder-const: Waer in haer ghestalt, aerdt ende wesen, de
leer-lustighe Jeught in verscheyden Deelen in Rijm-dicht wort voor ghedraghen.’

Deel 2: antieke schilders (uit Plinius)


Het leven Der oude Antijcke doorluchtighe Schilders, soo wel Egyptenaren, Griecken als
Romeynen

Deel 3: Italiaanse schilders (uit Vasari)


Het Leven Der Moderne, oft dees-tijtsche doorluchtighe Italiaensche Schilders.
(beginnend met Cimabuë)

Deel 4: Nederlands & HoogDuitse schilders (= Lampsonius, D’Heere)


Het Leven der Doorluchtighe Nederlandtsche, en Hooghduytsche Schilders (beginnend
met de broers Van Eyck)

Deel 5: levende Nederlandse schilders (eigen, via netwerk/ervaring)


-> eigen observatie, informanten (vb. Hendrick Goltzius)
Hier volghen nu de levens der vermaerde levende Nederlandtsche Schilders

Deel 6: verhalen van de Metamorphoses van Ovidius*


Wtlegghingh op den Metamorphosis Pub. Ovidij Nasonis

* Griekse mythes (natuurverklaringen)


-> bv. banket voorstelling x Pyrymede (populair ond. Schilders deze periode)

1) Den Grondt (theoretisch)


-> tekenen = basis schilderkunst en alle andere consten ( overeenkomst Italië, Vasari)
Van Mander: inventie = ontwerp, technische renovatie <-> vasari: inventie
-> meer respect technische
Oft de deur om tot veel Consten te commen, Goudt smeden, bouwen, en meer, jae de seven Vry
Consten sonder haer niet mochten leven: Want Teycken-const omhelsend' alle dinghen, Houdt alle
Consten in matighe stringhen.

1.1 Levens
Wie is toch desen Bosch? Jeroon van nieuws ghecomen, ter Weerelt, die ons bootsts zijns
Meesters cloecke droomen, ervaren met ’t Pinceel , en stijl soo abel daer, dat hy hem ondertusch
nochtans te boven gaet

1.2 Over Brueghel (= landschapschilder *)


-> geboren bij ‘boeren’ (= topos, van Vasari, ‘boerenschilder= geboren bij boeren’)
-> bezocht kermissen& bruiloften, info klopte bij Van Mander
-> vernoeming reis naar italië voor onderdompeling antieke cultuur
e Natuer heeft wonder wel haren Man ghevonden en ghetroffen, om weder van hem heerlijck
ghetroffen te worden, doe sy in Brabant in een onbekent Dorp onder den Boeren, om Boeren met den
Pinceel nae te bootsen, heeft uyt gaen picken, en tot de Schilder-const verwecken, onsen gheduerighen
Nederlandtschen roem, den seer gheestighen en bootsighen Pieter Brueghel

Met desen Franckert gingh Brueghel dickwils buyten by den Boeren, ter Kermis, en ter Bruyloft,
vercleedt in Boeren cleeren, en gaven giften als ander, versierende van Bruydts oft Bruydgoms
bestandt oft volck te wesen. Hier hadde Brueghel zijn vermaeck, dat wesen der Boeren, in eten,
drincken, dansen, springen, vryagien, en ander kodden te sien, welck dingen hy dan seer cluchtigh en
aerdigh wist met den verwen nae te bootsen, soo wel in Water als Oly-verwe, want hy van beyden seer
uytnemende was van handelinghe. Dese Boeren en Boerinnen op zijn kempsche en anders wist hy oock
seer eyghentlijck te cleeden, en dat Boerigh dom wesen seer natuerlijck aen te wijsen, in dansen, gaen,
en staen, oft ander actien.

In zijn reysen heeft hy veel ghesichten nae t'leven gheconterfeyt, soo datter gheseyt wort, dat hy in
d'Alpes wesende, al die berghen en rotsen had in gheswolghen, en t'huys ghecomen op doecken en
Penneelen uytghespogen hadde, soo eyghentlijck con hy te desen en ander deelen de Natuere nae
volghen

Nae t’leven gheconterfeyt -> belangrijke term nl kunsttheorie


= naar natuur (niet perse directe observatie, ‘claim werkelijkheid’), letterlijke kopie tegenover
idealiserende afbeelding
<-> Vasari= idealisering
-> ook belang wetenschappelijke werken
* associatie traditie uit het Noorden

1.3 Over Hubert Goltz (schilder, plaetsnijder, hystoryschrijver van Venlo


-> geen bekend figuur, leerling lambert lombard (beste schilder 16 e eeuw vg Lapsonius)
-> ziet schilderkunst als deel humanistische traditie (verzameling antieke medailles)
‘Aengaende zijn wercken in onse Schilder-const, van hem met den verwen ghedaen, daer weet ick niet
veel van te verhalen’

Waarom wel opgenomen?


- leerling Lambert Lombard
- Humanist: history-schrijver, uitgever/maker boek met antieke medailles en geschiedenis
- portret van Anthonis Mor

2. Vroege barok (1600-1650)


-> tendens naar classicisme

2.1 Algemeen
-renaissance revisited ‘Ut Pictura Poesis’+ beeldtheologie
( discussie reformatie krijgt uitwerking) -> protestans versus katholiek
- debat ratio (lijn en compositie) vs. Emotie (kleur, expressie,..)
-atelier gebonden (groot, in bep. Stijl, elk atelier eigen
Bv. Rubens, Rembrandt

2.2 Europees fenomeen (uitzondering Nederlandse Republiek) = Pan-Europees


-> NN -> andere afslag
Uitzonderingspositie -> verband Calvinisme in Republiek
Belang= zichtbare wereld , natuurgetrouwheid
-> ook lelijke (bv; Rembrandt)
-> overtuigen, ‘bluffen’ => meer emotie & betrokkenheid, hoe meer devotie
-Passies (zeker in contrareformatorisch Europa)
-Jezuïten in Katholiek Europa= vertegenwoordigers
-Kunsttheorie in volkstaal
-Naturalisme
-Licht belang
-> reflectie/ refractie licht (lenzen, zeepbellen, ten tijde van camera evolutie)
-Gesamtkunst
-> 1 groot concept

3. Namen:
-Peter Paul Rubens (1577-1640)
- Franciscus Junius (1589-1678)
- Samuel van Hoogstraten (1627-1678)

3.1 Peter Paul Rubens ( 1577-1640)


-> nooit geheel gepubliceerd
-> gezien als occulte kennis (bv. alchemie, Kabala)
-> Hercules overname (Christuskind drager)
-> kwaadaardig geluid

Rubens’ geschriften over kunst: het ‘Theoretical Notebook’


=> optica, symmetrie, proporties, anatomie, architectuur, fysionomie
-> talloze refernties aan antieke oudheid
-> weinig bestudeerd, nooit geheel gepubliceerd

Opvattingen kunst= opvattingen mens


-> fascinatie menselijk lichaam (< gezicht)
=> occulte wetenschappen

Afschriften (partieel) en een posthume uitgave o. A.


- De Imitatione Statuarum
- théorie de la figure humaine

De herculische vorm van de gespierde man is voor alles gebaseerd op de kubus (…), vervolgens afgeleid
uit de perfecte cirkel en gelijkzijdige driehoek’
Antieke oudheid Kunst Geometrie Fysionomie
Rubenshuis
-> reis naar Italië, na reis Antwerpen
=> meest gerenommeerde schilder, laat paleis voor hem bouwen

Huis, werkplaats, tuin, collectie, meeting-room voor binnen/buitenlandse elite, plek intellectueel
debat
=> katalysator van kennis
-> bezoek Europese kroonprins,.. => groot succes (succes AA)
-> belang handelsstad, productie luxegoederen
Goed onderwezen
-> filosofie ,

4. Franciscus Junius (1589-1677)


-> vader professor, geleerde filoloog en antiquaar
-> ‘noorderlijke’ renaissance
-> interesse tekst
<-> tegengewicht Italiaanse kunst, belangrijkste werk= De pictura veterum*
* pré-classicisme, ideeën overgenomen door latere classicisten

De pictura veterum 1637


On the Painting of the Ancients, 1638
De Schilder-konst der Oude begrepen in drie boecken, 1641, herduk 1659
-> was dienst Hertog in Engeland
-> zelf vertaald in eng en nl
-> compilatie en commentaar tekstuele bronnen

Kenmerken:
 Compilatie van alle (toen) vindbare historische bronnen over kunst +
commentaren
 Suprematie van de ‘beeldende kunst’ in de paragone der kunsten
-> Paradome -> wedstrijd tussen verschillende kunstenaars
-> conclusie= schilderkunst>

 Ontwikkeling van niet-Italiaanse kunsthistorisch Jargon

 Pre-classicisme
-> nadruk duidelijkheid en simpelheid kunst (=classicisme)

 Voorloper J. J. Winckelman
5. Samuel Van Hoofstraten (Dordrecht 1627-1678)
-> meer bekend als schrijver, ook schilder (LI. Remrandt)
-> Dordrecht, Amsterdam, Duitsland, Wenen, Londen
-> Inleyding tot de Hooge Schoole der Schilderkonst
-> leerling Rembrandt? Voegt Calvinistisch godsdienstelijke betekenis aan), zeer geleerd,
Italiaanse kunsttheorie, antieken, religie, filosofie (Spinoza e.a.)

Alle onderdelen zichtbare wereld afgebeeld


-> god via bijbel, ook via nature
=> uiteindelijk, grote interesse materiële werkelijkheid, terughoudendheid door ijdelheid
van die wereld ‘vanitas’

Gebruik Camera Obscura -> was omringd met mensen die objecten konden maken
-> ontzettende fantasie hiervoor

Onderwerpen
-> Picturale retorica
-> Relatie schilderkunst Filosofie/Theologie
-> kunst en moraliteit

=> wordt beschouwd als weerspiegeling van Rembrandts ‘kunsttheorie’

6. Academische kunsttheorie
1) Idee, intellectuele= centraal, kunst en literatuur met centraliteit van IDEA
2) Codificering, regels
3) Stratificatie kunst (stilleven, landschap onderaan, historisch vooraan), Hiërarchie van de
Genres

Namen:
Italië: Giovanni Pietro Bellori
Frankrijk: Roger De Piles, André Félibien
Engeland: Jonathan Richardson
‘De Nederlanden’: Gerard de Lairesse

Bellori -> vervolg Vasari (=Le Vitte), maar meer


Le Vite de Pittori Scultori e Architetti Moderni
-> 12 biografiên, theoretisch werk
-> concept: IDEA, disegno-idee
= gebaseerd op Raphael en neo-platonisme
= ‘sublimatie van de imitatie’ van natuur

-> nieuw patroon kunstgeschiedenis (hoogtepunt Rafael, erna verval )


-> Caravaggio-> meest kritisch, plat realisme
‘Perfectie -> wat wordt uitgebeeld, het onderwerp, perfecte schoonheid’
-> typisch academische

Roger De Piles
‘La querelle du coloris’
-> diplomaat x schilder, prinshofschilder
Poussin of Rubens? Begonnen door Philippe de Champaigne
-> dialoog over kleur, verdediging Rubens Dialogue sur le Coloris, 1673
=> verdediging kleurgebruik, bekend debat (Pousiin (lijn) tov Rubens (kleur))
Bv. Dood Seneca
Rubens-> licht-donker voor contrasten,
Poussin -> vlakkere kleur

-> werk kunstenaar jejudged worden door bep. rationele regels


=> compositie, lijn, kleur, perspectief
=> schilderkunst volgens objectieve principes (categoriën)

Roger de Piles, Cours de peinture par principes avec un balance de peintres, Parijs, 1708

André Félibien: La querelles du coloris


-> koos lijn
-> brengt hiërarchie bep. Genres (**)
Des Principes de l’architecture, de la sculpture, de la peinture – Parijs 1676
-> rigoureus karakter , reden academische kunsttheorie slechte naam (‘strakke regels, geen concept
creativiteit’)
Vie de Nicolas Poussin (Parijs 1688)

Jonathan Richardson => voorloper van conoisseurship


-> Theory Of Painting, An Essay on the Theory of Painting (1715)
-> voorloper condenseurship, soort reisgids Italiaanse kunst, obv reizende zoon tekeningen
-> werd gebruikt door deftige mannen in 18e eeuw

Kunst= wetenschap
(suprematie schilderkunst over alle andere kunsten , vanaf Leonardo) – 14-18 eeuwse verdediging
Two Discourses: I. An Essay on the Whole Art of Criticism as it Relates to Painting II. An Argument
in Behalf of the Science of a Connoisseur (1719)
Gerard de Lairesse (1640-1711)
-> lid literair genootschap , classicistisch schilder - Nederlandse Poussin
-> afbeeldingen atlas, gebaseerd op soort ideaal lichaam (paste idee verlichting)
Nil Volentibus Arduum
-> Afbeelding voor de anatoische atlas van Govert Bidloo
=< Syfilis= blind
-> beïnvloed door Rembrandt in begin, later poussin
=> goeie regels= goeie kunst

Werk:
Grondlegginge der teekenkonst (1701)
- Het groot schilderboeck (1707)
= academisme pur sang

Groot schilderboek (1707)


= neerslag van zijn les na zijn blindheid
= heruitgaven en vertalingen in 18e eeuw
= zeer populair aan academies overal in Europa

2 boeken -> groot schilderboeck, Grondlegginge der teerenkonst


-> moet veel lezen als kunstenaar en latijn kennen
-> 13 hoofdstukken, veel vertalingen& heruitgave (populariteit Europa>)
-> kritiek op Academische zorgt voor slechter beeld

Johann joachim Winckelman (1717-1768)


-> Duitser te Rome, schreef boek: Imitatie Griekse kunst in latere periodes
-> Griekse kunts= esthetisch ideaal (edele eenvoud, stille grootsheid)
-> nooit in Griekenland geweest, kende kunst wel door Romeinse imitaties = niet te overtreffen kunst

Werken :
Gedancken über die Nachahmung der Griechischen Werke in der Mahlerey und Bildhauer-Kunst
(1755)
–…
– Geschichte der Kunst des Altertums (1764) (Opus Magnum)

Ideeën-> uitleg prestatie antieke kunstenaars


- basis van een wetenschappelijke kunstgeschiedenis (systematische methode)
Kunst x ethica en esthetica
-> idee ‘stijl’geschiedenis, stelde context centraal
=> basis latere wetenschappelijke methode en periodisering latere kunstwetenschap

Periode:
- Grieks ideaal, stijl-periodisering
- koppeling esthetica aan ethica
Ethica en Moraal= universele morele waarden -> bleef universele waarden ‘ratio’/ verlichting
bijhouden
Paradox= historisch maar ook universeel
=> Winckelman als overgangsfiguur naat wetenschappelijke kunstges

Grote verandering: Nieuwe ideeën over ‘schone kunsten’


Oude idee van kunst: ’const’, ‘ars’, ‘techne’
= kunst/ambacht (alle ‘kunde’)
= kunstenaar/ambachtsman: creatief + in opdracht
= combinatie: mooi en nuttig

15e- midden 17e eeuw: overgangsfase à verheffing schilderkunst en beeldhouwkunst tot zogenaamde
‘vrije kunsten’ (artes liberales)

Einde 17e - 18e eeuw: ‘Schone kunsten’ (Kunst)


= contemplatieve schoonheid, sublieme, esthetica
= kunstenaar: onafhankelijk genie (tegenover ambachtsman die vaste procedures volgt)
= alleen schoonheid (geen nut)

You might also like