You are on page 1of 2

Het theoretisch kader: meest gestelde vragen

Theoretisch kader
Het blijkt dat studenten het moeilijk vinden om een theoretisch kader te schrijven. Vandaar dat deze
bijlage extra ingaat op dit onderdeel. De drie belangrijkste pijlers die de student moet volgen zijn:

− Begin je afstudeerproject met de literatuurverkenning en het schrijven van het theoretisch kader!
De praktijk leert dat studenten geneigd zijn om het theoretisch kader voor zich uit te schuiven. Dat
resulteert in een afstudeerproject dat al ver gevorderd is zonder een theoretisch kader. Op deze
wijze kun je niet de inzichten die het theoretisch kader oplevert gebruiken voor het
afstudeerproject, het wordt een soort aanhangsel dat moeilijk nog te integreren is. Dus: na de
literatuurverkenning en het afstemmen van de probleemformulering is de volgende stap het
schrijven van het theoretisch kader.

− Verwar niet doel en middelen


Een voorbeeld kan dit het best illustreren. Een student wil het marketingplan zoals beschreven
door Alsem gebruiken als theoretisch kader. Dit is NIET de bedoeling van een theoretisch kader
omdat het marketingplan (net als het salesplan, onderzoeksplan, communicatieplan, etcetera) een
middel is. Een voorbeeld van hoe het wel kan is het volgende. Een student schrijft een
afstudeerscriptie over document management systemen in het midden- en kleinbedrijf. Na enig
deskresearch besluit de student om de volgende bronnen te gebruiken voor het theoretisch kader:
1. Besluitvormingsproces volgens Mintzberg
2. Inkoopbesluitvormingsproces volgens P. Kotler en R. Solomon
3. ‘De beslissende ondernemer in het MKB’ rapport van het EIM
In het theoretisch kader worden deze twee theorieën en het onderzoek van het EIM eerst kort
samengevat weergegeven. Vervolgens wordt geanalyseerd wat dit betekent voor de
probleemstelling van de scriptie en worden voorlopige conclusies getrokken.

− Maak keuzes
In laatstgenoemde voorbeeld zie je dat de betreffende student slechts drie zaken gebruikt heeft.
Dat wil niet zeggen dat er niet meer te vinden zijn. Uit een veel grotere lijst van bronnen zijn er een
aantal geselecteerd die het best toepasbaar zijn op de probleemstelling.

Een aantal meest gestelde vragen met betrekking tot het theoretisch kader zijn hieronder
weergegeven. Lees deze en gebruik het om tot een goed theoretisch kader te komen.

Vraag: wat is de bedoeling van het theoretisch kader? Moet ik alle gebruikte theorieën beschrijven?

Antwoord: nee, het is wel van belang om alle gebruikte literatuur op juiste wijze te vermelden in de
bronnen. Voor het theoretisch kader laat de student zien dat hij: 1) wel veel relevante bronnen
geraadpleegd heeft maar 2) een keuze maakt van een aantal bronnen die relevant zijn voor de
probleemstelling. Van belang is dat ook RECENTE bronnen gebruikt worden (denk aan tijdschriften en
toegepast onderzoek).

Dus:
1) ga op zoek naar relevante en recente informatie
2) maak daarvan een literatuurlijst volgens de daarvoor geldende regels (zie themawijzer)
3) maak een keuze van de meest relevante informatie
4) beschrijf deze bronnen (houd het kort!)
5) beschrijf wat dit betekent voor de probleemstelling

Doel is:
1) dat de student laat zien over voldoende theoretische kennis te beschikken
2) dat hij weet waar hij relevante RECENTE informatie vandaan kan halen
3) dit krachtig weet samen te vatten
4) de vertaalslag kan maken naar zijn probleemstelling
5) dit op wetenschappelijke manier kan verantwoorden (correcte literatuurvermelding)
Vraag: moet je voor je theoretisch kader de probleemstelling van je onderzoek als uitgangspunt
nemen?

Antwoord: In een theoretisch kader kun je trachten door middel van theorie antwoord te geven op de
probleemstelling, het is echter óók heel goed mogelijk om één of meerdere deelvragen als
uitgangspunt te nemen. Die deelvragen formuleer je dan in de vorm van één of meerdere hypothesen.

Vraag: mag je een theoretisch kader aanpassen?

Antwoord: Je start je project met een theoretisch kader, dat wil niet zeggen dat je tijdens het proces
het theoretisch kader niet kunt bijstellen. Wellicht krijg je nieuwe inzichten waardoor je accenten zult
verleggen. Verder word je uitgedaagd om te allen tijde kritisch te kijken naar theoretische modellen,
mist je dit beargumenteerd doet. Argumenten kunnen afkomstig zijn van deskresearch (andere
theorieën, mening van inhoudsdeskundigen) en fieldresearch (je eigen onderzoek).

Vraag: ik heb op internet uitspraken gevonden van …. Hij is retailsprecialist en directeur van het retail
management center in Gouda. Uit zijn uitspraken in publicaties zou ik hypotheses kunnen opmaken
die relevant zijn voor mijn onderzoek. Is dit geschikt voor in mijn theoretisch kader? Dus kun je
hypotheses stellen op basis van informatie die je op het internet vindt? Of moeten ze echt op basis
van theorieën geformuleerd worden.

Antwoord: de mening van een inhoudsdeskundige behoort tot relevante informatie. In bovenstaande
situatie is het van belang dat de bron duidelijk vermeld wordt in de literatuurlijst (een betere naam is
bronnenlijst). Deze informatie is dus geschikt voor het opstellen van hypotheses. Het verdient
aanbeveling om verder te zoeken naar publicaties van betreffende inhoudsdeskundige. Ongetwijfeld
zal er meer te vinden zijn in de vorm van artikelen en of gepubliceerde onderzoeken. Ook is het
raadzaam om de betreffende organisatie (in dit geval het retail management center in Gouda) te
benaderen met de vraag of en waar er publicaties van de betreffende persoon te vinden zijn.

Vraag: Ik kan echt geen een theorie toepassen, ik sta dus nog op punt 0. Hoe pak ik het aan?

Antwoord: Je kunt qua deskresearch denken aan twee dingen: 1) informatie verzamelen ten aanzien
van methodiek (hoe voer je nu schaponderzoek uit?). Maar methodiek is een middel om je doel van je
afstuderen te realiseren en dus niet geschikt als theoretisch kader. Qua theorieën zul je moeten
denken aan (bijvoorbeeld) 2) theorieën die aansluiten bij de probleemstelling (inhoudelijk). Wanneer je
deze theorieën op een rij hebt staan zul je ook gemakkelijker een link kunnen leggen naar de te
gebruiken methodiek.

Tip: het feit dat je individueel toetsbaar moet zijn betekent niet dat je niet kunt samenwerken met
studiegenoten. Ga eens met een aantal studenten naar zo’n bibliotheek en verdeel het speurwerk
zodat je er allemaal beter van wordt. Bovendien levert een goede bibliotheek vaak meer bruikbare
informatie dan Google.

Vraag: Kan ik als hogeschool student gebruik maken van een universiteitsbibliotheek?

Antwoord: Uiteraard begin je dicht bij huis: de bibliotheek van de Haagse Hogeschool. Echter indien
je recente informatie en wetenschappelijke informatie zoekt die daar niet aangeboden wordt of te
vinden is raadpleeg dan andere universiteitsbibliotheken (vaak ook mogelijk via de bibliotheek van de
Haagse Hogeschool). Informeer tevoren waar je aan moet voldoen als je er gebruik van wil maken.
Veel bibliotheken vragen namelijk een legitimatiebewijs plus een bewijs van een adres (bijv. brief of
bankafschrift) voordat je als externe gebruik mag maken van de bibliotheek. Materiaal kun je
vervolgens (meestal gratis) inkijken en kopieën maken van relevante informatie.

You might also like