You are on page 1of 2

DID_TDS_nr8vers5.

qxd 17-09-2007 12:37 Pagina 4

SPECIAL | LEZEN

Beter begrip door


luisteractiviteiten
Veel leerlingen in de bovenbouw hebben moeite met begrijpend lezen. Vroeg be-
ginnen met begrijpend luísteren helpt problemen te voorkomen.

door Els Loman en Eveline Wouters

In de onderbouw van het basisonderwijs wordt spelen- ervaringen van de kinderen krijgt een leerkracht inzicht
derwijs gewerkt aan mondelinge taalvaardigheid. Om dit in de voorkennis van zijn leerlingen en wordt een relatie
op gestructureerde wijze vorm te geven hebben Verhoe- gelegd tussen aanwezige en nieuwe kennis. Vooraf gese-
ven cum suis tussendoelen mondelinge communicatie lecteerde nieuwe woorden kan hij aan de hand van de
ontwikkeld. Een van deze tussendoelen is begrijpend tekst en de illustraties in een boek met concreet materiaal
luisteren. Hierbij leren kinderen hun aandacht te richten uitleggen. Herhalen helpt daarbij: uit onderzoek van Bus
en langere tijd te luisteren naar verhalen. Zij ontwikkelen en anderen blijkt dat kleuters meer nieuwe woorden le-
een positieve luisterhouding en leren een verhaal of in- ren wanneer hetzelfde boek drie à vier keer wordt voorge-
formatieve tekst te begrijpen. Ook leren ze onderscheid lezen dan wanneer een reeks verschillende boeken wordt
te maken tussen belangrijke en minder belangrijke infor- aangeboden.
matie. Zij kunnen de plot van een verhaal of de hoofdge- De beschikking over zo’n grotere woordenschat onder-
steunt het latere aanvankelijk leesproces. Daarnaast be-
vordert bekendheid met een woord volgens dezelfde Bus
Begrijpend luisteren en lezen de correcte verklanking van letters en het vinden van het
juiste klankpatroon. In figuur 1 van Dickinson is deze sa-
liggen in elkaars verlengde menhang tussen verschillende vaardigheden weergegeven.

dachte van een presentatie weergeven en werken aan


hun woordenschat. En dit alles heeft óók te maken met
leesonderwijs. Begrijpend luisteren en begrijpend lezen
hebben meer gemeen dan men vaak denkt. Beide hebben
in feite dezelfde doelstelling, namelijk het betekenis ge-
ven aan een tekst door deze te verbinden met al aanwezi-
ge kennis. Een leerkracht van groep 1 en 2 die expliciet
aandacht besteedt aan begrijpend luisteren, legt zo ook
een basis voor begrijpend lezen.
In de kleutergroepen is veel gelegenheid om te luisteren
en te spreken. Luisteren is een passieve en receptieve acti-
viteit, begrijpend luisteren betekent ook actief denken en
betekenis verlenen. Tijdens begrijpend luisteren komen figuur1
kleuters spelenderwijs in contact met strategieën die ze
later bij begrijpend lezen kunnen toepassen: voorkennis STRUCTUUR
opdoen bijvoorbeeld, voorspellingen doen en moeilijke Voor hij interactief gaat voorlezen kan een leerkracht
woorden bespreken. Met name het interactief voorlezen zijn leerlingen vragen voorspellingen te doen over een
van prentenboeken is geschikt om kleuters deze ervaring verhaal op basis van de titel en de illustraties in het boek.
mee te geven. Door hen actief te laten meedenken over het mogelijke
verloop van een verhaal, raken kleuters meer betrokken
VOORKENNIS en leren ze na te denken over de consequenties van de ac-
Interactief voorlezen kent verschillende fases, voor het ties van de hoofdpersoon. Tijdens het voorlezen kan een
gemak onder te brengen in ‘voor-tijdens-na’. Bij de intro- leerkracht nog een luistervraag stellen om de kleuters te
ductie van een boek gaat het met name om het ophalen stimuleren na te denken over de inhoud van het verhaal.
van voorkennis. Kinderen leren immers het beste wan- Als het verhaal uit is, bespreekt hij samen met de kinde-
neer zij nieuwe kennis kunnen verbinden met wat ze al ren of ze het antwoord op de vraag weten. Hij praat met
weten. Door over een boek te praten en in te gaan op de hen over het probleem in het boek en over de manier

4 didaktief NR 8 / OKTOBER 2007


DID_TDS_nr8vers5.qxd 17-09-2007 14:48 Pagina 5

HUMANTOUCHPHOTO
waarop dit probleem wordt opgelost. Hierdoor krijgen de grondkennis, bespreking van nieuwe woordenschat, ver-
kinderen meer inzicht in de structuur van het verhaal. binding van het verhaal aan de kennis van de leerlingen
en het geven van een doel aan luisteren werkt bij kleuters
VERHAALBEGRIP even goed voor informatieve als voor verhalende teksten.
Tijdens en na het voorlezen kan een leerkracht ook ande- Zeker voor de woordenschatontwikkeling is het goed
re vragen stellen over de hoofdpersoon, de belangrijkste wanneer dezelfde woorden in een andere context terug-
gebeurtenissen en over het probleem dat in het boek naar komen. Een onderbouwleerkracht moet er echter reke-
voren komt. Door vragen te stellen over oorzaak en ge- ning mee houden dat de structurele kenmerken van een
volg (‘Hoe kwam dat? Waarom deed hij dat?’) bevordert informatieve tekst verschillen van die van een verhalen-
een leerkracht het verhaalbegrip van kleuters. Het ver- de tekst. De activiteiten voor het navertellen moeten
band tussen verschillende gebeurtenissen in een verhaal worden herschikt. Voor een informatieve tekst bestaan
is voor kleuters soms moeilijk te begrijpen. Een leer- de structurele kenmerken uit een titel, onderwerp(en),
kracht kan hun verhaalbegrip bevorderen door wendin- hoofdidee en ondersteunende details, in plaats van ka-
gen in het verhaal samen te vatten. Hij geeft ze daarnaast rakters, situatie, probleem, ontknoping en afsluiting (de
volop ruimte om opmerkingen te maken of zelf vragen te structurele kenmerken van een verhaal).
stellen naar aanleiding van het verhaal. Na afloop doen
de kleuters een verwerkingsactiviteit. Zij spelen het ver-
haal bijvoorbeeld na. Begrijpend luisteren is óók
Bovenstaande activiteiten binnen de cyclus van interac-
tief voorlezen laten zien dat begrijpend luisteren meer is betekenis geven aan tekst
dan alleen maar luisteren. Om tot beter tekstbegrip te ko-
men moeten kinderen voorspellingen doen, uitwisselen, Tot slot, onderzoek van onder anderen Gough en Turner
hardop denken, oorzaak-gevolg aangeven et cetera. De toont aan dat begrijpend luisteren en vlot lezen essen-
leerkracht heeft daarbij een duidelijke voorbeeldfunctie: tieel zijn voor begrijpend lezen. We kunnen stellen dat
hij leert zijn leerlingen goede begrijpende lezers te zijn. expliciete aandacht voor instructie in begrijpend luiste-
ren in de onderbouw twee doelen dient. Het is niet alleen
TRANSFER zinvol als voorloper van het aanleren van strategieën en
In een groep kan interactief voorlezen worden ingezet als vaardigheden van begrijpend lezen, maar faciliteert ook
taalleerroutine, wat betekent dat deze activiteit steeds het aanvankelijk lezen in groep 3. Begrijpend luisteren
weer terugkeert. Alleen het anker, in dit geval het pren- wordt daarom onder onderzoekers wel beschouwd als een
tenboek, verandert na verloop van tijd. Door het terugke- vorm van preteaching voor begrijpend lezen. Alle aspec-
rende karakter van deze activiteit zullen kinderen inter- ten van begrijpend luisteren zoals verhaalbegrip en woor-
actief voorlezen en begrijpend luisteren ook als een routi- denschat moeten dan wel systematisch aan de orde ko-
ne gaan beschouwen. Leerkrachten vertellen soms dat ze men, zodat kinderen er in groep 3 bij het aanvankelijk le-
niet van dergelijke taalleerroutines houden, omdat ze zen direct gebruik van kunnen maken. Als een leerkracht
denken dat kinderen zich daardoor gaan vervelen. On- samen met de kinderen de transfer kan maken van luis-
derzoek wijst echter uit dat kinderen positief reageren op terstrategieën naar leesstrategieën, zullen de leerlingen
structuur en expliciet onderwijs en het zeker niet als deze werkwijze later waarschijnlijk vanzelfsprekend gaan
‘saai’ ervaren. toepassen bij het begrijpend lezen. Kinderen zijn dan in
Overigens, ook in de onderbouw kunnen verschillende feite al jaren bezig met begrijpend lezen. Niet in de vorm
soorten teksten gebruikt worden. Activering van achter- van lezen, maar in ieder geval wel luisterend. <<

didaktief NR 8 / OKTOBER 2007 5

You might also like