Professional Documents
Culture Documents
De Namen
Samenvatting:
In deel I zijn twee verhaaldraden die zich onafhankelijk van elkaar ontwikkelen.
Voor het gemak worden ze in deze samenvatting gescheiden weergegeven. In de
structuur van de roman wisselen de verhaallijnen zich af.
Auteur:
Tommy Wieringa schreef onder meer de romans Alles over Tristan (Halewijnprijs,
2002) en het boek waarmee hij doorbrak naar een groot lezerspubliek, Joe
Speedboot (vele nominaties voor literaire onderscheidingen en de F. Bordewijkprijs,
2006). Zijn reisverhalen werden gebundeld in Ik was nooit in Isfahaan (2006). In 2007
verscheen De dynamica van begeerte, een aanstekelijk onderzoek naar de oorsprong
van begeerte en de grote rol van pornografie in de moderne wereld. Essays en
beschouwingen verschenen in de Volkskrant en NRC Handelsblad. Verder had
Wieringa een vaste column in De Pers en in Hollands Diep. Het werk van Tommy
Wieringa wordt wereldwijd vertaald, onder meer in het Hebreeuws, het Koreaans en
het Frans, Duits en Engels.
In mei 2009 verscheen Caesarion, dat op de shortlist stond van de prestigieuze
International IMPAC Dublin Literary Award 2013. Pieter Steinz van NRC
Handelsblad meldde over de roman het volgende: "Tommy Wieringa heeft er
met Caesarion voor gezorgd dat hij bij de Grote Tien van de Nederlandse literatuur
hoort." Caesarion werd ook in de buitenlandse pers geprezen, zo schreef Le Figaro: ‘De
enigen die er de afgelopen jaren in zijn geslaagd de heilige graal van een totale
roman te bereiken, zijn W.G. Sebald met Austerlitz, J.M. Coetzee met In ongenade en
Philip Roth met Alleman. Aan die lijst zouden we de naam van Tommy Wieringa
kunnen toevoegen.’ In een 'starred review' in Publishers Weekly werd de hoge inzet
van Wieringa's roman geroemd: 'In Caesarion speelt Wieringa met het mes op tafel.'
In 2012 verscheen zijn roman Dit zijn de namen , dat werd bekroond met de Libris
Literatuurprijs en de publieksprijs van de Gouden Boekenuil 2013. The Times Literary
Supplement schreef over de roman: 'Highly intelligent. Tommy Wieringa will make
you think and keep you reading eagerly to the final page.' The Guardian roemde de
roman als een 'timeless tale of migration'.
Voor de Boekenweek 2014 schreef Tommy Wieringa het Boekenweekgeschenk,
getiteld Een mooie jonge vrouw , waarover The Guardian het volgende noteerde: 'Je
beseft dat je met een waarlijk groot schrijver te maken hebt als je gaandeweg bij geen
enkel woord meer vraagtekens zet.'
In 2015 verscheen een nieuwe bundel reisverhalen Honorair Kozak , in 2016 gevolgd
door een keuze uit Wieringa's Europese reisverhalen uit Ik was nooit in
Isfahaan en Honorair Kozak onder de titel Vrouwen van de wereld .
Na Dit zijn de namen vertelt Tommy Wieringa opnieuw een migrantengeschiedenis
met De dood van Murat Idrissi (voorjaar 2017). In oktober 2017 verscheen zijn
verpletterende roman De heilige Rita over een vader en een zoon, en over de nieuwe
tijd in een traditioneel grensdorp. De heilige Rita is bekroond met de Bookspot
Lezers- en Literatuurprijs, publieksprijs Gouden Boekenuil en de Inktaap.
In 2019 verscheen Totdat het voorbij is , een keuze van de mooiste verhalen over zijn
kinderen.
In februari 2021 volgde Gedachten over onze tijd , waarin Wieringa excelleert als
columnist. Zijn stukken geven een indringende analyse van de ontregelingen van
onze tijd en zetten daarmee aan tot verder denken en het zoeken naar oplossingen.
Op 19 september 2023 verscheen zijn nieuwe roman Nirwana.
Recensie 1:
In 1995 debuteerde Tommy Wieringa met de roman Dormantique’s manco, maar zijn
grote doorbraak kwam tien jaar later met Joe Speedboot, dat genomineerd werd voor
een groot aantal prijzen en er enkele won. Dit zijn de namen, dat in 2012 werd
uitgebracht, won een jaar later de Libris Literatuurprijs en is in 2016 bewerkt tot een
toneelvoorstelling. Hij liet zich voor dit boek inspireren door een artikel over een
groep vluchtelingen die na maanden over de Oekraïense steppe te hebben
rondgezworven in een stad aankwam. Ook zijn eigen familiegeschiedenis heeft een
rol van betekenis gespeeld bij het schrijven van dit boek.
Nadat ze een tijd lang hebben rondgezworven over de steppe arriveert een vijftal
uitgemergelde en sterk verhongerde mensen in de grensstad Michailopol. Dit zorgt
voor onrust en angst bij de bewoners. Commissaris van politie Pontus Beg kan niet
anders dan hen aanhouden en vastzetten. Een van zijn collega’s doet in de
spaarzame bagage van een van een lugubere vondst die wijst op een gepleegde
misdaad. Aan Beg de taak om uit te zoeken wat er precies aan de hand is en wat de
vluchtelingen hebben moeten doorstaan. Hierbij merkt hij dat hun geschiedenis niet
eens zo heel veel afwijkt van de zijne.
De roman heeft twee verhaallijnen en in één daarvan maakt de lezer kennis met
politiecommissaris Pontus Beg. Uit wat over hem verteld wordt, maak je direct op
dat het een wat treurige, eenzame en misschien ook wel enigszins ongelukkige man
is. Wellicht is dit inherent aan de omgeving, want de stad waar hij woont en werkt,
blinkt niet uit in levendigheid. Aan de troosteloosheid en desolaatheid ervan wordt
in de plot in ieder geval regelmatig aandacht geschonken. Dit laatste geldt eveneens
voor de kleiner wordende groep mensen uit de tweede verhaallijn. Zij zijn om
onbekende reden uit hun eigen vertrouwde omgeving vertrokken en zwerven
sindsdien over de steppe rond, op zoek naar een plek waar ze een beter bestaan
kunnen leiden. Een vergelijking met de vluchtelingenstroom waar vooral Europa de
laatste jaren mee te kampen heeft, is onvermijdelijk.
In het verhaal komt een beperkt aantal personages voor en hierdoor weet je precies
met wie je te maken hebt en wie welke rol heeft. Aan sommigen van hen worden
meer aandacht besteed dan aan anderen, maar dat is geen enkel probleem. Zo kom je
over Beg aanmerkelijk meer te weten dan over elk van de vluchtelingen. Desondanks
is het toch vrij gemakkelijk om van de laatsten een prima beeld te krijgen, onder
andere omdat ze in de slotfase door Beg ondervraagd worden, waardoor ze – soms
met tegenzin – min of meer gedwongen zijn iets van zichzelf prijs te geven. Hoewel
ieder karakter wel iets heeft en ze zonder meer intrigerend zijn, is het onmogelijk om
je met een van hen te identificeren. Daarvoor zijn ze niet aansprekend genoeg. De
enige die hierop een uitzondering had kunnen zijn, is de Ethiopiër, maar over hem
wordt helaas niet zo heel veel verteld.
Beg is overigens de enige die een ontwikkeling doormaakt, dit komt voornamelijk
omdat hij ontdekt heeft van Joodse afkomst te zijn en daarom meer over zijn
achtergrond en het Joodse geloof wil weten. De gesprekken die hij hierover met een
rabbijn heeft zijn niet alleen interessant, maar er blijkt ook uit dat wat de groep
vluchters moet doormaken vergelijkbaar is met wat anderen vele duizenden jaren
eerder ook al ondervonden hebben (de veertigjarige woestijntocht onder leiding van
Mozes). Behalve dergelijke geschiedkundige feiten heeft Wieringa ook enkele actuele
thema’s, waarvan racisme het meest in het oog springt, in de roman verwerkt.
Recensie 2:
In Dit zijn de namen resoneert het verhaal van die uittocht. Alleen is het nu geen volk
dat op weg gaat, maar naamloze individuen die overgeleverd zijn aan de praktijken
van profiteurs. En in Michailopol, een stad aan de rand van de steppe, is nog maar
een Jood over.
‘De dromen waarmee ieder van hen vertrokken was, waren gaandeweg verdord en
afgestorven. Hun dromen verschilden in maat en gewicht, in sommigen leefde ze
langer voort dan in anderen, maar verdwenen waren ze uiteindelijk bijna allemaal.
De zon had ze verpulverd, de regen spoelde ze weg.’
Dolenden in de steppe zijn het, de naamloze die westwaarts trekken, want daar
moeten ze heen, heeft de man die bereid was hun voor veel geld een grens over te
zetten gezegd. Ze komen uit alle windstreken, ze vertegenwoordigen de mensheid:
man, vrouw, jong, oud. Ze zijn op elkaar aangewezen. Naarmate hun tocht langer
duurt, slaat de wanhoop toe en neemt de eensgezindheid af. Overleven betekent:
ieder voor zich. De een zijn dood… Maar ze moeten verder. En dan bereiken ze een
stad. Dat is het ene verhaal.
Het andere gaat over Pontus Beg, commissaris van politie. In de stad waar hij
gestationeerd is, heeft hij zijn top bereikt. Hij, een typische vrijgezel, is te jong om
voor echt oud door te gaan, maar hij lijkt in de nadagen van zijn leven. Tot een naam
hem op het spoor zet van een nieuw verleden en een groep naamloze zwervend door
de straten van de stad wordt aangetroffen.
Een voor een moeten zij hun naam prijsgeven als ze verhoord worden door Pontus
Beg, die niet alleen moet nagaan wie zij zijn en waar ze vandaan komen, maar ook
wat er precies gebeurd is, vanwege die ene dode.
Parallel aan dat verhaal loopt de zoektocht van Pontus Beg naar zijn afkomst. Een
zoektocht die hem dichter brengt bij de mensen van wie hij in de loop van zijn leven
vervreemd is geraakt en ervoor zorgt dat hij definitief ergens bij hoort.
Met Dit zijn de namen heeft Tommy Wieringa op het trage ritme van voorbije tijden
een verhaal geschreven dat heel erg anno nu is. Het zit vol naar zingeving en hun
bestemming – een beloofd land, soms heel letterlijk – zoekende mensen die
geconfronteerd worden met de harde werkelijkheid van vervolging, concurrentie,
corruptie en misleiding.
Anders dan in Ga niet naar zee, zijn bundel ‘vliegtuigjes gemaakt van het papier van
de verbeelding’, doet Tommy Wieringa in Dit zijn de namen niet aan mooischrijverij.
In Dit zijn de namen is zijn taal sober, zo goed als zonder opsmuk. Er staan mooie
beschrijvingen – ‘Ze sjokten achter elkaar aan, hun hoofden gebogen, hun ogen dof
en bijziend. Eens hadden ze verlangend naar de horizon gekeken, naar het land van
verwachtingen daarachter, maar steeds minder dwaalde hun blik af, tot hij niet meer
voorbij de grond voor hun voeten kwam’, maar ook geforceerde metaforen in –
‘Terwijl hij zich door de steppe sleepte, werd hij gestoken door de horzels van zijn
gedachten.’
Dit zijn de namen is geënt op verhalen met mythische proporties, die tijdloos
gebleken zijn. Zo groots is Dit zijn de namen zelf niet. Maar Tommy Wieringa slaagt
er wel in om wat actueel is te ontdoen van de vluchtigheid en vrijblijvendheid die
daar doorgaans bij horen door het van alle tijden te maken.
Perspectief:
Het verhaal wordt verteld vanuit verschillende perspectieven, waaronder die van de
politiechef Pontus Beg, enkele migranten die door de woestijn reizen, en zelfs enkele
bij personages. Deze veelzijdige benadering van perspectief stelt de lezers in staat om
de gebeurtenissen vanuit verschillende invalshoeken te bekijken en biedt inzicht in
de complexiteit van menselijke ervaringen en interacties.
Mening:
Mijn persoonlijke mening over "Dit zijn de namen" van Tommy Wieringa is dat het
een beklijvende en existentiële roman is. Het verhaal neemt de lezer mee op een reis
door de duistere krochten van de menselijke ziel, waarin existentiële vragen over
identiteit, geloof en moraal centraal staan. Wieringa's gebruik van symboliek en
allegorie geeft het verhaal een diepe lading en nodigt uit tot introspectie en reflectie.
Door de complexe karakters en hun innerlijke strijd weet Wieringa een universele
thematiek aan te snijden die resoneert bij lezers van alle achtergronden en
overtuigingen.
Daarnaast vind ik dat Wieringa een meester is in het creëren van sfeer en setting. Met
zijn beeldende taal en oog voor detail weet hij de lezer onder te dompelen in de
desolate landschappen en verlaten steden waar het verhaal zich afspeelt. Deze
zintuiglijke beschrijvingen dragen bij aan de atmosfeer van vervreemding en
onthechting die door het hele boek heen voelbaar is. Het gebruik van literaire
technieken zoals beeldspraak en metafoor verrijkt de leeservaring en maakt "Dit zijn
de namen" tot een meeslepend en gelaagd literair werk.