Professional Documents
Culture Documents
0 - november 2010
Linda Humme, leerkracht po, Certified SMART Master Trainer en SMART Certified Education
Consultant, voor haar hulp en waardevolle adviezen.
Peter Jansen, onderwijsadviseur ICT bij de Onderwijs Begeleidingsdienst (OBD) te Lisse, voor
het ter beschikking stellen van de in dit boekje opgenomen 'Bijlagen 2 t/m 15'.
Twitter: http://twitter.com/Manssen
Hoewel bij het samenstellen van dit boekje de uiterste zorg is nagestreefd, kan voor de afwezigheid
van eventuele (typ-)fouten en onvolledigheden niet worden ingestaan en aanvaardt de auteur des-
wege geen aansprakelijkheid.
Voorwoord
Tijdens een presentatie over het SMART Board die ik ooit volgde, werd o.m. van gedachte
gewisseld over de hoeveelheid (extra) tijd die je in het leren kennen en gebruiken van de
'SMART Notebook'-software moet investeren. Linda Humme maakte toen de volgende
vergelijking: "De 'SMART Notebook'-software in je vingers krijgen is net als leren autorij-
den: veel oefenen en ineens merk je dat het vanzelf gaat…"
En inderdaad: leren werken met het 'SMART Notebook'-software gaat niet vanzelf. Het
kost best een hoop extra (vrije) tijd om goede lessen te maken. Zeker in het begin (zeg
maar het eerste jaar) als je pas een digitaal bord in je klas hebt 'hangen'. En die extra tijd
ontbreekt (helaas) veelal. Maar het investeren van tijd en het extra werk loont uiteindelijk
de moeite!
De ervaring die je met het bord en vooral de software opdoet door te oefenen en cursus-
sen te volgen, werkt uiteindelijk in jouw voordeel. Als je de 'kunstjes' kent kun je op den
duur snel en met een minimum aan tijd een goede les in elkaar zetten. En… wat je een-
maal hebt gemaakt, kun je bewaren en hergebruiken.
André Manssen
November 2010
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 9: Lesindeling 68
9.1 De lesindeling 68
9.2 Inleiding 68
9.3 Kern 69
9.4 Slot 72
9.5 Een handigheidje ('verwijspagina') 72
9.6 Evaluatie (van de 'Notebook'-les) 74
Bijlagen:
Bijlage 1: Nuttige websites & online informatie 87
Bijlage 2: Overzicht knoppen 'Notebook'-software vs. 10.6 89
Bijlage 3: Hulpblad 'Schrijven op het bord' 91
Bijlage 4: Hulpblad 'Schermafdruk maken' 92
Bijlage 5: Hulpblad 'Bestaande les toevoegen aan de Galerie (Mijn inhoud) 93
Bijlage 6: Hulpblad 'Een lesmaken in Notebook en deze bewaren' 94
Bijlage 7: Hulpblad 'Geschreven tekst naar gedrukte tekst' 95
Bijlage 8: Hulpblad 'Tekst achter afbeelding zetten (lagen maken)' 96
Bijlage 9: Hulpblad 'Bewerken van een object' 97
Bijlage 10: Hulpblad 'Notebook'-software in Word gebruiken (InkAware) 98
Bijlage 11: Hulpblad 'Activity Toolkit (interactieve lessen maken) 99
Bijlage 12: Hulpblad 'Thema's (sjablonen) maken' 100
Bijlage 13: Hulpblad 'Notebook'-bestand exporteren en inhoud printen 101
Bijlage 14: Hulpblad 'SMART Recorder' 102
Bijlage 15: Hulpblad 'Objectanimatie en paginaopname' 103
Bijlage 16: Hulpblad 'Sneltoetsen 'Notebook'-software' 104
De bijlagen (Hulpbladen) 2 t/m 15 zijn - t.b.v. gebruik in dit boekje - ter beschikking gesteld
door Peter Jansen, onderwijsadviseur ICT bij de Onderwijs begeleidingsdienst 'Duin- en Bol-
lenstreek' te Lisse.
Ik heb deze bijlagen (hulpbladen) aangepast aan de lay-out van dit boekje en waar nodig iets gewij-
zigd.
De meerwaarde van eender welk digitaal bord dan ook, zit in het feit dat je
de gemaakte lessen kunt bewaren, inclusief je de aantekeningen die je erbij hebt ge-
schreven en deze later opnieuw kunt gebruiken, bijvoorbeeld als herhaling/opstapje
kunt gebruiken voor je volgende les;
je eerder gegeven lessen, uitleg en aantekeningen op enig moment terug kunt halen;
bepaalde sjablonen, lijntjes en ruitjes niet meer zelf hoeft te maken;
je lessen met alles erop en eraan actueel kunt houden en ter plekke aan de actualiteit
van het moment kunt aanpassen;
objecten kunt verschuiven, de handelingen die je vertelt direct (interactief) kunt laten
zien;
leerlingen kunt laten samenwerken (in groepjes/tweetallen) aan een oplossing voor
een probleem.
De belangrijkste meerwaarde van het digitale bord zit in het feit dat je er continue inter-
actief mee (moet) kunt werken en (moet) kunt laten werken. Niet alleen jij zelf, maar ook
je leerlingen of groepjes leerlingen (moeten) kunnen interactief bezig zijn met het bord.
Alleen dan komt een digitaal schoolbord tot z'n recht en is het de investering waard.
Dit boekje is alleen digitaal en online te verkrijgen (dus alleen te downloaden) én is gra-
tis! Om een 'papieren' exemplaar te verkrijgen, zul je het dus moeten uitprinten. Je kunt
er dan gaatjes in ponsen en opbergen in bijvoorbeeld in een 23-gaats multomap of in een
plastic mapje.
Groot voordeel van een digitale uitgave is dat het op ieder moment geactualiseerd kan
worden en waarnodig aangepast aan de laatste ontwikkelingen, bijvoorbeeld een belang-
rijke update met wijzigingen in de software. Kortom: er is staat nooit een 'verouderde'
uitgave online.
Lees het boekje, terwijl je achter je pc zit en de 'SMART Notebook'-software' hebt 'open-
staan'. Je kunt dan wat je leest meteen uitproberen om zo de genoemde vaardigheden
snel onder de knie te krijgen. Begin bij één van de basisvaardigheden en ga zo stapje
voor stapje verder. Probeer niet teveel tegelijkertijd te willen leren. Zorg dat je die ene
basisvaardigheid eerst goed beheerst voordat je verder gaat met de volgende. Pas dat
wat je geleerd hebt de volgende dag in de klas toe. Oefen, oefen en blijf oefenen totdat je
deze basisvaardigheden allemaal onder de knie hebt. Neem er dus goed de tijd voor!
De links naar websites die in dit boekje zijn opgenomen, kun je openen door – terwijl je
de Ctrl-toets ingedrukt houdt – te klikken op de link.
Deze links staan ook online op de YURLS Mijn 'Digibord'-bronnen, op het tabblad Boekje
Basisvaardigheden 'SMART Notebook':
http://mijndigibord.yurls.net/index.php?mod=yurlspage&pageId=98554
Wil je de basisvaardigheden in je vingers krijgen dan betekent dat gewoon: veel doen,
veel experimenteren, dus oefenen!
Installeer de 'Notebook'-software op je pc thuis, zodat je ook thuis op gezette tijden
kunt oefenen met de software.
Probeer gewoon uit; er kan niets kapot gaan.
Zijn er op je school meerdere collega's die een SMART Board hebben, wissel dan in-
formatie uit en houd bijvoorbeeld maandelijks een 'werkoverleg' m.b.t. gebruik van de
'Notebook'-software..
Volg een 'knoppen'-cursus en ga ook naar vervolgtrainingen die worden georgani-
seerd door bijvoorbeeld SMART Board Nederland (VSV) of de onderwijsbegeleidings-
dienst in jouw regio.
Download eens 'Notebook'-lessen van het internet die gemaakt zijn door anderen en
sloop de lessen uit elkaar. Zo kun je zien hoe één en ander is gemaakt en in elkaar zit.
Begin met simpele dingen; Keulen en Aken zijn ook niet in één dag gemaakt!
Ga er met een positief gevoel tegenaan. Zeg niet: "Dat kan ik toch niet…". Ook hier
geldt: oefening baart kunst.
Niet het vele is goed, maar het goede is veel!
Misschien is er op je school een collega met ervaring met de 'Notebook'-software.
Vraag of hij/zij zo nu een dan een workshopje wil geven.
Gebruik op een digitaal bord een schreefloos lettertype. Een schreefloos lettertype oogt
rustig en is (afhankelijk van de lettergrootte) vanaf een afstand goed leesbaar. Gebruik
ook geen cursieve letters. Ook die letters zijn lastig om te lezen.
Meer informatie:
http://nl.wikipedia.org/wiki/Schreef
http://nl.wikipedia.org/wiki/Schreefloos
1.2 Lettergrootte
De lettergrootte is van belang voor de leesbaarheid van de tekst van een les. Je kunt de
lettergrootte van een tekst op twee manieren vergroten:
1. Standaard de lettergrootte instellen (via het configuratiescherm). Ik gebruik altijd
het lettertype Verdana op lettergrootte 28.
Gevaar is dat de 'uitgetrokken' tekst geheel of gedeeltelijk over of achter andere ob-
jecten komt te staan. Kortom: het handigste is om te tekst bij het intypen meteen op
een goed leesbare lettergrootte in te stellen. Zorg er in ieder geval voor dat getypte
tekst ook achter in de klas goed leesbaar is. Voor een PowerPoint geldt de regel: tekst
moet leesbaar zijn op een afstand van 10 meter.
1. Het 'kadertje' waarbinnen je typt kun je vergroten. Zet de cursor in het witte cir-
keltje. De cursor verandert in een . Door met je cursus naar rechts of naar
Zodra je klaar bent met typen, klik je op het kruisje rechtsboven in het typge-
reedschapje (editor). Vergeet ook niet om daarna op het 'pijltje' te klikken
in de werkbalk:
Zo schakel je de editor weer uit en ben je weer een 'muis' op het SMART Board.
Je kunt de lijndikte en kleuren tijdelijk instellen… Dus alleen voor het moment dat dit no-
dig is. Je doet dit zo…
1. Ga naar de werkbalk met de hulpmiddelen en klik hier op de knop met het potloodje
(pennen).
2. Het 'zwarte' potloodje komt in de schrijfoppervlakte te staan.
3. Klik dan op de knop Eigenschappen.
4. Er wordt een nieuw scherm geopend. Kies hier Lijnstijl.
5. Kies bij Dikte bijvoorbeeld de dunste lijn.
In diverse publicaties over PowerPoints wordt een 'vuistregel' genoemd voor het aantal
regels tekst op een dia. Men spreekt van de regel 5 x 5, 6 x 6 of 7 x 7. 5 x 5: 5 regels
van 5 woorden, enz. De waarheid zal wel in ergens in het midden liggen. Hoe het ook zij:
zet niet teveel tekst op één pagina en beperk een zin zoveel mogelijk tot één regel. Houd
rekening met ruimte voor aantekeningen.
1.6 Kleurgebruik
Wees spaarzaam met het gebruik van kleuren in je 'Notebook'-les. Teveel zomaar kleur
gebruiken omdat het leuk is, heeft geen meerwaarde voor de les. Een overdaad aan kleu-
ren leidt de aandacht af. Het maakt de les 'onrustig'. Dus gebruik kleuren alleen als dit
een functie heeft, bijvoorbeeld om de aandacht te vestigen op belangrijke begrippen.
Op je computer zien kleuren er vaak anders uit dan op je SMART Board. Dit heeft o.a. te
maken met de kwaliteit van de beamer en de lichtinval in je lokaal. Probeer de gebruikte
kleuren uit en pas de kleuren zo nodig aan. Informeer ook even bij de leerlingen of alle
tekst en met name de gekleurde tekst goed zichtbaar is. Mogelijk heb je leerlingen die
kleurenblind zijn.
Pas op met de kleur rood. Kinderen die problemen hebben met hun ogen, kunnen vaak
als eerste de rode kleuren moeilijker zien.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Kleurencirkel
http://nl.wikipedia.org/wiki/Kleurcontrast
http://nl.wikipedia.org/wiki/Complementaire_kleuren
http://e-klas.net/tips/kleurenschema/Passende_kleuren/Vk_kleurenschema.htm
Nu hoeft dat gelukkig niet meer, want er zijn allerlei soorten kant-en-klare liniaturen in de
galerie van de 'Notebook'-software te vinden.
Je bent hierbij wel afhankelijk van de kwaliteit van je internetverbinding op dat moment.
Valt je internetverbinding tijdens je les uit of is de verbinding erg traag, dan heb je een
probleem…
Beter is het filmpje van YouTube te downloaden en als object in je 'Notebook'-les in te
voegen. Op het internet zijn diverse gratis 'YouTube'-downloaders (freeware) te vinden.
Ook kun je 'YouTube'-filmpjes online (webbased) downloaden. Je kunt hiervoor terecht op
een aantal websites. Google maar eens op 'online youtube downloader'.
Sla het gedownloade filmpje vervolgens op als een 'flv'-bestand (flash) op je pc en zet het
dan in je 'Notebook'-les.
Klik op Openen en daar staat het filmpje ineens in je 'Notebook' en heb je het internet
niet meer nodig om het te kunnen bekijken.
De videoclips van de SchoolTV Beeldbank zijn ontzettend populair. Dit heeft tot gevolg
dat de website – vooral 's middags – vaak niet of heel moeilijk te bereiken is. In de mid-
dagpauze heb je videoclips 'klaargezet' en tijdens de les blijkt de website onbereikbaar.
Irritant en vervelend! Het zou derhalve ideaal zijn als je de videoclips zou kunnen down-
loaden en invoegen in je 'Notebook'-les. Helaas is dat onmogelijk. Het heeft iets te maken
met auteursrechten.
http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20060208_vulkaan02
Op de pagina waar dit filmpje staat, vindt je onder het filmpje aan aantal mogelijkheden:
Klik hier op 'Open digibord pop-up'. Er opent zich een venster met daarin het filmpje.
Boven in dit venster staat een URL:
Selecteer en kopieer deze URL. Die URL heb je nodig om in je 'Notebook'-les te plakken.
Ga nu naar je 'Notebook'-les en plak de URL op de plaats waar je die wilt hebben.
Als je nu op het kleine blauwe balletje links onder de URL klikt, wordt je browser geopend
en zie je het filmpje. Via het knopje op de 'player' van het filmpje kun je desgewenst het
filmpje 'full screen' afspelen.
Zo'n URL in je les is natuurlijk geen gezicht. Leuker is een plaatje te zoeken van een vul-
kaan en dit plaatje in te voegen in je 'Notebook'-les. Staat het plaatje erin, dan klik je op
het plaatje. Het plaatje wordt dan geselecteerd en het geheel ziet er dan zo uit:
Plak in het veld onder Adres: de URL naar het filmpje die je net gekopieerd hebt, dus
http://www.schooltv.nl/beeldbank/clipdigibord/20060208_vulkaan02
Kies nu voor Hoekpictogram of Object. Bij Hoekpictogram komt er linksonder het plaatje
een balletje te staan. Als je op dit balletje klikt, wordt je browser geopend en verschijnt
het filmpje. Bij Object wordt het hele plaatje de link. Klik je op het plaatje dan wordt je
browser geopend en verschijnt het filmpje.
In het laatste geval (Object) zie je niet aan het plaatje dat er een link achter zit. Dit kan
lastig zijn als je deze les in een nieuw schooljaar gebruikt. Je bent dan wellicht vergeten
dat er een link aan dit plaatje zit. Kortom: ga je voor overzichtelijkheid kies dan voor
Hoekpicotogram.
De meeste van dit soort gereedschappen zijn gemaakt in flash en kun je herkennen aan
lettertjes 'swf' aan het eind van de bestandsnaam in de adresbalk van je browser. Bij-
voorbeeld: klok.swf. Om 'swf'-bestandjes te downloaden, kun je de gratis 'plug in'
'Sothink SWF Catcher' gebruiken (voor Internet Explorer en Fire Fox).
Het programmaatje nestelt zich na installatie in je browser. Kom je nu op een site met
gereedschappen dan kun je het gewenste gereedschapje eenvoudig downloaden, opslaan
op je pc en invoegen in je 'Notebook'-les.
1. Open de 'Notebook'-software.
2. Klik in de menubalk op Invoegen Flash-bestand
Vergeet niet het filmpje of tooltje te vergrendelen. Doe je dat niet, dan zie je iedere
keer boven het filmpje of tooltje een blauwe balk als je erop klikt.
Denk goed na wat je wel en niet gaat vergrendelen. Als je namelijk tijdens je les iets wilt
verschuiven, iets wilt aanpassen enz., dan moet je het niet vergrendelen. Als er iets is,
wat je echt niet gaat aanpassen of verschuiven, dan kun je het gerust vergrendelen.
Kortom: let er dus goed op welke objecten je vergrendelt in je les. Het is erg irritant als
je bijvoorbeeld tijdens je uitleg steeds van objecten de vergrendeling moet opheffen als je
er iets mee wilt gaan doen (bijvoorbeeld verschuiven).
Klik op Plakken en de tekst die je van de website hebt geselecteerd staat nu op je 'Note-
book'-pagina…
Je kunt ook een digitaal prentenboek maken. Ieder plaatje op een pagina. Je kunt er ook
korte teksten bij maken. Ook kun je de leerlingen bij de afbeeldingen laten vertellen of de
leerlingen korte teksten laten maken bij de plaatjes.
Er bestaan websites waar je plaatjes en foto's mag downloaden zonder dat je hiervoor
toestemming moet vragen. Je kunt deze plaatjes en foto's dan gebruiken in je 'Notebook'-
les.
Ook het scannen van lesmethodes e.d. voor gebruik op het digibord mag niet en is een
inbreuk op de auteursrechten van derden.
Wil je er ook nog aantekeningen bijschrijven dan wordt het helemaal een volle boel. Het
wordt dan op het digibord een aardig rommeltje én het wordt er allemaal niet duidelijker
door. Het wordt een onleesbaar geheel. De leerlingen zien door de bomen het bos niet
meer…
Helemaal onoverzichtelijk wordt het als je tijdens de les voortdurend naar boven en naar
beneden moet scrollen…
Ook bij deze pagina heb je voldoende ruimte om aantekeningen te maken tijdens de uit-
leg…
Wil je nog meer ruimte? Zet dan het sommetje op een tabkaart (pull tab). Je gaat dan
eerst met de leerlingen het probleem (Hoe groot is het temperatuurverschil?) interactief
oefenen met het instructiegereedschapje en daarna haal je de tabkaart tevoorschijn met
het sommetje.
Er zijn natuurlijk nog veel meer handige dingen te bedenken. Maar hanteer steeds als
vuistregel: één opgave /probleem per pagina in de 'Notebook'-software.
Tafeltraining
Ook de tafels kun je leuk op het digibord oefenen. Je kunt zelf een soort van 'tempo'-
toetsje maken.
4.2 Taallesjes
Voor een taallesje geldt precies hetzelfde. Houd het aantal zinnen beperkt. Zet niet meer
dan zes zinnen op een pagina. Zorg ervoor dat je niet van beneden naar boven hoeft te
scrollen en omgekeerd.
Lange taallesjes verdeel je over meerdere 'Notebook'-pagina's. Houd altijd voldoend ruim-
te voor aantekeningen.
Je kunt je 'Notebook'-lessen per e-mail van huis naar school of van school naar huis mai-
len. Maar pas op, want een 'Notebook'-les kan behoorlijk groot worden en dan kan het
versturen per e-mail problematisch worden…
Website: http://skydrive.live.com/?mkt=nl-be
Website: http://www.dropbox.com
Als je jouw bestanden 'online' parkeert, zorg dan wel dat je het origineel thuis of op
school op de computer hebt staan. Internet is prachtig, maar als de internetverbinding
het niet doet of de website verdwijnt plotseling dan kun je niet (meer) bij je lessen.
Je ziet dat er voor de cijfers een 0 staat. Die 0 zorgt ervoor dat - als je meer dan tien les-
sen maakt – alle lessen netjes onder elkaar komen te staan: 01, 02, 03, 04, 05, 06, 07,
08, 09, 10, 11, 12, 13, 14, 15, enz. Gebruik je geen 0 dan krijg je: 10, 11, 12, 13, 14,
15, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9.
Dat geldt uiteraard ook voor de plaatjes, foto's, stukjes tekst, filmpjes en instructiege-
reedschappen.
Je kunt de documentatie ook in een Worddocument zetten en dit document eenvoudig als
bijlage (attachment) bij je 'Notebook'-les opslaan.
Zet meteen bij de eerste les die je maakt de nodige informatie. Scheelt een hoop werk als
je dat later nog moet doen. Je kunt allerlei informatie op die laatste pagina zetten (of in
een Worddocument). Welke informatie? Dat hangt er van af wat jij belangrijk vindt.
In ieder geval moet je vermelden voor wel vak je de les gemaakt hebt. Bijvoorbeeld:
Spelling – Taal actief – woordpakket 7. Het schooljaar waarin je de les gemaakt hebt:
Schooljaar 2009 – 2010. En verder hoe je de les hebt opgebouwd. Bijvoorbeeld: welke in-
structie gereedschappen en interactieve tooltjes heb je gebruikt. Staat er verborgen in-
formatie in je les die je tijdens een les naar voren laat komen, e.d. (best wel belangrijk,
want zeker na een jaar weet je dat vast niet meer van al de lessen die je gemaakt hebt.
Noteer ook de websites waar je eventueel plaatjes, filmpjes, e.d. hebt gevonden die je in
de les hebt gebruikt.
In het onderstaande plaatje is de getypte tekst 'SMART Board' een object. Als je op dit
object klikt zie je een gestippeld blauw kadertje. Dat betekent dat je het object hebt
geselecteerd. Ook zie je een groen bolletje;
Met het groene bolletje kun je het object alle kanten opdraaien.
Met het lichtgrijze bolletje kun je het object groter of kleiner 'trekken'.
Als je op het grijze knopje met het pijltje omlaag (rechter muisknop) klikt, wordt er
een menu geopend met een aantal belangrijke functies. Je vindt een groot aantal van die
functies ook terug in bijvoorbeeld 'Word' en in 'Windows' en in… (noem maar op!). Deze
functies hebben in je 'Notebook'-software min of meer dezelfde betekenis.
Knippen, Kopiëren en Plakken ken je uit 'Word'. Je kunt een object als die is geselec-
teerd Knippen of Kopiëren en dan Plakken op dezelfde of een andere pagina of zelfs
een andere 'Notebook'-les.
Als je op Verwijderen klikt, is het object foetsie, weg. Je kunt na het selecteren van een
object ook gewoon de 'Del'-toets op je toetsenbord indrukken. Heb je een object per on-
geluk gewist, geen nood. Je haalt het gewoon terug door in de werkbalk gebruik te maken
van het knopje Ongedaan maken. Wil je het toch weer weg hebben, dan klik je op het
rechter knopje Opnieuw.
Dupliceren:
Werkt net als Kopiëren alleen veel sneller. Je hoeft
namelijk niet te plakken.
Vergrendelen:
Om te voorkomen dat je tijdens je les een object per ongeluk verschuift, kun je het
object vergrendelen. Dit is een heel handige functie. Als je die namelijk gebruikt bij
filmpjes, tools en gereedschappen ('flash'-bestanden) die je hebt ingevoegd in je 'No-
tebook'-les en je klikt er op, dan wordt de blauwe balk boven deze objecten niet ge-
Spiegelen
Oneindig dupliceren
Handig als je bijvoorbeeld een invuloefening maakt. Je past Oneindig dupliceren toe
op de lidwoorden 'de', 'het' en 'een'. Ga met de cursor bijvoorbeeld op 'een' staan.
Klik dan één keer en sleep het met de linker muisknop ingedrukt naar het 'schrijf'-
oppervlak. Laat de cursor even los. Klik even ergens op het 'schrijf'-oppervlak. De
blauwe rand rond 'een' verdwijnt en je kunt 'een' nu naar de gewenst zin slepen.
Koppeling
Met deze functie kun je bijvoorbeeld een hyperlink naar een website op het internet
maken. Typ een tekst in waar je een 'link' aan wilt hangen naar een website. Open het
menu en klik op Koppelingen. Het scherm Koppeling invoegen opent zich. Typ het
adres van de website in of kopieer die uit de adresbalk van je browser.
Vul achter Starten door te een puntje in voor Hoekpictogram en klik op OK.
Je hebt nu een hyperlink (adres van een website) gekoppeld aan een object. Als je nu
op het 'wereldbolletje' klikt, opent je browser zich en kom je automatisch terecht op
de door jou gewenste website.
Je kunt achter Starten door te ook het puntje voor Object zetten. De hele tekst die
je ingetypt heb wordt nu een hyperlink. Dat kun je zien omdat als je op die tekst gaat
staan met je cursor, de cursor verandert in een 'handje'
Geluid
Stel je geeft een biologieles
over de haan. Je hebt een
plaatje van een haan op het
internet gevonden en in je
'Notebook'-les gezet. Je wilt
als je met je vinger op het
plaatje van de haan klikt, dat
de haan 'kukeleku' doet. Je
hebt op het internet dit geluid
gevonden en gedownload.
Hoe koppel je nu het gekakel
van de haan aan het plaatje
van de haan?
Klik in het menu op Geluid. Het schermpje Geluid Invoegen opent zich. Blader naar
het geluidsbestandje dat op je harde schijf staat. Je kunt net als bij het schermpje
Koppeling invoegen kiezen uit een hoekpictogram of het hele object. Klik weer op
OK en het geluid is aan het plaatje gekoppeld.
Zodra je in het schermpje Opvuleffecten op het 'blauwe' blokje klikt, kleurt je rechthoek
blauw.
Nu moet het object tekst (Topografie) nog in het bord worden geplaatst. Sleep het object
'Topografie' in de blauwe rechthoek en je
ziet geen letters!
Het object 'Topografie' zit verstopt achter de blauwe rechthoek. Hoe krijg je de letters nu
te zien…?
Er open zich nu weer een (klein) schermpje met vier mogelijkheden. Kies Naar voor-
grond. Sleep dan het object 'Topografie' weer in de blauwe rechthoek, en… nu zijn alle
letters zichtbaar!
Als je dit bord naar een andere plek op je 'schrijf'-oppervlakte zou slepen kan het gebeu-
ren dat je alleen de witte tekst versleept. De blauwe rechthoek blijft op z'n plaats.
1. Selecteer de twee objecten. Dat doe je door met je muis of vinger een grote recht-
hoek over je objecten door bijvoorbeeld linksboven naast je objecten te klikken, muis-
knop ingedrukt houden en naar rechtsonder trekken.
2. Open het menu. Kies Groepen instellen en daarna Groeperen.
3. Het 'plaatsnaambord is nu één object geworden.
Op onderstaande afbeelding een schema (ook voor een combinatiegroep 7/8 ten behoeve
van de registratie van de 'baklessen' bij het onderdeel spelling van de methode 'Taal ac-
tief'. Ook hier kunnen de leerlingen zelf hun naam in het vakje slepen als zij een 'bakles'
afhebben. Aan het eind van de les sla je het schema op met de ingevulde namen. Zo kun
je de administratie bewaren voor de volgende les…
Een andere mogelijkheid is een 'aftekenblad' te scannen en in te voegen als een 'object'.
De namen van de leerlingen zijn hier niet ingevuld, maar je kunt je voorstellen dat dit een
optie zou zijn. De leerlingen kunnen dan met de pen achter hun naam een kruisje zetten.
Aan het eind van de les sla je het 'Notebook'-bestand weer op. De aangebrachte kruisjes
worden mee opgeslagen, dus je kunt de volgende spellingles beginnen met een actueel
schema.
Dergelijke schema's zijn ook te maken t.b.v. de zelfstandige verwerking van de stof uit de
rekenmethode. Je zou bijvoorbeeld een schema kunnen maken voor de registratie van
welke sommen door welke leerlingen gemaakt moeten worden. Bijvoorbeeld welke leer-
lingen die de 'minimum'-stof moeten maken; welke leerlingen de 'basis'-stof moeten ma-
ken en welke leerlingen de 'plus'-stof.
Dit soort schema's zijn heel goed te maken met de vaardigheden die in dit boekje worden
besproken.
Het is een 'swf'- file dus je kunt het bestandje invoegen in je 'Notebook'-software.
Ook in de galerie van de 'Notebook'-software kun je wel wat vinden dat bruikbaar is.
Hier bijvoorbeeld de 'Random groepjesmaker'…
Met dit handige tooltje uit de Lesson Activity Toolkit 2.0 kun je groepjes maken in de
klas. Vul de namen in van je leerlingen. Je wilt vijf groepjes. Vul bij 'Number of groups' 5
in en klik op 'Generate'. En je hebt vijf groepjes!
En met dit tooltje (ook uit de Lesson Activity Toolkit 2.0) zou je een overzicht van een
weektaak of een simpele huiswerkagenda kunnen maken…
http://www.triptico.co.uk/resources/seatPlan/seatingPlan.html
Er wordt een nieuw venster geopend met de vraag of je de wijzigingen eerst wilt opslaan
voordat je de PowerPoint gaat importeren. Klik op Ja of Nee. Daarna opent zich weer een
nieuw venster. Zoek naar je 'PowerPoint'-bestand en klik op Openen. Nu even geduld
hebben, want de 'PowerPoint'-presentatie wordt ingelezen en omgezet naar 'Notebook'.
Dat geldt ook voor het gebruik van de zogenaamde objectanimatie. Maak ook hier
steeds de keuze: is het leuk of heeft het een meerwaarde? Natuurlijk mag het best een
keer leuk zijn, maar teveel leuke dingen leiden de leerlingen af van waar het eigenlijk
omgaat.
Objectanimatie…
Vergeet niet eerst je object te selecteren, anders verschijnt in het keuzemenu geen
balk met Objectanimatie.
Leuke 'tooltjes'…
De lont brandt steeds korter en met een luide knal spat het vuurwerk uit elkaar.
Leuk! Maar teveel van dit soort grappen en grollen leidt de aandacht van de les af. De
leerlingen herinneren zich waarschijnlijk alleen het 'rotje' en niet de inhoud van de les.
Een andere oplossing zou kunnen zijn om een vinkje voor Automa-
tisch verbergen te zetten. De zijbalk wordt dan niet getoond als je
op het 'schrijf'-oppervlak werkt.
Als je op een icoontje aan de zijkant klikt, wordt de zijbalk automa-
tisch getoond.
Je kunt kiezen uit verschillende vergrendelingen: wil je wel iets verschuiven dan kun je
kiezen voor vergrendelen en verschuiven (Verplaatsen toestaan of Verplaatsen en
draaien toestaan). Wil je echter niets verschuiven, kies dan alleen voor Vergrendelen.
Klik je op een 'flash'-bestand (bewegend plaatje, filmpje, instructietool), dan verschijnt er
vaak een blauwe balk bovenaan je animatie. Zodra je het 'flash'-bestand vergrendelt, zal
die blauwe balk niet meer verschijnen.
Eerst ga je in Mijn Inhoud het mapje 'Taarten' maken. Dat doe je als volgt:
1. Klik op Mijn Inhoud. Er verschijnt een grijs knopje met een zwart pijltje dat om-
laag wijst.
2. In het schermpje dat dan wordt geopend, klik je op Nieuwe map. Onder aan het rijtje
mapjes staat nu een nieuwe map. In een blauw kadertje staat Naamloos.
3. Je kunt nu direct de naam gaan typen. Die verschijnt dan automatisch als naam van
de map. Als dat niet gebeurt, klik je met de rechter muisknop op die nieuwe map en
klik je op Naam wijzigen. In dit geval typ je in dit vakje 'Taarten'.
4. Haal de cursor uit het kadertje en klik ergens. Maakt niet uit waar.
5. Nu is je mapje 'Taarten' gemaakt.
6. Haal (als het aangevinkt is) het vinkje weg bij Au-
tomatisch verbergen.
7. Sleep nu de plaatjes van de taarten stuk voor stuk
naar het mapje 'Taarten' in Mijn Inhoud.
Je kunt uiteraard ook een plaatje van het internet kopiëren en dan met de rechter muis-
knop in deze map plakken.
Gebruik je kaarten van Google Earth, Google Maps of de Digitale Atlas van Agteres, zorg
er dan voor dat de kaarten die je nodig hebt bij je les klaar staan in de taakbalk.
Maak je gebruik van websites waar je moet inloggen (bijvoorbeeld: Teleblik, Klassetv,
e.d.) zorg er dan voor dat je voor de les bent ingelogd en de juiste filmpjes hebt klaar-
staan.
de SMART Board galerie: . Doe dat meteen als je iets interessants vindt waarvan je
denkt dit in een les te kunnen gebruiken. Dit scheelt later weer tijd met zoeken. Zet wat
je gevonden hebt in een eigen mapje bij Mijn Inhoud, bijvoorbeeld: een mapje voor
rekenen, een mapje voor aardrijkskunde, een mapje voor geschiedenis, enz.
Je kunt ook op je eigen pc hiervoor mapjes maken. Zie hoofdstuk 5.
Hyperlinks naar websites kun je in je browser in mapjes per vak opslaan bij Mijn favo-
rieten.
Teksten kun je van een website kopiëren en in een 'Kladblok'-documentje zetten (het
programma Kladblok zit in Windows). Websiteadressen kun je ook in een Worddocu-
mentje zetten. Maak ook dan voor ieder vak weer een apart document aan. Maar je kunt
ook de hyperlink bij de Bijlagen (Attachments) plaatsen.
Het zelfde geldt voor plaatjes en foto's. Ook hier geldt: voor ieder vak een eigen mapje.
YURLS. Heel handig en veel gebruikt in het basisonderwijs. Handleidingen en How to's
zijn te vinden op http://over.yurls.net. Je moet wel een gratis account aanmaken.
Delicious.com. Ook hier kun je bronnen neerzetten. Voordeel: je kunt bij iedere bron
een beschrijving zetten. Doordat je bij iedere website één of meerdere sleutelwoorden
(tags) kunt geven, kun je jouw bronnen snel terugvinden. Sleutelwoord bijvoorbeeld:
reken, taal, spelling, geschiedenis, etc. De site is Engelstalig. De site is gratis, maar je
moet je wel even registreren.
Op alle drie de sites kun je dus je bronnen (links) gratis online geordend opslaan.
Op school op je SMART Board erg handig, maar heb je thuis op je computer de 'Note-
book'-software geïnstalleerd dan kan die balk knap irritant zijn, want overal zie je die
balk. Zelfs als je de balk verbergt blijft er continue een 'tab' zichtbaar. Je ziet die tab op
je bureaublad en in de software die je gebruikt. Kortom…, weg ermee!!
"Kalibreren houdt in dat je het bord klaarmaakt om mee te werken. De pen of de vinger
moet kunnen registreren waar deze zich bevindt op het bord. Kalibreren hoeft vaak alleen
maar als het bord wordt geïnstalleerd. Toch gebeurt het regelmatig dat dit opnieuw moet
worden gedaan. Zodra het beeld van de beamer verschuift, of de instellingen worden ver-
anderd. Vaak heeft elk bord een knop waarbij je kan kalibreren. Deze knop zit meestal in
de basis programma van het bord." (Bron: www.digibordhulp.nl).
Maak er een gewoonte van om iedere ochtend voor de aanvang van de lessen je bord te
kalibreren. Niets is zo vervelend als tijdens de les te moeten ontdekken dat het schrijven
op het bord niet goed gaat.
Moet je het bord vaak kalibreren, dan kun je ook een leerling de (week)beurt geven om
de hele week na elke schoolbel het bord even uit te lijnen (kalibreren). Leerlingen vinden
het een leuke taak en zullen het vast niet vergeten.
Meer informatie kun je vinden in het document (pdf): 'Oriënteren van het SMART Board
Interactive Whiteboard'. Dit kun je downloaden van
http://www.smartboard.nl/nl/training/gratis-training-materiaal.php.
Standaard staan er grote witte pijlen in de werkbalk. Hiermee kun je naar de vorige of
de volgende pagina gaan:
Maak je gebruik van het Volledig scherm, dan verschijnt er een zwevend balkje. Die
je links of rechts naar de onderkant van de
les kunt schuiven. Ook hiermee kun je al-
leen naar de vorige of volgende pagina
gaan.
Wil je echter tijdens de les snel een pagina laten zien die bijvoorbeeld 5 pagina's verder
staat, maak dan een 'knop' die is voorzien van een 'koppeling' naar die pagina 5. In de
galerie staan kant-en-klare afbeeldingen van 'knoppen', maar je kunt ook zelf een knop
maken. Dat doe je zo:
Kies
de
pijl en maak die pijl zo groot dat de tekst 'Ga naar pagina 5' hier netjes inpast.
3. Sleep de tekst 'Ga naar pagina 5' in de pijl.
4. Zet de cursor buiten de pijl in het 'schrijf'-oppervlak en houd de linker muisknop inge-
drukt. Sleep nu met de muis over de pijl en de tekst. De cursor verandert in een licht-
blauwe 'rechthoek'. Laat de muis los. Klik op een grijs vierkantje met een zwart pijltje
(je ziet er twee) en kies in het menu Groepen instellen en dan Groeperen. De pijl
en de tekst zijn nu één object geworden, dat je kunt verplaatsen, vergroten en ver-
kleinen.
5. Klik op de pijl met de tekst en het menu wordt geopend. Kies Koppeling. Het scherm
Koppeling invoegen verschijnt. Selecteer de pagina 5; Kies bij Starten door te voor
Object en klik op OK.
Geef je uitleg (instructie): plaatst dan de tekst in ieder geval op de bovenste helft van
het bord. Zo kan iedereen het goed zien over de hoofden van hun medeleerlingen. Zet
plaatjes e.d. op de onderste helft van het bord. Je kunt ze altijd omhoog schuiven over
de tekst heen. Beter nog is om tabbladen (pull tabs) te gebruiken (zie hoofdstuk 10).
Laat je jouw leerlingen iets doen op het bord, bijvoorbeeld oefenen met een tooltje of
iets schuiven, zet je objecten (tekst, tooltje) dan laag, zodat ze erbij kunnen.
Hoofdstuk 9: Lesindeling
9.1 De lesindeling
Een les kent een inleiding, kern en een slot. En voor jezelf zou je hier nog evaluatie aan
kunnen toevoegen (m.n. de evaluatie van je 'Notebook'-les).
9.2 Inleiding
Tijdens mijn opleiding tot schoolmeester heb ik geleerd dat je een les moet beginnen met
een 'aandachttrekker'. Het digitale bord biedt prachtige mogelijkheden om de aandacht
van de leerlingen te trekken middels een geluid (wat hoor je..?), al of niet in combinatie
met een afbeelding; een foto of een filmpje (al dan niet zelf gemaakt met een digitale
camera of camcorder (bijvoorbeeld een 'Flip'); een zelfgemaakte tekening (bijvoorbeeld in
Paint (overigens zijn er op het internet genoeg geschikte gratis tekenprogrammaatjes te
downloaden) of laat je leerlingen iets opschrijven op het bord als 'starter'.
Uiteraard laat je de
leerlingen bij deze foto
vertellen. Al dan niet
aan de hand van door
jou gestelde (open)
vragen. Laat je de leer-
lingen een filmpje be-
kijken, dan is een 'kijk-
vraag' handig waardoor
de leerlingen 'gericht'
kijken. Ook kun je de
leerlingen vragen wat
ze op het filmpje allemaal gezien hebben.
Pas op voor 'overkill'. Bijvoorbeeld niet iedere les starten met een foto of een filmpje.
Maar wissel de 'aandachttrekkers' af . Hoe dan ook, bedenk steeds afwisselende 'aan-
dachttrekkers'. De 'Notebook'-software biedt mogelijkheden genoeg om er iets boeiends
van te maken.
9.3 Kern
Voor de kern kun je uitleg/instructie afwisselen met interactief oefenen: een pagina t.b.v.
de uitleg/instructie gevolg door een pagina met interactief oefenen, dan weer een pagina
met instructie/uitleg en ook weer gevolgd door een pagina met interactief oefenen van
hetgeen jij daarvoor uitgelegd hebt. Door middel van het interactief oefenen, kun je snel
zien of de leerlingen de som hebben gesnapt.
Houd je hierbij aan de 'vuistregel': één probleem (bijvoorbeeld een som) per pagina. Je
houdt dan ook voldoende ruimte voor de 'aantekeningen' die je met de pen maakt.
Na de uitleg volgt het interactief inoefenen middels een 'spelletje' dat op het internet ge-
vonden is. Het is een 'flash' (swf)-bestandje dat je in je 'Notebook'-les kunt invoegen.
De oefening is weliswaar in het Engels, maar jij legt uit wat de bedoeling is. Ze hebben
het meteen door! De leerlingen rekenen het sommetje individueel, in tweetallen of in
groepjes uit en een leerling laat je de gevonden uitkomst intoetsen.
(Bron spel: www.interactivestuff.org/sums4fun/3dboxes.html)
Na dit interactief oefenen volgt de uitleg/instructie bij een nieuwe som en daarna weer
een interactieve oefening, enz.
In de galerie en op het internet staan allerhande interactieve tootjes waarmee je de stof
die uitgelegd is, kunt laten oefenen.
Nog een voorbeeldje. Een aardrijkskunde les over de werking van een sluis.
In de inleiding laat je een filmpje van YouTube zien over een sluis. Het filmpje is gedown-
load van YouTube en ingevoegd in de 'Notebook'-software.
Tja, en hoe werkt nu zo'n sluis…??? Dat ga je dan interactief uitleggen of je vraagt aan de
klas: "Wie kan het uitleggen… én doen. Je mag zelf de sluis bedienen."
En dat laat je dan doen met de volgende simulatie (van het internet gehaald):
9.4 Slot
Om je les af te sluiten is voldoende materiaal in de galerie en op het internet te vinden.
Er zijn allerlei educatieve games en oefeningen voorhanden, waarmee je jouw les op een
leuke manier interactief kunt afsluiten.
Natuurlijk is de hierboven geschetste aanpak geen wet van Meden en Perzen. Je lesop-
bouw is natuurlijk afhankelijk van de soort les. Maar bij de meeste instructiemomenten is
een dergelijke opbouw goed te gebruiken.
Je kunt als slot de gegeven les ook samenvatten. Ook hier zijn in de galerie diverse ge-
schikte tools voor te vinden.
De verwijspagina:
Als je nu op "Som 1: zie pagina 1" klikt (met je vinger) dan ga je automatisch naar pagi-
na 1, waar som 1 plus de gemaakte aantekeningen staan. De leerling bekijkt de som en
klikt hier op 'Terug >', waardoor hii/zij weer terugkomt op de 'verwijspagina'. Een andere
leerling wil nog even zien hoe som 4 ook alweer ging. Hij/zij klikt op "Som 4: zie pagina
7" en komt op pagina 7. Ook hier staat weer het knopje 'Terug >' om terug te keren naar
de 'verwijspagina'. De leerlingen kunnen dus zelfstandig 'terugbladeren' naar de som die
ze nog even willen bekijken. Erg handig, want jij kunt in die tussentijd bijvoorbeeld leer-
lingen helpen die extra hulp nodig hebben.
3. Klik op de tekst en daarna op het knopje met het pijltje omlaag (of gebruik de rechter
muisknop).
De tekst "Som 1: zie pagina 1" is nu veranderd in een hyperlink. Als je er op klikt ga je
naar 'Som 1 op pagina 1'.
Om van "Som 2: zie pagina 3" en de rest hyperlinks te maken, herhaal je de bovenstaade
stappen.
Je ziet dat de tekst "Som 1: zie pagina
1" in een hyperlink is veranderd. Als je
er met de cursor op gaat staan, veran-
dert die in een 'handje'.
Op deze manier kun je bij ongeacht welke les de leerlingen de uitleg/aantekeningen terug
laten halen.
1. Kies het rechthoekje door erop te klikken. En 'trek' het in het 'schrijf'-oppervlak uit
tot een flinke rechthoek (1).
2. Maak een kleine 'trapezium' in het 'schrijf'-oppervlak. Dat wordt het 'tabje'.
3. Selecteer de 'trapezium' door erop te klikken.
4. Open het menu en kies Spiegelen Omhoog/omlaag.
5. Is het resultaat van deze 'actie'.
Nu moeten er nog twee handelingen verricht worden voordat het 'geraamte' van de 'tab-
kaart' klaar is.
Het object 'tab' en het object 'kaart' zijn door deze handeling één object geworden: het
object 'tabkaart'. De basis voor de 'tabkaart' is nu klaar. Je kunt dit exemplaar opslaan bij
Mijn Inhoud om de tabkaart later weer te gebruiken.
2. Trek de tabkaart iets groter met het grijze bolletje (rechts onder het tablad). En
schuif de kaart naar boven.
Voor alle duidelijkheid: dit is één manier om 'tabkaarten' te maken. Bij de 'Notebook'-
software leiden vele wegen naar Rome. Gewoon zoeken en de verschillende manieren uit-
proberen en kies de manier die jij het prettigst vindt werken.
De balk opent zich in het scherm Opvuleffecten. Kies Effen opvulling. Klik op een lich-
te kleur, bijvoorbeeld lichtblauw. De tabkaart kleurt automatisch lichtblauw.
Nu moeten de zwarte lijnen nog weg. Ga in de zelfde balk naar Lijnstijl en klik hier ook
op de kleur lichtblauw. De zwarte lijnen zijn nu lichtblauw en je hebt een compleet licht-
blauwe tabkaart.
Selecteer de lichtblauwe tab tabkaart; open het menu en klik op Dupliceren. Er ver-
schijnt nu een tweede, ook lichtblauwe tabkaart.
Selecteer tweede tabkaart
door er op te klikken; open het
menu en kies weer Eigen-
schappen.
De grijze balk aan de rechter-
kant opent zich weer in Op-
vuleffecten. Kies hier eer een
lichte kleur, bijvoorbeeld roze.
Klik dan op Lijnstijl, klik op
roze en de hele tabkaart is
keurig roze.
De 'tab' van de roze kaart zit niet erg handig; die zou meer naar beneden moeten. Ook
dat kan.
Selecteer de roze tabkaart en klik in het menu op Groepen instellen Groepen op-
heffen. En trek daarna het 'tabje' van de 'kaart'. 'Tab' en 'kaart' zijn weer twee aparte
objecten geworden.
Zet de 'tab' nu tegen de kaart. Het beste kun je de roze 'kaart' op de blauwe slepen. Je
kunt dan precies zien waar de 'tab' moet komen. Heb je de 'tab' op de goede plaats gezet
(de kaarten moeten nu precies over elkaar heen passen) dan zet de 'tab' weer vast aan
de 'kaart'.
Selecteer de roze 'tab' en de 'kaart'. Daarna het menu van de roze kaart openen. Klik
weer op Groepen instellen Groeperen en de 'tab' en de 'kaart' zitten aan elkaar
vast. Het is weer één object: de tabkaart.
Nu kunt je de lichtblauwe en de roze tabkaart 'achter' de linker zijkant van je scherm ver-
schuiven.
Maak in één keer een serie tabkaarten in verschillende (lichte) kleuren en sla ze op in een
map bij Mijn Inhoud. Handig als je voor een les weer eens tabkaarten nodig hebt.
Tekst op de 'Tab'
Klik ergens op het 'schrijf'-oppervlak en type een tekst. Bijvoorbeeld: rekenen.
Om de tekst van boven naar beneden te krijgen klik je in de editor op
Ook na het intypen van deze tekst (vergeet niet op de pijl in de werkbalk te klikken na-
dat je de tekst getypt hebt) even naar Groepen instellen' 'Groeperen zodat de tekst
op de kaart blijft staan als je de kaart wegschuift. Op het moment dat je een andere tekst
op de kaart wilt, kies je in het menu: Groepen instellen' 'Groepen opheffen.
De tabkaarten uit de galerie zijn er in verschillende vormen en kleuren. Er zijn zelfs 'in-
teractieve' tabkaarten.
De tabkaarten uit de galerie zijn 'objecten'. Als je er op klikt zie je de knop voor het menu
met al de inmiddels genoemde functies. Je kunt ze draaien, groter en kleiner trekken.
Als je nu de pull tab tijdens je les te voorschijn trekt, klik je daarna op de pijl
en je pull tab spring weer weg naar de rechterkant waar je hem vandaan haalde. Een
handig maniertje om je pull tab weer snel weg te zetten.
Ik heb van Hanneke toestemming gekregen om over deze 'truc' dit hoofdstukje te schrij-
ven. De schermdrukken komen uit deze 'Notebook'-les. Enkele afbeeldingen zijn door mij
aangepast.
Teken met de pennen de afzonderlijke 'onderdelen' van het poppetje. In het voorbeeld
het hoofd, de romp en de benen. Je kunt kiezen uit de 'standaard'-kleuren, maar ook een
eigen kleur. Een eigen kleur kiezen doe je zo:
1. Klik naast het plaatje op het grijze vierkantje met het zwarte pijltje. Er opent zich een
scherm (1).
2. Ga in dit scherm met de muis naar 'Eigenschappen' en klik hierop. Er opent zich een
groot scherm. Kies in dit scherm 'Lijnstijl' (2).
3. Het scherm 'Lijnstijl' opent zich. In dit scherm kun je kleuren, lijndiktes, enz. kiezen.
Heb je je kleur, enz. gekozen dan sluit je het scherm en jouw getekende lijn is veran-
derd in de kleur en dikte van jouw keuze (3).
3. Nu ga je het vierkant/rechthoek een kleur geven. Klik weer op het zwarte pijltje in het
grijze vierkantje. Er opent zich een scherm. Kies in dit scherm 'Opvuleffecten'.
4. Kies in het scherm 'Opvuleffecten' een kleur en zet een puntje voor 'Effen vulling'. Sluit
het scherm.
Hoe je een fotootje (schermafdruk) moet maken met het 'fototoestelletje' in de werkbalk
is uitgelegd in paragraaf 3.1 Een schermafbeelding maken.
1. Klik op het plaatje om het te selecteren (1). Je krijgt dan weer het grijze knopje
met het zwarte pijltje. Klik hierop en het bijbehorende schermpje verschijnt.
2. Kies in dit schermpje 'Transparantie afbeelding instellen' (2)
3. Er verschijnt dan een schermpje (3). In dit schermpje kun je het plaatje 'transpa-
rant' maken.
Als je het hoofd, de romp en de benen 'transparant' gemaakt hebt schuif je de delen te-
gen elkaar en het poppetje is klaar! Desgewenst kun je de drie losse onderdelen tot één
plaatje 'groeperen'. Dat doe je zo:
1. Selecteer de drie plaatjes door er met de muis een 'rechthoek' over te trekken
(1).
2. Klik dan op een van de grijze knopjes met het zwarte pijltje omlaag en een
schermpje wordt geopend (2).
3. Klik in dit schermpje op 'Groepen instellen' en daarna op 'Groeperen'. Je hebt nu
één plaatje i.p.v. drie afzonderlijke plaatjes.
Je kunt deze 'Notebook'-les downloaden van de YURLS van Hanneke Meinen 'Juf Han-
neke', tabblad 'Zelfgemaakte SMART Board lessen'. De les is op deze pagina te vinden in
de box 'Handleidingen'. Het is sowieso interessant om deze YURLS eens te bekijken, want
er staat ontzettend veel op dat je op je SMART Board kunt gebruiken.
Je kunt het rolgordijn ook van links naar rechts of van rechts naar links openschuiven.
Je kun het scherm bijvoorbeeld rechts openen, terwijl je links staat. Gewoon het scherm
op het bord naar links schuiven.
Ook een reservelamp voor de beamer is geen overbodige luxe. Als zo'n ding kapot gaat
heb je zo één, twee, drie geen nieuwe en kun je jouw digitale bord niet gebruiken. Vraag
eens aan je ICT-coördinator of de directie of er een reserve lamp op school aanwezig is en
informeer meteen eens of er een 'protocol' bestaat als een digitaal bord het ineens niet
meer doet…
Op deze site vind je ook een uitgebreid hoeveelheid links waar je materiaal kunt vinden
voor het digitale bord:
http://www.drp.nl/digibord//DigiBordboek/Lesmateriaal.html
http://www.drp.nl/digibord//DigiBordboek/Lesmateriaal/Voorbeelden1/Voorbeelden.ht
ml
http://www.drp.nl/digibord//DigiBordboek/Portals-voor-DigiBordlessen.html
kunt de documentatie ook in een 'Word'-documentje zetten en deze opslaan als bijlage bij
de les.
Notebookpagina toevoegen
Notebookbestand openen
Notebookbestand opslaan
Plakken bestand
Ongedaan maken
Opnieuw
Verwijderen
Scherm verbergen
Volledig scherm
2 pagina's weergeven/verbergen
Schermafdruk
Tabellen invoegen
Selectieknop
Pen
Creatieve pen
Wisser
Lijnen
Vormen maken
Vormherkenning
Magische pen
kleurvulling
Tekstvak invoegen
Eigenschappen object
Werkbalk verplaatsen
Paginasorteerder
Galerie
Bijlagen
Werkbalk verplaatsen
Meethulpmiddelen
Een balk met keuzekleuren verschijnt. Wanneer de gewenste kleur er niet bij zit klik je
nog eens op de penknop. De balk verdwijnt weer. Klik daarna op de Eigenschappen-
knop in de werkbalk.
Wanneer je op de eerste knop drukt kun je een gebied omlijnen dat naar een nieu-
we 'Notebook'-pagina wordt gekopieerd. Wanneer je de schermafdruk naar je geopende
pagina wilt hebben, moet je het vinkje bij Schermafdruk naar nieuwe pagina wegha-
len.
Wanneer je op de tweede knop van de werkbalk drukt kun je een willekeurig ven-
ster kopiëren.
Wanneer je op de vierde knop van de werkbalk drukt kun je uit de vrije hand een
selectie kopiëren.
Nadat je via een lessen(download)website een geschikte les hebt gevonden en ge-
download, open je de 'Notebook'-software.
Druk op Lijnenknop
Trek een horizontale lijn over één van de rasterlijnen.
Zet korte verticale streepjes op deze horizontale lijn, op gelijke afstand van elkaar.
Druk op de Pennenknop (in de werkbalk) en schrijf enkele getallen boven de lijn. Zorg
ervoor dat je na elk getal even op de selectiepijl klikt voordat je het volgende
getal schrijft. Zo zijn ze apart te verplaatsen (slepen) naar de juiste plaats.
Wil je deze les bewaren sla het bestand op via Bestand en Opslaan als. Voeg het later
eventueel toe aan de Galerie.
Open Notebook en klik op Galerie en zoek een afbeelding van een appel m.b.v. de
zoekregel (bovenaan). Zoek op 'fruit' en klik daarna op Figuren en achtergronden.
Sleep de appel naar het werkblad.
Klik naast het tekstvak: het woord appel is een object geworden. Klik met de rech-
termuisknop op 'appel' en klik op Naar achtergrond. Nu kun je de afbeelding over
het woord plaatsen. Dit is te gebruiken bij woordenschatoefeningen.
Open Notebook en zoek in de Galerie en afbeelding, sleep die naar het werkblad.
Open Word en maak een tekening met de 'SMART Board'-pen en klik daarna op het
eerste knopje in de werkbalk (SMART Aware Toolbar).
Het is ook mogelijk om een SMART Notebook print Capture te maken van een be-
staand Wordbestand (pagina). Kies daarvoor Bestand – Afdrukken – SMART Note-
book Print Capture – OK.
Geef het thema een naam, stel de pagina naar wens in door het lettertype te bepalen,
kleur achtergrond in te stellen en eventueel afbeeldingen toe te voegen. Klik onderaan
op Opslaan.
Bij het printen van de inhoud zijn meerdere opties mogelijk (miniaturen, hand-outs, hele
pagina). Kies Bestand — Afdrukken.
Met de SMART Recorder kun je een videobestand maken van al je handelingen op het
SMART Board, onafhankelijk van de toepassingen die je gebruikt. Je kunt de opname
afspelen op elke computer mat de SMART Video Player of Windows Media Player.