You are on page 1of 59

JAARBOEK

VOOR
MUNT- EN
PENNINGKUNDE

65-66
1978-1979

KONINKLIJK NEDERLANDS G E N O O T S C H A P
V O O R M U N T - EN P E N N I N G K U N D E
AMSTERDAM

NEDERLANDSE ALGEMENE FAMILIEPENNINGEN IN DE 17e EN 18e


EEUW
Drs. G. van der Meer
PI. VIII t / m XXIII
1

In zijn artikel Familiepenningen heeft Wigersma onderscheid gemaakt tussen


trouwpenningen en huwelijksgedenkpenningen . De eerste zijn penningen met
voorstellingen die op liefde en huwelijk betrekking hebben, die echter niet voor
een bepaalde gebeurtenis gemaakt zijn en die dus geen namen en data ver
melden, maar die verloofden of bruidsparen elkaar ten geschenke of als on
derpand van trouw gaven. Dit genre kwam in Duitsland op aan het eind van de
16e eeuw en verdween daar weer in de loop van de 18e eeuw. Het kwam bijna
uitsluitend voor in de protestantse Duitse rijkssteden en verbreidde zich van
daaruit in de eerste helft van de 17e eeuw ook over de Nederlanden. Vooral de
trouwpenningen van Sebastian Dadler, Johann Hhn en Johann Blum waren
hier populair. De motieven van de Duitse penningen werden overgenomen door
Nederlandse zilversmeden, die daar echter ook nieuwe motieven aan toe
voegden, eerst bijna uitsluitend op gegraveerde t r o u w p e n n i n g e n , na het
midden van de 17e eeuw ook op de plaquettes van Pieter van Abeele, wiens
penningen een artistiek hoogtepunt op dit gebied betekenen". Aan het eind van
de 16e eeuw was echter in de Nederlanden ook een ander genre ontstaan, dat
van de huwelijksgedenkpenning, doop- en overlijdenspenning, voor een spe
cifieke gebeurtenis gemaakt, die ook vastgelegd werd op de penning als o n
derdeel van de compositie. In de tweede helft van de 17e eeuw komt een
mengvorm van de beide genres tot stand: gegoten of geslagen algemene
penningen, zonder aanduiding in voorstelling of tekst van bepaalde personen,
maar met ruimte in cartouches, op banderolles of in de afsnede voor gegra
veerde namen en data, of met een op de kant gegraveerde inscriptie. In
Duitsland en in andere Europese landen kende men ook wel huwelijks-, doopen overlijdenspenningen die voor bepaalde personen speciaal gemaakt wer
den, maar dit gold alleen vorstelijke of hoogadellijke families. De traditie om bij
feesten of sterfgevallen in burgerlijke families een penning te laten maken of
een algemene penning met inscriptie te kopen, komt, met enkele uitzonderin
gen, alleen in de Nederlanden voor, waarbij Amsterdam een centrale plaats
inneemt. Uit teksten op de penningen zelf of uit archivalia blijkt dat de pen
ningen gegeven werden aan familieleden en goede vrienden die van het feest
getuige waren, en bij sterfgevallen aan dragers van de lijkbaar, of aan diakenen
die de lijkdienst verzorgden, misschien ook aan verwanten en vrienden als
herinnering.
In de eerste helft van de 17e eeuw dienen de meeste familiepenningen ter
herdenking van geboorte of doop, huwelijk en overlijden. In de tweede helft van
die eeuw hebben de overlijdenspenningen de overhand. In de 18e eeuw zijn dat
er veel minder, maar worden de meeste penningen gemaakt ter herdenking van
zilveren en gouden huwelijken. Bij de al genoemde familiegebeurtenissen ko
men dan nog verjaardagen. De traditie wordt in veel geringere mate in de 19e
eeuw nog voortgezet en heeft ook nog uitlopers in onze tijd. Sporadisch wor2

den nu nog wel eens penningen bij geboorte, huwelijk of huwelijksjubilea van
Nederlandse burgers gemaakt, maar meestal zijn dit familieleden of vrienden
van penningkunstenaars .
Gegevens over alle uit verzamelingen of uit de literatuur bekende familiepenningen, c. 1600 exemplaren, zijn bijeengebracht door Dr. A. J. Bemolt van
Loghum Slaterus, en deze zullen binnen zeer afzienbare tijd gepubliceerd
worden. Na bestudering en vergelijking van deze penningen heb ik kunnen
vaststellen, welke specifiek voor een bepaalde familie gemaakt zijn en welke als
al bestaand type bij de medailleur gekocht konden worden, waarna zij voorzien
werden van een gegraveerde tekst. Het blijkt nu, dat het aantal algemene familiepenningen meer dan V% bedraagt van het totaal van ruim 1600. Een aantal
types was al gepubliceerd: In zijn in 1943 verschenen " D e meesters der plaquette-penningen" behandelde J. W. Frederiks o.a. de algemene penningen
van Pieter van Abeele, Johannes Lutma en Wouter M u l l e r . In het Jaarboek
voor Munt- en Penningkunde van 1971/72 en 1973/74 zijn de algemene types
van de 18e eeuwse medailleurs Martinus en Johan George Holtzhey beschreven, waarbij verschillende stempelvarianten binnen die types gedentificeerd en
gedateerd konden w o r d e n . Er bleef echter nog een groot aantal types (46)
over, die gedeeltelijk nooit als algemeen onderkend zijn, omdat vergelijkingsmogelijkheden ontbraken. De types die wel als zodanig opgemerkt waren,
omdat veel exemplaren met verschillende namen en data bewaard gebleven
zijn, waren tot nu toe nooit grondig beschreven. In dit artikel wordt een poging
gedaan om de beide lacunes op te vullen.
In de tweede helft van de 17e eeuw zijn er, naast de bijzonder populaire algemene penningen van de bovengenoemde meesters der plaquettepenningen,
die nog tot ver in de 18e eeuw gecopieerd werden, maar enkele andere algemene types, van Jurriaan Pool en Christoffel Adolphi en van een paar onbekende zilversmeden die op de kant van hun penningen soms zilversmidsmerken
aanbrachten, b.v. een vijfhoek of een boompje. In het begin van de 18e eeuw
komt Jacob van Dishoecke met een algemene penning voor een zilveren huwelijk, dat blijkens het aantal bewaarde exemplaren velen aangesproken heeft.
Dan begint ook een onbekende Amsterdamse zilversmid, die als meesterteken
de letter B gebruikte, met een groot aantal algemene types, die hij voor een
gedeelte ontleende aan andere medailleurs, zoals Van Abeele, Wouter Muller
en de Duitse medailleur Philipp Heinrich Muller. Zijn gietvormen werden blijkbaar overgenomen door Cornelis Coutrier, want in de dertiger en veertiger jaren van de 18e eeuw komt diens zilversmidsmerk op dezelfde types v o o r .
Martinus Holtzhey begint in 1728 algemene familiepenningen te maken. Hij en
zijn zoon Johan George beheersen de markt gedurende de gehele 18e en het
begin van de 19e eeuw. Daarnaast maakte ook Nicolaas van Swinderen populaire algemene types en vanaf de zeventiger jaren van de 18e eeuw moeten
de algemene types van Johannes Michiel Lageman en diens zoon Hendrik een
geduchte concurrentie voor Johan George Holtzhey betekend hebben. Enkele
andere medailleurs, Adriaan van Baerll, Theodoor van Berckel en Carel Frederik Kons hebben ook wel eens algemene familiepenningen gemaakt. Misschien zouden bij nader onderzoek van de meest voorkomende types van Van
Dishoecke, Van Swinderen en Lageman ook variaties in de stempels g e c o n stateerd kunnen worden, zoals bij die van de Holtzheys. Zij werden over een
5

lange periode verkocht en het ligt voor de hand te veronderstellen dat de


stempels van tijd tot tijd vernieuwd werden.
Zoals hierboven al aangeduid is, kunnen familiepenningen als algemeen be
schouwd worden, wanneer geen enkel onderdeel van de gegoten of geslagen
voorstelling en tekst betrekking heeft op een bepaalde persoon of familie, ter
wijl daarentegen persoonlijke gegevens op diezelfde penningen door middel
van een gegraveerde inscriptie in een daartoe bestemde ruimte vermeld wor
den. Bij enkele types is geen ruimte op de penning gereserveerd, maar staan de
inscripties op de kant. Bijna altijd zijn verschillende exemplaren van hetzelfde
type met andere namen en data b e k e n d .
De motieven en symbolen op algemene penningen zijn voor een groot deel
stereotiep, maar soms wel op een originele manier gegroepeerd. Bij overlijdenspenningen komen vaak dezelfde symbolen van dood en vergankelijkheid
terug, zoals doodshoofden, beenderen, geraamten, zeisen. Op de algemene
penningen voor huwelijken, zilveren en gouden bruiloften, worden dikwijls
echtparen afgebeeld die elkaar de hand geven, meestal bij een altaar, of
vrouwen die een plengoffer op een altaar brengen. Brandende harten waren
ook zeer geliefd, evenals brandende fakkels, hoorns van overvloed, lauwer
kransen, olijf- en palmtakken en gedenkzuilen, vaak met het getal XXV voor
zilveren bruiloften of L voor gouden huwelijken er op. O p meer dan de helft van
deze penningen worden de afgebeelde figuren bestraald door licht dat schijnt
uit wolken, de naam van God in het Hebreeuws, een Alziend oog, de duif als
symbool van de Heilige Geest of uit het woord Felicitas. De betekenis van de
meeste symbolen en personificaties met hun attributen is duidelijk, omdat zij al
heel lang een bepaalde vaste betekenis hadden, zoals de hierboven genoemde
vergankelijkheidssymbolen, of de hoorns van overvloed en de brandende har
ten. Van andere, vooral van vrouwenfiguren zonder vaste attributen, wordt de
betekenis soms duidelijk uit de tekst op de penning, zoals de Vroomheid en de
Standvastigheid bij type 42 of de Dankbaarheid bij type 39. Ook zijn er van
enkele algemene 18e eeuwse penningen z.g. Verklaringen bewaard gebleven,
velletjes papier die door de medailleur bij de penningen geleverd werden en
waarop hij uitlegde wat hij met zijn symboliek bedoelde. Dit is het geval bij type
30, 35, 40, 43, 44 en 45, zodat wij nu b.v. weten dat een tempel op een rots in
dit speciale geval betekent dat de Deugd (een gevleugelde vrouw met een zon
op de borst en een speer in de hand) met een ware godsdienstigheid gepaard
moet gaan en dat zij aanhoudend beoefend moet worden. Achter de hierna
volgende beschrijvingen van 46 typen van algemene familiepenningen is een
register te vinden van alle personificaties, attributen en symbolen die daarop te
zien zijn, met een aanduiding, voor zover mogelijk, van de betekenis die zij
hadden, soms volgens de traditie, soms volgens mededeling op de penning of
in een Verklaring.
Geheel gegraveerde penningen zijn niet als algemeen beschouwd, ook al zijn
sommige naar een vaak gebruikt voorbeeld gemaakt en zien zij er op het eerste
gezicht als identiek aan andere gegraveerde penningen uit. Zij zijn toch alle
individueel gemaakt en er zijn altijd kleine verschillen in de uitvoering. Ook zijn
geen penningen opgenomen die voor een bepaalde persoon gemaakt zijn,
maar die incidenteel door kleine veranderingen in de stempel of gietvorm voor
een andere persoon geschikt gemaakt zijn. Vriendschapspenningen zijn niet tot
9

de familiepenningen gerekend, ook niet waar een penning, die door symboliek
en tekst duidelijk als vriendschapspenning bedoeld is, gebruikt is als verjaar
dagspenning. Aan de andere kant werden sommige algemene familiepenningen
ook gebruikt bij andere feestelijke gelegenheden, zoals een jubileum van een
beroepsuitoefening of een zakenjubileum. Dit geldt speciaal voor de algemene
types van vader en zoon Lageman. Hun symboliek was meestal, misschien
opzettelijk, zo nietszeggend, dat de penningen voor allerlei uiteenlopende
doeleinden gebruikt konden worden.
De 46 types zijn min of meer chronologisch geordend. Deze ordening is echter
zeer betrekkelijk, omdat algemene types vaak over lange perioden gebruikt zijn,
en de begin- en einddata vrijwel nooit bekend zijn. Veel penningen moeten
verloren gegaan zijn, of zijn nog niet ontdekt, en de datering kan dan ook ieder
ogenblik veranderen. Type 1 blijkt misschien later niet het oudste te zijn. 17e
eeuwse types duiken soms nog in de 18e eeuw op, en types van onbekende
medailleurs die nu alleen uit de 18e eeuw bekend zijn, zouden al in de 17e
eeuw ontstaan kunnen zijn.
Noten
1.
S. Wigersma Hzn., Familiepenningen, TMP 1909, p. 221-288
2.
Ook Paul S c h m i d , Die Deutsche Hochzeitsmedaille, Deutsches Jahrbuch fr Numismatik
1940-41,
p. 9-52, maakt o n d e r s c h e i d tussen Hochzeitsmedaillen en V e r m a h l u n g s m e d a i l l e n . De gegevens
over deze Duitse penningen zijn aan dit artikel ontleend
3.
Vele daarvan zijn te vinden in J . W. Frederiks, Dutch Silver II en III, Den Haag, 1958 en 1960. Zie
ook A. O. van Kerkwijk, Gegraveerde Nederlandsche Penningen, TMP 1909, p. 98-111
4.
J. W. Frederiks, D e Meesters der Plaquette-penningen,
A m s t e r d a m 1943, p. 16-22
5.
Vooral Niel Steenbergen heeft veel van dergelijke p e n n i n g e n gemaakt. De Koninklijke Begeer B.V.
te V o o r s c h o t e n verkoopt een serie algemene p e n n i n g e n , voor huwelijk, g e b o o r t e , of verjaardag.
In Frankrijk geeft de Monnaie te Parijs algemene h u w e l i j k s p e n n i n g e n uit, w a a r o p n a m e n en data
gegraveerd k u n n e n w o r d e n .
6.
Zie bij Van Abeele de nrs. 3 0 / 3 0 a , 3 1 / 3 1 a / 3 1 b , 3 2 / 3 2 a / 3 2 b , 3 4 / 3 4 a , 3 5 / 3 5 a , 3 6 / 3 6 a , 3 7 / 3 7 a ,
3 8 / 3 8 a , 3 9 / 3 9 a , 4 0 / 2 6 c ; bij Lutma de nrs. 1 6 / 1 6 a en 28a; bij Muller d e nrs. 1 8 / 1 8 c , 1 9 / 1 9 a ,
2 0 / 2 0 a / 2 0 b , 2 1 / 2 1 a , 22, 2 4 / 2 4 a
7.
G. van der Meer, De algemene familiepenningen van de Holtzhey's, J M P 1 9 7 1 / 7 2 , p. 101-141,
1 9 7 3 / 7 4 , p. 141-152 en p. 165-167
8.
Zie E. Voet Jr., Iets over keurteekens o p o u d e p e n n i n g e n , TMP 1910, p. 234, K. A. C i t r o e n ,
Amsterdamse
zilversmeden
en hun merken, A m s t e r d a m 1975, p. 200 en 209 en de in noot 7
g e n o e m d e artikelen resp. p. 113 en 141
9.
Tot nu toe is van type 15, 19, 24, 25 en 28 maar n exemplaar b e k e n d , maar deze typen voldoen
aan de andere criteria die voor algemene p e n n i n g e n gelden.

Type

1.

overlijden
Vz. Binnen een versierde rand, symbolen van vergankelijkheid: een
doodshoofd, zandloper, rol papier, walmend olielampje, kroon en
scepter, gezegelde dokumenten, vaas met drie bloemen, waarvan
twee met geknakte steel. Het doodshoofd rust op gekruiste been
deren, waarover een vel papier gelegd is met het opschrift " M e
mento m o r i " (gedenk te sterven). Links van de vaas de signatuur:
G. Pool fecit Amsteldam Anno 1655. Omschrift: Videte, vigilate, et orate. Mare. 13.33 (ziet, waakt en bidt, Marcus 13 vers 33).
Kz. In een cartouche, gevormd door twee samengebonden palm
takken, het opschrift: De schoonheyt, ryekdom, pracht,
vreught, konst en hoogheyts-roem, lae al wat werelt is,
vergaet gelyck een bloem. G.P. De uiteinden van de palm
takken vormen een kleine cartouche met ruimte voor een gegra
veerde inscriptie. Omschrift: Nescitts (sic) diem neque horam.
Math. 25.13 (gij weet de dag noch het uur, Mattheus 25 vers 13).
50 mm, geslagen, door Jurriaan Pool.
De vz. komt ook voor in combinatie met een gladde kz., waarop
een tekst gegraveerd is.

Type

2.

overlijden
Vz. Een landbouwer met een zeis aan het maaien. O p de achter
grond een landschap, links een huis. Langs de rand ruimte voor
een gegraveerde inscriptie.
Kz. Elia vaart ten hemel, zittend in een door twee paarden ge
trokken wagen, op een vuur uitstralende wolk. Hij heeft zijn mantel
afgeworpen, die door Elisa opgevangen wordt. O p de rand een
gegraveerde spreuk.
56 mm, gegoten, medailleur onbekend.
Van de vz. bestaat een ovale variant. Voor de voorstelling op de
kz., zie 2 Koningen 2, vers 11-13.

Type

3:

overlijden
Vz. Een naar links gewend doodshoofd, rustend op een sokkel,
waarop gegraveerd staat: De Doot Is, Een Inganck Ten Leven.
Erachter korenaren. Op het doodshoofd staat een walmend olie
lampje. Op de banderolle staat gegraveerd: Salig Sijn de Dooden
die In den Heere Sterven.
Kz. glad, met gegraveerde tekst.
53 x 47 mm, gegoten, medailleur onbekend.

Type

4:

overlijden
Vz. Uit een masker steken van onder en van boven aan weerszijden
kwabornamenten uit, die compartimentjes vormen waarin naam en
datum van overlijden gegraveerd kunnen worden. De bovenste
kwabornamenten eindigen in een opening waaruit bundels koren
aren tevoorschijn komen, die elkaar van boven kruisen. Het daar
tussen liggende compartiment wordt van boven afgesloten door

een klein maskertje. Deze twee kwabornamenten worden ieder


vastgehouden door een putto met een rokende fakkel in de hand.
Zij knielen op de gekrulde uiteinden van de onderste twee kwa
bornamenten.
Kz. Een bloeiend boompje, waarvan de top geknakt naar beneden
hangt. Daarboven een banderolle met ruimte voor een gegraveerde
spreuk.
58 mm, plaquettepenning, medailleur onbekend.
Type

5:

huwelijk of huwelijksjubileum
Vz. Een man en een vrouw geven elkaar de rechterhand. Boven
hen de lichtuitstralende naam van God in het Hebreeuws. Om
schrift: Praeside coelesti halitu luceque beatum (gelukkig door de
bescherming van hemelse geest en licht). In de afsnede C A .
Kz. Twee tortelduiven zitten op de uiteinden van rozen- en win
gerdtakken, die tot een krans samengevlochten zijn en bovenaan
achter twee brandende harten samenkomen. Omschrift: Bar-Chus
amygdalinis Lysae fit amabilis ulnis. Pace et Amore duo concrescunt (2 harten) in unum (door vrede en liefde groeien twee harten
tot een. De betekenis van het eerste deel van het omschrift is
duister).
48 mm, geslagen, door Christoffel Adolphi.
Een nagieting van de kz. komt ook voor in combinatie met de vz.
van Type 6 met meesterteken vijfhoek. Nagietingen van zowel de
vz. als de kz. komen in de 18e eeuw voor in combinatie met een
gladde achterkant met gegraveerde tekst, gemerkt door de A m
sterdamse meester " B " . De signatuur op de vz. is daar verdwenen,
evenals de naam van God.

Type

6:

huwelijk of huwelijksjubileum
Vz. Een vrouw, zittend naast twee zwanen (Venus) houdt in haar
linkerhand een brandend hart omhoog. Aan haar knie leunt Cupi
do, die op een brandend altaar wijst. Omschrift: Een hart dat reyne
liefde draagt (bloem) is d'offerhandt die my behaagt (variant van
een penning van P. van Abeele, Frederiks afb. 47).
Kz. Twee naar elkaar toegewende brandende harten leunen tegen
een gekruiste brandende fakkel en rozentak, bestraald door een
zon, binnen een omlijsting gevormd door een korenaar. Omschrift:
Geen Sonnestraal of Fackel vier soo brand als Herten Trouw ve
reent door liefde-band.
48 mm, gegoten, medailleur onbekend.
De vz. komt ook voor in combinatie met de kz. van Type 5, met een
vijfhoek als zilversmidsmerk op de kant, en met een variant van de
vz. van Type 26, ook met een vijfhoek op de kant.

Type

7:

huwelijk
Vz. Een boom, gevormd uit twee bomen, waarvan de stammen in
eengekronkeld zijn. Twee putti, een palmtak in de linkerhand,

houden een krans boven de boom. Daarboven een duif, omringd


door stralen, links een zon, rechts een maan. Het geheel binnen
een krans van korenaren en palmtakken. Omschrift: Ecce cohaerebunt socialiaq: arctius Ibunt, foedera si coelo nos patiamur agi
(zie het huwelijksverbond zal vaster aaneengesloten blijven als wij
ons door de hemel laten leiden).
Kz. In een krans van wingerdranken en druiventrossen het vol
gende vers: Dus maeckt en strengelt God, twe (sic) stammen door
de trou. Tot eene vruchtb're boom, en kroont' er met syn
zegen. Het wyf leeft door de man, de man leeft door de vrou.
Zo wordt d'onsterflikheyt, op 't bruilofsbed verkregen. C'
Adolphi f.
64 mm, geslagen, door Christoffel Adolphi.
Een variant van dit type heeft een diameter van 60 mm, terwijl de
duif op de vz. en de signatuur op de kz. ontbreken.
Type

8:

zilveren huwelijk
Vz. Een gevleugelde man met een zandloper op het hoofd staat
gereed om met zijn zeis een zuil om te gooien, waarop het getal
XXV en twee elkaar drukkende handen zijn afgebeeld. Cupido, in
de lucht zwevend, houdt de zeis tegen. Op de achtergrond, achter
een vijver met zwanen, een zuil met het getal L. Rechts staan
olijfbomen. Bovenaan komen zonnestralen uit wolken. In de af
snede de signatuur: I. v. Dishoecke F.
Kz. Onder drie sterren, de middelste tussen twee punten, het vol
gende vers: Dees zuyl en t'saam gevloghte handen, Voor vyf
en twintig iaar gevest. Syn even vast: door liefdens banden,
Schoon dat de tydt hun dreygt op't lest, Godt laat, die 't silver
feest nu geven, Gezegent, 't goude ook beleven. Daaronder
een ster tussen twee punten.
49 mm, geslagen, door Jacob van Dishoecke.

Type

9:

zilveren huwelijk.
Vz. Een zittende gekroonde vrouw, in haar linkerhand een hoorn
van overvloed, houdt met haar rechterhand twee kransen boven
een altaar, versierd met een guirlande, waarop twee brandende
harten staan. Links van haar staat een pauw. In de afsnede het
opschrift: Praemia amoris. De hele voorstelling is omgeven door
een slangerond.
Kz. De bij iedere gelegenheid in de gietvorm veranderde of ge
graveerde wapenschilden van het echtpaar in kwestie, bovenaan
schuin naar elkaar toegewend, in rolwerkcartouches. Daaronder
een gedrapeerde doek, versierd met loofwerk, met ruimte voor een
gegraveerde inscriptie. Onderaan een loofwerk compartiment met
ruimte voor een gegraveerde datum of inscriptie (vgl. type 12).
70 mm, of binnen een rand met een lauwerkrans 81 mm, plaquet
tepenning door de Amsterdamse meester " B " (zilversmidsmerk op
de kant van de penningen).

De vrouw bij het altaar is waarschijnlijk Juno (attribuut pauw).


Type 10:

zilveren of gouden huwelijk.


Vz. Onder een wijnstok met druiventrossen die zich om een boom
heenslingert, staan een man en een vrouw die elkaar de rechter
hand reiken en in hun linkerhand ieder een hart vasthouden. Hun
rechterhanden zijn samengebonden door een ketting met hangslot.
Onder hun voeten liggen twee monsters. Het ene rukt zich zijn
eigen hart uit (de Afgunst), het andere heeft een masker op (de
Boosaardigheid). Eromheen een gladde rand met ruimte voor de
gegraveerde inscriptie. Dit is een bewerkte nagieting van de vz. van
de penning van P. H. Muller (vgl. Deutsches Jahrbuch fr Numismatik 3 / 4 (1940-41), p. 35, PI. 6, 28).
Kz. Twee putti houden een gedrapeerde doek vast, waarop een
tekst gegraveerd is. Van deze kz. bestaan verscheidene varianten,
die verschillen vertonen in uitvoering en formaat (zie b.v. de variant
genoemd onder type 21 en de kz. van type 22).
54 mm, gegoten, gemerkt door de Amsterdamse meester " B " , na
ca. 1730 overgenomen door Cornelis Coutrier (zilversmidsmerken
op de kant). Komt ook voor met een smallere gladde rand op de vz.
en met gladde kz., met gegraveerde tekst, 52 mm, en zonder rand,
47 mm.
Een nagieting van de gehele penning van P. H. Muller, met op de
kant gegraveerde namen en data, komt voor met het merk van
Coutrier.

Type 1 1 :

zilveren huwelijk.
Vz. Een vrouw zit geleund tegen een begroeid rotsblok. In de lin
kerhand houdt zij een olijftak, met de rechter brengt zij een
plengoffer op een brandend altaar, waarop een kraanvogel met een
steen in zijn klauw afgebeeld staat. Links van haar ligt een hoorn
van overvloed op de grond.
Zij wordt bestraald door licht dat van een oog uitgaat.
70 mm, gegoten plaquette, door de Amsterdamse meester " B " , na
ca. 1730 overgenomen door Cornelis Coutrier (zilversmidsmerken
op de kant).
Deze vz. komt voor in combinatie met verschillende keerzijden, die
als aparte typen behandeld worden (type 12 en 13), en met een
gladde kz. met gegraveerde tekst.
De vrouw die een plengoffer brengt personifieert waarschijnlijk de
Dankbaarheid of de Liefde.

Type 12:

zilveren huwelijk
Vz. type 11
Kz. De bij iedere gelegenheid in de gietvorm veranderde of ge
graveerde wapenschilden van het echtpaar in kwestie, bovenaan
schuin naar elkaar toegewend, in rolwerkcartouches. Daaronder
een gedrapeerde doek met ruimte voor een gegraveerde inscriptie.

Onderaan een door rolwerk omgeven klein compartiment met ge


graveerde datum. Variant van de kz. van type 9.
70 mm, gegoten plaquette, door de Amsterdamse meester " B " , na
ca. 1730 overgenomen door Cornelis Coutrier (zilversmidsmerken
op de kant).
Type 13:

zilveren huwelijk
Vz. type 11
Kz. Twee in de lucht zwevende putti geven elkaar de rechterhand
en houden met de linkerhand een lauwerkrans boven een gedra
peerde doek, met ruimte voor een gegraveerde inscriptie. Daar
onder een door rolwerk omgeven klein compartiment met gegra
veerde datum of wapens.
70 mm, gegoten plaquette, door de Amsterdamse meester " B " , na
ca. 1730 overgenomen door Cornelis Coutrier (zilversmidsmerken
op de kant).

Type 14:

overlijden
Vz. Twee gekroonde lege wapenschilden, waarop wapens of een
tekst gegraveerd zijn, verbonden door een lint, dat vastgehouden
wordt door een uit wolken komende hand. Daaronder een cartou
che met gegraveerde inscriptie.
Kz. Een zon bestraalt een vol in het blad staande boom. Daarnaast
een verdorde boom die door een skelet (de Dood) wordt omge
trokken. Eronder een doek met gegraveerde inscriptie.
69 mm, gegoten plaquettepenning, medailleur onbekend.
Van de vz. bestaat een variant met, in plaats van de twee wapen
schilden, vijf lege wapenschilden, aan linten opgehangen aan een
doek, waarboven een krans van bladeren. Van de kz. bestaat een
ovale variant, gecombineerd met een vz. van type 20.

Type 15:

overlijden
Vz. Een overledene met een lauwerkrans om het hoofd, ligt opge
baard bij een brandend altaar met het hoofd naar rechts. Bij het
hoofdeinde staat een engel met in plaats van een hoofd, een
stralende zon, in de rechterhand een kelk, in de linker een slangerond en een palmtak. Bij het voeteneind staat een vrouw met een
doek over het hoofd. Zij draagt een mantel met een rand waarop in
Hebreeuwse letters een onbekende woord staat. In haar linkerhand
houdt zij een gevleugeld brandend hart o m h o o g , in haar rechter
hand een geopend boek met twee sloten. Aan haar rechterarm
hangt een wierookvat, in de kromming van haar arm leunt een
lange stok, eindigend in een kruis, waaraan een wimpel hangt met
in het Grieks de woorden Het Nieuwe Testament. Op de achter
grond springen monsters uit de hel naar boven. De twee figuren
worden bestraald door licht dat uit de naam Jahwe in Hebreeuwse
letters komt. Aan weerszijden van die naam de woorden Soon geev
mij Uw hert. In stralen een banderolle met de tekst: Gy hebt den

boose verwo(nnen). Onder de stralen een lauwerkrans. Onder de


overledene de tekst: Zy rusten onder 't autaar Godts. Daaronder
een cartouche met aan weerszijden een engelenkopje, met ruimte
voor een gegraveerde tekst.
Kz. Twee geraamten, het linkse met een zeis, het rechtse met een
uitgedoofde fakkel, houden door elkaar gevlochten bazuinen vast,
waarop zij blazen, en vormen daarmee een cartouche met ruimte
voor een lange gegraveerde tekst. Onder de cartouche een ge
lauwerd doodshoofd, rustend op twee gekruiste beenderen,
erachter bundels korenaren, gemodelleerd op de achtergrond van
een rolwerkcartouche.
79 x 68 mm, plaquettepenning, medailleur onbekend.
De betekenis van de vrouwenfiguren is niet duidelijk.
Type 16:

Type 17:

zilveren huwelijk
Vz. Links een ronde tempel, geplaatst op een verhoging, waarop
drie vrouwen zitten, resp. met een anker, een kruis en 3 kinderen.
Rechts zitten onder een dadelpalm, verstrengeld met een wijnstok,
een man een een vrouw die elkaar de rechterhand geven. De
vrouw biedt de man een hart (?) aan. De takken van de boom
worden samengebonden door een ketting die eindigt in een
hangslot en die vastgehouden wordt door een hand die uit de
wolken tevoorschijn komt. In de wolken een zon en een maan. Van
achter de wolken komen zonnestralen. In de lucht vliegt een putto
die een hoorn van overvloed leegstort en een duif met een olijftak.
Op de achtergrond een obelisk en daarachter een stad. Op de
voorgrond een haan en een hen, een zeis, een schop en juk en een
Cupido met pijlen in de hand, die een leeuw aan een leiband houdt.
Daarachter een man die een spade in de grond steekt.
73 mm, of binnen een lauwerkrans, 81 mm, gegoten plaquette,
door de Amsterdamse meester " B " , na ca. 1730 overgenomen
door Cornelis Coutrier (zilversmidsmerken op de kant).
Deze vz. komt meestal voor in combinatie met een gladde kz. met
gegraveerde tekst, maar soms met verschillende algemene keer
zijden, die als aparte typen behandeld worden (type 17 en 18).
Pieter Langendijk geeft in Gedichten III, p. 308 uitleg van de sym
boliek op deze penning, toegespitst op een bepaald echtpaar.
zilveren huwelijk
Vz. type 16.
Kz. Een leeg mannelijk en vrouwelijk wapenschild, waarin de wa
pens van de echtgenoten gegraveerd zijn, rusten op een schild
waarover een gedrapeerde doek hangt. Op het schild een gegra
veerde tekst. Daaronder een door rolwerk omgeven compartiment
met gegraveerde inscriptie.
73 mm, of binnen een lauwerkrans, 81 mm, gegoten plaquette,
door de Amsterdamse meester " B " , na ca. 1730 overgenomen
door Cornelis Coutrier (zilversmidsmerken op de kant).

Type 18:

zilveren huwelijk
Vz. type 16.
Kz. Een aan de bovenhoeken opgehangen vierkant doek, waarop
ruimte is voor een inscriptie, wordt omgeven door vier gevleugelde
engelenkopjes in de segmenten. Eromheen een gladde rand met
ruimte voor een inscriptie.
81 mm, gegoten plaquette, door de Amsterdamse meester " B " ,
naar Pieter van Abeele (vgl. Frederiks afb. 61) mogelijk later over
genomen door Cornelis Coutrier (zilversmidsmerk van B op nu
bekende exemplaren op de kant).

Type 19:

zilveren huwelijk
Vz. Een vrouw in antieke kledij, een doek over het hoofd, leegt een
offerschaal op een altaar, versierd met een kraanvogel, die een
steen in zijn klauw vasthoudt. Op het altaar staan twee brandende
harten. Met haar linkerhand houdt zij een lauwertak omhoog. O p
de achtergrond schepen. Zij wordt bestraald door licht dat uit de
hemel komt. Binnen de rand een band met ruimte voor gegra
veerde namen.
Kz. De (bij iedere gelegenheid in de gietvorm veranderde) wapen
schilden van het echtpaar in kwestie, verbonden door een lint.
Daarboven twee gekruiste palmtakken, gestoken door een lau
werkrans. Daaronder een bord of schild versierd met rolwerk en
loofwerk en met een guirlande, waarop ruimte is voor een gegra
veerde inscriptie.
70 mm, gegoten, door de Amsterdamse meester " B " , mogelijk later
overgenomen door C. Coutrier (zilversmidsmerk van B op de kant).
De vrouw kan Dankbaarheid, Godsdienst of Vroomheid personi
firen.

Type 20:

overlijden
Vz. Op een sarcophaag ligt een dode opgebaard met het hoofd
naar links. Op de voorkant van de sarcophaag een cartouche met
ruimte voor een inscriptie, aan weerszijden ruggelings vastgehou
den door geraamten. Boven de overledene zweven twee putti die
op bazuinen blazen en die aan linten een banderolle vasthouden
waarop een Bijbeltekst gegraveerd staat.
Kz. Twee geraamten, het linker met een zeis, het rechter met een
uitdovende fakkel, houden een schild gevormd door beenderen
vast, met ruimte voor een gegraveerde inscriptie of wapen. Daar
bovenop staat een gevleugelde zandloper. De geraamten en het
schild staan op de vleugels van een kleine cartouche met ruimte
voor een gegraveerde inscriptie.
73 x 66 mm, plaquettepenning, door de Amsterdamse meester
" B " , mogelijk later overgenomen door Cornelis Coutrier (zilvers
midsmerk van B op de kant).
Vgl. Frederiks afb. 155/156.

De vz. komt ook voor in combinatie met een ovale versie van type
14.
Type 2 1 :

zilveren huwelijk
Vz. Een man en een vrouw reiken elkaar de linkerhand en houden
in hun rechterhand samen een brandend hart vast boven een
brandend altaar. Boven hen een duif (de Heilige Geest) die licht op
hen afstraalt. Eromheen een gladde binnenrand met ruimte voor
een gegraveerde inscriptie.
Kz. In een rolwerkcartouche, bovenaan eindigend in een engelenkopje, ruimte voor een gegraveerde inscriptie.
55 mm, plaquette penning, door de Amsterdamse meester " B " , na
ca. 1730 overgenomen door Cornelis Coutrier (zilversmidsmerken
op de kant). Een variant van de vz. zonder altaar komt voor in
combinatie met een kz. van type 10. Ook de buitenrand ontbreekt
daar, zodat het formaat kleiner is, nl. 50 mm. De figuren van de
man en de vrouw zijn sterk genspireerd door die op de vz. van type
10.

Type 22:

zilveren huwelijk
Vz. Rechts staat een echtpaar, dat elkaar de rechterhand geeft,
onder een palmboom. Boven hen zweeft een gevleugelde putto die
boven het hoofd van elk van hen een krans houdt. In het midden
een brandend altaar waarop Cupido een plengoffer brengt. Aan de
voet daarvan een gevleugde putto bij een rokend wierookvat. Links
een groot gebouw. In de wolken Juno met twee pauwen.
Kz. Een variant van de kz. van type 10.
51 mm, gegoten, door Cornelis Coutrier, mogelijk ook eerder door
de Amsterdamse meester " B " (zilversmidsmerk van Coutrier op de
kant).

Type 23:

overlijden
Vz. Niet-algemeen (de naamheilige van de overledene).
Kz. In een cartouche, gevormd door twee korenaren, die onderaan
door een lint verbonden zijn, een gegraveerde inscriptie. Erboven
een gelauwerd doodshoofd, rustend op twee gekruiste doodsbeenderen.
33 x 26 mm, of in een rand gevormd door een lauwerkrans 40 x
34 mm, gegoten, medailleur onbekend.

Type 24:

overlijden
Vz. Twee putti, de linker met een bazuin in de rechterhand, de
rechtse putto met een fakkel, houden een cartouche van kwabachtig rolwerk vast, waarbinnen ruimte is voor een gegraveerde
inscriptie. Erboven een doodshoofd rustend op twee gekruiste
doodsbeenderen, een zeis en een rokende fakkel, eronder een
gevleugelde zandloper. Op de rand ruimte voor een gegraveerde
inscriptie.

Kz. (misschien niet-algemeen). Onder een opstijgende adelaar


(misschien een familiewapen), een cartouche, van onderen afge
sloten door een gestyleerde vleermuis. Binnen de cartouche en
langs de rand ruimte voor een gegraveerde inscriptie.
56 mm, gegoten, medailleur onbekend.
Elementen van voor- en keerzijde zijn ontleend aan een algemeen
type van Wouter Muller, vgl. Frederiks, afb. 154.
Type 25:

verjaardag
Vz. Een oude gevleugelde man met een zeis zweeft op een wolk. In
zijn rechterhand houdt hij een slangerond o m h o o g , waarin de
leeftijd van degene die verjaart gegraveerd kan worden. Op de
achtergrond een stad.
49 mm, gegoten, door Cornelis Coutrier (zilversmidsmerk op de
kant).
Deze vz. komt voor in combinatie met een gladde kz. met gegra
veerde tekst. Coutrier heeft de figuur van de Tijd op de wolken
ontleend (exact gecopieerd of gedeeltelijk nagegoten) aan een
penning van P. H. Muller uit 1700, gemaakt n.a.v.de aanvang van
een nieuwe eeuw.

Type 26:

huwelijk of huwelijksjubileum
Vz. Op een begroeide ondergrond een klokhen met kuikens om
zich heen. Achter haar een boompje, boven haar een stralende
zon. Omschrift: De klokhen mint haar kiekens seer doch ick mijn
liefste noch veel meer.
Kz. In een cartouche gevormd door twee banderolles, twee bran
dende, door een koord aan elkaar verbonden harten. Daarboven
worden de uiteinden van de banderolles vastgehouden door twee
elkaar drukkende handen, waarboven licht uitstralende wolken.
Omschrift: Reyne herten ende handen zyn onverbrekelyke banden.
38 mm, geslagen, medailleur onbekend.
Er bestaan ook varianten van 40 mm, en, met rand, van 47 mm, de
laatste in combinatie met de vz. van Type 6, met verschillende zilversmidsmerken op de kant.

Type 27:

overlijden
Vz. Een (doods)engel, in de rechterhand een sikkel, in de linker
hand een roos, vliegt naar een lichtuitstralende wolk. Op een be
groeide grond daaronder een rozenstruik, van zijn bloem beroofd.
Omschrift: Mors vestibulum vitae. (de Dood is een ingang ten
leven). In de afsnede: Dishoecke.fec.
28 mm, geslagen, door Jacob van Dishoecke, naar het voorbeeld
van een penning door J. Smeltzing uit 1683 (vgl. Dirks, P.R. II,
1902).
Deze vz. komt voor in combinatie met een niet-algemene kz.

Type 28:

huwelijk
Vz. Aan een juk hangen links twee gebakerde kinderen en rechts
een bliksem(?) (volgens het vers op de kz. symbolen van resp.
geluk en ongeluk). Op het juk zitten twee tortelduiven. Daaronder
een ring, waardoor kruiselings twee brandende fakkels gestoken
zijn. Op het kruispunt twee brandende harten, verbonden door een
lint. Omschrift: Beter te trouwen dan te branden.
Kz. Twee naar elkaar toegebogen palmtakken, onderaan verbon
den door een lint, vormen een cartouche. Om de stam van de linkertak een kroon en scepter. Om de rechtertak slingert zich een
bebladerde stengel als een liaan. Binnen de cartouche het vol
gende vers: Daar 't hart van man en vrouw, Gebonden in de trou,
In vaste liefden brand:, Daar draagtme(n) als aan een juk,
Geluk, en ongeluk, Stand vastig, met verstand: Daar leeft men
voor en na, Als 't duifje, met haar ga.
49 mm, geslagen, door Nicolaas Chevalier (toeschrijving op grond
van zijn verkoopcatalogus van 1696, p. 45-6).
De tekst op de vz. is ontleend aan 1 Cor. 7, vers 9.

Type 29:

overlijden
Vz. Een gelauwerd doodshoofd rust op twee gekruiste doods
beenderen. Daaronder een rolwerkcartouche, waarin een hart
tussen twee doorboorde handen en twee doorboorde voeten.
34 x 26 mm, (ovaal), gegoten, medailleur onbekend.
Deze vz. komt voor in combinatie met een gladde kz. met gegra
veerde tekst.

Type 30:

zilveren of (vz.) gouden huwelijk


Bij een brandend altaar geven een man en een vrouw elkaar de
rechterhand. Zij worden bestraald door licht dat uitgaat van het
woord FEL(icitas) = geluk, boven hun hoofden. Met de linkerhand
brengen zij een plengoffer. Op de voorkant van het altaar, versierd
met twee tortelduiven, is ruimte voor een gegraveerd Romeins cij
fer ter aanduiding van een zilveren of gouden huwelijk. Links drie
korenaren, waarvan een geknakt, en een zuil, rechts drie palmbo
men. Omschrift: Gode zy al-leen de eere. In de afsnede: Offer der
dankbaarheid. Op de balk van de afsnede: A. van Baerll Fee.
Kz. Een zuil in zee, waarop twee brandende harten, wordt door
twee handen versierd met een klimopkrans. Omschrift: Door
Liefde en Trouw. In de afsnede: ter zilveren bruilofte van, en
daaronder ruimte voor gegraveerde namen en datum.
61 mm, geslagen, door Adriaan van Baerll.
De vz. is oorspronkelijk in 1778 gemaakt voor een gouden huwelijk
van een bepaald echtpaar. De geknakte korenaar is een gestorven
kind, de andere twee aren de overlevende kinderen. In hetzelfde
jaar en ook later is de vz. gecombineerd met een algemene kz. voor
andere echtparen bij zilveren huwelijken gebruikt. Volgens een
Verklaring van de medailleur betekenen de palmbomen de frisheid,

gezondheid en blijheid van de bruid en de zuil in zee op de kz. de


liefde die de tijd tart.
Type 3 1 :

zilveren huwelijk
Vz. Boven een met lofwerk en met een guirlande versierd altaar,
waarop twee brandende harten staan, geven een man en een
vrouw elkaar de rechterhand. Boven hen zweeft een engel, die
lauwerkransen boven hun hoofden houdt, en daarboven straalt een
zon op hen neer. Links op de achtergrond een met een guirlande
bekranste obelisk, waarop een slangerond om het Romeinse cijfer
L. Ervoor twee tortelduiven. Rechts op de achtergrond een ge
vleugelde man met een zeis in de rechter-, en een brandende, naar
beneden gehouden fakkel in de linkerhand. In de afsnede: N:V:
Swinderen F:
Kz. Onder een leeg mannelijk en vrouwelijk wapenschild, waarin de
wapens van de echtgenoten of hun initialen gegraveerd kunnen
worden, het volgende vers: Uw echt voltrok in 's hemels gunst. Een
kring van vyf en twintigh jaren Nu koomt, vereende Twee, de
Kunst Met recht in zilver dit verklaren Metael, dat van uw
blanke trou Een zuivre schets verstrekken w o u . N.V.S. Fee.
Daaronder een cartouche met ruimte voor gegraveerde namen en
data, en het Romeinse cijfer XXV.
55 mm, geslagen, door Nicolaas van Swinderen.

Type 32:

zilveren huwelijk
Vz. Bij een met rolwerk en een guirlande versierd altaar geeft een
echtpaar elkaar de rechterhand. Achter de man staat een gevleu
gelde man met een zeis, die twee op het altaar staande harten in
brand steekt met een fakkel. Rechts op de achtergrond een obe
lisk. Bovenaan een lichtuitstralend oog. In de afsnede: N V . Swin
deren F.
Kz. In een cartouche het Romeinse cijfer XXV. Daaronder het vol
gende vers: De kunst beelt dus in zilver af, Wat blyk van gunst de
hemel gaf Aen een gansch mildt gezegent Paer, Gehuwt voor
vyf en twintigh jaer. Hoe streelt de vreugt hun kuisch gemoet Vol
hoops ook zelfs naer betr goet, Bestendigh heil, dat, hier verbeit,
Omhoog oneindig is bereit. Daaronder een leeg mannelijk en
vrouwelijk wapenschild, waarop de wapens van de echtgenoten
gegraveerd kunnen worden, rustend op een gekruiste palm- en
olijftak.
49 mm, geslagen, door Nicolaas van Swinderen.

Type 33:

zilveren huwelijk
Vz. Variant van Type 32. Het altaar heeft nu een geprofileerde
versiering. Het echtpaar wordt bestraald door licht uit een wolk.
Kz. Twee putti houden een gekroonde cartouche vast, waarin het
Romeinse cijfer XXV staat. Daaronder hetzelfde vers als bij Type
3 1 : Uw echt voltrok in 's hemels gunst, etc. Daaronder door een lint

verbonden lege mannelijke en vrouwelijke wapenschilden, waarin


de wapens van de echtgenoten gegraveerd kunnen worden.
44 mm, geslagen, door Nicolaas van Swinderen.
Type 34:

zilveren huwelijk
Vz. Een putto biedt knielend een schaal gevuld met bloemen en
vruchten aan een zittende vrouw aan. Haar naast haar staande
man houdt haar rechterarm vast. Achter hen een engel met een
brandende fakkel. Omschrift: De liefde staat: schoon 't al vergaat.
In de afsnede: C. F. Konse Fe.
Kz. Een lint verbindt een leeg mannelijk en vrouwelijk wapenschild
in cartouches gevat, waarop de wapens van de echtgenoten ge
graveerd kunnen worden. Door de cartouches zijn een brandende
fakkel en een olijftak gestoken. Daaronder een gedrapeerde doek
met ruimte voor een gegraveerde inscriptie.
40 mm, geslagen, door Carel Frederlk Kons.
Aan het einde van de 18e eeuw is deze penning ook voor een
verjaardag gebruikt.

Type 35.

zilveren huwelijk
Vz. Een vrouw houdt in haar rechterhand een weegschaal en in
haar linkerhand een olijftak boven twee tortelduiven. Zij vertrapt
een slang die naast een masker op de grond ligt (arglist en
onoprechtheid). Op een banderolle het omschrift: Pax ut Jus et
Amor semper stent det Deus (God moge geven dat Vrede evenals
Recht en Liefde altijd stand zullen houden). In de afsnede: His integris concordia vigebit (zolang deze bewaard worden, zal de
eendracht bloeien). Daaronder de signatuur: I. M. Lageman.
Kz. Bovenaan een kraanvogel, die op een ploeg staat en in zijn
linkerpoot een steen vasthoudt. Daaronder het volgende vers: Daar
vreden is, daar ziet Men allerhanden zegen, Daar wert de
ondeugt steets gekerkert en geboeit, Daar wert door nyvere
zorg den Overvloet verkregen, Terwyl de Liefde en Eendragt
dagelyks groeit. Daaronder een anker, rustend op het snijpunt
van gekruiste korenaren. Links daarvan de eerste 2 cijfers van het
jaartal, terwijl rechts ruimte is voor de ingeponste of gegraveerde
twee laatste cijfers van het jaartal.
44 mm, geslagen, door Johannes Michiel Lageman.
Volgens een Verklaring van de medailleur stelt de vrouw de Vrede
voor in zuiver wit kleed, de slang die zij vertrapt de arglist, en het
masker het bedrog. De combinatie van kraanvogel met ploeg be
tekent zorg der arbeid, die van anker met korenaren hoop op meer
zegen. Waarschijnlijk zijn de stempels van dit veel voorkomende
type in de loop der jaren vernieuwd. Behalve voor zilveren huwe
lijken is dit type ook enkele keren gebruikt ter herinnering aan een
verloving en een keer voor een geboorte. Ook heeft een min een
dergelijke penning aan haar voedsterllnge gegeven, blijkens de
gegraveerde inscriptie.

Type 36:

zilveren huwelijk
Vz. Een vrouw, knielend bij een altaar, versierd met een guirlande
en een slangerond, waarin het getal 25 staat. Op het altaar twee
brandende harten, links ervan een hoorn van overvloed, rechts een
ooievaar. Achter de vrouw een zuil, versierd met een olijftak,
brandende harten, twee tortelduifjes en een hoorn van overvloed,
erbovenop een stralenschietend slangerond. Een anker staat er
tegenaan geleund. De vrouw wordt bestraald door Licht uit de
wolken. In de afsnede: Aan de Voorzienigheid, en de signatuur
Lageman.
Kz. Op een gedrapeerde doek, ruimte voor de gegraveerde namen
van het echtpaar. Daaronder het volgende vers: Een blyde erinnering hoe een oprechte trouw bekroond wierd door den echt
voor vijfentwintig jaaren deed dit gedenkstuk slaan; terwyl t'
getuygen zou van onze Dankbaarheid, voor dit gelukkig
paaren. Onderaan twee gekruiste palmtakken, waartussen ruimte is
voor een gegraveerd of ingeponst jaartal.
44 mm, door Johannes Michiel Lageman.
De vrouw stelt waarschijnlijk de Vroomheid of de Dankbaarheid
voor. De kz. komt ook voor in combinatie met de vz. van type 37.

Type 37:

zilveren huwelijk
Vz. Bij een brandend altaar, aan de voorkant versierd met het getal
25 binnen een ovale omlijsting en twee brandende harten rustend
op twee gekruiste takjes, staan een man en een vrouw. De man
slaat in dankbare houding de ogen ten hemel, van waaruit licht op
hen neerstraalt, de vrouw brengt een plengoffer op het altaar,
waartegen een mercuriusstaf en een hoorn van overvloed geleund
staan. Achter de man een ooievaar en een anker, rechts pakken
papier (?) en op de achtergrond een molen. In de afsnede: Met
waare dankbaarheid. Daaronder Lageman F:
44 mm, geslagen, door Johannes Michiel of Hendrik Lageman.
Deze vz. komt voor in combinatie met de kz. van type 36 en met
niet-algemene keerzijden. De penning is oorspronkelijk gemaakt
voor het zilveren huwelijk van een houthandelaar, vandaar de
pakketten en de molen, die overigens niet opvallen, maar later is de
vz. ook voor anderen gebruikt.

Type 38:

gouden of zilveren huwelijk


Vz. Een vrouw brengt een plengoffer op een brandend altaar. Voor
haar staat een man met een wierookvat. Links een zuil waarop het
getal 50 of 25 gegraveerd staat. Erbovenop twee brandende har
ten, verbonden door een lint. Tegen de zuil aan ligt een hoorn van
overvloed. Tussen de zuil en het altaar staat een ooievaar. Uit de
wolken straalt licht op het echtpaar neer. Boven de wolken een oog
(het Alziend Oog). Onder het altaar de signatuur Lageman F.
44 mm, geslagen, door Johannes Michiel of Hendrik Lageman.
Deze voorzijde komt voor in combinatie met een niet-algemene
keerzijde.

Type 39:

zilveren huwelijk
Vz. Een vrouw knielt voor een brandend altaar dat versierd is met
een guirlande en een slangerond, waarbinnen ruimte is voor een
gegraveerd getal. In haar rechterhand houdt zij een offerschaal, in
haar linkerhand een brandend hart, voor en naast haar liggen een
wierookvat, een anker en een kruis. Links van het altaar staat een
ooievaar. Boven haar een oog, waaruit licht op haar neerstraalt. Op
een banderolle het omschrift: Pro praestitis Deo solvamus gratias
(voor het verleende brengen wij dank aan God). In de afsnede:
Majora precantis (sic) beneficia (biddend om grotere zegenin
gen). Daaronder de signatuur: I. M. Lageman. Op de balk van de
afsnede: T.V.B.
Kz. Een Phoenix die uit de vlammen oprijst. Daaronder het vol
gende vers: Een hert, dat dankbaar is, moet als een offer bran
den, tot Godt, die welvaart heeft en voorspoedt in de handen.
Betoont U dankbaar aan de bronn' van allen zegen, opdat
steeds gunst en heil u by blyve op Uw wegen.
Onderaan een banderolle waarop de namen van het echtpaar ge
graveerd kunnen worden, en de eerste helft van het jaartal, met
ruimte voor het graveren van de tweede helft.
38 mm, geslagen, door Theodoor van Berckel en Johannes Michiel
Lageman.
Waarschijnlijk zijn de stempels van dit veel voorkomende type in de
loop der jaren vernieuwd. Het is ook enkele malen gebruikt bij
andere gelegenheden, zoals huwelijk, gouden huwelijk en verjaar
dag.

Type 40:

zilveren huwelijk
Vz. Een gevleugelde man, op het hoofd een zandloper, in de lin
kerhand een zeis, om de arm een slangerond schrijft een getal
(gegraveerd) op een gedenkteken. Op de grond liggen kisten en
pakken met koopwaar en een hoorn van overvloed, waaruit een
kroon, geld, parels en bloemen rollen. Op de achtergrond een
ploegende boer. Omschrift op een banderolle: Utilitas temporis
(nuttigheid van de tijd). Op de balk van de afsnede: I. M. Lageman.
Kz. In een segment, gevormd door een kruiselings geplaatste
Mercuriusstaf en een omkranste knots, ligt een Mercuriushoed.
Daaronder het volgende vers: De vlugge Tyt die ons vertoont
hoe zorg en vlyt den arbyt loont hoe overvloet en s' Hemels
zegen door deugt en yver wert verkreegen Terwyl aan de
verleeden tyt de Herdenkenis wert toegewyt. Onderaan een
festoen en de eerste cijfers van het jaartal met ruimte voor het
graveren van de tweede helft.
34 mm, geslagen, door Johannes Michiel Lageman.
Volgens een Verklaring van de medailleur stelt de koopwaar en de
voorwerpen die uit de hoorn van overvloed rollen de vergankelijk
heid voor, de ploegende boer nuttige arbeid en de knots van
Hercules dapperheid. Dit type is ook enkele malen gebruikt bij

andere gelegenheden: koperen en gouden huwelijken, verjaarda


gen, overlijden en 50-jarige beroepsuitoefening.
Van deze penning zijn verschillende stempels bekend.
Type 4 1 :

huwelijksjubilea
Vz. Een geknielde vrouw ziet op naar een lichtuitstralend oog (het
Alziend Oog) boven haar. In de linkerhand houdt zij een slangerond, waarin een getal gegraveerd kan worden, in de rechterhand
een wierookvat. Naast haar op de grond een kruis. Omschrift:
Pietate ac-tiva (door werkzame vroomheid). In de afsnede ruimte
voor een gegraveerd jaartal.
Kz. Een vrouw staat naast een wijnstok met druiventrossen die zij
met haar rechterhand omvat houdt. In haar linkerhand houdt zij
een brandend hart en het uiteinde van een banderolle met het
opschrift: Longe et prope (ver en dichtbij). Langs de rand links:
Morte & vita (in dood en leven). Om de afsnede: I. M. Lageman.
25 mm, geslagen, door Johannes Michiel Lageman.
Dit type is gebruikt bij gouden, zilveren en 37 /2-jarige huwelijken en
bij een 25-jarig compagnonschap.
De vrouw op de vz. stelt de Vroomheid voor, de vrouw op de kz. de
Romeinse godin van de Vriendschap. Misschien is deze kz. ook,
gecombineerd
met
een
andere
stempel,
gebruikt
als
vriendschapspenning, maar daarvan is geen voorbeeld bekend.
1

Type 42:

gouden huwelijk
Vz. Bij een brandend altaar, de voorkant versierd met een kraan
vogel die een steen in zijn klauw vasthoudt, staan twee vrouwen.
De ene houdt in de rechterhand een wierookvat en leegt met de
andere een offerschaal op het altaar. Bij haar voeten staat een
Bijbel. De andere houdt een fakkel bij het altaarvuur en leunt tegen
een zuil waarop het Romeinse cijfer L staat. Boven hen komen
stralen uit de hemel. Omschrift: Pietas et Constantia, honor et decus matrimonii (vroomheid en standvastigheid, de eer en het sie
raad van het huwelijk). In de afsnede: Lageman F.
30 mm, geslagen, door Johannes Michiel of Hendrik Lageman.
Deze vz. komt voor in combinatie met een niet-algemene kz.

Type 43:

zilveren of gouden huwelijk


Vz. Een vrouw met en lauwerkrans om het hoofd houdt in haar
rechterarm twee hoorns van overvloed en in haar linkerhand een
schaal met twee harten. Rechts naast haar een eikeboom en een
korenschoof, links van haar een roedenbundel en een brandende
urn. Omschrift: Copiae Mater amorisque nutrix (Moeder des overvloeds en voedster van de liefde) op een banderolle. In de afsnede:
Junge animos (verbind de zielen). Op de rand van de afsnede: V.B.
Kz. Onder een festoen het volgende vers: Daar waare eendragt
w o o n d wert alle ramp vertreede: Daar wert de ziel ge
kroond, door overvloet, en vreede. Daaronder een gekruiste

olijf- en palmtak, gestoken door een slangerond.


31 mm, geslagen, door Theodoor van Berckel en Johannes Michiel
Lageman.
Volgens een Verklaring van Lageman stelt de vrouw de Eendracht
voor, terwijl de lauwerkrans aanduidt dat zij alles overwint. De
schaal met harten betekent eensgezindheid, evenals de roedenbundel. Daaruit komt overvloed en rijkdom voort (hoorns van
overvloed en korenschoof). De eikeboom betekent lang leven, de
urn met vuur = zuivere liefde. Van deze penning zijn verschillende
stempels bekend.
Type 44:

verschillende gelegenheden
Vz. Op een begroeide ondergrond aan het water staat een zon
nebloem, waarvan de bloem zich keert naar een stralende zon. Op
het water zeilschepen. Op een banderol het volgende omschrift:
Quaere Deum et te attrahet (zoek God en hij zal U tot zich trekken).
In de afsnede: Cum Deo incipiens cum illo finiet (hij die met God
begint zal met hem eindigen).
Kz. Een stralende zon. Daaronder: De zonne-bloem tot de zon
sig keert Gedenkt dat gy ook u Schepper eerd. 17, en daar
achter ruimte voor het graveren van de tweede helft van het jaartal.
Onderaan twee gekruiste zonnebloemen, waaronder de signatuur:
I. M. Lageman.
24 mm, geslagen, door Johannes Michiel Lageman.
Dit type is, voor zover nu bekend, gebruikt bij een verjaardag en
een overlijden.

Type 45:

verjaardag
Vz. Een gevleugelde vrouw met een zon op de borst houdt in haar
linkerhand een lauwerkrans, in haar rechterhand een speer. Op de
achtergrond een tempel, waarvan 4 zuilen zichtbaar zijn, op een
rots. Omschrift: In utra-que fidus fortuna (in voor- en tegenspoed
getrouw). In de afsnede: Lageman F.
Kz. Onder een stralenkrans de volgende spreuk: Het hoogste
goed op deeze aard, is godsdienst met de deugt gepaart.
Daaronder ruimte voor een gegraveerd jaartal, en een festoen.
24 mm, geslagen, door Johannes Michiel of Hendrik Lageman.
Volgens een Verklaring van de medailleur stelt de vrouw de Deugd
voor, haar vleugels zijn de vlugheid die men moet hebben om haar
te beoefenen, de krans is een kroon voor hen die haar beoefenen
en zij moet met een ware godsdienstigheid gepaard gaan (tempel).
Dit type is ook gebruikt bij een zakenjubileum.

Type 46:

zilveren of gouden huwelijk


Vz. Een gevleugelde jonge man houdt in zijn rechterhand een
brandende fakkel en steunt met zijn linkerhand op een met een
guirlande bekranst altaar, waarop twee brandende harten staan.
Omschrift: Amore coelesti ardentes (brandend door hemelse

liefde). In de afsnede. Florete crescite jubilate (bloeit, groeit, j u


belt).
Kz. Onder een kroon twee lege, door een guirlande verbonden
wapenschilden, waarop de wapens van de echtgenoten gegra
veerd kunnen worden, zwevend op wolken, geflankeerd door een
olijftak links en een palmtak rechts. Eromheen een banderolle met
ruimte voor een gegraveerde inscriptie.
38 mm, geslagen, door Theodoor van Berckel.

Summary
Dutch general family medals of the 17th and 18th centuries. Apart from the general family medals
treated in earlier publications (those made by the 17th-century silversmiths Pieter van Abeele, J o a n n e s
Lutma and Wouter Muller, published in 1943 by J. W . Frederiks, and those by the 18th-century
Holtzhey's in J M P 1 9 7 1 / 7 2 and 1 9 7 3 / 7 4 ) many other general types were in use in the Netherlands in
the 17th and 18th centuries. Family medals served as c o m m e m o r a t i v e pieces o n the o c c a s i o n of
weddings, w e d d i n g anniversaries, births or baptisms, and funerals. They were either made specially
for the o c c a s i o n , or c o u l d be b o u g h t ready-made. Forty-six types of the latter kind are d e s c r i b e d here,
in more or less c h r o n o l o g i c a l order, established on the basis of the dates e n g r a v e d on the medals
known so far. These types have been identified by the present author from a c a t a l o g u e of over 1600
Dutch family medals, shortly to be published by Dr. A. J. Bemolt van L o g h u m Slaterus. More than Va of
this total number of medals are of a general type. They can be defined as cast or struck medals, with
symbols proper to the o c c a s i o n in question, w i t h o u t reference in design or text to specific p e r s o n s or
dates, but with engraved names and dates in c a r t o u c h e s , on banderoles, in the e x e r g u e or on the rim
of the medal. Of nearly each of the 46 types several, sometimes many, different specimens are k n o w n
with different names and dates. Some of the types were used over long periods of time.
The symbolical representations on the medals are for the larger part stereotype, t h o u g h they have
sometimes been a r r a n g e d in an original way. The meaning of most of the symbols a n d personifications
with their attributes is clear, either because it was rooted in tradition, or because it is explained by the
legends on the medals. Moreover, of a number of 18th-century general types so-called Verklaringen
(Explications) have been preserved, i.e. sheets of paper w h i c h the medallist provided to his c u s t o m e r s ,
on w h i c h he explained what he meant to express with his symbolism. Following the description of the
46 general types, there is a register of all the personifications, attributes and symbols to be f o u n d on
these medals, with an indication of their significance.

Register van personificaties, attributen en symbolen.


De getallen verwijzen naar de typenummers.
Altaar (met vuur of met b r a n d e n d e harten)
= huwelijksaltaar
= dankbaarheid
= altaar G o d s
Anker = h o o p
Bazuin = o v e r w i n n i n g
Bijbel = attribuut van de V r o o m h e i d
Bliksem = ongeluk
Bloem (soms met geknakte steel)
= vergankelijkheid
Boek
Boom = leven, frisheid, g e z o n d h e i d
Boom (geknakt of verdord) = de
overledene (zie ook e i k e b o o m ,
p a l m b o o m , olijfboom)
Bomen (twee ineengestrengeld)
= huwelijksverbond
Cupido = liefde
met leeuw aan leiband
Dadelpalm = v r u c h t b a a r h e i d
Documenten (met zegels) = verganke
lijkheid
Doodsbeenderen = vergankelijkheid
D o o d s h o o f d = vergankelijkheid
Duif = Heilige Geest
Duif met olijftak = vrede
zie ook o n d e r tortelduiven
Echtpaar (meestal elkaar d e hand
gevend) = huwelijksverbond
Engel
met fakkel
met lauwerkransen
met zon als h o o f d
met sikkel = de Dood
Fakkel ( b r a n d e n d ) = liefde
Fakkel ( r o k e n d of u i t g e d o o f d )
= de Dood
Geraamte = de Dood
Geld = vergankelijkheid
Haan en hen = huwelijk
(zie ook kloekhen)
Hand uit de w o l k e n ( = G o d s hand)
Handen (elkaar d r u k k e n d ) =
eendracht
Hart (meestal b r a n d e n d = liefde,
vaak twee b r a n d e n d e harten =
echtelijke liefde)
Hart = Heilig Hart
Hoorn van overvloed = welvaart
Jahwe (naam van God in het Hebreeuws)
= G o d s zegen
Juk = huwelijk
Juk (met s c h o p en zeis) = werk
zaamheid
Juno = godin van het huwelijk
Kelk

6, 9. 1 1 , 2 1 , 22, 3 1 , 32, 3 3 , 36, 42, 46


19, 30, 37, 38, 39
15
16, 35, 36, 37, 39
15, 19, 24
42
28
1,40
15
14

4, 14
7
6, 8, 22
16
16
1
1, 15, 20, 23, 24, 29
1, 3, 15, 23, 24, 29
7, 21
16

5, 10, 16, 2 1 , 22, 30, 3 1 , 32, 33, 34, 37, 38


34
31
15
27
6, 28, 3 1 , 32, 33, 34, 42, 46
4, 15, 20, 24
14, 15, 20
40
16
14, 16, 30
8, 26

5, 6, 9, 10, 15, 16?, 19, 2 1 , 26, 28, 30,


3 1 , 32, 33, 36, 37, 38, 39, 4 1 , 46
29
9, 1 1 , 12, 13, 16, 36, 38, 40, 43
5, 15
28
16
9, 22
15

Ketting met hangslot = huwelijks


verbond
Kinderen (bij zittende vrouw =
Caritas, echtelijke liefde
Kinderen (gebakerd) = geluk
Kloekhen met kuikens = liefde
Knots (van Hercules, omkranst) =
dapperheid
Koopwaar = vergankelijkheid
Korenaren = vergankelijkheid, de
overledene
Korenaren = kinderen
Korenaren = zegen
Korenschoof = overvloed en rijkdom
Kraanvogel (met steen in zijn
klauw = waakzaamheid
Krans (van niet te identificeren
bloemen of bladeren) =
bekroning
Krans (klimop) = trouw
zie ook L a u w e r k r a n s
Kroon = vergankelijkheid
Kroon + scepter = heerschappij,
leiding
Kruis = geloof
Kruis met wimpel = het Nieuwe
Testament
Landbouwer met spade = man, werk
zaam op 's Heren akker)
Lauwerkrans of lauwertak = o v e r w i n
ning, b e k r o n i n g
Liaan, zich slingerend om tak =
afhankelijkheid
Man, gevleugeld, vaak met z a n d
loper op het h o o f d , e n / o f met
zeis = de Tijd
Man, j o n g , gevleugeld, met fakkel
= Hymen, d e huwelijksgod
Masker = bedrog
Mercuriushoed = handel
Mercuriusstaf = handel
Monster (hart uitrukkend) = afgunst
Monster (met masker) = b o o s a a r d i g
heid
Monsters (opsprjngend uit de hel)
Obelisk (zie zuil)
Olielamp (walmend) = vergankelijk
heid
Olijftak of - b o o m = vrede
Oog (stralend) = Alziend Oog =
Gods zegen
Ooievaar = standvastigheid of
dankbaarheid
Palmtak of - b o o m = v r u c h t b a a r h e i d of
vrede
Palmtak bij overlijden = o v e r w i n n i n g
op de dood?
Rapierrol = vergankelijkheid
Parels = vergankelijkheid
Pauw, attribuut van J u n o

10, 16
16
28
26
40
(37), 40
3, 4, 15, 23, 30 (geknakt)
30
6, 7, 35 (met anker = hoop o p meer zegen)
43
1 1 , 19, 35, 42

7, 9, 22, 30, 40
30
1, 40
28
16, 39, 41
15
16
9, 13, 15, 17, 19, 23, 29, 3 1 , 43, 45
28
8, 25, 3 1 , 32, 33, 40
46
(10), 35
40
37, 40
10
10
15

I, 3
8, 1 1 , 32, 34, 35, 36, 43, 46
I I , 32, 38, 39, 41
36, 37, 38, 39
7, 19, 22, 28, 30, 32, 36, 43, 46
1, 15
1
40
9, 22

Phoenix, oprijzend uit vlammen =


verrijzenis
Plengoffer = d a n k b a a r h e i d
Ploeg = arbeid
Ploegende boer = nuttige arbeid
R o e d e n b u n d e l = eendracht
Rozen of rozentakken = frisse ge
z o n d h e i d , leven
Scepter = vergankelijkheid
Scepter + k r o o n = heerschappij,
leiding
Schaal (met b l o e m e n en vruchten)
--= geluk
Schaal (met twee harten = eens
gezindheid
S c h o p (met juk en zeis) = werk
zaamheid
Sikkel = attribuut van de Dood
Slang = arglist
S l a n g e r o n d = eeuwigheid of bepaald
aantal jaren
Speer = verdediging tegen het kwaad
Stralen (uit w o l k e n , uit J a h w e , o o g ,
duif of FEL(icitas) = . h e m e l s e
zegen (zie ook onder Zon)
Tempel = huwelijkstempel
Tempel o p een rots = godsdienstigheid
Tortelduiven = reine liefde
Urn (met vuur) = zuivere liefde
Venus, g o d i n van de liefde
Vleugels = attribuut van de Deugd,
nl. de vlugheid die men moet
hebben om de Deugd te beoefenen
Vrouw, z o n d e r vast attribuut
met sluier of doek om het hoofd =
godsdienst, d a n k b a a r h e i d of
vroomheid
zittend bij altaar = liefde of
dankbaarheid
knielend = v r o o m h e i d of dank
baarheid
met fakkel = standvastigheid
Vrouw met vast attribuut
met anker = h o o p
met 3 kinderen = Csritas =
liefde
met h o o r n s van overvloed = Een
dracht, moeder des overvloeds
met kruis = geloof
met w e e g s c h a a l , olijftak en
tortelduiven = recht, vrede en
liefde
met wijnstok = vriendschap
met zon op de borst, met speer
en krans = de Deugd
Weegschaal = recht
Wierookvat = v r o o m h e i d
W i n g e r d r a n k e n of wijnstok = vrucht
baarheid

39 (hier offer?)
1 1 , 19, 22, 30, 37, 38, 39, 42
35
40
43
5, 6, 27
1
28
34
43
16
27
35
9, 15, 25, 3 1 , 36, 39, 40, 4 1 , 43
45
5, 7, 8, 1 1 , 14, 15, 16, 2 1 , 26, 27, 30
32, 33, 36, 38, 39, 41
16
45
5, 28, 30, 3 1 , 35, 36
43
6

45

15, 19, 41 (vz), 42


11
36, 39, 41 (vz)
42
16
16
43
16

35
41 (kz)
35
35
15, 22, 38, 39
5, 7, 10, 16, 41

Zandloper (meestal gevleugeld) =


vergankelijkheid
Zeis = attribuut van de Dood
Zeis = attribuut van de Tijd
Zeis (met s c h o p en juk) = w e r k z a a m
heid
Zon (zie ook o n d e r Stralen) =
hemelse zegen
Z o n = liefde
Z o n = God
Z o n en maan = dag en nacht
Z o n n e b l o e m = zich w e n d e n tot God
Zuil of obelisk = gedenkzuil (vaak
met XXV of L er o p
Zuil = liefde die de tijd tart
Zwanen (in vijver) = huwelijk?
Z w a n e n , attribuut van Venus

1, 8, 20, 24, 40
2, 15, 20, 24
8, 25, 3 1 , 32, 33, 40
16
19, 3 1 , 37, 42, 45
6
27, 44
7, 16
44
8, 16, 30 (kz), 3 1 , 32, 33, 36, 38, 40, 42
30 (vz)
8
6

You might also like