Professional Documents
Culture Documents
1
2
Free 3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
1
2
3
4
5
6
7
8
FREE
9
10
11
Hoe het nieuwe Gratis de markt radicaal verandert 12
13
14
15
Chris Anderson 16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
Nieuw Amsterdam Uitgevers 35
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12 © 2009 Chris Anderson
13 Oorspronkelijke titel Free. The Future of a Radical Price (Hyperion books, New York)
14 © Nederlandse vertaling Nieuw Amsterdam Uitgevers
15 Alle rechten voorbehouden
16
17
18 Vertaling Geeske Bouman
19 Redactie Marianne Mols
20 Register Yulia Knol
21 Correctie Nienke van der Meulen
22 Omslag Mulder van Meurs
23
24 nur 788 e-handel, 800 Bedrijfskunde algemeen
25 isbn 9789046805084
26
27 www.nieuwamsterdam.nl/free
28
29
30
31
32
33
34
35
1
2
3
4
5
Voor Anne 6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
1
2
Inhoud 3
4
5
6
7
8
9
10
Voorwoord 11 11
12
1. | Het ontstaan van Gratis 17 13
14
Wat is Gratis? 15
16
2. | Gratis 101 29 17
Een korte les over een woord dat heel vaak verkeerd 18
wordt begrepen 19
20
3. | De geschiedenis van Gratis 47 21
Nul, lunch en de vijanden van het kapitalisme 22
23
4. | De psychologie van Gratis 71 24
Het voelt goed. Te goed misschien? 25
26
Digitaal Gratis 27
28
5. | Zo goedkoop dat het er niet toe doet 93 29
Les die het web leert: wanneer iets elk jaar in prijs 30
halveert, is nul onvermijdelijk 31
32
6. | ‘Informatie wil gratis zijn’ 115 33
De geschiedenis van een uitspraak die het digitale 34
tijdperk heeft bepaald 35
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
1
2
Voorwoord 3
4
5
6
7
8
9
10
Verbijsterd over de talloze keren dat hun video’s illegaal waren 11
geüpload, deden de overgebleven leden van het oorspronkelijke 12
Monty Python-team in november 2008 een grimmige aankondi- 13
ging op YouTube: 14
15
Drie jaar lang hebben jullie ons beroofd, door tiendui- 16
zenden van onze video’s op YouTube te zetten. Nu is het 17
onze beurt. Het is tijd om het heft in eigen handen te 18
nemen. 19
We weten wie jullie zijn, we weten waar jullie wonen en 20
we zouden jullie te pakken kunnen nemen op manieren 21
die te gruwelijk voor woorden zijn. Maar omdat we aardige 22
kerels zijn, hebben we iets beters verzonnen om terug te 23
halen wat van ons is. We hebben ons eigen Monty Python- 24
kanaal op YouTube gelanceerd. 25
Dus niet meer die video’s van waardeloze kwaliteit die 26
jullie erop hebben gezet. We geven jullie onze onvervalste 27
video’s, rechtstreeks uit onze eigen kluis. En dat is nog niet 28
alles: we kiezen de meest bekeken clips en uploaden splin- 29
ternieuwe versies van hoge kwaliteit. En het mooiste is wel 30
dat we ze jullie helemaal voor niks laten zien. Wat zeggen 31
jullie daarvan! 32
Maar we willen er wel wat voor terug. 33
Geen stompzinnige leutercommentaren meer. We wil- 34
len dat jullie op de links klikken en onze films en tv-shows 35
11
12
waard en het café verkoopt de koffie verkeerd van drie dollar net 1
zo snel als het die maakt, zo te zien. 2
Hierin ligt de paradox van Gratis: mensen verdienen een hoop 3
geld zonder anderen iets te laten betalen. Dat geldt niet voor alles, 4
we hoeven niet niets te betalen voor alles, maar wel voor zo veel 5
dingen dat we de economie van een flink land hebben gecreëerd 6
voor een prijs van ongeveer € 0. Hoe is dat gegaan en waar gaat dat 7
naar toe? 8
Deze vraag staat centraal in dit boek. 9
Voor mij begon het toen ik niet wist hoe ik The Long Tail, mijn 10
eerste boek, moest laten eindigen. Dat boek ging over de nieuwe 11
vorm van de consumentenvraag die ontstaat wanneer alles op de 12
markt is en we uit een oneindig aanbod kunnen kiezen in plaats van 13
van de bestsellertafel alleen. Dat er zo veel verkoopruimte voor The 14
Long Tail was, was mogelijk gemaakt door de onbeperkte ‘schap- 15
ruimte’ van internet, het eerste distributiesysteem in de geschiede- 16
nis dat zich leent voor zowel de nichemarkt als de massaproducten, 17
voor het onbekende én de voornaamste trend. Daardoor ontstond 18
een enorm diverse nieuwe cultuur, die een bedreiging vormde voor 19
de instituten in de bestaande cultuur, van mainstream-media tot 20
platenmaatschappijen. 21
Schapruimte is alleen onbeperkt als die ruimte niets kost. Doordat 22
de ‘marginale kosten’ van digitale distributie (dat wil zeggen de ex- 23
tra kosten van het verzenden van een volgende kopie boven op de 24
‘vaste kosten’ van de benodigde hardware) vrijwel nihil zijn, kunnen 25
we daar voor alles en nog wat gebruik van maken. Er hoeft niemand 26
aan de poort te staan die beslist of iets een wereldwijd bereik moet 27
hebben of niet. En uit dat gratis-voor-iedereen ontstond het wonder 28
van het web van vandaag, de grootste accumulatie van menselijke 29
kennis, ervaring en expressie die de wereld ooit heeft meegemaakt. 30
Dit is dus waar vrije bergruimte toe kan leiden. Terwijl ik me ver- 31
baasde over de gevolgen, ging ik meer nadenken over Gratis en be- 32
gon ik te beseffen hoe wijd verbreid dit principe al is. Het verklaarde 33
niet alleen de explosieve variatie online, het was ook kenmerkend 34
voor de manier waarop de prijsvorming daar werkt. Bovendien was 35
13
14
15
16
1
2
17
18
19
20
noeg, rijke ouders ook, maar hij kon weinig werk laten zien. Hij 1
gaf de schuld aan de concurrentie. In 1894 had hij inderdaad een 2
boek gepubliceerd, The Human Drift, waarin hij beweerde dat alle 3
bedrijfsactiviteiten overgenomen zouden moeten worden door 4
één enkele corporatie die in handen was van het publiek, en dat 5
miljoenen Amerikanen in een reusachtige stad zouden moeten 6
wonen, Metropolis genaamd, die zijn energie uit de Niagara Falls 7
zou halen. Zijn baas van de flessendoppenfabriek had ondertussen 8
maar een advies: vind iets uit wat mensen gebruiken en daarna 9
weggooien. 10
Op een dag, toen hij zich met een conventioneel mes stond te 11
scheren dat zo bot was dat het niet meer geslepen kon worden, 12
kreeg hij zijn inval. Wat als je het scheerblad van een dunne meta- 13
len strook maakte? Dan konden mannen in plaats van tijd te beste- 14
den aan het onderhoud ervan, het mes gewoon weggooien als het 15
bot werd. Na een paar jaar experimenteren met het metaal was het 16
veiligheidsscheerapparaat met wegwerpmesjes geboren. 17
Maar het was niet meteen een succes. In 1903, het eerste jaar, 18
verkocht Gillette in totaal 51 apparaten en 168 mesjes. De twin- 19
tig jaar daarop probeerde hij iedere marketingtruc uit die hij kon 20
verzinnen. Hij zette zijn eigen gezicht op de verpakking, zodat hij 21
tegelijk legendarisch en volgens sommigen een verzinsel werd. Hij 22
verkocht miljoenen aan het leger, tegen een scherpe korting, in 23
de hoop dat de soldaten de gewoonten die ze tijdens de oorlog 24
aannamen, mee zouden nemen in vredestijd. Hij verkocht ze in 25
bulkhoeveelheden aan banken, die ze cadeau konden doen bij een 26
nieuwe spaarrekening (shave and save-campagnes). Overal werd 27
een scheerapparaat bij gestopt, van Wrigley’s kauwgom en pakken 28
koffie, thee en kruiden tot marshmallows. 29
De weggevertjes waren bevorderlijk voor de verkoop van die pro- 30
ducten, maar de tactiek hielp Gillette nog meer. Door de scheerap- 31
paraten, die op zichzelf onbruikbaar waren, goedkoop te verkopen 32
aan partners die ze weggaven, creëerde hij een vraag naar wegwerp- 33
mesjes. Het was net als bij Jell-O (waar de kookboeken de ‘scheerap- 34
paraten’ bij de gelatine, de ‘mesjes’ waren), maar de koppeling was 35
21
1 nog sterker. Als je eenmaal gewend was aan een wegwerpmesje, was
2 je een dagelijkse klant voor het leven.
3 Interessant genoeg is het idee dat Gillette, het bedrijf, de scheer-
4 apparaten weggaf in grote trekken een broodje aap. De enige voor-
5 beelden van zo’n vrijgevigheid die zijn vastgelegd, betreffen de in-
6 troductie van de Trak II in de jaren zeventig van de vorige eeuw,
7 toen het bedrijf een goedkope versie van het scheerapparaat met
8 een onvervangbaar mesje weggaf. Het meer gangbare model van
9 Gillette was om scheerapparaten met een kleine winstmarge aan
10 partners te verkopen, bijvoorbeeld banken, die ze meestal wegga-
11 ven als onderdeel van hun promotieacties. De echte winst zat voor
12 Gillette in de hoge marge op de mesjes.
13 Een paar miljard mesjes later is dit bedrijfsmodel de basis van
14 hele bedrijfstakken geworden: geef de mobiele telefoon cadeau,
15 verkoop het abonnement; maak het bedieningssysteem voor vi-
16 deogames goedkoop en verkoop dure spelletjes; installeer koste-
17 loos chique koffiemachines in kantoren zodat je de managers dure
18 koffieampullen kunt verkopen.
19 Sinds deze experimenten aan het begin van de 20e eeuw heeft
20 Gratis de consumentenrevolutie gevoed die de honderd jaar daar-
21 na heeft bepaald. De opkomst van winkelstraten en supermarkten
22 maakten van consumentengedrag een wetenschap en van Gratis
23 het keuze-instrument. Vrije radio- en televisie-uitzendingen (een
24 term die werd gebruikt voor signalen die via de lucht werden uit-
25 gezonden en die iedereen gratis kon ontvangen) verenigden landen
26 en schiepen de massamarkt. Gratis was de strijdkreet van de mo-
27 derne marketeer waar de consument altijd op reageerde.
28
29
30 Gratis in de 21e eeuw
31 Aan het begin van de 21e eeuw zijn we bezig met de uitvinding
32 van een nieuwe vorm van Gratis, die het komende tijdperk net zo
33 ingrijpend zal bepalen. De nieuwe vorm van Gratis is geen truc,
34 geen list om geld van de ene zak naar de andere te verplaatsen. Dit
35 Gratis wordt ingegeven door een bijzondere nieuwe mogelijkheid
22
23
1 dat ze weten dat ze met Gratis meer mensen bereiken en meer fans
2 krijgen, waarvan sommigen naar hun concerten komen en zelfs
3 – stel je voor – betalen voor eersteklas-versies van hun opnamen.
4 De snelstgroeiende onderdelen van de computerspelletjesindustrie
5 worden geregeld op internet gezet en betaald door advertenties en
6 er zijn talloze gratis multiplayer-games online.
7 De gratis economie (freeconomics) kon opkomen door de on-
8 derliggende technologie van het digitale tijdperk. Schrijft Moore’s
9 wet voor dat een eenheid processing power elke twee jaar in prijs
10 halveert, de prijs van bandbreedte en opslagruimte daalt nog snel-
11 ler. Internet combineert deze drie en versterkt de prijsdalingen
12 door een drievoudige inzet van technologie. Het resultaat is een
13 netto deflatiepercentage van bijna 50% online, dat wil zeggen, het
14 draaien van een video op YouTube kost over een half jaar de helft.
15 De trendlijnen die bepalend zijn voor de kosten van zakendoen op
16 internet wijzen allemaal in dezelfde richting, namelijk naar nul.
17 Geen wonder dat de prijzen online dezelfde kant opgaan.
18 George Gilder, die in zijn boek Microcosm uit 1990 als eerste de
19 economie van bits onderzocht, plaatst dit in een historische con-
20 text:
21
22 In elke industriële revolutie worden de kosten van een
23 cruciale productiefactor drastisch verlaagd. Vergeleken
24 met de vroegere kosten om een bepaalde functie te berei-
25 ken, is de nieuwe factor vrijwel gratis. Na de Industriële
26 Revolutie werd fysieke inspanning bijna gratis vergeleken
27 met de spierkracht van dieren of mensen die vroeger ver-
28 eist was voor een bepaalde prestatie. Je kon een fabriek
29 opeens 24 uur per dag grote hoeveelheden producten laten
30 produceren in een tempo dat voorheen gewoon ondenk-
31 baar was.
32
33 De interessantste bedrijfsmodellen van nu beschrijven manieren
34 om geld te verdienen rond Gratis. Vroeg of laat zullen alle bedrij-
35 ven moeten uitvinden hoe ze gebruik kunnen maken van Gratis
24
25
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Wat is Gratis?
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
1
2
2 | Gratis 101 3
4
Een korte les over een woord dat heel vaak verkeerd 5
wordt begrepen 6
7
8
9
10
‘Gratis’ kan van alles betekenen en de betekenissen zijn in de loop 11
der jaren ook nog veranderd. Gratis roept achterdocht op, maar 12
weet toch de aandacht te trekken zoals maar weinig andere dingen 13
dat kunnen. Het is vrijwel nooit zo simpel als het lijkt, terwijl het 14
de natuurlijkste transactie is van allemaal. Als we nu een economie 15
gaan opbouwen rond Gratis, moeten we eerst begrijpen wat het is 16
en hoe het werkt. 17
Laten we beginnen met de definitie. In Romaanse talen, zoals 18
Frans, Spaans en Italiaans, is ‘gratis’ minder gecompliceerd, omdat 19
het Engelse free in die talen in twee woorden wordt uitgedrukt: het 20
ene woord is afgeleid van het Latijnse liber (‘vrij’) en het andere 21
van gratis (verkorting van gratiis, voor ‘bedankt’, dus ‘zonder ver- 22
goeding’, of nulprijs). In het Spaans bijvoorbeeld is libre iets goeds 23
(vrijheid van meningsuiting, enz.), terwijl gratis vaak als een mar- 24
ketingtruc wordt beschouwd en dus achterdocht wekt. 25
In het Engels zijn deze betekenissen in één woord gestopt. Dat 26
biedt ook marketingvoordelen: met de positieve connotatie van 27
vrijheid worden onze verdedigingsmechanismen tegen verkoop- 28
trucs omvergehaald. Maar het woord free leidt ook tot dubbelzin- 29
nigheid. Daarom zeggen Engelstaligen soms gratis om te bena- 30
drukken dat iets echt niets kost. 31
In de wereld van de opensourcesoftware, die zowel vrij (gebruik 32
en hergebruik wordt gestimuleerd) als gratis is (geen rekening), 33
maken mensen op deze manier onderscheid tussen de twee: Free 34
as in beer vs. free as in speech (Free/gratis als in gratis bier tegen- 35
29
30
31
1 taalt voor een tweede partij (de consument) zodat deze de inhoud
2 gratis kan krijgen.
3 En ten slotte is gratis soms echt gratis en vertegenwoordigt het
4 wel degelijk een nieuw model. Meestal is deze vorm van gratis on-
5 line te vinden, waar de digitale economie, die vrijwel geen margi-
6 nale kosten kent, heer en meester is. Flickr, de dienst voor uitwis-
7 seling van foto’s, is voor de meeste gebruikers gratis (het bedrijf
8 maakt zelfs geen gebruik van advertenties). Hetzelfde geldt voor
9 het meeste van wat Google biedt; het is gratis en zonder reclame
10 of het mediareclamemodel wordt op een nieuwe manier toegepast
11 op software en diensten (zoals Gmail), maar niet op de inhoud.
12 Wikipedia en de blogsfeer voeren een verbluffende gift economy,
13 gebaseerd op niet-monetaire prikkels als reputatie, aandacht, ex-
14 pressie en dergelijke.
15 We kunnen al deze toepassingen onderverdelen in vier vormen
16 van Gratis. Twee daarvan zijn oude varianten die zich ontwikkelen,
17 de andere twee zijn in opkomst en hangen samen met de digitale
18 economie. Voor we verder ingaan op deze vormen, moeten we ze
19 even van een afstand bekijken. Dan zien we dat alle vier vormen
20 van Gratis neerkomen op variaties van hetzelfde: het schuiven met
21 geld, van product naar product, persoon naar persoon, tussen nu
22 en later, of naar niet-monetaire markten en weer terug. Economen
23 noemen dit ‘kruissubsidies’.
24
25
26 De hele wereld is een kruissubsidie
27 Kruissubsidies zijn de kern van de uitdrukking ‘voor niets gaat de
28 zon op’. Dit betekent dat overal op de een of andere manier voor
29 moet worden betaald, is het niet rechtstreeks door jouzelf dan wel
30 door iemand anders die belang heeft bij het product in kwestie.
31 Soms betalen mensen indirect voor producten. Die gratis krant
32 ’s morgens in de trein wordt gefinancierd door advertenties, die
33 deel uitmaken van het marketingbudget van de detailhandelaar.
34 Dat budget is opgenomen in de winstmarge, waarvoor jij (of ie-
35 mand om je heen) uiteindelijk betaalt in de vorm van duurdere
32
goederen. Je betaalt ook met een beetje van je tijd en, omdat je 1
wordt gezien terwijl je de krant leest, met je reputatie. De gratis 2
parkeerplaats bij de supermarkt zit verrekend in de prijs van de 3
producten en de gratis proefmonsters worden gesubsidieerd door 4
degenen die dokken voor de betaalde versies. 5
6
HOE K AN EEN DIGITALE VIDEO - 7
RECORDER NU ‘GR ATIS’ ZIJN ?
8
Telefoonbedrijven verkopen gesprekken; elektronicabedrijven verkopen gadgets. Maar 9
kabelgigant Comcast doet allebei en daarnaast nog veel meer. Daardoor beschikt het
over de fl exibiliteit om allerlei producten met kruissubsidies te bekostigen. Zo maakt 10
het het ene product gratis om een ander te kunnen verkopen. Met dit doel heeft Com-
cast 9 miljoen abonnees een gratis set-top DVR gegeven. Hoe verdienen ze die terug? 11
12
26
27
In de gift economy (zie bladzijde 40) zijn de kruissubsidies subtieler. 28
Blogs zijn gratis en bevatten gewoonlijk geen advertenties, maar 29
dat betekent niet dat er iedere keer dat je hem bezoekt geen waarde 30
wordt uitgewisseld. In ruil voor de gratis inhoud verbeter je de 31
reputatie van een blogster wanneer je die aandacht schenkt, of je 32
dat nu doet met een bezoek of via een link. Ze kan haar reputatie 33
gebruiken om een betere baan te vinden, haar netwerk uit te brei- 34
den of meer klanten aan te trekken. Soms kan die goede reputatie 35
33
34
35
1 pure winst voor hem. Bedrijven kijken naar een heel portfolio aan
2 producten en hangen aan sommige producten een prijskaartje van
3 nul (of bijna) om andere, bijzonder winstgevende producten aan-
4 trekkelijker maken.
5
6 Gratis 1: Directe kruissubsidies
7
8
9
10
11
Producent
12 Product Een Product Twee
$$$
(betaald) (gratis)
13
14
15
16
17
Consument
18
19
20
21 Hiermee wordt King Gillette’s kruissubsidie uitgebreid naar steeds
22 meer bedrijfstakken. Dankzij de nieuwe technologie kunnen be-
23 drijven de omvang van hun markten flexibeler bepalen en daar-
24 mee zijn ze ook vrijer geworden in het weggeven van sommige
25 producten en diensten als promotie voor andere. Ryanair bijvoor-
26 beeld heeft de hele bedrijfstak ontwricht toen het zichzelf op de
27 markt zette als een reisbureau dat volledige service biedt, in plaats
28 van als een verkoper van vliegtuigstoelen (zie kader op bladzijde
29 31). Je creditcard is (soms) gratis omdat de bank geld verdient
30 aan de servicekosten die ze aan de winkels berekenen bij wie je
31 iets koopt. Op hun beurt brengen die winkels die kosten weer in
32 rekening bij jou. (En als je de rekening niet volledig betaalt binnen
33 de daarvoor gestelde termijn, verdienen banken nog meer aan je
34 vanwege de rente.)
35
36
Gratis 2: De drie-partijenmarkt 1
2
Wat is gratis: inhoud, diensten, 3
software enzovoort. 4
Gratis voor wie: iedereen. 5
6
Het meest voorkomende economisch model rond het concept 7
Gratis is het drie-partijensysteem. Hierin speelt een derde partij 8
een rol in een markt die is gecreëerd door een gratis uitwisseling 9
tussen de eerste twee partijen. Klinkt ingewikkeld? Toch heb je 10
daar elke dag mee te maken. Het is de basis van vrijwel alle media. 11
12
Gratis 2. De drie-partijenmarkt 13
14
15
16
17
$$$ 18
Advertentie- Producent Inhoud
ruimte (Betaald) (Gratis) 19
20
21
$$$
22
23
Producten
(Betaald) 24
Adverteerder Consument
25
26
27
In het traditionele mediamodel levert een uitgever een gratis (of 28
bijna gratis) product aan consumenten, terwijl adverteerders beta- 29
len om mee te mogen doen. Ook radio en televisie zijn ‘gratis te be- 30
luisteren’. Zo berekenen kranten- en tijdschriftenuitgevers de lezers 31
in de verste verte niet de werkelijke kosten van het maken, drukken 32
en distribueren van hun producten. Ze verkopen geen kranten en 33
tijdschriften aan lezers, ze verkopen lezers aan adverteerders. Het 34
is een ‘driewegs-markt’. 35
37
38
Gratis 3. Freemium 7
8
9
10
11
12
Basisproduct Producent Premium-product
(Gratis) (Betaald) 13
14
15
16
$$$
17
18
Veel consumenten Consument
19
20
21
En ook dit klinkt bekend. Is het niet gewoon het model van de gra- 22
tis proefmonsters dat je overal tegenkomt, van de parfumafdeling 23
tot op de hoek van de straat? Dat klopt, maar dan wel met een sig- 24
nificante variatie: het traditionele gratis proefmonster is een reep 25
chocola die ter promotie aan je wordt uitgereikt of het gratis pak 26
luiers dat jonge moeders krijgen toegestuurd. Omdat deze mon- 27
sters concrete kosten met zich meebrengen, geeft de fabrikant maar 28
een piepklein beetje weg. Zo hoopt hij consumenten te strikken en 29
de vraag naar heel veel meer te stimuleren. 30
Maar bij digitale producten is de verhouding tussen gratis en 31
betaald andersom. Een gemiddelde website volgt de vijf-procent- 32
regel: vijf procent van de gebruikers ondersteunt alle anderen. In 33
het freemium-model betekent dit dat voor iedere gebruiker die de 34
mooiste versie betaalt, negentien andere de gratis basisversie krij- 35
39
1 gen. De reden dat dit werkt is dat de kosten die deze negentien
2 opleveren zo dicht bij nul liggen dat ze te verwaarlozen zijn.
3
4
5 Gratis 4: Non-monetaire markten
6
7 Wat is gratis: alles wat mensen willen
8 weggeven zonder dat ze een betaling
9 verwachten.
10 Gratis voor wie: iedereen.
11
12 Dit kan allerlei vormen aannemen:
13
14 Gift-economie
15 Van de twaalf miljoen artikelen op Wikipedia tot de twee miljoen
16 gratis tweedehands goederen die via Freecycle worden aangeboden
17 (zie kader op bladzijde 219), overal zien we dat geld niet de enige
18 motivatie is. Altruïsme heeft altijd bestaan, maar in het web heeft
19 het een podium waar acties van individuen soms wereldwijd in-
20 vloed hebben. In zekere zin heeft de gratis verspreiding van sharing
21 een bedrijfstak gemaakt. Vanuit het perspectief van de monetaire
22 economie ziet het er allemaal gratis uit – en kan het daardoor op
23 oneerlijke concurrentie lijken – maar dat zegt meer over de kort-
24 zichtige manieren waarop financiële waarde wordt gemeten dan
25 over de waarde die delen oplevert.
26 De prikkels om dingen te delen kunnen variëren van reputa-
27 tie en aandacht tot minder gemakkelijk te meten factoren als ex-
28 pressie, lol, goed karma, voldoening en ordinair eigenbelang (als
29 je iets via Freecycle of Marktplaats weggeeft, bespaar je jezelf de
30 moeite om dingen bij het grofvuil te zetten). Soms geven mensen
31 onbewust of passief. Je geeft Google informatie als je een openbare
32 website hebt, of dat nu je bedoeling is of niet, en je geeft aluminium
33 blikjes aan de dakloze knul die ze uit de vuilnisbak verzamelt, ook
34 al was dat niet je bedoeling.
35
40
41
42
43
44
eerlijke prijs is. Dit kan grote gevolgen hebben voor wat ze uitein- 1
delijk betalen. In het voorbeeld bleek dat de studenten aan wie was 2
gevraagd of ze tien dollar wilden betalen, gemiddeld een dollar 3
voor het korte gedicht, twee voor het middellange en drie voor het 4
lange gedicht over hadden. 5
De studenten die waren ‘geankerd’ aan de veronderstelling dat 6
Ariely hún zou moeten betalen, eisten dat ook: ze wilden 1,30 dol- 7
lar om naar de korte versie te luisteren, 2,70 voor de middellange 8
en 4,80 om de lange versie aan te horen. 9
Ariely merkt op dat Mark Twain dit illustreerde met Tom 10
Sawyer, die er op een of andere manier in slaagde om de andere 11
jongens zo jaloers te maken dat hij een hek moest schilderen, dat 12
ze de klus niet alleen overnamen maar hem ook betaalden voor het 13
voorrecht. Maar er zit een waarschuwende les in dit verhaal voor 14
degenen die bereid zijn te betalen voor iets waarvoor ze anders 15
zelf zouden moeten wórden betaald. Twain zag het volgende: ‘Er 16
zijn rijke heren in Engeland die ’s zomers een lijndienst van twintig 17
of dertig mijl per dag in een koets met vier paarden afleggen om- 18
dat dit voorrecht hun een aanzienlijk bedrag kost; maar zouden ze 19
loon voor deze dienst krijgen, dan zou het veranderen in werk en 20
zouden ze ervan afzien.’ 21
Dit zijn allemaal voorbeelden van wat Derek Sivers, de oprichter 22
van CD Baby, ‘omkeerbare bedrijfsmodellen’ noemt. Een concreet 23
voorbeeld daarvan zien we bij muziekclubs in Los Angeles: ze laten 24
bands betalen om in de club te mogen spelen, in plaats van ze zelf te 25
betalen. De bands vinden het podium belangrijker dan geld en als 26
ze goed zijn, kunnen ze opklimmen naar de gebruikelijke schnab- 27
bels op allerlei podia. 28
In China worden sommige artsen maandelijks betaald wanneer 29
hun patiënten beter zijn. Als die ziek zijn, is dat de schuld van de 30
arts en dus hoeft deze voor die maand niet betaald te worden. Het 31
is hun doel om je gezond te maken en te zorgen dat dit zo blijft, 32
zodat ze hun loon krijgen. 33
In Denemarken bestaan fitnesscentra met ledenprogramma’s 34
waarvoor je niets betaalt zolang je minstens eens per week komt 35
45
1 opdagen. Maar sla je een week over, dan betaal je de volle maand-
2 prijs. Deze methode is psychologisch briljant. Wanneer je elke
3 week gaat, voel je je goed over jezelf en het fitnesscentrum. Maar
4 er komt onvermijdelijk een moment dat je het te druk hebt en een
5 week overslaat. Je betaalt daar wel voor, maar je verwijt het alleen
6 jezelf. In tegenstelling tot de normale situatie dat je wel betaalt voor
7 een fitnesscentrum waar je toch niet naartoe gaat, is je reactie niet
8 dat je het lidmaatschap opzegt, maar dat je je dubbel verplicht voelt
9 om te gaan.
10 FreeConferenceCall.com krijgt zijn inkomsten van telecom-
11 bedrijven in plaats van zijn klanten, omdat ze weten van welk
12 telefoonbedrijf elke deelnemer gebruik maakt om hen te bellen.
13 Daarom hebben ze met die bedrijven afspraken gemaakt over een
14 vergoeding voor het feit dat ze hun klanten stimuleren om meer
15 langeafstandsgesprekken te houden. In plaats van de langeafstands-
16 tarieven zelf te betalen, stuurt FreeConferenceCall telefoonbedrij-
17 ven dus een rekening voor het aanmoedigen van hun bellers om
18 die tarieven zelf te betalen.
19 En ten slotte besloot Jicka.com, een bedrijf dat het op het gebied
20 van gratis advertenties hoopte te kunnen opnemen tegen Craigslist,
21 om te concurreren met Gratis door er nog een schepje bovenop te
22 doen: ze boden kopers een proefgarantie aan. Als je een advertentie
23 plaatst om je huis op Jicka te verkopen, krijg je een half jaar beperkte
24 garantie voor de koper. Verkoop je auto via Jicka en de koper krijgt
25 een maand lang garantie. Zet een advertentie op Jicka en je krijgt
26 een jaar lang bescherming tegen diefstal van persoonsgegevens. Dit
27 systeem kost Jicka geen cent. De bedrijven die de garanties aanbie-
28 den, beschouwen het als een goede marketingkans en ze verdienen
29 vanzelf geld wanneer een deel van de klanten besluit om de gratis
30 garantie te verlengen met een betaalde verzekering.
31 In elk geval hebben slimme bedrijven de normale geldstroom
32 omgekeerd. Ze maken iets gratis of betalen voor iets wat andere be-
33 drijven juist in rekening brengen. Daar zit helemaal geen bijzonder
34 technisch vernuft achter. Meer dan een ondernemer met creatieve
35 ideeën over prijzen was er niet voor nodig.
46
1
2
3 | De geschiedenis 3
4
van Gratis 5
6
Nul, lunch en de vijanden van het kapitalisme 7
8
9
10
Het probleem van niets 11
Een reden waarom we vaak niet zo goed snappen hoe Gratis werkt, 12
is dat het geen ding is, maar juist het ontbreken van een ding. Het 13
is het gat waar de prijs hoort te zitten, de lege plek in de kassa. We 14
denken vaak in termen van concrete, tastbare zaken, maar Gratis 15
is een concept en niet iets wat je op je vingers kunt tellen. Pas na 16
duizenden jaren beschaving hebben we er een getal voor gevonden 17
dat het begrip kan beschrijven. 18
De kwantificering van niets begon, zoals zo veel dingen, met de 19
Babyloniërs. Rond 300 v.C. had een bloeiende agrarische maat- 20
schappij in de Vruchtbare Halve Maan, de noordelijke strook van 21
het huidige Irak en Syrië, een telprobleem. Het was niet zo’n voor 22
de hand liggend mankement waar jij of ik misschien ook op zou 23
stuiten, want hun systeem was sexagesimaal of zestigtallig in plaats 24
van tientallig. Hoe lastig dat ook is, je komt er vanzelf wel uit als 25
je niet met je vingers en tenen rekent (tenslotte is het ook de basis 26
van ons eigen tijdsysteem). 27
Nee, het probleem was anders: ze wisten niet hoe ze getallen 28
moesten opschrijven. 29
Anders dan de meeste culturen in die tijd hadden de Babyloniërs 30
geen afzonderlijk symbool voor elk cijfer binnen het rekenstelsel. 31
In plaats daarvan gebruikten ze maar twee markeringen: een wig 32
die voor 1 stond, en een dubbele wig voor 10. Dus afhankelijk van 33
de plaatsing kon een enkele wig voor 1, 60, 3600 of zelfs meervou- 34
dige vermenigvuldigingen van 60 staan. Charles Seife schrijft in 35
47
1 Zero: The Biography of a Dangerous Idea, dat het ‘het equivalent uit
2 het Bronzen Tijdperk was voor onze computercode’.
3 Dit was volstrekt logisch in een cultuur die rekende met een tel-
4 raam. Als je getallen optelt met dit slimme apparaat, is dat eenvou-
5 dig een kwestie van stenen op en neer schuiven, waarbij stenen in
6 verschillende kolommen staan voor verschillende waarden. Als je
7 een telraam hebt met 60 stenen in elke kolom, is een cijfersysteem
8 op basis van zestigtallen niet ingewikkelder dan decimale syste-
9 men.
10 Maar wanneer je een getal op een telraam wilt aangeven, wat doe
11 je dan als er geen stenen in een kolom voorkomen? Het getal 60
12 is één wig in de zestigkolom en nul wiggen in de kolom met enen.
13 Hoe schrijf je ‘geen wiggen’? De Babyloniërs hadden iets nodig dat
14 de plaats van niets kon invullen. Ze moesten dus eigenlijk de nul
15 uitvinden. En daarom verzonnen ze een nieuw karakter zonder
16 waarde, dat voor een lege kolom stond. Ze gaven dat aan met twee
17 scheve wiggen.
18 Omdat het logisch is dat je zo’n plaatsvervangend teken nodig
19 hebt wanneer je getallennotatie gebaseerd is op de kracht van de
20 positie in een telsysteem, zou je denken dat de nul altijd al heeft be-
21 staan. Toch zijn er heel veel ontwikkelde beschavingen gekomen en
22 gegaan die heel goed zonder konden. De Romeinen hadden geen
23 nul nodig in hun Romeinse cijfers. (Er zijn geen vaste kolommen
24 in die notering. In plaats daarvan wordt de waarde van elk cijfer
25 bepaald door de waarde van de cijfers eromheen.)
26 De Grieken wilden zelfs uitdrukkelijk niets weten van de nul.
27 Omdat hun wiskundesysteem gebaseerd was op geometrie, moes-
28 ten getallen in een of andere vorm ruimte weergeven – lengte,
29 hoeken, oppervlakken, enzovoort. Nulruimte was niet logisch.
30 De Griekse wiskunde werd belichaamd door Pythagoras en zijn
31 Pythagoraanse cultus, die zulke belangrijke principes heeft ont-
32 dekt als de toonladder en de gulden snede (maar gek genoeg niet
33 de stelling van Pythagoras, want de formule voor de berekening
34 van de hypotenusa van een rechte driehoek was al eeuwen voor
35 Pythagoras bekend). De Grieken begrepen wel dat berekeningen
48
49
50
51
52
werd een manier van denken over alle menselijke activiteit. De so- 1
ciale wetenschap economie ontstond als een manier om te bestu- 2
deren waarom mensen de keuzen maken die ze maken. Net zoals 3
in Darwins beschrijving van de natuur, vormde concurrentie de 4
kern van deze handelswetenschap in opkomst. Geld was de ma- 5
nier waarop we de stand bijhouden. Geld voor dingen vragen was 6
gewoon de efficiëntste manier om ervoor te zorgen dat ze gepro- 7
duceerd bleven worden – het winstmotief in de economie is net zo 8
sterk als het ‘egoïstische gen’ in de natuur. 9
Maar te midden van al die euforie over het marktstelsel ble- 10
ven er groepen mensen die zich verzetten tegen de rol van geld 11
als bemiddelaar van alle uitwisselingen. Karl Marx propageerde 12
collectief bezit en verdeling naar behoefte in plaats van naar draag- 13
kracht. En de anarchistische denkers uit de 19e eeuw, zoals de tot 14
het radicalisme bekeerde Russische prins Peter Kropotkin, ver- 15
zonnen collectivistische utopia’s waarin alle leden al het noodza- 16
kelijke werk verrichtten omdat ze inzagen dat gemeenschappelijke 17
ondernemingen en onderlinge hulp voordelen bieden. Kropotkin 18
geloofde dat privé-bezit een van de oorzaken van onderdrukking 19
en uitbuiting was. Hij streefde naar afschaffing van dat privé-bezit 20
en bepleitte de invoering van gemeenschappelijk bezit. 21
Toen hij deze opvattingen in 1902 in zijn boek Mutual Aid: a 22
Factor of Evolution in detail uiteenzette, liep hij in zekere zin voor- 23
uit op enkele van de sociale krachten die de ‘link-economie’ van 24
het huidige internet domineren (waarbij mensen links naar elkaar 25
leggen in hun internetpublicaties, met als gevolg dat de ontvanger 26
wint aan aandacht en reputatie). Als je iets weggeeft, redeneerde 27
hij, is de opbrengst geen geld maar voldoening. Deze voldoening 28
is in de gemeenschap geworteld, in wederzijdse hulp en steun. De 29
eigenschappen van die hulp versterken zichzelf en stimuleren an- 30
deren om op hun beurt evenveel aan jou te geven. ‘Primitieve sa- 31
menlevingen’ werkten ook zo, beweerde hij, en daarom stonden 32
dergelijke gift-economieën dichter bij de natuurlijke vorm van 33
menselijk handelen dan het marktkapitalisme. 34
Maar elke poging om dit ideaal op welke schaal dan ook in de 35
53
54
ze elke klant die ten minste één drankje bestelde ‘gratis’ eten aan. 1
Deze lunches, die varieerden van een sandwich tot een meergan- 2
genmenu, waren meestal meer waard dan de prijs van één drankje. 3
Maar de saloonhouders gokten erop dat de meeste klanten min- 4
stens een tweede drankje zouden bestellen en dat het lokaas van 5
een gratis maaltijd stamgasten zou aantrekken op de minder druk- 6
ke momenten van de dag. 7
In 1872 schreef The New York Times dat het verschijnsel van de 8
gratis lunch een ‘eigenaardige’ trend was geworden in New Orleans, 9
waar je elke dag in elke saloon een gratis maaltijd kon krijgen. Het 10
maal bestond uit grote schotels boter, manden vol brood, enorme 11
schalen aardappels, gestoofd schapenvlees, gestoofde tomaten, ma- 12
caroni à la Française, en een ‘stuk rundvlees dat vast twintig kilo 13
woog’. Volgens het verslag werden duizenden mannen die ‘uitslui- 14
tend van dit soort maaltijden leefden’ gevoed met de gratis lunch. 15
Het artikel ging als volgt verder: 16
17
Een gratis lunchbar is een fantastische manier om klassen 18
te nivelleren, en als iemand aan zo’n bar aanschuift, moet 19
hij alle hoop op aanzien opgeven … alle klassen zijn te zien 20
als ze deelnemen aan deze gratis maaltijden en zich vol- 21
schrokken om nog een tweede keer te kunnen opscheppen. 22
23
De bijna behoeftige ‘gratis-lunchmaniak’ werd ook echt gezien als 24
een apart sociaal type. In een ander artikel in The New York Times 25
uit 1872 stond dat profiteurs van gratis lunches ‘niet hard werken 26
maar zich toch redden’. Ze bezoeken saloons en bietsen een drank- 27
je bij vreemden. ‘Als deze onbegrijpelijke lunchmaniak er niet op 28
wordt gewezen dat hij een drankje moet bestellen, verzwelgt hij 29
wat hij kan en probeert er ongemerkt tussenuit te knijpen als het 30
barpersoneel even bezig is.’ 31
In San Francisco raakte dit gebruik ingeburgerd met de Gold 32
Rush en bleef het daarna nog jaren bestaan. In een Times-artikel 33
uit 1886 over de verdwenen dagen van de ’49-ers in San Francisco 34
wordt de gratis-lunchmaniak het enige ‘monument uit het verle- 35
55
1 den’ genoemd. In het artikel vraagt men zich af ‘hoe al deze werk-
2 schuwe types leven’. Vervolgens wordt de vinger op het probleem
3 gelegd: ‘Schaf dat bizarre Californische instituut af en ze zouden
4 allemaal omkomen van de honger,’ zo eindigt het artikel.
5 Elders raakte de gratis lunch in de verdrukking door de geheel-
6 onthoudersbeweging. In een beschrijving uit 1874 over de strijd
7 tegen alcohol wordt gesuggereerd dat de gratis lunch – net als vrou-
8 wen en gezang – alleen bedoeld was om een goedgevulde bar te
9 verhullen. De alcohol was ‘de spil en het is de bedoeling dat al deze
10 andere dingen daar omheen draaien’.
11 Anderen beweerden dat de gratis lunch eigenlijk de functie van
12 sociale steun vervulde. De hervormer William T. Stead voerde
13 aan dat de gratis-lunchsaloons in de winter van 1894 ‘meer hon-
14 gerige mensen in Chicago hadden gevoed dan alle andere religi-
15 euze, liefdadigheids- en overheidsinstellingen samen’. Stead citeert
16 een krant waarin wordt geschat dat de saloonhouders zo’n 60.000
17 mensen per dag te eten gaven. En hij merkte daarbij op dat die
18 drieduizend saloons dat deden zonder te pretenderen dat ze aan
19 liefdadigheid deden.
20 Twee jaar later, in 1896, nam de staat New York de Raines-wet
21 aan, waarmee de zwarte handel in alcohol moest worden aange-
22 pakt. Een van de vele bepalingen was een verbod op de verkoop
23 van alcohol als er geen eten bij gekocht werd. In een andere bepa-
24 ling werd de gratis lunch helemaal verboden. Maar dat duurde niet
25 lang, want het jaar daarop kwam er een amendement op de Raines-
26 wet ten gunste van de gratis lunch. Het gebruik bleef nog tientallen
27 jaren bestaan.
28
29
30 Proefmonsters, cadeaus en gratis porties eten
31 Aan het begin van de 20e eeuw kwam Gratis weer terug met de
32 nieuwe bedrijfstak van verpakte goederen. Met de opkomst van
33 merken, advertenties en verspreiding over het hele land werd
34 Gratis een verkooptruc. Er is niets nieuws aan gratis proefmon-
35 sters, maar de massamarketing daarvan danken we aan een 19e-
56
57
58
59
60
61
62
ingrediënten, zoals het gemodificeerd zetmeel dat het ding bij el- 1
kaar houdt, het maïsmeel in het deeg en de maïsolie waarin hij 2
wordt gefrituurd. Minder voor de hand liggend zijn het rijsmiddel 3
en de lecithine, de mono- en triglyceriden, de aantrekkelijke gou- 4
den kleur en zelfs het citroenzuur dat de nugget vers houdt; al deze 5
dingen kunnen uit maïs worden gewonnen.’ 6
Een kwart van alle producten die je in een gemiddelde super- 7
markt tegenkomt, bevat volgens Pollan maïs. En dat geldt niet al- 8
leen voor voedselproducten! Van tandpasta en cosmetica tot weg- 9
werpluiers en schoonmaakmiddelen, alles bevat maïs, zelfs de doos 10
waarin het is verpakt. De hele supermarkt, met zijn bouwplaten en 11
scheidingsmuren, linoleum en lijm, ook die is gebouwd op maïs. 12
Er is zo veel maïs dat we het nu in de vorm van ethanol ge- 13
bruiken als brandstof voor onze auto’s, een toepassing waarbij de 14
overvloedige beschikbaarheid van het gewas eindelijk op een grens 15
is gestuit. Na tientallen jaren van daling is de prijs van maïs de 16
laatste jaren gestegen, samen met de olieprijs. Maar innovatie moet 17
niets hebben van duurder wordende basisproducten. De gestegen 18
maïsprijs heeft dus alleen maar geleid tot een versnelling van het 19
onderzoek naar een manier om ethanol uit gras en andere vormen 20
van cellulose te winnen. Materiaal dat bovendien kan groeien op 21
plaatsen waar maïs dat niet kan. Als dat magische cellulose-etende 22
enzym eenmaal is gevonden, worden maïs en daarmee allerlei voe- 23
dingsproducten vanzelf weer goedkoop. 24
25
26
Ehrlichs verloren weddenschap 27
Het idee dat grondstoffen op termijn goedkoper in plaats van 28
duurder kunnen worden, druist tegen elke intuïtie in. Voedsel kun 29
je tenminste nog aanvullen, maar mineralen niet. Tenslotte is de 30
aarde een eindige bron van grondstoffen en hoe meer we eruit ha- 31
len, hoe minder er overblijft, wat een klassiek geval van schaarste 32
is. In 1972 publiceerde de Club van Rome een boek dat De grenzen 33
aan de groei heette en dat de consequenties schetste van een snel 34
groeiende wereldbevolking en een eindige grondstoffenvoorraad. 35
63
64
65
66
67
68
69
70
1
2
4 | De psychologie van 3
4
Gratis 5
6
Het voelt goed. Te goed misschien? 7
8
9
10
In 1996 gaf de Village Voice zich eindelijk gewonnen. Veertig jaar 11
na de oprichting vroeg de legendarische krant niet langer een prijs. 12
Hij zou net als vrijwel alle wekelijkse stadsbladen gratis worden en 13
in dozen op straat of in stapels bij welwillende winkels worden ver- 14
spreid. Bijna iedereen zag dit als de dag waarop de Village Voice er 15
opeens niet meer toe deed. In 2005 luidde de kop boven een profiel 16
van de krant in het tijdschrift New York: ‘De Stem [‘Voice’] vanuit 17
het graf: de legendarische stadskrant is een lege huls van zichzelf 18
geworden sinds hij bijna tien jaar geleden gratis werd.’ 19
Vergelijk dat eens met The Onion, een ander weekblad. In 1988 20
opgericht als gratis satirisch pamflet in de studentenstad Madison 21
in Wisconsin, groeide The Onion uit tot een imperium. De afgelo- 22
pen twintig jaar heeft het regionale gedrukte edities uitgebracht in 23
tien andere steden en een website in het leven geroepen die iedere 24
maand miljoenen bezoekers trekt. Er worden boeken gepubliceerd, 25
een tv-serie en complete amateurfilms gemaakt. The Onion kwam 26
gratis ter wereld, bleef gratis en bloeit nu als nooit tevoren. 27
Op het eerste gezicht is het verhaal van deze twee periodieken 28
een raadsel. Gratis leek het ene weekblad om zeep, het andere juist 29
hogerop te helpen. In het ene geval devalueerde Gratis het product, 30
terwijl het in het andere geval leidde tot een indrukwekkende uit- 31
breiding. 32
Maar zo simpel is het niet. Om te beginnen was Gratis niet de 33
oorzaak van de ondergang van de Village Voice. Het artikel in de 34
New York verklaarde: 35
71
72
73
74
75
1 dig de tol die nadenken vraagt. Lui als we allemaal een beetje zijn,
2 denken we liever niet over dingen na als het niet hoeft. Daarom
3 kiezen we graag voor dingen waarover we het minst hoeven na-
4 denken.
5 De uitdrukking ‘transactiekosten’ wortelt in de theorie van de
6 Nobelprijswinnaar Ronald Coase. Deze econoom legde uit dat be-
7 drijven de kosten voor de communicatie binnen en tussen teams
8 zoveel mogelijk willen beperken. Daarbij ging het vooral over de
9 cognitieve last van informatieverwerking – bedenken wie wat
10 moet doen, wie je moet vertrouwen en dergelijke.
11 Szabo breidde deze theorie uit naar aankoopbeslissingen. Hij
12 bekeek het idee van ‘microbetalingen’, betalingssystemen waarbij
13 je fracties van een cent betaalt voor elke webpagina die je leest,
14 of milli-euro’s voor elk stripverhaal dat je downloadt. Al dit soort
15 systemen zijn gedoemd te mislukken, was Szabo’s conclusie, want
16 ze beperken weliswaar de economische kosten van keuzen, maar
17 omvatten nog wel alle cognitieve kosten.
18 Denk bijvoorbeeld eens aan een PowerPoint-presentatie over
19 ‘tien tijdbesparende ideeën voor een cent per stuk’. De geestelijke
20 energie die het kost om te beslissen of de hele zaak tien cent waard
21 is en elk afzonderlijk idee een cent, is gewoon de moeite niet. Veel
22 potentiële klanten zouden worden afgeschrikt door het betalings-
23 en beslissingsproces. Ondertussen worden er door zulke microbe-
24 talingen per definitie maar zeer geringe inkomsten gegenereerd.
25 Het is het slechtste van beide werelden: de mentale belasting van
26 een hogere prijs, zonder de evenredige contanten. (Szabo had ge-
27 lijk: microbetalingen zijn nauwelijks van de grond gekomen.)
28 Welke prijs je dus ook berekent, je schept een mentaal obstakel
29 dat de meeste mensen niet willen overwinnen. Maar met Gratis
30 omzeil je die beslissing razendsnel. Het aantal mensen dat iets wil
31 uitproberen, neemt toe. In ruil voor het afzien van rechtstreekse
32 inkomsten biedt Gratis het potentieel om massasteekproeven te
33 houden.
34 Na bestudering van het concept mentale transactiekosten con-
35 cludeerde Clay Shirky, schrijver en docent aan de nyu, dat mensen
76
77
78
nen en dat vijf procent van de mensen die hun waren uitproberen, 1
uiteindelijk betalen. Maar dat is zelden het geval. Hij legt uit: 2
3
De meeste ondernemers trappen in de val. Ze gaan ervan 4
uit dat de prijs consequent elastisch is, dat wil zeggen: hoe 5
lager de prijs van je product, hoe groter de vraag zal zijn. 6
Dus eindig je met inkomstengrafieken die eruitzien als hoc- 7
keysticks die omhooggaan en rechts afbuigen, allemaal op 8
basis van een ‘het kost maar twee dollar per maand’-plan. 9
In werkelijkheid is een beraming van 5 tot 50 miljoen 10
dollar niet het lastigste deel van een nieuwe onderneming, 11
maar de vraag hoe je gebruikers zover krijgt dat ze je über- 12
haupt betalen. De grootste kloof in elke onderneming is de 13
kloof tussen een dienst die gratis is en een die een stuiver 14
kost. 15
16
Vanuit het perspectief van de consument gezien is er dus een 17
enorm verschil tussen goedkoop en gratis. Geef iets weg en het 18
kan zich zo snel verspreiden als een virus. Vraag er maar één cent 19
voor en het wordt een heel ander verhaal, waarin voor iedere klant 20
gevochten moet worden. De werkelijkheid is dat nul één markt is 21
en elke andere prijs een andere. In veel gevallen is dat het verschil 22
tussen een fantastische markt en helemaal geen markt. 23
24
25
De kosten van nul kosten 26
Van oudsher had economie niets met Gratis te maken, omdat dat 27
technisch helemaal niet in het domein van geld voorkwam. Maar 28
in de jaren zeventig van de vorige eeuw ontstond een nieuwe tak 29
van economie die de psychologie achter economisch gedrag be- 30
studeerde. De zogenaamde gedragseconomie heeft inmiddels een 31
werkterrein dat uiteenloopt van speltheorieën tot experimentele 32
economie. De gedragseconomie probeert uiteindelijk te verklaren 33
waarom we de economische keuzen maken die we maken, ook al 34
zijn die niet per se de rationeelste. 35
79
80
81
82
83
1 was het maar een stuiver. Ik wed dat ze veel minder hadden gepakt
2 en dat veel meer mensen ook alles hadden opgegeten. Ik weet ook
3 bijna zeker dat ze tevredener waren geweest over hun besluit om
4 een tussendoortje te nemen. Ze zouden zichzelf hebben afgevraagd
5 of ze écht iets wilden eten en waarschijnlijk zouden ze gewacht
6 hebben tot ze trek kregen. En ze zouden zich vast niet zo gulzig
7 hebben gevoeld over hun haastige beslissing om iets lekkers te eten
8 (zoals ik toen ik achteloos een handvol gembersnoepjes in mijn
9 mond stopte).
10 Dit is een van de negatieve implicaties van Gratis. Vaak geven
11 mensen minder om dingen waarvoor ze niet betalen en denken ze
12 dus ook minder na over de manier waarop ze die gaan gebruiken.
13 Gratis kan leiden tot vraatzucht, dringende mensenmassa’s, gedach-
14 teloze consumptie, verspilling, schuld en hebzucht. We pakken din-
15 gen omdat ze er liggen, niet omdat we ze willen hebben. Als iets een
16 prijs heeft, hoe laag ook, werkt dat vaak verantwoordelijker gedrag
17 in de hand.
18 De schrijvers van de blog Penny Closer vertellen het verhaal van
19 een vriend die als vrijwilliger bij een liefdadigheidsinstelling werkt.
20 Deze instelling zorgt voor vervoer voor mensen die het tegenzit,
21 met gratis buskaarten om precies te zijn. Helaas raken deze bus-
22 kaarten, die de instelling 30 dollar per stuk kosten, nogal eens weg.
23 Daarom werd er een nieuwe regel ingesteld: alle kaarten zouden
24 voortaan 1 dollar kosten om de verloren kaarten een beetje te com-
25 penseren. Plotseling raakten mensen minder kaarten kwijt. Nadat
26 ze er 1 dollar voor hadden betaald, bekeken de mensen de kaart
27 met heel andere ogen. Omdat ze erin hadden geïnvesteerd, waren
28 ze er zuiniger op. De kaart was al wat waard voordat ze daarvoor 1
29 dollar moesten uitgeven, maar op de een of andere manier was hij
30 nu zelfs méér waard.
31 De keerzijde van deze verhalen is dat het aantal participanten
32 gewoonlijk (vaak drastisch) daalt als je een prijs instelt, al is die
33 nog zo laag. In het geval van Google zouden mensen veel minder
34 snacks pakken als ze ervoor moesten betalen. In het geval van de
35 echte liefdadigheid zouden er veel minder buskaarten worden ver-
84
85
86
87
88
89
90
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Digitaal Gratis
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
1
2
93
94
Maar wat als Strauss gelijk zou hebben gehad? Wat als elektriciteit 1
echt zo’n beetje gratis was geworden? 2
Het antwoord is dat alles waarmee elektriciteit gemoeid is – vrij- 3
wel alles dus – getransformeerd zou zijn. In plaats van elektriciteit 4
af te zetten tegen andere energiebronnen, zouden we zo veel elek- 5
triciteit gebruiken als we maar konden. We zouden het verspillen 6
omdat het zo goedkoop zou zijn dat we ons niet hoefden te bekom- 7
meren om efficiëntie. 8
Alle gebouwen zouden elektrisch verwarmd worden, wat de 9
conversiesnelheid van de warmte ook zou zijn. We zouden alle- 10
maal in elektrische auto’s rijden. (Gratis elektriciteit is stimulerend 11
genoeg om een efficiënte accu te ontwikkelen voor de opslag van 12
elektriciteit.) Gigantische ontziltingsinstallaties zouden zeewater 13
in zo veel zoet water omzetten als iemand maar kan wensen, zodat 14
uitgestrekte gebieden landinwaarts geïrrigeerd konden worden en 15
woestijnen in vruchtbare akkers zouden veranderen. 16
Daar twee andere belangrijke landbouwfactoren – lucht en zon- 17
licht – gratis zijn, zouden we met die nieuwe overvloed aan zoet 18
water veel meer gewassen kunnen verbouwen dan nodig is voor de 19
voedselvoorziening. Vele daarvan zouden als biobrandstof dienst 20
kunnen doen. Fossiele brandstoffen zouden we dan opeens idioot 21
duur en vies vinden. De netto kooldioxide-uitstoot zou kelderen. 22
(Planten halen koolstof uit de lucht voor ze die via verbranding 23
weer uitstoten, terwijl olie en gas extra CO2 aan de lucht toevoegen.) 24
25
26
Eisenhower dat hij alleen voorzitter van de aec wilde worden als Oppenhei-
27
mer geen adviserende rol in het gezantschap zou spelen. Hij verklaarde dat
hij Oppenheimer onder andere niet vertrouwde omdat deze zich consequent 28
tegen de superbom verzette. Binnen enkele dagen nadat hij in juli 1953 was 29
aangesteld, liet Strauss alle vertrouwelijke documenten van de aec uit Oppen-
30
heimers kantoor verwijderen.
Maar hij kreeg zijn verdiende loon: volgens zijn biografie ‘maakten zijn ar- 31
rogantie en het feit dat hij altijd overtuigd was van zijn gelijk hem in de loop 32
der jaren impopulair op Capitol Hill. In 1959 stemde de Senaat tegen zijn aan- 33
stelling als minister van Handel, na twee maanden van uitputtende hoorzittin-
gen. De beproeving was een openbare vernedering voor Strauss, vooral omdat 34
hij werd betrapt op meineed.’ 35
95
96
geen dollar. Zeven jaar later bedroeg de prijs nog maar 10 cent, 1
weer zeven jaar later nog maar een paar centen, enzovoort. 2
De nieuwste Intelprocessors van nu hebben ongeveer twee mil- 3
jard transistoren en kosten zo’n 300 dollar. Dit betekent dat elke 4
transistor plusminus 0,000015 cent kost. Dat wil zeggen: te goed- 5
koop om te meten. 6
Deze snellere, betere en goedkopere technologieën – verwer- 7
king, opslag en bandbreedte – komen nu in een triple play samen 8
op internet. Daarom heb je nu gratis diensten als YouTube – in we- 9
zen onbegrensde hoeveelheden videomateriaal die je zonder uitstel 10
kunt bekijken in hoge-resolutiebeeldkwaliteit – iets wat enkele ja- 11
ren geleden nog schreeuwend duur was. 12
Het is nog nooit in de geschiedenis voorgekomen dat de pri- 13
maire productiefactoren voor een industriële economie zo lang en 14
zo snel in prijs zijn gedaald. Dit is de motor achter het nieuwe 15
gratis, dat meer is dan een marketingtruc of een kruissubsidie. In 16
een wereld waarin de prijzen altijd omhoog lijken te gaan, zullen 17
de kosten van alles wat op deze drie technologieën wordt gebouwd, 18
altíjd naar beneden gaan, en dat blijven doen tot ze zo dicht moge- 19
lijk bij nul uitkomen. 20
21
22
Vooruitlopen op goedkoop 23
Wanneer de kosten van het ding dat je maakt met zo’n regelmaat 24
en gedurende zo’n lange tijd blijven dalen, kun je prijssystemen 25
uitproberen die normaal waanzinnig zijn. In plaats van iets te ver- 26
kopen voor de kosten van vandaag, kun je het verkopen voor de 27
kosten van mórgen. Door de vraag die vanwege de lagere prijs zal 28
toenemen, versnelt de leercurve en zal het product zelfs nog min- 29
der kosten dan verwacht wanneer het eenmaal morgen is. Zo ver- 30
dien je dus meer geld. 31
Begin jaren zestig bijvoorbeeld verkocht Fairchild Semiconductor 32
een van de eerste transistoren, de 1211, aan het leger. De produc- 33
tiekosten van elke transistor bedroegen $100. Fairchild wilde de 34
transistor verkopen aan de Radio Corporation of America (rca) 35
97
1 die hem kon gebruiken in zijn nieuwe uhf tv-tuner. Indertijd ge-
2 bruikte rca traditionele vacuümbuizen, die maar $1,05 per stuk
3 kostten.
4 De legendarische oprichters van Fairchild, Robert Noyce en
5 Jerry Sanders, wisten dat de kosten van de transistor snel zouden
6 dalen als de productieomvang toenam. Maar om iets te kunnen
7 verkopen, moesten ze de prijs onmiddellijk laten dalen, nog voor
8 ze überhaupt productie hadden gemaakt. Dus rondden ze naar be-
9 neden af, royaal naar beneden. Ze vroegen vanaf het begin $1,05
10 voor de 1211, nog voordat ze wisten hoe ze de transistor zo goed-
11 koop konden maken. ‘We gingen chips maken in een fabriek die we
12 nog niet hadden gebouwd, volgens een proces dat nog niet ontwik-
13 keld was. Maar het kwam hierop neer: de volgende week gingen we
14 de markt op met een prijsnotering van $1,05,’ herinnerde Sanders
15 zich later. ‘We gingen de toekomst in verkopen.’
16 Het werkte. Door de dalende prijscurve ver voor te blijven, be-
17 reikten ze hun doel van $1,05 en veroverden ze 90 procent van de
18 uhf-tunermarkt. Twee jaar later wisten ze de prijs te verlagen tot
19 50 cent, terwijl ze toch nog winst maakten. Kevin Kelly beschreef
20 dit effect in zijn boek New Rules for the New Economy en noemde
21 het ‘vooruitlopen op goedkoop’.
22 Stel dat Henry Ford met dezelfde trend te maken had gehad in
23 zijn T-Fordfabriek. Dat lijkt bijna onmogelijk: hoe zou een fysiek
24 product als een auto ooit zo in prijs kunnen dalen als de digitale
25 technologie? Ieder jaar zouden we twee keer zo goed moeten wor-
26 den in het winnen van erts en in de verwerking daarvan tot metaal.
27 Alle componenten die in een auto zitten, zouden net als halfgelei-
28 ders steeds goedkoper moeten worden, alsof ze gehoorzaamden
29 aan een soort wet van Moore voor ruitenwissers en transmissiema-
30 chinerie. En de fabrieksarbeiders zouden bereid moeten zijn om de
31 helft van hun salaris in te leveren, anders zou de helft vervangen
32 moeten worden door robots.
33 Maar als je leefde in de eerste decennia van de auto-industrie,
34 was dat helemaal niet zo ondenkbaar. Tussen 1906 en 1918 daalden
35 de ‘aan de kwaliteit aangepaste’ prijzen van auto’s (de prestaties van
98
de auto per dollar) iedere twee jaar met zo’n 50 procent. Aan het 1
eind van die periode kostte een auto dus nog maar eenvijfde van 2
wat een vergelijkbare auto tien jaar eerder kostte. 3
Door van handwerk over te gaan op een lopende band die werd 4
aangedreven door elektrische motoren, kon Ford de kosten van 5
spierkracht verlagen. Door vervolgens de switch te maken van 6
op maat gemaakte onderdelen naar standaardcomponenten, ver- 7
laagde hij de arbeidskosten nog eens en verkocht hij miljoenen in 8
massaproductie vervaardigde auto’s. 9
Maar die opmerkelijke dalende-kostencurve, een product van 10
Henry Fords baanbrekende lopende-bandtechnieken en massa- 11
productie, kon niet standhouden. De prijs-/prestatieverbeteringen 12
van auto’s vertraagden en tegenwoordig komen ze niet meer boven 13
een paar procent per jaar uit. We zijn inderdaad beter geworden in 14
het winnen van erts en de helft van de fabrieksarbeiders in de auto- 15
industrie is ook vervangen door robots, maar dat gebeurde niet van 16
de ene op de andere dag. Auto’s worden goedkoper en beter, maar 17
lang niet zo snel als de digitale technologie. Auto’s zijn nog altijd 18
duur. 19
Vanuit het oogpunt van het milieu is dat niet zo erg. Zelfs als 20
fysieke goederen net zo snel in prijs konden dalen als microchips, 21
zouden de ‘negatieve externe gevolgen’ van de daaruit voortvloei- 22
ende overproductie van allerlei dingen al snel duidelijk worden. 23
Kijk maar eens naar wall-e van Pixar, waar mensen van de aarde 24
worden verdreven door gigantische vuilnisbelten en je begrijpt het 25
probleem. 26
Maar in de digitale wereld, waar alles wat in overvloed wordt 27
gecreëerd uiteindelijk uit vergankelijke informatiebits bestaat 28
– elektronen, fotonen en magnetische flux – is er geen reden te 29
bedenken waarom dergelijke opmerkelijke verdubbelingswetten 30
zich niet volledig kunnen bewijzen. Zoals Moore zelf al zei, zijn 31
de gevolgen verbluffend: ‘De wet van Moore ontkracht de wet van 32
Murphy. Alles wordt beter en beter.’ 33
34
35
99
7
Dit model werkt als de benzine sneller duurder wordt dan elektriciteit.
8
9 $7
GESCHATTE
10 $6 PRIJS VAN
EEN GALLON
11 BENZINE IN EEN
$5 DOELMARKT
12
$4
13 PRIJS VAN
BETTER PLACE
$3
14 PER MIJL
$2
15
16 $1 GEMIDDELDE
PRIJS VAN DE
EQUIVALENTE
17 0 HOEVEELHEID
ELEKTRICITEIT
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
18
20
20
20
20
20
20
20
20
20
20
20
19
20 Better Place kan dit doen omdat de auto’s elektrisch beperkt is en recyclebare elektriciteitsbronnen
zijn, en elektriciteit is goedkoper dan benzine. Als niet. Als iemand 10.000 mijl per jaar rijdt tegen een
21 je een driejarig contract afsluit (en woont in een prijs van $0,15 per mijl en Better Place biedt $0,12,
gebied waar deze dienst bestaat – momenteel in wanneer de elektriciteit in werkelijkheid $0,02
22 Israel, Denemarken, Australië en de San Francisco kost, verdient het een dubbeltje per mijl. Dat is een
Bay Area), krijg je een gratis leaseauto van Better bruto jaarwinst van $1000, en daarmee worden de
23 Place. Je laadt hem thuis op en werkt met een kosten van de accu op den duur afbetaald (die accu
speciaal oplaadstation, terwijl de GPS in de auto gaat minstens tien jaar mee). Hoe groter de kloof
24 je de weg wijst naar openbare oplaadpunten. Als tussen benzine en elektriciteit wordt, hoe sneller
je haast hebt, word je naar een station geleid waar Better Place de kosten van de accu’s terugverdient
25
medewerkers de accu’s sneller verwisselen dan en hoe meer geld het bedrijf verdient.
benzine tanken zou kosten. De tweede groep klanten berekent Better Place
26
Momenteel is het verschil tussen benzineprijzen meer per mijl, tot $0,50 ($15.000 per jaar). Dat is
27 en het equivalent aan elektriciteit per mijl in Israel, genoeg om de kosten van de auto en de accu eruit
de eerste markt van Better Place, ongeveer $3 per te halen. En de cijfers worden alleen maar beter
28 gallon. In landen met hoge benzineaccijnzen en naarmate benzine in verhouding tot elektriciteit
grote hoeveelheden duurzame energie, zoals een duurder wordt.
29 groot deel van Europa, kan het verschil tot wel De niet-economische voordelen zijn nog groter:
$4 oplopen. Met dit verschil betaalt Better Place de auto’s stoten geen broeikasgassen uit en zijn
30 zijn auto’s. minder afhankelijk van buitenlandse olie. Hierdoor
Dit systeem voorziet in twee soorten klanten: komt Better Place in aanmerking voor overheids-/
31 degenen die de auto kopen en de accu gratis krijgen; bedrijfssubsidies waarmee een groot deel van de
en degenen die voor geen van beide hoeven te algemene kosten van de infrastructuur betaald
32 betalen. Better Place wil de eerste categorie het kunnen worden daar waar het systeem voor het
gevoel geven dat ze iets besparen en berekent dus eerst wordt ingevoerd. Better Place breidt zich uit
33 een mijlprijs die onder het equivalent in benzine ligt. in regio’s waar dit economisch gezien het meeste
Het bedrijf gokt erop dat benzine sneller duurder zin heeft.
34 wordt dan elektriciteit, omdat de olievoorraad
35
100
101
102
103
10 03.5
27 0.25
0.18
28
0.13
29 1 0.09
0.045
30
31
0.10
32
33
0.01
34
1990 1995 2000 2005 2010
35
104
die bekend zouden worden als Very Large Scale Integration (vlsi) 1
en die de computerwereld zoals we die nu kennen in grote lijnen 2
kenmerken. Net als Moore kon hij zien dat de prestatieverdubbe- 3
ling-in-18 maanden-tijd almaar door zou gaan, tot een moment in 4
de toekomst dat niemand kon voorzien. Deze voortgang was niet 5
alleen gebaseerd op de standaard-leer- en ervaringscurves, maar 6
ook op wat hij de ‘samengestelde leercurve’ noemde, de combinatie 7
van leercurves en frequente nieuwe uitvindingen. 8
Meer dan een halve eeuw lang komen experts op het gebied van 9
halfgeleiders iedere tien jaar met een belangrijke innovatie die de 10
industrie weer op het scherp dalende deel van de curve brengt. 11
Wanneer de cyclus van efficiëntieverbetering in een bepaald pro- 12
ductieproces zijn eind nadert, wordt de stimulans groter om met 13
iets radicaal nieuws en beters te komen. En omdat er volgens na- 14
tuurkundige Richard Feynman ‘een hoop ruimte onderin is’ in de 15
atomenwereld die aan het eind van de 20e eeuw met de nieuwe 16
natuurkunde openging, hebben onderzoekers dergelijke nieuwe 17
manieren met een bijna griezelige regelmaat weten te vinden. 18
Elke keer dat er een nieuw materiaal, een nieuw etsproces, een 19
nieuwe chiparchitectuur of totaal nieuwe dimensies zoals parallelle 20
verwerking komen, begint de leercurve met een duizelingwekkend 21
steil verloop opnieuw. Wanneer je alle innovaties en leercurves 22
uit de hele computerindustrie combineert, kom je op de wet van 23
Moore, waarbij de kosten dalen met een snelheid die uniek is in de 24
geschiedenis. Net als bij bijna alle eenheden die betrekking hebben 25
op computervermogen, daalt de prijs van de transistor onvermij- 26
delijk richting de nul. 27
Mead realiseerde zich dat dit economische effect morele ver- 28
plichtingen schiep. Als transistoren te goedkoop worden om te 29
kunnen meten, moeten we daar ook mee stoppen en helemaal niet 30
meer nadenken over de kosten ervan. We moeten de omslag ma- 31
ken om ze niet langer te zien als een schaars goed, maar als het 32
overvloedig beschikbare goed dat ze zijn. Met andere woorden, we 33
zouden ze letterlijk moeten ‘verspillen’. 34
‘Verspilling’ is een vies woord, vooral in de IT-wereld van de ja- 35
105
106
107
108
109
110
111
1 je graag wilt horen en alleen dat uploaden als je alles kunt hebben?
2 Nu dit technologische trio – verwerking, opslagruimte en band-
3 breedte – het web heeft gevormd, worden de verschillende vormen
4 van overvloed met elkaar gecombineerd. Een oude mop uit de ja-
5 ren negentig, het tijdperk van de internetzeepbel, was dat er op
6 internet maar twee cijfers bestaan: oneindigheid en nul. Het eerste
7 bleek niet te kloppen, althans niet op de aandelenmarkt. Maar het
8 tweede cijfer is nog springlevend. Het web is the land of the free ge-
9 worden, niet uit ideologische maar uit economische overwegingen.
10 De prijs is gedaald tot de marginale kosten, en de marginale kosten
11 van alles op internet liggen zo dicht bij nul dat het handiger is om
12 ze naar beneden af te ronden.
13 Zoals het de computerindustrie tientallen jaren kostte om de
14 implicaties van Moore’s ontdekkingen in te zien, zal het nog tien-
15 tallen jaren duren voor duidelijk zal zijn wat de gecombineerde
16 gevolgen zijn van de koppeling die internet legt tussen verwerking
17 en bandbreedte en opslagruimte, de twee andere motoren van de
18 nulsfeer.
19 Toen Lewis Strauss voorspelde dat elektriciteit te goedkoop zou
20 worden om nog te meten, raakte deze al alle aspecten van de eco-
21 nomie. Het was onvoorstelbaar wat dergelijke overvloed allemaal
22 teweeg kon brengen. Inmiddels beïnvloedt informatie de econo-
23 mie bijna net zo sterk als elektriciteit.
24 Informatie is net als de geldstroom; afgezien van de contan-
25 ten in je portemonnee is geld niet meer dan bits. Informatie is de
26 manier waarop we communiceren, omdat elk telefoontje in gege-
27 vens wordt omgezet zodra de woorden over onze lippen komen.
28 Informatie zijn de televisieprogramma’s en de films die we bekij-
29 ken en de muziek waarnaar we luisteren – digitaal ontstaan en dus
30 zoals alles veranderend in de wereld van bits, waardoor ook de
31 manier waarop ze worden gemaakt en geconsumeerd verandert.
32 Zelfs elektriciteit zelf wordt steeds meer een informatie-industrie:
33 dat geldt zowel voor de kern die het net op wordt gezonden als voor
34 de hoeveelheid, omdat ‘slimme netwerken’ eenrichtingsnetwerken
35 interactief maken. Binnenkort reguleren ze de vraag en zenden en
112
113
114
1
2
zijn’ 5
6
De geschiedenis van een uitspraak die het digitale tijd- 7
perk heeft bepaald 8
9
10
In 1984 publiceerde de journalist Steven Levy Hackers: Heroes of 11
the Computer Revolution. Daarin beschreef hij de sjofele subcul- 12
tuur die niet alleen de personal computer had voortgebracht (en 13
uiteindelijk het internet) maar ook het unieke maatschappelijke 14
ethos dat daarmee gepaard ging. Hij maakte een lijst van zeven 15
principes van de ‘hackersethiek’: 16
17
1. Toegang tot computers – en alles wat je iets wijzer kan 18
maken over de manier waarop de wereld in elkaar steekt – 19
moet onbeperkt en absoluut zijn. 20
2. Luister altijd naar het bevel: zoek alles zelf uit! 21
3. Alle informatie hoort gratis te zijn. 22
4. Wantrouw autoriteiten – stimuleer decentralisatie. 23
5. Hackers moeten op hun hackersactiviteiten beoordeeld 24
worden en niet op onzinnige criteria als opleiding, leeftijd, 25
ras of maatschappelijke positie. 26
6. Je kunt kunst en schoonheid scheppen op een computer. 27
7. Computers kunnen je leven ten goede veranderen. 28
29
Nummer drie, die uit 1959 dateert, werd oorspronkelijk toege- 30
schreven aan Peter Samson van mit’s Tech Model Railroad Club. 31
De tmrc was de ultieme nerd-gemeenschap; een sulliger club 32
mensen had zich nog nooit verenigd. Op Wikipedia staat waarom 33
ze toch van belang waren: 34
35
115
116
117
118
119
1 het vaak vergeten tweede deel. Waarom had hij de twee grootheden
2 ‘gratis’ en ‘duur’ tegenover elkaar gezet?
3 Hij zei dat hij werd aangetrokken door de paradox van informa-
4 tie die naar twee uitersten toe wordt getrokken:
5
6 In de discussies die ik heb gehoord over intellectuele ei-
7 gendom, klonken beide kanten volkomen logisch. Dat is
8 de definitie van een paradox. Paradoxen zijn de drijfveer
9 achter alles waar we om geven. Het huwelijk is een para-
10 dox: ik kan niet met haar leven en ik kan niet zonder haar
11 leven. Beide beweringen zijn waar. En de dynamiek tus-
12 sen deze twee beweringen houdt het huwelijk interessant,
13 naast andere dingen.
14 Paradoxen zijn het tegenovergestelde van tegenstellin-
15 gen. Tegenstellingen zetten zichzelf stop, maar paradoxen
16 gaan door, want elke keer als je de waarheid van de ene
17 kant accepteert, word je onverhoeds weer gegrepen door
18 de waarheid van de andere kant.
19 Op het congres waren een paar mensen die gratis
20 shareware uitdeelden en anderen die bedrijfssoftware met
21 copyright verkochten voor duizend dollar. Er was dus nog
22 steeds niet ontdekt welke prijs je voor dit soort spullen
23 mocht berekenen. De prijs ging zowel omhoog als naar be-
24 neden. Met andere woorden, de markt werd nooit helder
25 op een normale manier. Mensen vroegen wat de handel
26 maar kon hebben, en de handel slikte de gekste prijzen. Je
27 kon bedrijven beroven als een regelrechte bandiet.
28
29 Een andere subtiliteit in deze uitspraak is het gebruik van het woord
30 ‘informatie’. Het is een relatief modern gebruik van de term, dat
31 teruggaat op Claude Shannons beroemde essay over informatie-
32 theorie uit 1948. Voor die tijd gebruikten mensen meestal andere
33 woorden (of niets) om het verschijnsel te beschrijven van ideeën of
34 instructies die in een bepaalde vorm zijn gegoten (in de stukken die
35 hij in 1939 schreef over zijn nieuwe ideeën, gebruikte Shannon zelf
120
nog de term intelligence). Een van die woorden was natuurlijk ‘taal’, 1
een paar andere waren ‘symbolen’ en ‘tekens’. Tot aan het informa- 2
tietijdperk werd het woord ‘informatie’ meestal in de context van 3
nieuws gebruikt: ‘Ik heb nieuwe informatie.’ Of gewoon: ‘feiten’. 4
Shannon werkte bij at&t en zijn theorie wortelde in een context 5
van signaalverwerking. In die theorie werd informatie gezien als 6
het tegenovergestelde van lawaai – coherente versus incoherente 7
signalen – en hij berekende hoe hij het ene uit het andere kon ex- 8
traheren. Het resultaat kan bestaan uit analoge of digitale signalen, 9
maar tegenwoordig bedoelen we met informatie meestal digitale 10
bits: aan/uit-signalen die alles of niets betekenen, afhankelijk van 11
de decodering. 12
Een tekstverwerker denkt dat je mp3-bestand gewoon lawaai is 13
en je iPod kan geen spreadsheet lezen, maar vanuit het perspectief 14
van de informatica zijn ze allemaal hetzelfde: een stroom bits. Een 15
bit weerspiegelt alleen maar het verschil tussen twee toestanden, 16
die wel of geen betekenis hebben. Maar informatie is wat de Britse 17
antropoloog Gregory Bateson beschreef als ‘een verschil dat ver- 18
schil maakt’. 19
Toen Brand het woord ‘informatie’ gebruikte, bedoelde hij di- 20
gitaal gecodeerde informatie. Dit weerspiegelde zijn ervaring met 21
de eerste digitale netwerken, inclusief Whole Earth ’Lectric Link 22
(well), het netwerk waarvan hij medeoprichter was. Hij had hier- 23
van geleerd dat bits en hun betekenis twee heel verschillende din- 24
gen waren. De bits waren, althans economisch, vrijwel gratis maar 25
hun betekenis kon talloze waarden krijgen, variërend van niets tot 26
onbetaalbaar, afhankelijk van wie de ontvanger was. 27
‘Een van de dingen die ik als model voor de well gebruikte, was 28
het telefoonbedrijf,’ legde hij uit. ‘Dat verkoopt je geen gesprekken. 29
Het kan ze echt niet schelen wat mensen tegen elkaar zeggen. Ze 30
willen alleen maar dat je de rekening betaalt van een werkende 31
telefoon en het beetje tijd dat je gebruikt. Inhoud is niet relevant.’ 32
Een vergelijkbaar voorbeeld uit de fysieke wereld, zei hij, is de 33
kroeg. Die biedt mensen de gelegenheid om elkaar te ontmoeten en 34
gesprekken te voeren, maar rekent daar niets voor. Het enige wat in 35
121
1 rekening wordt gebracht, is het bier dat de kelen moet smeren. ‘Je
2 vindt iets anders waarvoor je kunt laten betalen, of het nu een glas
3 bier of de kiestoon is, of iets vergelijkbaars, bijvoorbeeld adverten-
4 ties als neveninkomsten. Uiteindelijk laat je altijd voor iets anders
5 betalen dan de informatie.’
6 Vindt hij het niet vervelend dat mensen al vijfentwintig jaar de
7 helft van zijn citaat aanhalen? Zo gaat dat met memen, zegt hij.
8 Ze verspreiden zich in hun efficiëntste vorm, of dat nu de bedoe-
9 ling was of niet. Per slot van rekening zei Churchill ook niet blood,
10 sweat, toil and tears, maar blood, toil, tears and sweat. Dat klinkt
11 misschien beter, maar een daarvan is geen vocht. Mimetische ver-
12 spreiding die wordt bewerkt tot zijn optimale vorm.
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
122
1
2
123
124
men die er echt een einde aan hadden kunnen maken, heeft vrucht 1
afgeworpen. 2
3
4
Gratis testsoftware 5
Terwijl Microsoft in de jaren negentig vocht tegen piraterij in het 6
buitenland, moest het in eigen land concurreren met een ander 7
soort Gratis. De oorlog om de besturingssystemen had het gewon- 8
nen, maar nu had het bedrijf moeite om koploper te blijven op 9
het gebied van applicatiesoftware, van tekstverwerkers tot spread- 10
sheets. Concurrenten als WordPerfect Office en Lotus SmartSuite 11
verkochten hun producten tegen afbraakprijzen aan pc-makers 12
opdat die hun software zouden ‘bundelen’ met nieuwe computers. 13
Dit deden ze in de hoop dat nieuwe pc-consumenten de software 14
zouden gebruiken die bij het apparaat werd geleverd en zo zouden 15
investeren in de programma’s met leertijd en bestanden. Als het 16
tijd werd voor een upgrade in de vorm van een betaalde versie, 17
zouden ze niets anders meer willen. 18
De groei van Microsofts marktaandeel werd hierdoor zo ver- 19
traagd dat Gates zich zorgen ging maken. Hij besloot om met de- 20
zelfde wapens te gaan strijden. Microsoft ontwikkelde zijn eigen 21
versoberde versie van Office: Microsoft Works. Pc-makers hoefden 22
maar $10 te betalen als ze dat pakket bundelden met nieuwe com- 23
puters. Hiermee kon Gates concurreren met de lage prijs van de 24
concurrenten, en omdat Works-bestanden compatibel waren met 25
het volwaardige Office, kon hij de consumenten in de invloedssfeer 26
van Microsoft houden, ook al verdiende het bedrijf niet veel aan 27
het instapproduct. 28
Deze strategie kwam Microsoft ook van pas toen de wereld over- 29
stapte van de desktop naar het web. Netscape bracht zijn webbrow- 30
ser, Navigator, gratis op de markt. Daarmee verdween de factor 31
geld meteen uit de ontluikende industrie. En erger nog, Netscape’s 32
gratis browser werkte het beste op speciale serversoftware van 33
Netscape. Zo kon Netscape een stuk van Microsofts lucratieve 34
marktaandeel in besturingssystemen wegkapen. 35
125
126
127
128
129
130
131
132
open source werkt,’ zei hij. ‘Er heerste totaal onbegrip – ze zagen 1
het alléén maar als een bedreiging.’ 2
Dat Microsoft zo slecht geïnformeerd was over open source 3
kwam onder andere doordat hun advocaten de it’ers verboden 4
hadden om ermee te werken. De licentie die Linux en vergelijk- 5
bare opensourcesoftware gebruiken, en die bekendstaat als gpl 6
(algemene openbare licentie), stelt dat elk van opensourcesoftware 7
‘afgeleid werk’ ook vrij toegankelijk moet zijn. De advocaten vrees- 8
den dat het zo een virus werd: elke Microsoft-programmeur die 9
ermee in aanraking kwam, liep het risico dat alles waaraan hij of 10
zij werkte ermee besmet werd. Stel dat Windows door een kleine 11
vergissing zomaar vrij toegankelijk zou worden! 12
Dus toen Hilf een opensourcelab bij Microsoft wilde bouwen, 13
werd dat beschouwd als een riskante biofaciliteit. De afdeling ge- 14
bouwen/faciliteiten hakte een gat in een voormalig berghok en liet 15
hem de kabels doortrekken. Maar daarna stond hij er alleen voor, 16
zonder budget. Hij moest tweedehands computers gebruiken en 17
een ‘Help Bill’-actie houden om zijn uitrusting bij elkaar te krijgen. 18
Niemand die aan open source werkte, mocht aan een ander project 19
werken, zo bang waren ze voor verspreiding van de gpl-ziekte. 20
De Seattle Post-Intelligencer noemde hem ‘de eenzaamste man in 21
Redmond’. 22
23
24
Fase 5: Acceptatie 25
Inmiddels staat Hilfs opensourcelab vol snorrende hypermoderne 26
servers, die nieuw zijn aangekocht. Hij heeft een budget en een heel 27
leger programmeurs tot zijn beschikking. Wat was er veranderd? 28
De top was pragmatisch geworden. Gates en Ballmer hadden alles 29
geprobeerd om Linux uit te schakelen, terwijl dat alleen maar ster- 30
ker werd. Microsoft moest zich aan de nieuwe realiteit aanpassen. 31
De houding van Microsoft is nu dat het moet ‘interopereren met 32
gratis’, wat inhoudt dat het ervoor zorgt dat zijn software werkt in 33
combinatie met open source en vice versa. De programmeurs om- 34
zeilen de angst van de advocaten door alleen ‘stukjes’ weg te geven, 35
133
134
van talen als Java en php. Het is een hybride wereld, waarin gratis 1
en betaald naast elkaar bestaan. Microsofts geschiedenis leert ons 2
dat dat niet alleen mogelijk is, maar zelfs waarschijnlijk. Er is niet 3
één benadering die geschikt is voor iedereen. 4
5
HOE K AN A ANDELENHANDEL 6
NU GR ATIS ZIJN ? 7
8
Was E*TRADE de eerste onderneming die de aandelenmarkt ontwrichtte door gebruik te
maken van het doeltreffende systeem van de drie-partijenmarkt, Zecco-com vertegen- 9
woordigt de volgende golf. Op Zecco.com kunnen investeerders gratis tien keer per maand
10
een transactie uitvoeren. Sinds de e-broker in 2006 begon met het aanbieden van gratis
aandelenhandel, zijn er 150.000 leden bijgekomen. Zelfs toen de markt in het najaar van 11
2008 instortte, nam het aantal accounts met 50 procent toe en steeg het aantal transacties
per dag met eenderde. Hoe kan Zecco het zich veroorloven om een klant nul cent commis- 12
sie te vragen, terwijl een wisselmakelaar diezelfde klant $100 in rekening zou brengen?
13
Hoe Zecco $179/jaar verdient Stel een minimum in, laat betalen voor extra 14
transacties. Aandelenhandelaren krijgen alleen 10 gratis
aan een semi-actieve transacties als ze minstens een totaal aandelenvermogen 15
handelaar van $2.500 op hun rekening laten staan. Als ze daaronder
komen, berekent Zecco daarvoor $4,50. Ook iedere 16
transactie na de eerste tien kost $4,50. Een kwart van
alle Zecco-klanten voert meer dan tien transacties 17
per maand uit (minstens $170.000 per maand voor
Zecco). De gemiddelde gebruiker houdt het op slechts 18
een of twee transacties per maand en zorgt voor een
$65 - rente aandelenvermogen van meer dan $2.500, maar vaak 19
stellen ze een of twee keer per jaar hun portfolio’s bij.
Iedere keer is het gemiddelde aantal transacties 15 ($45 20
per jaar voor 45 transacties, waarvan 10 tot 20 gratis zijn).
21
Verdien geld met niet-geïnvesteerde bedragen.
Hiervoor hoef je geen Einstein te zijn. Alle online-aan- 22
delenhandelaars profiteren hiervan. Een gemiddelde
$50 Zecco-gebruiker laat bijvoorbeeld een niet-geïnves- 23
belasting/ teerd bedrag van zo’n $1.500 op zijn aandelenreke-
accountmanagement-software ning staan, voor het geval er zich een interessante in- 24
vesteringsmogelijkheid voordoet. Net als een bank
berekent Zecco daarover 0,02% rente (in dit geval $30 25
per jaar). Als de belegger een nettotegoed heeft van
$500, heft Zecco daarover nog eens 7% ($35/jaar).
26
$45 Vul de omzet aan met betaalde diensten en
Halfjaarlijkse saldoberekening 27
advertenties.
van de portfolio Voor klanten die minder vermogenswinstbelasting
28
willen betalen, verkoopt Zecco software voor belas-
tingplanning en portfoliobeheer. Na een (gratis)
proefperiode van twee maanden betalen klanten $25
29
$19 - optiehandel per half jaar ($50/jaar). Actieve handelaren schrijven
30
zich ook in op maandelijks bijgewerkte marktgege-
vens voor $20 per maand ($240/jaar). En zoals de mees-
te commerciële websites, draait Zecco actuele banner-
31
advertenties.
32
33
34
35
135
136
2002 2007 6
Yahoo brengt een premium-versie van zijn Yahoo biedt voortaan
e-mailservice op de markt en vraagt $29,99/jaar onbeperkte gratis 7
voor 25 MB. opslagruimte voor e-mail aan.
8
$2.50 $90
9
10
$80
11
$2.00
2004
Google introduceert $70 12
Gmail en biedt 1 GB
gratis opslagruimte
voor e-mail aan – 13
40 keer meer dan
Yahoo’s betaalde $60
14
service.
$1.50
15
$50
16
Prijs opslagruimte 17
$40
(PER GIGABYTE)
$1.00 Inkomsten per gebruiker 18
(YAHOO EN GOOGLE)
$30 19
20
$20
$0.50 21
22
$10
23
$0.00 $0 24
2002 2003 2004 2005 2006 2007 25
26
27
Google had geen e-mailklanten en kon dus één gigabyte opslag- 28
ruimte aanbieden zonder dat dit werkelijke kosten met zich mee- 29
droeg; een paar servers konden de eerste paar duizend klanten 30
wel aan (en het bleek dat Google deze exclusieve dienst alleen het 31
eerste jaar aanbood, zodat ze de vraag konden verwerken zonder 32
een hoop hardware te hoeven kopen). Yahoo daarentegen had mil- 33
joenen klanten. Als Yahoo hetzelfde aanbood, zou het misschien 34
wel een pakhuis moeten kopen voor alle extra servers die nodig 35
137
138
raakten ook steeds meer gehecht aan de rest van Yahoo. Wanneer 1
mensen van hun e-mail naar de homepage gingen of naar een wil- 2
lekeurige andere dienst, van financiën tot nieuws, verdiende Yahoo 3
daar een hoop geld mee. Yahoo kon het zich niet veroorloven om 4
zijn aandeel in de e-mailmarkt te verliezen, omdat die gebruikers 5
zo belangrijk waren voor de overige zaken. En de waarde van elke 6
gebruiker ging omhoog met de advertentieprijzen (zie grafiek op 7
bladzijde 137). 8
Toen 2004 aanbrak, werd het duidelijk dat Google inderdaad 9
Gmail op de markt zou brengen. Yahoo moest zijn antwoord klaar 10
hebben. Op 1 april werd Gmail gelanceerd, en het bood precies 11
dat waar Yahoo bang voor was geweest: een gigabyte gratis opslag- 12
ruimte. Dus hakte Rosensweig, operationeel directeur van Yahoo, 13
de knoop door en gaf toestemming voor de aanschaf van server- 14
en opslagapparatuur ter waarde van tientallen miljoenen. Op 15 15
mei kondigde Yahoo tijdens een analistenvergadering aan dat het 16
de gratis opslagruimte met onmiddellijke ingang van 10 naar 100 17
megabyte zou vergroten en dat het de capaciteit op korte termijn 18
nog verder zou verhogen. Abonnees die voor dezelfde ruimte had- 19
den betaald, konden hun geld terugvragen. Aan het eind van het 20
jaar bood Yahoo net als Gmail een gigabyte en in 2007 ging het 21
helemaal los met de aankondiging dat opslagruimte voor e-mail 22
voortaan onbeperkt was. (Ondertussen had Gmail zijn capaciteit 23
ook geleidelijk aan verhoogd; deze bedraagt nu net geen acht gi- 24
gabyte.) 25
Wat er toen gebeurde, verbaasde alle directieleden van Yahoo. 26
De gebruikers met een abonnement voor extra opslagruimte gin- 27
gen niet massaal weg bij Yahoo. Er waren nog altijd een paar extra’s 28
waarvoor sommigen wilden betalen, bijvoorbeeld webmail zonder 29
advertenties. En zelfs degenen die hun abonnement niet verleng- 30
den, bleven vaak nog even hangen omdat ze aan een jaarplan vast- 31
zaten. Mensen gingen niet opeens anders met e-mail om en bleven 32
berichten verwijderen. Het opslagverbruik groeide langzamer dan 33
was gevreesd. 34
35
139
200 $1,000
22
1999 2001 2003 2005 2007 2009
23
24 Online kijken is niet hetzelfde als erbij zijn. De de ticket. In 2008 werd een ticket op eBay geveild voor
presentaties bekijken is maar een deel van de ervaring; een goed doel en bracht $33,850 op. Oké, er zaten
25 het gaat er de bezoekers net zo goed om dat ze zich een paar ‘extraatjes’ bij, bijvoorbeeld een kop koffie
onder de andere genodigden kunnen mengen, die met Pierre Omidyar, de oprichter van eBay, en een
26 vaak van hetzelfde kaliber zijn als degenen die op het lunchafspraak met de actrice Meg Ryan, maar veel
toneel staan. Ze komen voor een praatje en blijven vaste TED-bezoekers konden hetzelfde doen; beide
27 voor de conversatie in de wandelgangen. Bovendien sterren zijn vaste bezoekers.
is het leuk om de eerste te zijn die de presentatie ziet.
28 Een toegangsticket voor TED daalt niet in waarde als Wanneer de vraag naar tickets groeit, groeit
anderen later ook de toespraken kunnen volgen. Het het aantal bezoekers ook. Sinds 1998 is het aantal
29 is eerder zo dat elke ticket meer waard is nu de mensen bezoekers van TED bijna verdrievoudigd en steeg het
weten wat ze missen. In 2006, het eerste jaar waarin de met 10 procent per jaar. 2008 was het enige jaar waarin
30 TEDTalks na afloop beschikbaar waren voor iedereen het aantal niet toenam, en dat was alleen maar omdat
met een internetaansluiting, kostte een ticket $4.400. de locatie in Monterey gewoon te klein was voor nog
31 In 2008 was de prijs omhooggeschoten naar $6000 meer mensen. In 2009, drie jaar nadat TEDTalks begon
(het dubbele van de prijs in 1999). Bij de hogere prijs met de gratis uitzendingen, is de conferentie verhuisd
32 zijn weliswaar dvd’s en speciale mailings voor leden naar een theater in Zuid-Californië, een zaal met twee
inbegrepen, maar laten we eerlijk zijn, het gaat om keer zo veel capaciteit.
33
34
35
140
141
1
2
3 8 | Demonetisering
4
5 Google en de geboorte van het economische model van
6 de 21e eeuw
7
8
9
10
11 Het is inmiddels een toeristische attractie, 1600 Amphitheatre
12 Parkway, Mountain View, in California: de Citadel van Gratis. Dit
13 is het ‘Googleplex’, het hoofdkantoor van het grootste bedrijf dat
14 ooit is opgebouwd op het principe van weggeven. Buiten spelen
15 opvallend fitte it’ers beachvolleybal of ze fietsen op mountainbikes.
16 Binnen trekken ze hun overhemd weer aan om te gaan broeden
17 op nieuwe manieren om de voordelen van de buitengewoon lage
18 marginale kosten van hun enorme datacenters te gebruiken om in
19 te breken in nieuwe industrieën en hun gigantische bereik uit te
20 breiden.
21 Google biedt nu bijna honderd producten aan, van software
22 voor fotobewerking tot tekstverwerkers en spreadsheets, bijna al-
23 lemaal kosteloos – echt gratis, zonder addertjes onder het gras. Dat
24 doen ze zoals elk modern digitaal bedrijf dat zou moeten doen:
25 door veel weg te geven en geld te verdienen aan een paar dingen.
26 Google verdient zo veel aan advertenties bij een paar kernpro-
27 ducten – overwegend zoekresultaten en advertenties die andere
28 sites op hun eigen pagina’s zetten, en waarvan de inkomsten wor-
29 den gedeeld met Google – dat het al het andere gratis kan maken.
30 Nieuwe diensten beginnen ook gewoon met rare fantasievragen
31 als ‘Is dit cool?’, ‘Willen mensen dat?’, ‘Maakt het goed gebruik
32 van onze technologie?’ Ze beginnen niet met de prozaïsche vraag
33 ‘Verdienen we er iets aan?’
34 Klinkt dat waanzinnig? Misschien voor Shell of General Motors,
35 maar voor bedrijven die louter in de digitale wereld opereren, kan
142
het een volstrekt logische benadering zijn. Eerst een enorm publiek 1
opbouwen voor je een bedrijfsmodel hebt, is niet meer zo gek als 2
in het dot.com-tijdperk aan het eind van de jaren negentig, toen je 3
een kruiwagen durfkapitaal en rekken vol Sun-servers nodig had 4
om hetzelfde te doen. Tegenwoordig heeft elke beginner op het web 5
toegang tot hetzelfde soort gigantische server-schuren als Google 6
gebruikt. Daardoor worden de kosten van onlinediensten ontzet- 7
tend goedkoop. Dankzij de beschikbaarheid van hosting services 8
als Amazons EC2, die het mogelijk hebben gemaakt dat bedrijven 9
zonder enige fysieke infrastructuur de markt op kunnen komen, 10
kun je diensten aanbieden aan miljoenen gebruikers die weinig 11
meer dan een creditcard nodig hebben. 12
Daardoor kunnen bedrijven klein beginnen en hoog mik- 13
ken zonder enorme financiële risico’s te hoeven nemen of zelfs 14
maar precies te weten hoe ze hun geld denken te verdienen. Paul 15
Graham, de oprichter van Y Combinator, een investeringsmaat- 16
schappij die zich specialiseert in kleine startups, geeft aanstaande 17
ondernemers een eenvoudig advies: ‘Maak iets wat mensen willen.’ 18
Hij financieert bedrijven met soms maar $5000. Hij stimuleert be- 19
drijven om opensource-instrumenten en servers van anderen te 20
gebruiken en thuis te werken. De meesten gebruiken Gratis om te 21
testen of ideeën werken en bij de consument aanslaan. Is dat het 22
geval, dan is de volgende vraag wat consumenten er werkelijk voor 23
willen betalen of hoe ze anders geld kunnen verdienen. Soms gaan 24
er jaren voorbij voor het zover is (en soms gebeurt het nooit), maar 25
omdat de kosten om de diensten überhaupt op de markt te brengen 26
zo laag zijn, staan er zelden grote kapitalen op het spel. 27
Tegenwoordig zijn er talloze webbedrijven die zo werken, grote 28
zowel als kleinere. Maar Google is veruit de grootste en omdat ze 29
zo succesvol geld verdienen met één onderdeel van hun bedrijf, 30
is Gratis bij hen niet alleen maar een tussenstap op weg naar een 31
bedrijfsmodel, maar vormt het de kern van hun productfilosofie. 32
Hoe Google de vaandeldrager van Gratis kon worden, begrijpen 33
we beter als we zien hoe deze ontwikkeling is verlopen. Googles 34
geschiedenis is samen te vatten in drie fasen: 35
143
144
145
1 Google’s projected revenue from the North American and European mobile search market in 2012.
HOE K AN EEN TELEFONISCHE
2
INLICHTINGENDIENST NU GR ATIS ZIJN ?
3
4 AT&T halen $7 miljard per jaar binnen aan telefonische inlichtingendiensten, met
50 cent tot $1,75 per telefoontje. Google daarentegen biedt de gratis automatische
5 service GOOG-411. Hoe kan de zoekmachinegigant zich dat veroorloven?
6
Google geeft nu inkomsten op om later Verzamel gratis gegevens. Iedere
7
ke e r dat b elle r s e e n numm e r bij
toegang te krijgen tot een bloeiende
GOOG-411 opvragen, geven ze Google
8 markt. waardevolle informatie. Elk telefoontje
9 $2,5 miljard l eve r t s te m g e g eve n s die u nie ke
variaties in accent, in formulering en in
De geschatte
10 inkomsten uit zakelijke namen vertegenwoordigen.
de Noord- Aan de hand daarvan kan Google zijn
Amerikaanse ser vice verbeteren. De geschat te
11 en Europese marktwaarde van die gegevens sinds
mobiele
12 zoekmarkt in de service in 2009 van start ging: $14
2012. miljoen.
13
Investeer in de volgende grote
14 onderneming. De waarde van
s temgegevens kun je nauwelijk s
Potentiële inkom-
15 sten uit GOOG-411 ve rg elijke n m e t d e p ote ntiële
die tegen 2012 zul- v e r d i e n s t e n a l s G o o g l e $1 p e r
len zijn opgeofferd, telefoontje berekent. Waarom zou
16 uitgaande van het Google zo’n vermogen opgeven?
huidige geschatte
17 belvolume. Honcho Peter Norvig heeft gezegd
dat GOOG- 411 een testbed is voor
18 een stemgestuurde zoekmachine
voor mobiele telefoons. Als Google
19 advertenties op die telefoons vertoont,
$144 m kan zijn aandeel in die markt oplopen
20 tot miljarden.
BRON: JINGLE NETWORKS, LINGUISTIC DATA CONSORTIUM, OPUS RESEARCH
21
22
23 kan Google de beste prijzen voor hardware, bandbreedte en zelfs
24 elektriciteit bedingen. (ceo Eric Schmidt maakte ook altijd de grap
25 dat Googles computerrekken wielen hebben, zodat ze naar buiten
26 gereden kunnen worden wanneer de eigenaar van het datacentrum
27 failliet gaat, wat met elk bedrijf gebeurde voordat Google zijn eigen
28 datacentra kreeg. Het streven naar Gratis kan een pijnlijke zaak
29 zijn voor degenen die zich verrekenen.)
30
31
32 Maximumstrategieën
33 Waarom gaat Google standaard over op Gratis? Omdat dit de beste
34 manier is om een zo groot mogelijke markt te bereiken en mas-
35 sale aanhang te krijgen. Schmidt noemt dit Googles max strategy.
146
147
1 van derde partijen). Maar wat als je dat niet hebt? Dan kun je met
2 een maximale strategie ook massale aandacht en misschien ook
3 een goede reputatie creëren, maar je zit nog steeds met het pro-
4 bleem hoe je die kunt omzetten in contanten. Er zijn wel ergere
5 dingen in de wereld – de meeste bedrijven worstelen met de vraag
6 hoe ze populair kunnen worden, in plaats van met de vraag hoe ze
7 die populariteit te gelde kunnen maken – maar als je dit detail nooit
8 helemaal oplost, betekent max niet meer dan veel bandbreedte te-
9 gen een geringe beloning.
10 Gelukkig kent Google dat probleem niet. Google had de mazzel
11 dat het ontdekte hoe je geld kon verdienen dat net zo snel groeit
12 als het webgebruik (of zelfs sneller, omdat Googles marktaandeel
13 blijft groeien, ten nadele van zijn concurrenten op de zoek- en ad-
14 vertentiemarkt). Het enige wat Googles groei afremt, is het tempo
15 waarmee het web zelf groeit. Daarom worden de meeste andere
16 producten (deels) zo ontworpen dat het internetgebruik erdoor
17 toeneemt, van draadloze toegang tot gratis opslagruimte.
18 Deze andere producten heten in economische termen ‘comple-
19 mentaire producten’. Dit zijn producten of diensten die vaak sa-
20 men worden geconsumeerd, bijvoorbeeld bier en zoute pinda’s of
21 auto’s en leningen. In het geval van Google kun je bijna alles wat
22 online gebeurt als complement van hun kernactiviteiten beschou-
23 wen. Elke blog die wordt opgezet, betekent dat Googles webcraw-
24 ler meer informatie in de index kan zetten, zodat zoekresultaten
25 beter worden. Elke keer dat Google Maps wordt aangeklikt, levert
26 dat meer informatie op over consumentengedrag en elke e-mail in
27 Gmail zegt iets over ons netwerk van contacten. Al deze dingen kan
28 Google gebruiken om nieuwe producten te verzinnen of adverten-
29 ties gewoon beter te verkopen.
30 Het interessante van de consumptie van complementaire pro-
31 ducten is dat ze vaak samen met het basisproduct groeien. Dus
32 hoe meer mensen gebruikmaken van internet, hoe beter dat is voor
33 Googles kernactiviteiten. Als Google mensen met Gratis kan sti-
34 muleren om vaker het net op te gaan, verdient het daar uiteindelijk
35 meer geld mee.
148
149
1 met producten komen die nog niet helemaal klaar zijn (‘bèta’s’) en
2 ze massaal laten testen om snel een idee krijgen of het de moeite is
3 om er mee verder te gaan. Zelfs ‘flops’ zoals Googles sociale net-
4 werk Orkut of Google Chat kennen miljoenen gebruikers. Voor
5 Google is mislukken niet duur en daarom durven ze riskante din-
6 gen te ondernemen.
7 Dit klinkt allemaal heel berekenend, maar dat is vaak niet de op-
8 zet. Google heeft wel zijn eigen economen en bedrijfsstrategen in
9 dienst, maar het overgrote deel van de werknemers wordt betaald
10 om te bedenken wat er allemaal mogelijk is met hun technologie en
11 wat mensen zouden willen. Pas later komt er een of andere mba-er
12 (een tweederangs burger in deze ‘nerd’-cultuur) bekijken hoe het
13 product een complement op de advertenties kan worden.
14 Soms zeggen managers nee uit angst dat de ‘afleidingskosten’ (de
15 tol die het zal vragen van andere projecten waaraan de ontwikke-
16 laars werken) te hoog oplopen of dat het nieuwe product toch niet
17 zo cool is als de ontwikkelaars denken, maar nooit alleen maar om-
18 dat het geen geld oplevert. In de Citadel van Gratis is gratis de norm.
19 Daarvoor is geen uitgebreide theorie nodig. Het is gewoon een voor
20 de hand liggende conclusie wanneer je in het hart zit van de grootste
21 drievoudig werkzame kostenbeperkingsmachine ter wereld.
22
23
24 Een gigantisch zuigend geluid
25 Soms klinkt dit ook angstwekkend. Het is fantastisch dat de techno-
26 logie prijzen laat dalen, maar het is minder als een van die prijzen
27 je salaris is. De meeste efficiënte modellen hebben onmiskenbaar
28 hun tol geëist onder werknemers, van de mijnwerkers in Wales
29 tot de fabrieksarbeiders in de automobielindustrie. Jeff Zucker,
30 hoofd van nbc Universal zei ook dat de tv-industrie doodsbang
31 is ‘analoge dollars voor digitale pennies te moeten verruilen’. Toch
32 lijkt er maar weinig aan te doen. Tv is een schaarste-economie (er
33 zijn maar zoveel kanalen te verdelen), het web niet. Je kunt geen
34 schaarsteprijzen rekenen in een markt van overvloed. En dat hoeft
35 ook niet, want de kosten zijn eveneens lager.
150
151
152
153
154
155
156
157
158
Maar dat doet niets af aan Schmidts redenering: als we succes me- 1
ten in termen van grote bedragen die onder meer dan een paar 2
mensen worden verdeeld, haalt Gratis het nog niet bij Betaald. 3
Maar er zijn aanwijzingen dat dit aan het veranderen is. Hoe die 4
verandering verloopt, zie je aan het evoluerende karakter van het 5
eerste Gratis-bedrijf: de media. 6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
159
1
2
3 9 | De modellen van de
4
5 nieuwe media
6
7 Gratis media zijn niets nieuws. Wel nieuw is de uitbrei-
8 ding van dat model naar al het andere online
9
10
11 Het was 1925 – de commerciële radio-industrie gloorde aan de
12 horizon. De draadloze rage was in heel Amerika doorgedrongen,
13 verzamelde gezinnen rond de elektronische haard en schiep ‘verre
14 vrienden’. De luisteraars waren verrukt dat ze konden luisteren
15 naar uitzendingen uit steden honderden of duizenden kilometers
16 verderop. Het wonder van radio-uitzendingen bereikte miljoe-
17 nen mensen tegelijk en dwong radiostations om die dingen uit te
18 vinden die later de massamedia zouden vormen: amusements-,
19 nieuws- en informatieprogramma’s die een zo breed mogelijk pu-
20 bliek aanspreken. Het was het begin van de 20e-eeuwse popcul-
21 tuur. Er was slechts één probleem: niemand had een idee hoe je
22 daarvoor betaalde.
23 Tot dan toe werden uitzendingen met een klein budget gemaakt
24 (een paar regionale zenders lieten iedereen die kwam binnenlo-
25 pen de ether ingaan) of ze werden betaald door de fabrikanten van
26 radio-ontvangers zelf. David Sarnoff, vice-president van de Radio
27 Corporation of America (rca) legde indertijd uit dat ‘we primair
28 zo uitzonden dat degenen die rca-radio’s kopen, ook iets hadden
29 om die ontvangstapparaten mee te voeden.’ Maar naarmate radio
30 zich uitbreidde, werd duidelijk dat de onverzadigbare vraag naar
31 nieuwe inhoud niet door een paar fabrikanten alleen kon worden
32 bevredigd.
33 Het tijdschrift Radio Broadcast schreef een prijsvraag uit voor
34 het beste antwoord op de vraag: ‘Wie moet er voor uitzendingen
35 betalen en hoe?’ Achthonderd mensen reageerden, met ideeën die
160
161
1 pij. William Peck Banning, een latere vice-president bij at&t, her-
2 innerde zich dat aan het begin van de jaren twintig ‘niemand wist
3 waar het met de radio naartoe ging. Zelf verwachtte ik dat we, om-
4 dat het een vorm van telefonie was, vast en zeker op een of andere
5 manier met de radio te maken zouden krijgen.’ Die manier werd
6 radiotransmissie over lange afstand via at&t-kabels, zonder sto-
7 ring. Daardoor konden nationale programma’s vanaf plaatselijke
8 stations in het hele land opnieuw worden uitgezonden. En zo wer-
9 den het nationale radionetwerk en de eerste nationale markt voor
10 radioreclame geboren. (Daarvóór bleef deze beperkt tot kleinere
11 gebieden, in de vorm van lokale reclame voor bedrijven binnen het
12 bereik van afzonderlijke stations.)
13 Enkele decennia later volgde de televisie dezelfde weg. Zowel
14 radio als televisie werden ‘gratis uitgezonden’, ondersteund door
15 reclame. Zo begon het zogenoemde mediamodel van Gratis: een
16 derde partij (de adverteerder) subsidieert de inhoud, zodat de
17 tweede partij (de kijker of luisteraar) die gratis kan krijgen.
18 Tegenwoordig vormt dit drie-partijenmodel de kern van de ad-
19 vertentie-industrie waar $300 miljard in omgaat. Hiermee worden
20 niet alleen de gratis media ondersteund, zoals traditionele ether-
21 uitzendingen, maar ook de meeste betaalde media gesubsidieerd,
22 van kranten en tijdschriften tot kabel-tv. Zonder deze subsidie zou-
23 den die veel duurder zijn. En nu, met het web, een medium waarop
24 de overige media geen bevoorrechte positie innemen, subsidiëren
25 advertenties al het andere.
26
27
28 Advertenties buiten de media
29 Wat is er anders aan reclame die niet beperkt blijft tot media, maar
30 ook software, diensten en inhoud ondersteunt die niet alleen door
31 mediabedrijven maar ook door gewone mensen wordt gecreëerd?
32 Veel. Allereerst zijn de gebruikelijke regels van vertrouwen omge-
33 draaid. Laat ik een voorbeeld uit mijn eigen wereld geven.
34 Een tijdje geleden kwam er een vriend van Google langs op ons
35 Wired-kantoor. Ik liet hem onze ‘tijdschriftenkamer’ zien, waar we
162
alle bladzijden van het nummer waaraan we bezig zijn in rijen aan 1
de muur hangen. Naarmate de bladzijden vorm krijgen, kunnen 2
we ze langs de muur verplaatsen en kijken hoe het nummer er zo 3
vloeiend en ritmisch mogelijk uit zal zien. Zo vermijden we dat 4
teksten en beelden nodeloos botsen. 5
Eén ding waar we op letten, is het ‘conflict tussen advertentie 6
en redactie’, dat wil zeggen: we kijken of er geen advertenties in de 7
buurt staan van een tekst die er verband mee houdt. Dit principe 8
is terug te voeren op de ‘Chinese muur’ die de meeste traditionele 9
media inbouwen tussen hun redactie- en advertentieteams, om te 10
zorgen dat adverteerders de tekst niet kunnen beïnvloeden. Maar 11
dat is niet genoeg. We moeten ook vertrouwen wekken bij de le- 12
zers. Daarom zetten we alleen al om de schijn van beïnvloeding te 13
vermijden, geen autoadvertentie naast een verhaal over auto’s, of 14
een Sony-advertentie in de buurt van onze beoordeling van Sony- 15
producten. Het liefst zetten we ze niet eens in hetzelfde nummer. 16
Toen ik dit aan mijn vriend van Google uitlegde, staarde hij me 17
met stijgend ongeloof aan. En dat is begrijpelijk, want Google doet 18
precies het tegenovergestelde. 19
Googles immens populaire programma AdSense is zo aantrek- 20
kelijk omdat het advertenties aan inhoud koppelt. Mensen betalen 21
Google een vermogen om te doen wat wij nu juist verbieden: Sony- 22
advertenties naast beoordelingen van Sony’s producten plaatsen. 23
En de lezers zijn daar gek op – relevantie heet dat. 24
Waarom is dat slecht op papier en goed op internet? Deze vraag 25
raakt de kern van de verandering die optreedt in het adverteren nu 26
dat naar internet aan het verschuiven is. 27
Mijn eigen, enigszins ontoereikende verklaring is dat mensen 28
met andere verwachtingen naar de onlinewereld gaan. Ergens 29
begrijpen ze intuïtief alles waarover mijn vriend en ik stonden 30
te peinzen in mijn kamer vol papier. Tijdschriften worden door 31
mensen in elkaar gezet en mensen kunnen worden gecorrum- 32
peerd door geld. Maar webadvertenties worden door softwareal- 33
goritmen geplaatst en op een of andere manier worden ze daar- 34
door zuiverder. 35
163
164
165
26
27
28 online bekeken, op YouTube of Hulu. Breedband is de nieuwe gra-
29 tis uitzending en de betaalde kabel leek zijn greep op de kijker te
30 verliezen.
31
32
33 Het einde van betaalde inhoud
34 Deze verschuiving maakt deel uit van een sterkere devaluatie van
35 inhouden, die niet alleen het gevolg is van de gemiddelde smaak,
166
167
168
169
170
171
172
beeld van Gratis ter wereld is geworden. Als we spelletjes die alleen 1
online worden verkocht en spelletjes die online worden gespeeld 2
bij elkaar optellen, had deze industrie in 2008 een geschatte omzet 3
van 1 miljard dollar in de VS. Die omzet was nog groter in China, 4
dat op weg is naar 2,67 miljard dollar in 2010. Deze markt om- 5
vat alles van iPhone-spelletjes die je van iTunes kunt downloaden 6
(gratis, betaald of een hybride daarvan), ontspanningsspelletjes die 7
je online speelt, zoals poker of Sudoku, kinderspelletjes als Club 8
Penguin, NeoPets en Webkinz tot de massively-multiplayerwerel- 9
den die enorm in opkomst zijn. 10
Deze markten zijn stuk voor stuk een kweekvijver voor nieuwe 11
vormen van Gratis geworden. Daarom is dit een industrie die we in 12
de gaten moeten houden. Hier komen allerlei innovatieve nieuwe 13
bedrijfsmodellen vandaan, waarvan vele ook toepassingen kennen 14
buiten de spelletjeswereld. Gratis is natuurlijk niet nieuw in deze 15
branche: het basismodel van freemium is al sinds lange tijd een 16
basisingrediënt van de gamesindustrie, in de vorm van de beperkte 17
demo’s die gratis in gamestijdschriften of online worden gedistri- 18
bueerd, zodat je gratis een paar niveaus kunt uitproberen. Als het 19
spelletje je bevalt, kun je de volledige versie kopen of voor een code 20
betalen waarmee je de overige niveaus van de versie die je al hebt, 21
kunt deblokkeren. Maar de afgelopen jaren is er een explosie aan 22
meer innovatieve bedrijfsmodellen rond Gratis geweest, die mo- 23
gelijk werd gemaakt door de komst van het alomtegenwoordige 24
breedband-internet. Hieronder volgen de vijf succesvolste catego- 25
rieën. 26
27
28
1. Virtuele producten verkopen 29
In 2008 verkocht Target ruim een miljoen dollar aan plastic kaarten 30
die voor de meeste klanten een compleet raadsel waren. Er stond 31
alleen een numerieke code op die werkte met iets wat Maple Story 32
heette. De kaarten kostten 10 of 25 dollar. Wat is Maple Story? 33
Vraag dat maar eens aan een twaalfjarig kind (of een ouder daar- 34
van). Het is een multiplayer-onlinegame dat een gigantische hit 35
173
1 werd in Zuid-Korea, waar het spel vandaan komt en waar het door
2 meer dan vijftien miljoen mensen wordt gespeeld. In 2005 werd
3 het door de maker, Nexon, in de VS geïmporteerd. Wereldwijd zijn
4 er inmiddels ruim 60 miljoen geregistreerde deelnemers.
5 Zoals zoveel multiplayer-onlinegames kun je Maple Story gratis
6 spelen; je kunt vrolijk alle niveaus doorlopen, met andere spelers
7 spelen en je prima vermaken zonder een cent te betalen. Maar als
8 je snéller wilt spelen, kun je een ‘teleportatiesteen’ kopen. Daarmee
9 kun je van de ene plaats naar de andere springen in plaats van dat je
10 een heel landschap door moet ploeteren. Daarvoor heb je dus een
11 code nodig, die je op deze kaart vindt (of online kunt kopen, als je
12 18 jaar bent en een creditcard hebt).
13 Zo laat Maple Story je ook virtuele voorwerpen kopen waarmee
14 je sneller geld (meso’s) kunt verzamelen of tussen twee werelden
15 kunt reizen zonder op een ‘bus’ te hoeven wachten. Je kunt een
16 ‘beschermengel’ kopen die je meteen weer tot leven wekt, zodat
17 je niet weer helemaal naar een uitgangspunt terug hoeft. Met je
18 Nexon-punten kun je nieuwe kleding, kapsels en gezichten ko-
19 pen. En belangrijk: je kunt geen superwapen kopen, omdat dit
20 niet eerlijk zou zijn. Het bedrijf wil niet dat mensen hun weg
21 naar de macht kunnen kopen, omdat er dan een tweedeling in
22 de maatschappij zou ontstaan. Met geld kun je wel tijd besparen,
23 er hipper uitzien of anderszins meer doen met minder moeite.
24 De betalingsmogelijkheden zijn ‘niet als straf bedoeld’, zegt Alex
25 Garden, de baas voor Noord-Amerika. Je hoeft niet te betalen,
26 maar misschien wil je dat wel.
27 Maar het grootste voorbeeld van deze markt in virtuele goede-
28 ren is een spel voor volwassenen en niet voor kinderen. In 2008
29 merkte de directie van Google dat het woord ‘wow’ consequent
30 in de toptien van meest gezochte zoekopdrachten stond. Was dit
31 een wereldwijde opwindingsuitslag? Niet echt. Het is de afkorting
32 van World of Warcraft en mensen zochten naar goud, geen echt
33 goud, maar virtueel goud, de interne valuta in het spel. Toen ik dit
34 schreef, was de wisselkoers zo’n 20 wow-goud op 1 Amerikaanse
35 dollar. In China vind je gebouwen vol met medewerkers die bezig
174
zijn zich een weg door het spel te klikken om deze virtuele schat- 1
ten te verzamelen en ze op een secundaire markt buiten het spel te 2
verkopen. 3
De handel in virtuele schatten is een lucratieve zaak en levert in 4
veel gevallen meer op dan de spelletjes zelf. Waarom zou je per slot 5
van rekening eenmalig dure plastic disks verkopen als je jarenlang 6
bits via een lijn kunt verkopen? Mensen die ervoor kiezen om 7
te betalen, zijn per definitie de meest betrokken en enthousiaste 8
gebruikers, en dus ook de minst prijsgevoelige. (Bedenk dat dit 9
niet alleen voor spelletjes geldt: ook Facebook gebruikt dit model 10
met zijn digitale ‘giften’ die leden voor elkaar kunnen kopen en 11
die het sociale netwerk een geschatte 30 miljoen dollar per jaar 12
opleveren.) 13
Wanneer je disks verkoopt, heb je te maken met het risico van 14
het ‘tweede-weekendeffect’ in de filmwereld: als de film niet zo goed 15
is als de preview deed voorkomen, voelen mensen zich bedrogen 16
en vertellen ze dat door. Maar als je spelletjes gratis kunt spelen en 17
alleen betaalt voor een spel dat je begrijpt en ook wilt hebben, is de 18
kans op teleurstelling kleiner en de kans dat klanten terugkomen 19
groter. Simpel gezegd: je laat alleen de mensen die wíllen betalen, 20
betalen, omdat zij de waarde inzien van wat ze krijgen. 21
‘Het model van de verpakte games lijkt misschien meer op dat 22
van films,’ zegt Garden, ‘maar onlinegames hebben meer weg van 23
televisie.’ Het is de bedoeling dat er een duurzame relatie met de 24
consument ontstaat, niets iets wat een weekendje duurt. 25
In sommige gevallen verkoopt het bedrijf dat het spel uitgeeft, 26
de digitale goederen zelf. In andere gevallen creëren ze alleen een 27
markt waarop spelers virtuele goederen aan elkaar kunnen verko- 28
pen en verdient het bedrijf geld met het transactietarief, zoals eBay 29
doet. Een voorbeeld van het tweede model: in 2005 creëerde Sony 30
een marktplaats, Station Exchange, in zijn game EverQuest II. Daar 31
konden spelers binnen het spel items voor een inschrijftarief van 32
$1 aanbieden en betaalden ze 10% afsluitkosten over de definitieve 33
prijs. Sony bood zelfs een borgdienst aan, zodat mensen een garan- 34
tie kregen op de dingen die ze kochten. Het bleek een matig succes, 35
175
176
177
178
179
180
NU GR ATIS ZIJN ? 19
20
In juli 2007 bracht Prince zijn nieuwe album, Planet Earth uit door een exemplaar 21
ervan – winkelwaarde $19 – weg te geven bij de 2,8 miljoen exemplaren van de zon-
dageditie van de Londense Daily Mail. (Bij de krant zit wel vaker een cd, maar dit 22
was de eerste met gloednieuw materiaal van een ster.) Hoe kan een platina-artiest
een nieuwe plaat nu weggeven? En hoe kan een krant hem gratis distribueren? 23
24
Prince verdiende geld met het weg- Prince stimuleerde de ticketverkoop. 25
geven van zijn nieuwe plaat. Strikt genomen verloor de artiest geld met de deal.
Hij vroeg de Daily Mail een licentievergoeding van 36 26
cent per disk in plaats van de voor hem gebruikelijke
$2. Maar het verlies maakte hij ruimschoots goed 27
Prince
met de ticketverkoop. De Purple One gaf 21
Potentiële licentie-inkomsten $5,6 m uitverkochte optredens in de Londense 02 Arena in 28
Licentie-inkomsten van Daily Mail $1 m augustus, wat hem een record aan concertinkomsten
Bruto opbrengst concert in Londen $23,4 m in deze regio opleverde. 29
NETTO-INKOMSTEN $18,8 m
De Daily Mail poetste zijn merknaam flink op. 30
Met dit weggevertje werd de oplage die dag met
De Daily Mail 20 procent opgekrikt. Dat bracht extra inkomsten 31
in het laadje, maar niet voldoende om de kosten
Licentievergoeding $1 m te dekken. Toch beschouwt de directie van de Daily 32
Productie/promotie $1 m Mail het weggevertje als een succes. Hoofdredacteur
Extra inkomsten van kiosken $1,3 m Stephen Miron zegt dat de actie zowel redactioneel 33
VERLIES $700.000 als financieel heeft gewerkt: ‘Omdat we pioniers
zijn, willen adverteerders bij ons komen.’ 34
BRONNEN: DAILY MAIL, 02 ARENA
35
181
182
183
1 uit met een plaat van Derek Webb: Mocking Bird. Hij legt uit wat er
2 gebeurde:
3
4 Ik had een plaat waar ik trots op was, maar de platenmaat-
5 schappij had geen geld meer voor marketing en de ver-
6 koop verliep druppelsgewijs. Daarom haalde ik de maat-
7 schappij over om de plaat gratis weg te geven. Er zat wel
8 een addertje onder het gras. We vroegen iedereen die de
9 plaat downloadde niet alleen om zijn naam, e-mailadres
10 en postcode, we vroegen ze ook om, via e-mailadressen
11 die ze op moesten geven (maar die we niet zouden be-
12 waren), de plaat bij vijf vrienden aan te bevelen die hem
13 misschien ook wilden downloaden. In drie maanden tijd
14 gaf ik 80.000 platen weg. Sindsdien heb ik die e-maillijst op
15 postcodes doorgelopen om erachter te komen waar mijn
16 fans zitten en ze vervolgens gemaild om ze binnen te halen
17 voor optredens. Tegenwoordig zijn die uitverkocht. En ik
18 verkoop een hoop merchandise. Ik heb nu een carrière.
19
20 Zo zijn er duizenden verhalen. Maar wat vooral zo interessant is,
21 is dat zelfs de grootste winnaars van de oude methode de nood-
22 zaak inzien om nieuwe modellen in te voeren. Toen de rapartiest
23 50 Cent in 2008 werd gevraagd naar de invloed van file sharing
24 op zijn maatschappij, G-Unit Records, sprak hij vanuit het wijdere
25 perspectief van de platenbaas die ook artiest is. Natuurlijk was file
26 trading pijnlijk voor zijn platenmaatschappij, maar er was een veel
27 grotere oorlog te winnen:
28
29 De technologische vooruitgang heeft invloed op iedereen
30 en we moeten ons allemaal aanpassen. Het gaat erom dat
31 de muziekindustrie begrijpt dat het niet echt schadelijk is
32 voor de artiesten. Een jonge fan kan net zo oprecht genie-
33 ten van de muziek, het maakt niet uit of hij die gekocht of
34 gestolen heeft. De concertzalen zitten bomvol en de indus-
35 trie moet begrijpen dat ze het hele pakket rond de artiest
184
185
1 weg was tegen de tijd dat veel mensen erover hadden gehoord. Het
2 tweede bezwaar is moeilijk te controleren, maar het eerste bleek
3 een vergissing. Niet alleen werd American Gods een bestseller, de
4 verkoop van ál Gaimans boeken in onafhankelijke boekhandels
5 steeg met 40% in de periode dat die ene titel gratis verkrijgbaar was.
6 Vijfentachtigduizend mensen lazen een stuk van het boek online,
7 gemiddeld 45 bladzijden. Meer dan de helft vond het onplezierig
8 om het online te lezen, maar dat was juist een aansporing om de ge-
9 makkelijk leesbare hardcover te kopen. Vervolgens gaf Gaiman zijn
10 volgende kinderboek, The Graveyard, gratis online weg als voorge-
11 lezen verhaal in een streaming video, een hoofdstuk per keer. Ook
12 dat werd een bestseller.
13 Gratis non-fictieboeken, en vooral die over economische/finan-
14 ciële onderwerpen, zijn vaker min of meer gemodelleerd naar het
15 voorbeeld van gratis muziek. Het digitale boek met lage marginale
16 kosten functioneert echt als marketing voor de speech met hoge
17 marginale kosten of voor een consultantsbezoekje, net zoals gratis
18 muziek marketing is voor concerten. Je kunt de ideeën van de au-
19 teur in een overvloedig beschikbare eenheidsversie gratis krijgen,
20 maar als je wilt dat die ideeën op jouw bedrijf, vakcongres of be-
21 leggersvergadering worden toegespitst, zul je moeten betalen voor
22 de schaarse tijd van de auteur. (Inderdaad, dat is ook mijn model.
23 Meer informatie over speeches vind je op mijn website!)
24 Dit kan zelfs voor fysieke boeken werken. Vaak kopen consul-
25 tants duizenden exemplaren van hun eigen strategische wijsheden
26 op om deze gratis aan potentiële klanten te geven, een tactiek die zo
27 veel voorkomt dat bestsellerlijsten inmiddels speciale opsporings-
28 methoden hebben ontwikkeld om die bulkverkoop te negeren. In
29 Europa bieden kranten soms gratis kleine paperbacks (en nu en
30 dan ook een serie) aan bij de krant in de kiosk om de verkoop op
31 te drijven. En auteurs bieden steeds vaker gratis presentexemplaren
32 aan elke blogger die er maar een wil hebben – ‘de lange staart van
33 recensenten’ – met het argument dat dergelijke mond-tot-mond-
34 reclame wel de paar dollar waard is die elk exemplaar kost.
35 Net als alles in het Gratis-concept is dit niet onomstreden.
186
NU GR ATIS ZIJN ? 2
3
Studenten moeten soms wel tot $1000 per jaar aan boeken uitgeven. Dat is nogal wat als
4
je bedenkt dat een biologieboek van $160 misschien maar een half jaar op de plank staat.
Niet voor niks is de markt voor tweedehandsboeken zo groot en proberen uitgevers die te 5
verstoren met nieuwe edities waarin de paginanummers zijn veranderd en meer van derge-
lijke tactieken. Wat komt ervoor in de plaats als dit model uit elkaar valt? Misschien iets wat 6
in de buurt komt van Flat World Knowledge’s ‘open studieboeken’, gratis werken die kun-
nen worden samengesteld, bijgewerkt en opnieuw ingedeeld tot cursusmateriaal op maat. 7
Maar wat is het voordeel voor een uitgever of auteur als hij een boek van $160 weggeeft?
8
Verkoop meer dan studieboeken alleen. Je Haal auteurs over. F WK biedt een hoger 9
kunt de inhoud van een gedrukt studieboek in royalt yp ercent age en op den duur hogere
kleinere stukken opdelen (of bewerken) en in opbrengsten. Vanwege de winstmarges die 10
boekhandels krijgen, krijgt een traditionele
allerlei formaten zetten en op allerlei manieren 11
uitgever netto $105 van een studieboek dat $160
verkopen. Het resultaat is aantrekkelijker voor
kost. De auteur krijgt 15%. In een klas met 100
studenten die bijvoorbeeld niet een heel boek 12
leerlingen koopt 75% de tekst voor $160. Elk jaar
online lezen, maar bijvoorbeeld mp3’s van een kan de verkoop met de helft dalen, omdat er steeds
paar hoofdstukken kopen voor hun tentamens. meer tweedehandsexemplaren beschikbaar zijn 13
(uitgever noch auteur profiteren van de verkoop van
digitaal boek (online) ...............................................Gratis tweedehandsboeken). In het vierde jaar betalen 14
gedrukt boek (zwart-wit) ........................................$29,95 misschien nog maar vijf leerlingen de volle prijs.
gedrukt boek (in kleur) ..........................................$59, 95 Tot de publicatie van de volgende editie krijgt de 15
(met printing-on-demand kunnen de kosten worden auteur steeds minder royalty’s en de uitgever steeds
gedrukt) minder inkomsten.
16
pdf hele tekst die kan worden afgedrukt ...............$19,95 In het model van FWK is het instappunt zo veel
(drukken en binden zou een winkelprijs van $40 opleveren) goedkoper (inclusief gratis) dat er vrijwel geen
17
pdf hoofdstuk dat kan worden afgedrukt ............... $1,99 markt voor tweedehandsboeken bestaat. Uit een
audioboek (mp3) .....................................................$29,95 steekproef die in 2008 op twintig universiteiten
18
audiohoofdstuk (mp3) ............................................. $2,99 werd gedaan bleek dat bijna de helft van de
audiosamenvattingen (10 min) ................................ $0,99 studenten voor een of andere vorm van FWK-tekst
19
e-book syllabus - hele tekst .....................................$19,95 betaalde. Het gemiddelde bedrag was slechts $30,
e-book syllabus - hoofdstuk ..................................... $1,99 maar FWK kan na zes jaar dezelfde inkomsten (met
20
flash cards - hele tekst..............................................$19,95 minder overhead- en bedrijfskosten) genereren.
flash cards - hoofdstuk ............................................. $0,99 Met een royaltypercentage van 20% op alle
21
verkochte inhoud, ontvangt een auteur na twee
22
jaar al meer aan royalty’s.
23
Inkomsten open studieboeken versus inkomsten van gedrukte uitgaven
24
$45,000 25
$40,000 26
INKOMSTEN GEDRUKTE UITGAVEN
$35,000 INKOMSTEN FWK 27
$30,000 28
$25,000
29
$20,000
30
$15,000
De inkomsten van Flat World Know-
31
$10,000 ledge per tekstboek zijn na 6 jaar
hoger dan die van een traditionele 32
$5,000 uitgever van gedrukte tekst.
33
0
JAAR 2 3 4 5 6 7 8 9 10 34
35
187
188
1
2
10 | Hoe groot is de 3
4
Gratis-economie? 5
6
Er komt meer bij kijken dan dollars en centen alleen 7
8
9
10
Die vraag krijg ik de hele tijd: hoe groot is de Gratis-economie? Er 11
is maar één redelijk antwoord op te geven: welke Gratis-economie 12
bedoel je? Dat is relevant, want er zijn er een heleboel, van de for- 13
mele commerciële economie tot de informele vrijwilligersecono- 14
mie. Om het nog ingewikkelder te maken zijn de echte moeilijk te 15
meten, en de valse zijn dus niet echt. De talloze onbetaalde dien- 16
sten die we elkaar elke dag bewijzen, uit vriendelijkheid of sociale 17
verplichting, rekenen we maar helemaal niet mee. En ‘één betalen, 18
één gratis’ telt niet als een nieuw economisch model dat de moeite 19
van het navolgen waard is. 20
Laten we ons even snel afmaken van ‘gratis’ als marketingtruc. 21
Dat is zo’n beetje de hele economie. Ik betwijfel of er een branche 22
bestaat die er niet in een of andere vorm gebruik van maakt, van 23
gratis tests tot gratis beloningen in de verpakking. Maar het mees- 24
te daarvan is niet echt gratis – het is een of andere rechtstreekse 25
kruissubsidie, waarbij de betaling van de ene plek naar de andere 26
verschuift. Het is niet méér een afzonderlijke markt dan de ‘kor- 27
tingeneconomie’ dat zou zijn, of welk ander marketinginstrument 28
dan ook. 29
Maar hoe zit het dan met de non-monetaire economieën van 30
reputatie en aandacht? Dit zijn echte economieën, in die zin dat 31
het markten zijn met pseudo-valuta die je kunt meten en waarde- 32
ren, van ‘oogappels’ tot Facebook-vrienden. Maar omdat dit non- 33
monetaire markten zijn, worden ze per definitie niet gemeten in 34
dollars en centen. Dit heeft sommige mensen er niet van weerhou- 35
189
1 den om het toch te proberen, en enkele van die pogingen zijn zeer
2 creatief.
3 Begin 2009 begon Burger King met een van hun welbekende
4 subversieve campagnes. Onder de naam ‘Whopper Sacrifice’ bood
5 de hamburgerkoning Facebook-leden een gratis hamburger aan
6 voor elke tien mensen die ze uit hun sociale netwerk haalden. (Dit
7 moest bewijzen dat ‘je je vrienden mag, maar van de Whopper
8 houdt’. Waarschijnlijker is dat ze Burger King met een beetje ophef
9 extra bekend wilden maken).
10 Toevallig bestaat er al een lange traditie van het meten van eco-
11 nomieën in termen van hamburgers, die is begonnen met de ‘Big
12 Mac Index’ van The Economist, waarin de prijzen van McDonald’s’
13 hamburgers in verschillende landen vergeleken worden. Zo willen
14 ze zien of de wisselkoersen eerlijk worden gewaardeerd (met het
15 argument dat je met een roepie kunt sjoemelen maar met een Big
16 Mac niet). Dus verzonnen bloggers snel iets vergelijkbaars met de
17 Whopper Sacrifice en Facebook.
18 Facebook-‘vrienden’ vormen een klassieke reputatiemunteen-
19 heid. Hoe meer ‘vrienden’ je hebt, hoe meer invloed je hebt in de
20 Facebook-wereld en hoe meer sociaal kapitaal je kunt uitgeven. De
21 grootste waarde van Facebook zit ’m dan ook in het feit dat het de
22 grootste gesloten reputatievalutamarkt ter wereld heeft geschapen.
23 Puur op basis daarvan wordt de waarde van Facebook getaxeerd
24 op vele miljarden.
25 Maar het is lastig om precies uit te zoeken hoeveel miljarden
26 dollars Facebook precies waard is. Waarschijnlijk is het een of an-
27 dere vermenigvuldiging van het aantal gebruikers en het aantal
28 connecties onderling, want dat gebeurt er als je iemand ‘bevriend’
29 maakt. Die handeling is al een uitwisseling van reputatievaluta en
30 als die valuta iets waard zijn, moeten ze ook iets waard zijn voor
31 de persoon die ze geeft. Maar hoeveel? En wat betekent dat voor de
32 taxatie van Facebook?
33 Door een dollar op een vriend te zetten, maakte Burger King
34 eigenlijk een schatting van de marktwaarde van Facebook. Blogger
35 Jason Kottke maakte een sommetje:
190
191
1 Denk nog eens aan het ‘getal van Dunbar’, het maximale aantal
2 relaties dat een individu kan onderhouden, waarbij hij/zij weet wie
3 elke persoon is en wat de relatie van elke persoon tot elke andere
4 persoon is. Op grond van tientallen jaren antropologisch onder-
5 zoek, studies naar beschavingen tot duizenden jaren geleden, is
6 dat maximum vastgesteld op 150. Maar toen waren MySpace en
7 verwanten er nog niet. Nu kun je met software een veelvoud van
8 dat aantal aan links onderhouden. Het gemiddelde aantal vrienden
9 van MySpace-leden ligt rond de 180 en vaak lopen ze in de dui-
10 zenden. Heeft silicium ons reputatievermogen vergroot of is onze
11 opvatting over ‘vriend’ alleen maar verwaterd?
12 Goeie vragen allemaal, maar het zal nog wel een generatie duren
13 voor we daar een antwoord op hebben. Laten we ondertussen nog
14 een paar concrete vormen van Gratis doornemen en een globale
15 schatting geven van hun omvang.
16 De ‘drie-partijenmarkt’ is de gemakkelijkst te meten vorm van
17 Gratis. Dit is de wereld van door advertenties gesteunde gratis me-
18 dia die we eerder bespraken. Hieronder vallen de meeste radio- en
19 tv-uitzendingen, webmedia en de snelgroeiende markt van gratis
20 gedrukte publicaties, van kranten tot tijdschriften met een ‘gecon-
21 troleerde oplage’. De inkomsten van de top-100- mediabedrijven in
22 de VS alleen bedroegen $45 miljard in 2006.
23 Online maken vrijwel alle mediabedrijven hun aanbod gratis,
24 waarbij ze steunen op advertenties, net zoals veel non-mediabe-
25 drijven (bijvoorbeeld Google). Daarom reken ik de hele online-
26 advertentiemarkt tot de categorie ‘betalen voor inhoud die daar-
27 door gratis is voor consumenten’. Dat is nog eens 21 tot 25 miljard
28 dollar. Gratis kranten en tijdschriften leveren waarschijnlijk een
29 miljard meer op. Ongetwijfeld vergeet ik allerlei onafhankelijke
30 bedrijven die daarbuiten vallen. Maar laat ik het totaal van on- en
31 offline-inhoud die door advertenties wordt ondersteund voorzich-
32 tig schatten op 80 tot 100 miljard dollar.
33 De derde vorm, die je nu wel kent, is freemium (economen noe-
34 men dit versioning ofwel ‘productie op maat’). Een paar betalende
35 klanten subsidiëren dan vele niet-betalende klanten. Hiertoe beho-
192
Behandel fietsers niet krenterig! In Parijs krijgen Meer fietsen op meer punten is gelijk aan 27
fietsers voor het inschrijvingsgeld dat ze betalen meer gebruikers. Met 20.000 fietsen op 1451
(€1, €5 of €29 per dag, week of jaar) een onbeperkt standplaatsen in heel Parijs biedt Vélib service 28
aantal ritjes van 30 minuten. Voor een langere aan meer inwoners op uiteenlopende locaties, in
rit betaal je extra – €1 voor 60 minuten, €3 voor plaats van enkel specifieke buurten te bedienen. 29
90 minuten, €7 voor 2 uur enzovoort. In Brussel Het gevolg is dat veel gebruikers dagelijks op
betalen fi etsers slechts €10 per jaar, maar elke een fiets stappen. Vergelijk dat met Brussel, 30
rit kost geld – €0,50 per 30 minuten. Dat heeft waar slechts 250 fi etsen beschikbaar zijn op 23
averechts gewerkt: alleen fietsers die langere standplaatsen die allemaal geconcentreerd zijn 31
tochten maken zijn in Brussel voordeliger uit dan in in de binnenstad. Waarom zou je het netwerk
Parijs. Maar een gemiddelde rit in Brussel duurt 20 niet uitbreiden naar andere delen van Brussel? 32
minuten. De les is dus: mensen betalen liever een Concurrent Clear Channel heeft contracten met
algemeen tarief om onbeperkt gratis te kunnen bepaalde regio’s, waardoor het door advertenties 33
rijden dan dat ze de meter telkens horen tikken. ondersteunde Cyclocity geen kans krijgt daar
centraal gelegen standplaatsen te vestigen. 34
35
193
1 2008 rond de $800 miljoen lag. Je kunt er gerust van uitgaan dat de
2 consumentenkant minstens een kwart daarvan is. Het totaal komt
3 afgerond dus neer op $1 miljard.
4 Tel daar de opensourcesoftwaremarkt bij op. Het ‘Linux eco-
5 system’ (alles van Red Hat tot ibm’s opensource-consultancy) staat
6 volgens adviesbureau idc nu op $30 miljard. idc schat dat andere
7 bedrijven die zijn opgebouwd rond open source, zoals mysql (met
8 een jaaromzet van $50 miljoen) en Sugar crm ($15 miljoen), in
9 totaal op minder dan $1 miljard uitkomen.
10 En dan is er de opkomende markt van online-videogames die
11 je gratis kunt spelen. Hier wordt meestal gebruikgemaakt van het
12 freemium-model. Meestal zijn dit massively-multiplayer-online-
13 games. Spelen is dus gratis, maar de aanbieders verdienen geld
14 door de fanatiekste spelers te laten betalen voor digitale schatten
15 (upgrades, kleding, nieuwe niveaus enzovoort). Ze begonnen in
16 China en Zuid-Korea (waar het inmiddels een miljardenindus-
17 trie is) en komen nu naar de VS, met spelletjes als Runescape en
18 NeoPets. De markt van ‘ontspanningsspelletjes’ (alles online, van
19 kaartspellen tot flashgames) staat nu op bijna $3 miljard. Zeg in
20 totaal $4 miljard. De totale freemium-markt heeft dus een omzet
21 van zo’n $36 miljard.
22 Ten slotte is er nog de gift-economie. Deze laatste categorie is
23 onmogelijk exact te becijferen, vooral omdat er zo vaak geen be-
24 drag aan vastzit. Ik zal een paar voorbeelden geven van giften die
25 wel in bedragen worden berekend, om een idee te krijgen van de
26 omvang: Apple’s iPods, die hun waarde voor een groot deel ontle-
27 nen aan het feit dat je er duizenden songs in kunt opslaan, hebben
28 alleen zin omdat je geen tienduizenden dollars voor die muziek
29 hoeft te betalen. En natuurlijk doen veel mensen dat ook niet, om-
30 dat ze hun muziek gratis van vrienden of door handel in bestanden
31 krijgen. Hoeveel van Apple’s jaaromzet van $4 miljard aan iPods
32 mag je dan toeschrijven aan gratis?
33 En hoeveel van MySpace’s geschatte waarde van $65 miljard is
34 te danken aan de gratis muziekbands die daarop zijn gezet? Welk
35 deel van de $2 miljard die in de concertindustrie omgaat is het
194
195
1 uitgaan dat elke pagina (of elke plek en alles met een permanente
2 link) gemiddeld een uur aan research, samenstelling, ontwerp en
3 programmering kost. Dan staat het web al voor een biljoen aan
4 arbeidsuren.
5 Een biljoen uren in de vijftien jaar dat we aan het web bouwen,
6 staat gelijk aan 32 miljoen mensen die daar in dezelfde periode
7 voltijds aan werkten. Laten we zeggen dat 40% gratis is gedaan – de
8 pagina’s op Facebook en MySpace, de blogs, de talloze berichten en
9 commentaren in discussiegroepen –, dat komt neer op 13 miljoen
10 mensen, zo’n beetje de beroepsbevolking van Canada. Wat zouden
11 ze hebben verdiend als ze waren betaald? Uitgaande van een zeer
12 bescheiden salaris van $20.000 zou dat meer dan 260 miljard dollar
13 per jaar zijn geweest.
14 Kortom, Gratis is een economie zo groot als die van een heel
15 behoorlijk land.
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
196
1
2
3
4
5
6
7
8
9
De economie
10
11
van Gratis en de
12
13
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
1
2
11 | Econ 000 3
4
Hoe een eeuwenoude grap de wet van de digitale 5
economie werd 6
7
8
9
10
In 1838 publiceerde Antoine Cournot, een Franse wiskundige 11
uit Parijs, het boek Recherches, dat nu als een economisch mees- 12
terwerk wordt beschouwd (in zijn tijd dachten velen daar anders 13
over). In het boek probeerde hij in kaart te brengen hoe bedrijven 14
concurreren en kwam hij na talloze berekeningen tot de conclusie 15
dat het allemaal draaide om de hoeveelheden die ze produceerden. 16
Als een fabriek kommetjes maakte en een ander bedrijf wilde een 17
fabriek openen om hetzelfde te doen, zou dat bedrijf erop toezien 18
dat het niet te veel kommetjes maakte. Dan bestond namelijk het 19
gevaar dat de markt werd overspoeld met kommetjes, wat de prijs 20
zou drukken. De twee bedrijven zouden hun productie op een of 21
andere manier gelijktijdig en onafhankelijk van elkaar reguleren 22
om de prijzen zo hoog mogelijk te houden. 23
Zoals zo vaak gebeurt met zelfs de meest geïnspireerde werken, 24
werd het meteen genegeerd. De leden van de Franse vrije hoge- 25
school, die destijds het vak economie domineerden, waren niet 26
geïnteresseerd, en Cournot was daar bitter en ontgoocheld over. 27
(Niettemin had hij nog een indrukwekkende carrière en won hij 28
allerlei prijzen voor hij in 1877 overleed.) Maar na zijn dood werd 29
Recherches nog eens gelezen door een groep jongere economen en 30
die concludeerden dat Cournot ten onrechte door zijn tijdgenoten 31
was genegeerd. Ze vonden dat zijn modellen opnieuw onderzocht 32
moesten worden. 33
Daarom besloot Joseph Bertrand, een andere Franse wiskun- 34
dige, in 1883 om Recherches eens serieus te bestuderen. Hij moest 35
199
1 er niets van hebben. Bertrand voerde aan dat Cournot over vrij-
2 wel alles de verkeerde conclusies had getrokken. Sterker nog, hij
3 vond Cournots gebruik van de productieomvang als belangrijkste
4 concurrentiefactor zo willekeurig, dat hij half voor de grap diens
5 model omwerkte met prijzen in plaats van output als de hoofdva-
6 riabele. Gek genoeg vond hij zo een model dat net zo slim, zo niet
7 slimmer was.
8 Bertrand stelde vast dat bedrijven in plaats van hun output te
9 beperken om de prijs te verhogen en de winst te vergroten, eerder
10 de prijs lieten dalen om hun marktaandeel te vergroten. Ze zouden
11 elkaar zelfs proberen dwars te zitten tot de prijs net boven de pro-
12 ductiekosten lag, wat ‘prijszetting tegen marginale kosten’ heet. En
13 als de lagere prijzen de vraag stimuleerden, des te beter.
14 De ‘Bertrand-concurrentie’ kunnen we als volgt samenvatten:
15
16 Op een concurrentiemarkt daalt de prijs tot de marginale
17 kosten.
18
19 In die dagen waren er natuurlijk niet zo veel werkelijk concur-
20 rerende markten, althans niet zoals ze worden beschreven in de
21 modellen van deze twee wiskundigen: markten met homogene
22 producten (geen productdifferentiatie) en zonder kartelvorming.
23 Daarom zagen andere economen weinig in beide modellen. Ze
24 vonden beide heren theoretici die complex menselijk gedrag node-
25 loos in starre vergelijkingen probeerden te stoppen. Hun onenig-
26 heid werd afgedaan als het zoveelste academische dispuut en een
27 paar decennia lang vergeten.
28 Maar in de 20e-eeuwse economie, toen markten echt concur-
29 rerend en beter meetbaar werden, keerden onderzoekers terug
30 naar de Franse kemphanen. Hele generaties doctoraalstudenten
31 bogen zich over de vraag welke bedrijfstakken zich beter leenden
32 voor de Cournot-concurrentie en welke beter voor de Bertrand-
33 concurrentie. Ik zal je de details besparen, maar de verkorte ver-
34 sie luidt als volgt: op markten van overvloed, waar je gemakkelijk
35 meer spullen kunt maken, wint Bertrand meestal; de prijs daalt
200
201
202
203
204
205
206
207
208
209
1
2
3 12 | Non-monetaire
4
5 economieën
6
7 Als geld niet oppermachtig is, wat dan wel?
8
9
10
11 In 1971, aan het begin van het informatietijdperk, schreef de soci-
12 ale wetenschapper Herbert Simon:
13
14 In een wereld die rijk is aan informatie betekent de rijkdom
15 van informatie een gebrek aan iets anders: een schaarste
16 aan alles wat informatie verbruikt. Wat informatie ver-
17 bruikt, is nogal duidelijk: ze verbruikt de aandacht van de
18 ontvangers. Vandaar dat een rijkdom aan informatie een
19 gebrek aan aandacht schept.
20
21 Wat Simon waarnam, was een van de oudste regels in de econo-
22 mie: ‘Elke overvloed creëert een nieuwe schaarste.’ We waarderen
23 die dingen het meest waar we niet al ruim voldoende van hebben.
24 Een overvloed aan gratis koffie op je werk bijvoorbeeld wekt de
25 behoefte aan veel betere koffie, en daar willen we ook een hoop
26 voor betalen. En dat geldt voor elk eersteklas product dat komt
27 bovendrijven in de oceaan van goedkope basisproducten, van am-
28 bachtelijk voedsel tot designerwater.
29 ‘Het is helemaal waar dat de mens van brood alleen leeft – wan-
30 neer er geen brood is,’ zei Abraham Maslow in zijn baanbrekende
31 artikel uit 1943, ‘A Theory of Human Motivation’. ‘Maar wat ge-
32 beurt er met het verlangen van de mens wanneer er brood in over-
33 vloed is en zijn buik altijd is gevuld?’
34 Zijn antwoord, zoals dat is verwerkt in zijn inmiddels beroemde
35 ‘behoeftepiramide’, luidde als volgt: ‘Plotseling komen er andere
210
211
212
213
214
van het web – het is niet meer dan de grootste van vele reputatie- en 1
aandachteconomieën. Het is geen gesloten economie, omdat het 2
deel uitmaakt van de grotere webeconomie. En het wordt omgeven 3
door talloze andere reputatie- en aandachteconomieën, elk met 4
hun eigen betaalmiddelen. 5
Facebook en MySpace hebben ‘vrienden’. eBay heeft koper- en 6
verkopernoteringen. Twitter heeft ‘volgelingen’, Slashdot ‘karma’, 7
enzovoort. In al deze gevallen kunnen mensen reputatiekapitaal 8
opbouwen en dat omzetten in aandacht. Ze moeten allemaal zelf 9
verzinnen hoe ze die aandacht in geld kunnen omzetten, mochten 10
ze dat willen (de meesten willen dat niet). Maar tegenwoordig is het 11
kwantificeren van aandacht en reputatie een wereldwijde onderne- 12
ming. We zijn allemaal spelers op deze markt, of we het nu weten of 13
niet. Reputatie was ooit iets ongrijpbaars, maar wordt steeds con- 14
creter. 15
16
215
216
217
218
21
450
22
383.5 M
400
23
350 24
300 260 M 25
227.5 M 26
250
195 M 27
200
28
150 117 M
29
78 M
100 30
50 31
1.95 M
32
0
33
07
04
07
08
03
05
05
07
N
G
KT
KT
PR
EC
EI
EI
JA
U
A
O
D
M
M
A
34
35
219
220
221
1
2
3 13 | Verspilling is
4
5 (soms) goed
6
7 De beste manier om gebruik te maken van
8 overvloed: laat de controle los
9
10
11 Eens in de zoveel tijd krijg ik een e-mail van de IT-afdeling met het
12 bericht dat het tijd is dat werknemers ‘onnodige bestanden uit ge-
13 deelde mappen gaan deleten’. Dat is hun manier om te zeggen dat de
14 opslagruimte op hun computers vol is. Omdat we brave bedrijfsbur-
15 gers zijn, kijken we gehoorzaam naar onze mappen op de server en
16 lopen onze bestanden door om te zien of we ze echt nodig hebben.
17 Als dat niet zo is, deleten we ze. Misschien doe je dat ook wel eens.
18 Nadat ik dit jarenlang had gedaan, ging ik me op een goede dag
19 opeens afvragen hoeveel opslagcapaciteit de IT-afdeling eigenlijk
20 had voor ons kantoor. Om je een beetje een beeld te geven van het
21 antwoord: een terabyte (1000 GB) opslagruimte kostte ongeveer
22 $130 op het moment dat ik ernaar vroeg. Onlangs kregen we thuis
23 een standaard-laptop van Dell, waarop mijn kinderen spelletjes
24 spelen. De laptop had een ingebouwde harde schijf.
25 Hoeveel opslagcapaciteit hadden we dus eigenlijk voor mijn
26 hele kantoor? Dat bleek niet zo veel: 500 GB, een halve terabyte.
27 Mijn kinderen hadden twee keer zo veel capaciteit als mijn hele
28 werkvloer.
29 Hoe kon dat? Het antwoord is simpel: op een of andere manier
30 zaten we vastgeroest aan de gedachte dat opslagcapaciteit duur
31 was, terwijl het inmiddels spotgoedkoop was. We deden alsof iets
32 wat in overvloed beschikbaar was – hardeschijfcapaciteit – een
33 schaars goed was en het schaarse goed – tijd van mensen – niet
34 duur was. Wij draaiden het principe om. (Laat ik er snel bij vertel-
35 len dat ons kantoor er gauw een hoop extra opslagruimte bij kreeg
222
223
224
225
1 ging voor de televisie is, omdat het ‘allemaal rotzooi’ is, wat denk
2 ik misschien ook wel zo is. Het probleem is alleen dat we het er
3 nooit over eens worden wat ‘rotzooi’ is, omdat we het ook niet eens
4 worden over het tegenovergestelde, namelijk ‘kwaliteit’. Misschien
5 ben je op zoek naar grappige kattenvideo’s en vind je mijn favoriete
6 soldeerlessen totaal oninteressant. Ik zie weer liever een grappige
7 videostunt en vind jouw kookles niks aan. En video’s van onze al-
8 leraardigste gezinsleden vinden wij prachtig, maar anderen oer-
9 vervelend. Wat rotzooi is, wordt bepaald door de kijker.
10 Zelfs de populairste video’s op YouTube voldoen vaak niet aan
11 de kwaliteitsnormen van films, omdat ze een lage resolutie hebben
12 en slecht belicht zijn, hun geluidskwaliteit abominabel is en er geen
13 sprake is van een plot. Maar dat doet er allemaal niet toe, want het
14 belangrijkste is relevantie. We hebben liever een video van slechte
15 kwaliteit met iets wat we echt willen zien dan een video van hoge
16 kwaliteit met iets wat we niet willen zien.
17 Een paar weekenden geleden mochten mijn kinderen zoals al-
18 tijd op zaterdag en zondag kiezen waaraan ze hun twee uur ‘achter
19 het scherm’ deze keer wilden besteden. Ik stelde voor dat het een
20 mooie dag was voor Star Wars en gaf hun de keus: ze konden een
21 van de zes films op prachtige dvd’s bekijken op een enorm hoge-de-
22 finitiescherm met dolby surround-geluid en popcorn. Of ze kon-
23 den op YouTube stop-motionfilmpjes van Lego bekijken met Star
24 Wars-scènes die kinderen van negen jaar oud hadden gemaakt. Ik
25 maakte geen schijn van kans: ze holden naar de computer.
26 Het bleek dat mijn kinderen zoals zo veel andere niet echt geïn-
27 teresseerd zijn in Star Wars zoals die zijn gecreëerd door George
28 Lucas. Ze vinden de Star Wars van hun leeftijdgenootjes veel leu-
29 ker, hoe bibberig de camera ook is en hoeveel vingers er ook op
30 staan. Toen ik opgroeide, werden er allerlei slimme producten voor
31 kinderen verzonnen om de Star Wars-franchise uit te breiden, van
32 speelgoed tot lunchtrommels, maar voor zover ik weet geen stop-
33 motionfilmpjes van Lego die door kinderen werden gemaakt.
34 De vraag naar stop-action-Star Wars moet er altijd wel zijn ge-
35 weest, maar hij was niet zichtbaar omdat geen marketeer ooit op de
226
227
1 beeld), moet je kritisch zijn. Er zitten echte kosten vast aan een
2 halfuur zendtijd en op mislukking staat een echte straf: als miljoe-
3 nen kijkers afhaken, kost dat een vermogen en dergelijke missers
4 hebben inderdaad al heel wat banen gekost. Geen wonder dat de
5 omroepleiding vaak teruggrijpt op populaire serieformules en be-
6 roemdheden, want daarmee loop je het minste risico.
7 Maar als je gebruikmaakt van overvloedige middelen, kun je
8 risico’s nemen omdat een mislukking zo weinig kost. Er wordt nie-
9 mand ontslagen als je moeder de enige is die naar jouw YouTube-
10 video kijkt.
11 Ondanks het grote succes heeft YouTube tot nu toe echter nog
12 geen geld opgeleverd voor Google. Het bedrijf is er nog niet uit hoe
13 je videoadvertenties met inhoud kunt combineren, zoals dat wordt
14 gedaan met tekstadvertenties en tekstinhoud op het web. YouTube
15 weet niet echt wat er op de video staat die je hebt geüpload. En
16 al was dat wel zo, dan hebben ze er waarschijnlijk geen relevante
17 video bij. Ondertussen vinden adverteerders het niet altijd pret-
18 tig dat hun merknamen naast inhoud staan die door gebruikers is
19 gegenereerd, omdat zulke inhoud aanstootgevend kan zijn.
20 Tv-zenders zagen een kans in deze tekortkoming en hebben een
21 concurrerende videodienst opgezet: Hulu. Je ziet er voornamelijk
22 commerciële video’s die meestal van tv zijn overgenomen, maar
23 Hulu is net zo gemakkelijk en toegankelijk als YouTube. Omdat de
24 inhoud een bekende grootheid is, vaak hetzelfde als wat de adver-
25 teerders op tv kopen, zetten ze er maar wat graag hun reclames op,
26 bijvoorbeeld voor en na een uitzending of zelfs als onderbreking in
27 de programmering. Het is vanzelfsprekend gratis, maar je betaalt
28 met je tijd en ergernis, net als op gewone tv. Maar als je die leuke
29 serie wilt zien en wel meteen, in je browser, moet je op Hulu zijn.
30
31
32 Schaarstemanagement
33 Het model van YouTube is helemaal gratis en vrij – je kunt er gratis
34 video’s bekijken en uploaden en ze zijn vrij van onderbrekingen.
35 Maar geld wordt er niet mee verdiend. Hulu is alleen gratis te be-
228
229
230
Schaarste Overvloed 1
2
‘Alles is verboden tenzij ‘Alles is toegestaan tenzij
Regels het is toegestaan’ het verboden is’ 3
4
Maatschappelijk Paternalisme (‘wij weten Egalitarisme
model wat het beste is’) (‘jij weet zelf wat het beste is’) 5
6
Winstplan Bedrijfsmodel We vinden wel een manier
7
8
Besluitvormings-
Van bovenaf Van beneden naar boven
proces 9
10
Managementstijl Gezag en controle Ongecontroleerd
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
231
1
2
3 14 | Gratis-wereld
4
5 In China en Brazilië staat Gratis nog in de kinder-
6 schoenen. Wat kunnen we van hen leren?
7
8
9
10
11 Ik zit op de voorste rij in een enorme banketzaal in Guangzhou in
12 China naar een spectaculaire show te kijken. We hebben de acro-
13 baten, de kungfudemonstratie, de dansende meisjes en de comedy-
14 act al gehad. Nu is het tijd voor de echte ster, de Taiwanese pop-
15 sensatie Jolin Tsai. Het publiek juicht als ze een van haar bekendste
16 songs zingt, haar jurk schitterend in het licht, tegen de achtergrond
17 van haar eigen kamergrote gezicht dat op een gigantisch video-
18 scherm is geprojecteerd.
19 Toch is dit geen concert. Het is een bijeenkomst van werk-
20 nemers en partners van China Mobile. We hebben een dag van
21 toespraken over de telecomindustrie gehad en het is gebruik om
22 zo’n bijeenkomst met een spetterende show af te sluiten. Tsai kreeg
23 waarschijnlijk meer voor haar optreden dan ze het hele jaar aan de
24 opbrengsten van haar cd had verdiend.
25 China is een land waar de piraterij heeft gewonnen. Jaren van
26 halfhartig optreden onder diplomatieke druk van het Westen heeft
27 geen zichtbaar effect gehad op de straatverkopers en talloze sites
28 met mp3’s die je kunt downloaden. Elk jaar worden er met veel
29 vertoon een paar piraten gearresteerd en een paar grotere websites
30 moeten af en toe boete betalen, maar de gemiddelde Chinese mu-
31 ziekconsument kan zo’n beetje alles gratis krijgen wat hij wil.
32 Dus in plaats van piraterij te bestrijden, accepteert een nieu-
33 we generatie Chinese muzikanten dit verschijnsel. Piraterij is een
34 vorm van gratis marketing, die hun werk bij een zo groot mogelijk
35 publiek bezorgt. Daardoor worden ze maximaal beroemd (zolang
232
als dat duurt bij een Chinese popster), en het is aan hen zelf om te 1
beslissen hoe ze die roem in contanten omzetten. 2
Xiang Xiang is een 21-jarige popster die vooral beroemd is ge- 3
worden met het brutale liedje ‘Son of Pig’. Van haar nieuwste album 4
zijn bijna 4 miljoen exemplaren verkocht. Het vervelende is alleen 5
dat het vrijwel allemaal piratenversies zijn. Of liever gezegd, het 6
is vervelend voor haar platenmaatschappij. Zelf heeft ze er geen 7
moeite mee. Voor haar betekent het 4 miljoen fans, die ze niet had 8
gehad als die de volle prijs voor haar album hadden moeten beta- 9
len, en ze vindt de reacties en de bewondering leuk. Ze vindt het 10
ook leuk dat ze geld krijgt om er mooi uit te zien en producten te 11
promoten. Dat heeft ze allemaal te danken aan piraterij. En dan is 12
er nog de tournee, waarmee ze deze zomer waarschijnlijk 14 steden 13
zal bezoeken. Piraten zijn haar beste marketeers. 14
Piraterij is goed voor naar schatting 95% van de muziekcon- 15
sumptie in China, met als gevolg dat platenmaatschappijen echt 16
compleet anders moesten gaan denken over hun bedrijfstak. Omdat 17
ze geen geld kunnen verdienen aan muziek op plastic schijfjes, ver- 18
pakken ze die anders. Ze vragen artiesten om singles voor de radio 19
op te nemen in plaats van albums te maken voor consumenten. Ze 20
functioneren als een talentenbureau voor de zangers en vangen een 21
deel van hun beloning voor optredens in reclames en radiospotjes. 22
En zelfs concerten worden betaald door adverteerders die door de 23
platenmaatschappijen zijn geregeld. Die proppen de podia zo vol 24
mogelijk met artiesten om maximale inkomsten van de sponsors 25
te krijgen. Het grootste probleem is dat de zangers klagen over de 26
eindeloze tournees. Die vormen hun enige bron van inkomsten en 27
zijn een aanslag op hun stembanden. 28
‘China wordt een rolmodel voor de muziekindustrie in de we- 29
reld,’ voorspelt Shen Lihui, directeur van Modern Sky, een van de 30
meer vernieuwende muzieklabels. Het bedrijf verdient zelden geld 31
met cd’s, omdat de populaire meteen worden nagedrukt. Maar de 32
maatschappij verdient ook op andere manieren geld: ze maken vi- 33
deo’s, en steeds vaker produceren ze ook websites. Verder houden 34
ze een driedaags muziekfestival dat fans uit het hele land aantrekt. 35
233
234
235
236
237
238
239
1 Ze kunnen geld verdienen aan de cd, die ze voor een luttele 75 dol-
2 larcent verkopen. Als tegenprestatie stallen ze de cd’s prominent
3 uit. Niemand ziet de cd’s als piraterij. Het is gewoon marketing,
4 waarbij de straat wordt gebruikt om letterlijk straat-geloofwaar-
5 digheid te kweken. Tegen de tijd dat Banda Calypso arriveert, weet
6 iedereen ervan. De band krijgt een enorme menigte bezoekers op
7 zijn muziekoptredens, waar niet alleen voor de toegang en het eten
8 en drinken betaald moeten worden. De bandleden nemen het op-
9 treden ook op en branden ter plekke cd’s en dvd’s, die ze voor zo’n
10 twee dollar verkopen, zodat de concertgangers de show die ze net
11 hebben gezien nog eens kunnen bekijken.
12 Er zijn ruim tien miljoen cd’s van Banda Calypso verkocht, de
13 meeste niet door de band zelf. De tecnobrega-industrie omvat nu
14 honderden bands en duizenden optredens per jaar. Uit een stu-
15 die van Ronaldo Lemos en zijn collega’s van het Centrum voor
16 Technologie en Maatschappij van de Getulio Vargas Stichting in
17 Rio de Janeiro bleek dat deze industrie zo’n 20 miljoen dollar aan
18 opbrengsten genereert met de verkoop van muziek en optredens.
19 Negentig procent van de bands heeft geen contract en geen pla-
20 tenmaatschappij. Met het weggeven van muziek scheppen ze een
21 grotere industrie dan het betaalde alternatief ooit zou kunnen. Dit
22 is iets wat Brazilië beter begrijpt dan veel andere landen: de minis-
23 ter van Cultuur tot 2008, popster Gilberto Gil, geeft zijn muziek
24 uit onder een gratis Creative Commons-licentie (tot deze muziek
25 behoort ook de gratis cd die we bij Wired hebben verstrekt).
26 Net als in China blijft deze opmars naar Gratis niet beperkt tot
27 de muziek. In 1996 beloofde de toenmalige president Fernando
28 Cardoso met het oog op de alarmerende cijfers over aids-besmet-
29 ting dat alle hiv-patiënten in het land gratis een nieuwe medicij-
30 nencocktail zouden krijgen. Vijf jaar later was het aantal aids-pa-
31 tiënten gedaald en werd duidelijk dat het plan verstandig was, en
32 tevens dat het volstrekt niet vol te houden was, vanwege de hoge
33 prijzen die voor de gepatenteerde medicijnen werden gevraagd.
34 Daarom ging de Braziliaanse minister van Volksgezondheid
35 met de octrooihouders praten, de Amerikaanse gigant Merck en
240
241
1
2
3 15 | Fantasieën over
4
5 overvloed
6
7 Gedachtenexperimenten in ‘post-schaarste’-samenlevin-
8 gen, van sciencefiction tot religie
9
10
11 Elke sciencefictionschrijver kent de ongeschreven wet: je mag de
12 natuurkundewetten maar een of twee keer per verhaal overtreden.
13 Je kunt dus in de tijd reizen, de Matrix uitvinden of ons op Mars
14 zetten. Maar verder zijn we heel gewone mensen. Het leuke van dit
15 soort verhalen is nu juist dat je kunt zien hoe de mensheid reageert
16 op die ene verstoring van de werkelijkheid.
17 Sciencefiction is wat schrijver Clive Thompson ‘het laatste bas-
18 tion van het filosofische schrijven’ noemt. Volgens hem is het een
19 soort simulatie waarin we een paar basisregels veranderen en ver-
20 volgens meer over onszelf leren. ‘Hoe zou het de liefde vergaan als
21 we vijfhonderd jaar oud werden? Als je terug kon gaan in de tijd
22 om beslissingen terug te draaien, zou je dat dan doen? Stel dat je
23 God met iets kon confronteren, met hem kon praten of hem do-
24 den?’
25 Iets waar schrijvers altijd naar teruggrijpen, is de uitvinding van
26 een of andere machine die schaarste verandert in overvloed. Het is
27 de stofreplicator in Star Trek (elk materieel goed dat je maar kunt
28 bedenken staat na een druk op een knop voor je neus) en de door
29 robots gestuurde schijnwereld van wall-e (waar mensen verande-
30 ren in dikke klodders terwijl ze hun dagen op hun rug in zwevende
31 ligstoelen aan het zwembad doorbrengen met een drankje binnen
32 handbereik).
33 In sciencefictionkringen (en onder de meer avant-gardistische
34 techno-utopisten) heet dit ‘post-schaarste-economie’. In die con-
35 text zijn die romans niet enkel verhalen, het zijn ook lang uitge-
242
243
244
wereld die op de onze lijkt, een wereld waar de normale cyclus van 1
geboorte en dood zingeving biedt. 2
De komst van het digitale tijdperk en het internet boden scien- 3
cefiction een meer geloofwaardige bron van overvloed: de com- 4
puter. Je hoefde jezelf maar het Metaversum in te jagen en je kon 5
iedereen zijn die je wilde; schaarste was alleen maar een construc- 6
tie in de virtuele realiteit, en een beetje hacker kon krijgen wat 7
hij wilde. Eigentijdse schrijvers keken positiever tegen overvloed 8
aan, omdat ze die al meemaakten – internet maakte een eind aan 9
informatieschaarste. 10
Natuurlijk moet een plot spannend zijn en dus is niet alles fan- 11
tastisch in deze utopia’s van overvloed. In Cory Doctorows Down 12
and Out in the Magic Kingdom heeft een onduidelijke technologie 13
die door de Bitchun-maatschappij wordt beheerst, ‘het medische 14
beroep zowat overbodig gemaakt. Wat moet je met een operatie als 15
je een kloon kunt kweken, een back-up kunt maken en het lichaam 16
kunt verversen? Sommige mensen wisselden al van lichaam als ze 17
verkouden waren.’ Een en ander heeft echter tot gevolg dat men- 18
sen zich gaan vervelen en apathisch worden. Een personage legt 19
uit: ‘Junks missen de nuchterheid niet, omdat ze vergeten zijn hoe 20
scherp alles was, hoe het verdriet de vreugde zoeter maakte. We 21
zijn vergeten hoe het was om te werken om te overleven; je zorgen 22
te maken dat er misschien niet genoeg was, dat we ziek konden 23
worden of onder een bus komen.’ 24
Wat schaars wordt in Doctorows wereld, is reputatie of ‘whuffie’. 25
Dit dient als een digitaal betaalmiddel dat mensen kunnen krij- 26
gen in ruil voor goede daden, en dat afneemt bij slecht gedrag. De 27
whuffies van iedereen staan genoteerd op grote borden en dienen 28
als maatstaf voor status. Wanneer aan alle fysieke behoeften is vol- 29
daan, wordt maatschappelijk kapitaal het belangrijkste goed. 30
In Neal Stephensons Diamond Age: A Young Lady’s Illustrated 31
Primer is de overvloed afkomstig van nanotechnologische ‘mate- 32
rieschikkers’. Die kunnen alles maken, van matrassen tot voedsel. 33
Wat er nog rest aan werk, is nieuwe dingen ontwerpen die de schik- 34
kers kunnen maken, en daar zijn maar weinig mensen voor nodig. 35
245
246
247
248
1
2
je betaalt’ 5
6
en andere twijfels over Gratis 7
8
9
10
Eind 2007 werd Andrew Rosenthal, schrijver van het hoofdredac- 11
tioneel commentaar in The New York Times, geïnterviewd door het 12
tijdschrift Radar, onder andere over de beslissing om alle inhoud 13
van de Times online gratis te maken en TimesSelect, waarin alleen 14
abonnees toegang hadden tot onder andere de bijdragen van co- 15
lumnisten, af te schaffen. 16
Hij zei hierover het volgende: 17
18
Ik geloof dat de nieuwsbladenindustrie zonder duidelijk 19
aanwijsbare reden als één man de afgrond is in gespron- 20
gen, toen we besloten om de wereld mee te delen dat wat 21
wij doen helemaal geen waarde heeft. We hadden vanaf 22
de eerste dag voor onze websites moeten laten betalen. 23
Abonnees hebben altijd deel uitgemaakt van dit bedrijf. 24
Je moet betalen voor papier. Je moet betalen voor 25
pixels. Die kosten geld. Volgens mij was het een enorme 26
vergissing. Ik kan het niet meer terugdraaien, maar als je 27
naar het internet kijkt, is het enige wat gratis is dat waar- 28
mee wij ons bezighouden: informatie. Al het andere kost 29
geld. Ringtones kosten een dollar. Je betaalt voor toegang 30
tot internet. Je betaalt voor je e-mail. Iedereen zegt dat e- 31
mail gratis is. Dat is het niet. Ten eerste betaal je je provider 32
ervoor. En als je bijvoorbeeld Google-mail gebruikt, maak 33
je van jezelf een reclamebuis voor een reuzencorporatie. Er 34
is niets gratis aan internet. Allemaal flauwekul. 35
249
250
251
252
den, je kunt wel redeneren dat je uiteindelijk toch betaalt voor dat 1
lemma in Wikipedia, maar dat is net zo waar als de stelling dat de 2
trilling van een vlindervleugel in China gevolgen heeft voor het 3
weer in jouw woonplaats. Technisch is er misschien een verband, 4
maar het is te klein om te meten en dus niet de moeite. 5
Nu even terug naar Rosenthals opmerking dat je zoals je voor 6
papier moet betalen, ook ‘voor pixels moet betalen’. Ook dat is tech- 7
nisch gesproken waar. Maar als redacteur van een onderneming 8
die zowel met papier als pixels werkt, weet ik dat de verschillen 9
veel groter zijn dan de overeenkomsten. We betalen dollars om een 10
tijdschrift te drukken, te binden en naar je toe te sturen (de kosten 11
van de inhoud van het tijdschrift niet meegerekend), maar slechts 12
microcenten om diezelfde informatie via onze website toegankelijk 13
voor je te maken. Daarom kunnen we deze laatste methode als 14
gratis beschouwen, omdat ze eigenlijk te goedkoop is om te meten. 15
Al met al lopen de rekeningen van Wired’s server en bandbreed- 16
te in de duizenden dollars per maand. Maar daarmee bereiken we 17
wel miljoenen lezers. Vanwege de waarde van die lezers doen we 18
met alle plezier alsof die pixels gratis zijn. Vooruit, laten we toege- 19
ven dat de tegenstanders in letterlijke zin gelijk hebben: Gratis is 20
niet echt gratis. Maar in veel gevallen zou het dat net zo goed wel 21
kunnen zijn. En daar gaat het vooral om bij de beslissing hoe we 22
ons leven en bedrijf willen leiden. 23
24
2. Gratis heeft altijd verborgen kosten/Gratis is een truc. 25
26
Gratis is niet meer wat het geweest is, vooral niet op het internet, 27
waarvan de geschiedenis en technologie zijn gebaseerd op de idee 28
dat informatie en zo’n beetje al het andere online gratis willen zijn. 29
Webcadeautjes laten een sterk stijgende prijslijn zien, in de vorm van 30
computerstoringen, frustraties en verlies van privacy en veiligheid – 31
om nog maar te zwijgen van de dreiging van dure rechtszaken tegen 32
mensen die op grote schaal muziek downloaden. 33
– John Schwartz, The New York Times 34
35
253
1 Dit is niet zozeer een drogreden als wel een stereotype. Tuurlijk
2 zitten er soms voorwaarden aan Gratis. Advertenties maken je
3 pagina rommelig. Er worden beperkingen opgelegd. Je wordt ge-
4 dwongen andere producten te kopen of je zit vast aan iets wat
5 allesbehalve gratis is. We worden eerst lekker gemaakt en dan uit-
6 geschud.
7 Maar dit beschrijft het Gratis van de 20e eeuw een stuk beter
8 dan het Gratis van de 21e. Meestal kun je je het beste door je ge-
9 zonde verstand laten leiden: als iets te mooi om waar lijkt te zijn,
10 is het dat waarschijnlijk ook, vooral in de wereld van atomen. De
11 marginale kosten van een gratis vleugje parfum in het warenhuis
12 zijn zo laag dat je gelooft dat het echt gratis is. En terecht ga je er-
13 van uit dat je die gratis vakantie toch uiteindelijk op een of andere
14 manier betaalt.
15 Het 21e-eeuwse Gratis is echter gebaseerd op bits en daarvoor
16 zijn de marginale kosten bijna nul. Dus zijn verborgen kosten niet
17 nodig. Ze zijn er misschien wel, zoals Schwartz ons graag in herin-
18 nering brengt, maar deze observatie is meer een toelichting bij het
19 feit dat er op gratis producten geen garantie zit (je kunt het caveat
20 non-emptor noemen – niet-koper wees op je hoede). Het model
21 vereist dat ook niet. Gratis kan net zo goed zijn als Betaald, of
22 zelfs beter: geen trucs of addertjes onder het gras (denk aan open-
23 sourcesoftware).
24 Het is tijd dat we ermee stoppen bits als atomen te zien en aan te
25 nemen dat de oude beperkingen nog steeds gelden. Bedrog vormt
26 niet langer een essentieel onderdeel van het model.
27
28 3. Internet is niet echt gratis, want je betaalt voor de toegang.
29
30 Sorry hoor, maar wanneer was internet ooit gratis? ‘Free’ misschien,
31 zoals in vrijheid van meningsuiting, maar niet ‘free’ als in gratis bier.
32 We moeten allemaal een provider betalen om toegang te krijgen tot het
33 net, dus betalen we al voor wat er op staat.’
34 – Reactie op een artikel van Laurie Langham
35
254
255
256
257
258
259
260
261
262
263
1 dikwijls veel nonchalanter mee om dan met hun toilet thuis, waar
2 ze de kosten meteen voelen. Enzovoort, van afval op straat tot ont-
3 bossing. Sommige mensen proppen zich vol als dingen gratis zijn
4 en verpesten zo het feest voor iedereen.
5 Maar bedenk wel dat de milieukosten van Gratis vooral in de
6 wereld van de atomen worden gevoeld. Zoals we al zeiden, kun
7 je atomen moeilijk echt gratis maken; we voelen die milieukosten
8 alleen maar niet omdat we er niet de juiste marktprijs aan hebben
9 gegeven. Die plastic tasjes zijn alleen gratis omdat we niet recht-
10 streeks doorberekenen wat het kost om ze uit de bomen te halen.
11 Wel gaan we steeds vaker de negatieve externaliteiten meten en die
12 aanpakken (door er negatieve ínternaliteiten van te maken, omdat
13 ze nu expliciet deel uitmaken van een gesloten economisch stelsel).
14 En dan kan het gebeuren dat je supermarkt korting geeft als je een
15 duurzame tas gebruikt (wat precies hetzelfde is als te veel vragen
16 voor een plastic tas) of dat plastic tassen helemaal worden uitge-
17 bannen.
18 In de wereld van de bits spelen milieukosten een veel kleinere
19 rol. Verspilling van verwerking, opslag en bandbreedte komt neer
20 op verspilling van elektriciteit en de markt wordt steeds beter
21 in het berekenen van de milieukosten daarvan. Grenzen aan de
22 CO2-uitstoot, regulering die vraagt om het gebruik van duurzame
23 energiebronnen en lokale maatregelen tegen schadelijke uitstoot
24 hebben bedrijven als Google, Microsoft en Yahoo gedwongen om
25 hun datacentra in de buurt van waterkrachtcentrales te zetten, die
26 CO2-vrij zijn. Ooit zullen ze worden gebouwd naast elektriciteits-
27 centrales die werken op zonnewarmte, wind of aardwarmte. Met
28 eenvoudig economisch beleid – een maatregel die elektriciteitsop-
29 wekking met koolstof duurder maakt dan duurzame elektriciteit –
30 kan voorkomen worden dat verspilling van bits dezelfde gevolgen
31 heeft voor het milieu als verspilling van atomen.
32 Maar aan digitaal Gratis zijn ook kosten verbonden die niet
33 worden verantwoord. Denk aan de flat fee-toegang tot breedband,
34 waarbij je niets extra’s betaalt als je meer gebruikt, ook niet als je
35 gebruik blijft groeien. (Dit is nu het standaardaanbod voor een mo-
264
265
266
267
1 Maar de Generatie Gratis gaat er niet vanuit dat het met atomen
2 hetzelfde moet zijn als met bits. Ze verwachten niet dat hun kle-
3 ding of appartement gratis is, daar betalen ze zelfs meer voor dan
4 ooit. Je moet het die kinderen nageven: ze kunnen het fysieke van
5 het virtuele onderscheiden en passen hun gedrag aan elk van deze
6 domeinen aan. Ze vinden net zo min dat gratis online betekent dat
7 offline ook alles gratis moet zijn als dat mensen op hun World of
8 Warcraft-figuren moeten lijken.
9
10 11. Met Gratis valt niet te concurreren.
11
12 Er is nog nooit een bedrijfsmodel uit iemands handen gekomen dat het
13 kan opnemen tegen gratis. Dat kan ook niet. Als ik een Pizza Hut heb
14 en ik verkoop pizza’s voor 1,5 dollar, maar naast mij opent iemand een
15 Pizza Hut die ze weggeeft, wie krijgt dan de klanten, denk je?
16 – Jack Valenti, Motion Picture Association of America
17
18 Hoofdstuk 7 gaat helemaal over deze veronderstelling. We bekij-
19 ken daar met name hoe Microsoft leerde concurreren met open-
20 sourcesoftware. Kort gezegd gaat het om dit inzicht: met Gratis kun
21 je gemakkelijk concurreren. Bied gewoon iets aan dat beter of in
22 ieder geval anders is dan de gratis versie. Het is niet voor niets dat
23 werknemers de gratis koffie op kantoor laten staan om vier dollar
24 uit te geven aan een koffie bij Starbucks om de hoek, want die is
25 lekkerder. Het heeft ook een beetje te maken met consumenten-
26 psychologie – de kleine luxe, de rituelen waarmee we onszelf in de
27 watten leggen. Gratis koffie kun je overal krijgen, maar Starbucks
28 biedt net iets extra’s.
29 De situatie die Valenti schetst, een gratis Pizza Hut die naast
30 een reguliere wordt geopend, komt maar zelden voor. Het ligt veel
31 meer voor de hand dat er een Domino’s naast Pizza Hut komt, die
32 een pizza weggeeft als de bezorging langer duurt dan een half uur.
33 Het gaat dan om een verschil in service en Gratis is maar een van
34 de vele factoren die je keus tussen de twee bepalen.
35 Als je met Gratis wilt concurreren, moet je je niet op de over-
268
269
270
271
272
273
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
1
2
Slotopmerkingen 3
4
Gratis in tijden van crisis 5
6
7
8
9
10
Na de instorting van de aandelenmarkt in 2001 kwamen de be- 11
drijfsmodellen van de dot.com-economie bloot te liggen. Wat wa- 12
ren we stom geweest dat we geloofden dat zoiets vaags te gelde 13
gemaakt kon worden en een gezonde basis kon zijn voor je be- 14
drijf! Wat dachten wij investeerders wel toen we onze portfolio’s 15
volpropten met aandelen van bedrijven die online dierenvoeding 16
verkochten? ‘Amazon.Bomb,’ sneerden de koppen. We lieten ons 17
hoofd beschaamd hangen omdat we een of andere hippe ‘nieuwe 18
economie’ hadden verwelkomd. 19
Een paar jaar later, toen de markten zich herstelden en we te- 20
rugkeken, zagen we tot onze verbazing dat de crash nauwelijks 21
enig effect had gehad op de groei van internet. Het was net als 22
daarvoor blijven groeien en had nauwelijks last van een dip terwijl 23
er in de algemene markten een flinke krater werd geslagen. De 24
‘digitale revolutie’ was geen luchtspiegeling of – nog erger – be- 25
drog geweest. Het aantal mensen dat online ging, was de hele tijd 26
met dezelfde snelheid blijven toenemen. Dat gold ook voor het 27
verkeer, en voor vrijwel alle andere maatstaven voor de invloed 28
van het internet. 29
Dit was een Wall Streetzeepbel geweest, en geen technologische 30
bel. Het web was met elke bit zo belangrijk gebleken als de wild- 31
ste voorspellers hadden voorzien, het duurde alleen iets langer om 32
daar te komen dan in de conversietabel van de aandelenmarkt werd 33
aangenomen. 34
Nu zijn de markten weer ingestort. Zal Gratis meer op webver- 35
275
276
277
278
279
1
2
3 Regels voor Gratis
4
5 De tien principes van overvloedsdenken
6
7
8
9
10
11 1. Als het digitaal is wordt het vroeg of laat gratis.
12 Op een concurrentiemarkt daalt de prijs tot de marginale
13 kosten. Het internet is de grootste concurrentiemarkt die
14 de wereld ooit heeft gekend en de marginale kosten van de
15 technologie waarop het draait – verwerking, bandbreedte
16 en opslag – komen met het jaar dichter bij de nul. Gratis
17 wordt niet zomaar een optie maar een onvermijdelijkheid.
18 Bits willen gratis zijn.
19
20 2. Atomen zouden ook wel gratis willen zijn, maar
21 hebben daar wat minder haast mee.
22 Buiten de digitale wereld dalen de marginale kosten zelden
23 tot nul. Maar Gratis is psychologisch zo aantrekkelijk
24 dat marketeers altijd wel een manier vinden om zich op
25 Gratis te beroepen. Dan richten ze hun bedrijfsvoering
26 anders in en maken ze bepaalde dingen gratis terwijl ze
27 andere verkopen. Dat is niet echt gratis – waarschijnlijk
28 betaal je vroeg of laat toch – maar evengoed werkt het
29 betoverend. Tegenwoordig zijn er allerlei bedrijven, van
30 luchtvaartmaatschappijen tot auto’s, die de opvatting
31 van hun bedrijfstak op creatieve wijze hebben verbreed
32 om hun kernproduct weg te kunnen geven en dit te
33 financieren met de verkoop van iets anders.
34
35
280
281
282
283
1
2
3 Freemium-tactieken
4
5
6
7
8
9
10
11 Hoe vind je een freemium-model dat voor jou
12 werkt?
13
14 Er zijn talloze variaties op het freemium-model, maar neem als
15 voorbeeld een bedrijfssoftware-onderneming die haar product als
16 een onlinedienst aanbiedt. Aanvankelijk bracht het bedrijf de ge-
17 bruikers per jaar 99 tot enkele tienduizenden dollars in rekening
18 voor de software. Maar nu wil het proberen om met Gratis meer
19 mensen te bereiken. Hier volgen de vier modellen die het bedrijf
20 overwoog:
21
22 1. Beperkte duur (30 dagen gratis, daarna betalen. Dit is het
23 Salesforce-model.)
24 • Voordelen: gemakkelijk te doen, beperkt risico van kan-
25 nibalisering.
26 • Nadelen: veel potentiële klanten zijn niet gemotiveerd
27 genoeg om de software echt uit te testen, omdat ze weten
28 dat ze er na 30 dagen toch niets aan hebben als ze niet
29 betalen.
30
31 2. Beperkte mogelijkheden (Basisversie gratis, uitgebreidere
32 versie betaald. Dit is het WordPress-model.)
33 • Voordelen: beste manier om maximaal bereik te krijgen.
34 Wanneer klanten overgaan op de betaalde versie, doen ze
35 dat om de juiste reden (ze weten de waarde van dat waar-
284
285
286
287
288
1
2
Vijftig bedrijfsmodellen op 3
4
289
290
291
292
1
2
Dankwoord 3
4
5
6
7
8
9
10
In de anderhalf jaar waarin ik dit boek schreef, kregen we een baby 11
(onze vijfde), worstelde ik met een kwaal waarvan de diagnose pas 12
na enige tijd werd gesteld en die de ziekte van Lyme bleek te zijn 13
(inderdaad net zo afschuwelijk als ze zeggen), vloog ik meer dan 14
400.000 kilometer om speeches te geven, bleef ik aan het hoofd 15
staan van Wired en startte ik stom genoeg nog een bedrijf voor ne- 16
venprojecten. Dat is nogal wat – te veel eigenlijk. Dat het allemaal 17
toch mogelijk is geweest, heb ik enkel en alleen aan mijn vrouw 18
Anne te danken. Zo’n beetje het hele jaar is ze zonder morren een 19
indrukwekkende alleenstaande moeder geweest, altijd even sterk 20
en opgewekt. 21
Anne had de zorg voor een groot gezin en een man die altijd 22
op reis was, maar alsof dat niet genoeg was, heeft ze zich als geen 23
ander voor dit boek ingezet. Wanneer ik thuis was, zette ze me op 24
zaterdagochtend de deur uit om in de coffeeshop te gaan schrijven, 25
las ’s avonds laat de pagina’s en stond ’s morgens vroeg op met de 26
baby, zodat ik kon uitslapen als ik tot diep in de nacht had zitten 27
typen. Het feit dat ik dit boek met zo veel plezier en gemak heb ge- 28
schreven, is volledig aan haar te danken, omdat ze zo royaal zo veel 29
op zich heeft genomen. Hoeveel geluk ik ook heb gehad in mijn 30
leven, niets haalt het bij het geluk dat ik Anne ben tegengekomen. 31
Ook veel dank ben ik mijn team bij Wired verschuldigd, dat zich 32
geweldig heeft ontwikkeld terwijl ik steeds meer een aanwezige 33
op afstand werd die verwarde zinsfragmenten zond via iPhones 34
en half verstaanbare telefoonspeakers. Het feit dat we dit jaar een 35
293
294
295
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
1
2
Register 3
4
5
6
7
8
9
10
1-800-FREE 411 42 –, kranten en tijdschriften 72, 11
37signals 256-257 73-75, 152, 165, 176-177, 249, 12
50 Cent 184-185 290 13
–, radio 165 14
aanbevelingen 213, 259 –, telefonie 22, 34 15
–, zie ook links; reputatie –, televisie 33 16
aandacht Adafruit Industries 86-88 17
–, door Gratis 29, 270, 271, 282, AddictingGames 177 18
287-288 Adobe 290 19
–, als non-monetaire waarde 32, adverteren 31, 41, 56, 57, 134, 20
33, 40, 41, 45, 53, 59, 77, 148, 148, 162, 169, 170, 191, 192 21
180-181, 189, 191, 208, 210, –, games 24, 170, 177-178 22
211, 212-216, 215, 217, 218, –, internet 31-32, 38, 73, 135, 23
220, 230, 232-233, 235, 251, 138-139, 142, 144, 146-147, 24
259-260, 270, 271, 276 163-165, 167, 168-169, 169- 25
–, omzetten in geld 148, 180- 170, 192, 204, 214, 219, 228, 26
181, 189-192, 212-213, 214, 256-257, 277, 278 27
215, 232-233, 235, 260, 270, –, kranten en tijdschriften 32, 28
271, 276, 282 37, 73-75, 161, 162, 163-164, 29
aandelenmarkt 112, 135, 156 165, 166, 181 30
–, gratis handel 135, 156 –, mediareclamemodel 31-32, 31
–, instorten 275 37-38, 43, 162, 165, 167, 168, 32
abonnementen 169-170, 192, 195, 256, 277, 33
–, e-mail 138-139 290 34
–, games online 176-177 –, mond-tot-mond- 12, 186, 260 35
297
298
–, journalistiek 72, 157, 272-273 37-38, 43, 162, 165, 167, 168, 1
–, royalty’s 187 169-170, 192, 195, 256, 277, 2
–, wetenschappelijke publicaties 290 3
213, 290 –, in neergaande economie 4
–, zie ook boeken 276-279 5
auto’s 68, 98-99, 100 –, ‘omkeerbare’ 45-46 6
–, parkeren 33, 262, 290 belasting 43, 43, 161 7
–, progressieve 50 8
Babbitt (Lewis) 57 –, software 135, 287, 291 9
Babbitt, Benjamin 57 benzine 68, 100 10
Babbit’s Soap 57 Berners-Lee, Tim 213 11
Baekeland, Leo 67 Bertrand, Joseph 199-200, 201, 12
bakeliet 67 204 13
Ballmer, Steve 132, 133 –, zie ook concurrentie, 14
Banda Calypso 239-240 Bertrand- 15
bandbreedte 97, 110-111, 112, besturingssystemen 127-129 16
144-145 –, Linux 12, 127-135, 241 17
–, ontwikkeling 96, 110-111 –, Microsoft Windows 124, 125, 18
–, prijs 24, 96, 109, 111, 113, 126, 127-135, 201, 241 19
146, 280 –, UNIX 127-128, 129 20
–, verspilling 264 bèta’s 150 21
banken 36, 38, 52 Betaald 22
Banning, William Peck 162 –, plus Gratis 88, 158, 169, 279 23
Barnum, B.T. 57 –, vs. Gratis 159, 179-180, 254 24
BASF 61 betaalmiddelen 25
Bateson, Gregory 121 –, culturele 217 26
BBC 161 –, in games 174-175 27
Beal, Daron 219 –, goud 66 28
bedrijfsmodellen –, informatie 74 29
–, gebaseerd op Gratis 35-43, 43, –, microbetalingen 76, 78 30
160-188, 229-231, 269-271, –, non-monetaire 32, 33-34, 40, 31
276-279, 287-288, 289-292 41, 50, 53, 148, 189-192, 195, 32
–, hybride 23, 43, 88, 135, 158, 208, 211-216, 217-221, 232- 33
173, 179-180, 279 233, 245, 251, 259-260, 271, 34
–, mediareclamemodel 31-32, 272-273 35
299
300
301
302
energie 61, 63, 68, 93, 94, 95, Franck, Georg 212 1
103 Free 261-262, 267 2
–, duurzame 100, 145 –, zie ook vrij (free) 3
–, menselijke 62, 220, 264 Free Software Foundation 117, 4
–, nucleaire 93, 94 127 5
–, zie ook brandstof; elektriciteit Free Software Project 241 6
ervaringscurve 101-102, 105 FreeConferenceCall.com 46 7
ethanol 63, 103 freeconomics 24 8
EverQuest 172, 175 Freecycle 40, 217, 219 9
evolutie 65, 77-78 FreeGreen.com 291 10
Expedia 156 freemium 38-40, 39, 43, 85, 86, 11
externaliteiten 251, 252 87, 126, 173, 185, 195, 205, 12
–, compensatie 263-264 256, 272 13
–, negatieve 68, 99, 252, 263-264 –, bedrijfsmodellen 284-286, 14
291-292 15
Facebook 14, 158, 169, 202, 204, –, conversiepercentage 39-40, 16
215, 272 286-287 17
–, advertenties 258, 277, 278 –, marktomvang 192-194 18
–, digitale cadeaus 175 freeware 127 19
–, marktwaarde 190-191 Fried, Limor 86 20
Fairchild Semiconductor 97-98, Friedman, Milton 250, 251 21
101-102 22
Feynman, Richard 105 G-Unit Records 184 23
filesharing; filetrading 85, 184- Gaiman, Neil 185-186 24
185, 194-195, 232, 260 games 89-90, 269 25
Firefox 12, 134 –, abonnementen 176-177 26
fitnesscentra, lidmaatschap –, advertenties 24, 177-178 27
45-46 –, bedrijfsmodellen 173-180, 28
flat fees 205-206, 264 194, 256, 286-287, 291, 292 29
Flat World Knowledge 187 –, merchandise 179-180 30
Flickr 32, 39, 111, 287, 292 –, online- 24, 54, 85, 171-173, 31
Forbes-lijst 158 194, 216, 256, 286-287 32
Ford, Henry 98-99 –, spelcomputers 177, 289 33
Forrester Research 193 –, verkoop virtuele producten 34
Forster, E.M. 243-244 85, 173-176, 178-179, 194, 216 35
303
304
305
306
307
308
309
310
311
312
313
314
315
316
317
318
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
1
2
3 Lees ook:
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
Chris Anderson, The Long Tail
ISBN 978 90 468 0182 6
€ 22,50
256 bladzijden