Professional Documents
Culture Documents
SPECIAL | LEZEN
In de onderbouw van het basisonderwijs wordt spelen- ervaringen van de kinderen krijgt een leerkracht inzicht
derwijs gewerkt aan mondelinge taalvaardigheid. Om dit in de voorkennis van zijn leerlingen en wordt een relatie
op gestructureerde wijze vorm te geven hebben Verhoe- gelegd tussen aanwezige en nieuwe kennis. Vooraf gese-
ven cum suis tussendoelen mondelinge communicatie lecteerde nieuwe woorden kan hij aan de hand van de
ontwikkeld. Een van deze tussendoelen is begrijpend tekst en de illustraties in een boek met concreet materiaal
luisteren. Hierbij leren kinderen hun aandacht te richten uitleggen. Herhalen helpt daarbij: uit onderzoek van Bus
en langere tijd te luisteren naar verhalen. Zij ontwikkelen en anderen blijkt dat kleuters meer nieuwe woorden le-
een positieve luisterhouding en leren een verhaal of in- ren wanneer hetzelfde boek drie à vier keer wordt voorge-
formatieve tekst te begrijpen. Ook leren ze onderscheid lezen dan wanneer een reeks verschillende boeken wordt
te maken tussen belangrijke en minder belangrijke infor- aangeboden.
matie. Zij kunnen de plot van een verhaal of de hoofdge- De beschikking over zo’n grotere woordenschat onder-
steunt het latere aanvankelijk leesproces. Daarnaast be-
vordert bekendheid met een woord volgens dezelfde Bus
Begrijpend luisteren en lezen de correcte verklanking van letters en het vinden van het
juiste klankpatroon. In figuur 1 van Dickinson is deze sa-
liggen in elkaars verlengde menhang tussen verschillende vaardigheden weergegeven.
HUMANTOUCHPHOTO
waarop dit probleem wordt opgelost. Hierdoor krijgen de grondkennis, bespreking van nieuwe woordenschat, ver-
kinderen meer inzicht in de structuur van het verhaal. binding van het verhaal aan de kennis van de leerlingen
en het geven van een doel aan luisteren werkt bij kleuters
VERHAALBEGRIP even goed voor informatieve als voor verhalende teksten.
Tijdens en na het voorlezen kan een leerkracht ook ande- Zeker voor de woordenschatontwikkeling is het goed
re vragen stellen over de hoofdpersoon, de belangrijkste wanneer dezelfde woorden in een andere context terug-
gebeurtenissen en over het probleem dat in het boek naar komen. Een onderbouwleerkracht moet er echter reke-
voren komt. Door vragen te stellen over oorzaak en ge- ning mee houden dat de structurele kenmerken van een
volg (‘Hoe kwam dat? Waarom deed hij dat?’) bevordert informatieve tekst verschillen van die van een verhalen-
een leerkracht het verhaalbegrip van kleuters. Het ver- de tekst. De activiteiten voor het navertellen moeten
band tussen verschillende gebeurtenissen in een verhaal worden herschikt. Voor een informatieve tekst bestaan
is voor kleuters soms moeilijk te begrijpen. Een leer- de structurele kenmerken uit een titel, onderwerp(en),
kracht kan hun verhaalbegrip bevorderen door wendin- hoofdidee en ondersteunende details, in plaats van ka-
gen in het verhaal samen te vatten. Hij geeft ze daarnaast rakters, situatie, probleem, ontknoping en afsluiting (de
volop ruimte om opmerkingen te maken of zelf vragen te structurele kenmerken van een verhaal).
stellen naar aanleiding van het verhaal. Na afloop doen
de kleuters een verwerkingsactiviteit. Zij spelen het ver-
haal bijvoorbeeld na. Begrijpend luisteren is óók
Bovenstaande activiteiten binnen de cyclus van interac-
tief voorlezen laten zien dat begrijpend luisteren meer is betekenis geven aan tekst
dan alleen maar luisteren. Om tot beter tekstbegrip te ko-
men moeten kinderen voorspellingen doen, uitwisselen, Tot slot, onderzoek van onder anderen Gough en Turner
hardop denken, oorzaak-gevolg aangeven et cetera. De toont aan dat begrijpend luisteren en vlot lezen essen-
leerkracht heeft daarbij een duidelijke voorbeeldfunctie: tieel zijn voor begrijpend lezen. We kunnen stellen dat
hij leert zijn leerlingen goede begrijpende lezers te zijn. expliciete aandacht voor instructie in begrijpend luiste-
ren in de onderbouw twee doelen dient. Het is niet alleen
TRANSFER zinvol als voorloper van het aanleren van strategieën en
In een groep kan interactief voorlezen worden ingezet als vaardigheden van begrijpend lezen, maar faciliteert ook
taalleerroutine, wat betekent dat deze activiteit steeds het aanvankelijk lezen in groep 3. Begrijpend luisteren
weer terugkeert. Alleen het anker, in dit geval het pren- wordt daarom onder onderzoekers wel beschouwd als een
tenboek, verandert na verloop van tijd. Door het terugke- vorm van preteaching voor begrijpend lezen. Alle aspec-
rende karakter van deze activiteit zullen kinderen inter- ten van begrijpend luisteren zoals verhaalbegrip en woor-
actief voorlezen en begrijpend luisteren ook als een routi- denschat moeten dan wel systematisch aan de orde ko-
ne gaan beschouwen. Leerkrachten vertellen soms dat ze men, zodat kinderen er in groep 3 bij het aanvankelijk le-
niet van dergelijke taalleerroutines houden, omdat ze zen direct gebruik van kunnen maken. Als een leerkracht
denken dat kinderen zich daardoor gaan vervelen. On- samen met de kinderen de transfer kan maken van luis-
derzoek wijst echter uit dat kinderen positief reageren op terstrategieën naar leesstrategieën, zullen de leerlingen
structuur en expliciet onderwijs en het zeker niet als deze werkwijze later waarschijnlijk vanzelfsprekend gaan
‘saai’ ervaren. toepassen bij het begrijpend lezen. Kinderen zijn dan in
Overigens, ook in de onderbouw kunnen verschillende feite al jaren bezig met begrijpend lezen. Niet in de vorm
soorten teksten gebruikt worden. Activering van achter- van lezen, maar in ieder geval wel luisterend. <<