Professional Documents
Culture Documents
Informatievaardigheden zijn, zoals de naam al zelf zegt, vaardigheden die je kan leren. Zoals bij
elk leerproces gebeurt het zoeken van informatiebronnen met vallen en opstaan. Tijdens het
maken van een opdracht, het schrijven van een paper, het voorbereiden van een presentatie of
het uitwerken van een bachelor- of masterproef, ben je eigenlijk met informatiebronnen bezig.
Informatiegeletterdheid bestaat uit vier verschillende pijlers, klik op de icoontjes voor meer
informatie. De vierde pijler spreiden we over hoofdstuk 4 Wetenschappelijke integriteit en
hoofdstuk 5 Referenties beheren. Pas als je deze vier pijlers correct doorloopt, kun je werkelijk
zeggen dat je informatievaardig bent.
In deze tutorial komen alle pijlers aan bod, krijg je vakspecifieke informatie en oefen je de
vaardigheden met verschillende tips & tricks.
een paper: dit kan een (literatuur)review*, een algemene opdracht, een opdracht in het
kader van projectwerk ... zijn, m.a.w. elke opdracht waarbij je informatie haalt uit andere
bronnen.
een bachelor- of een masterproef.
*Een review is een samenvatting van bestaande onderzoeken over een bepaald onderwerp. Hierin
verneem je welke onderzoeken al uitgevoerd zijn en waar de hiaten (= ontbrekende
onderzoeken/ideeën) zitten.
Informatienoden
Analyseer aandachtig de opdracht die je moet maken en beslis wat je eigenlijk moet weten.
Aan de hand hiervan kan je aan de zoekopdracht beginnen. Sta stil bij volgende vragen:
* Een review is een samenvatting van bestaande onderzoeken over een bepaald onderwerp. Hierin
verneem je welke onderzoeken al uitgevoerd zijn en waar de hiaten (= ontbrekende
onderzoeken/ideeën) zitten.
** Een primaire studie beschrijft originele onderzoeksresultaten die (meestal) door de auteur zelf
zijn bekomen door het uitvoeren van experimenten en/of door eigen observaties.
Tip: werk met een mindmap [Nederlandstalige versie nog over te nemen]
Are you walking around with different ideas in your head? Have you found or been given a
topic, but don't know how to start? Don't know how to look for information and what the main
and secondary issues are?
Then it may help to brainstorm and draw up a mind map.
Je toont dat je wetenschappelijk te werk gaat: een goed onderbouwde literatuurstudie wijst
op een wetenschappelijke manier van werken.
Maar hoe zoek je nu geschikte én relevante literatuur over je onderwerp op? Dat leer je in de
volgende onderdelen:
Zoekstrategie?
Zoekstrategie: de bouwsteenmethode
Sleutelbegrippen
Eerst bepalen we de sleutelbegrippen: de belangrijkste termen of sleutelwoorden uit je
onderzoeksonderwerp. Je vertrekt vanuit je onderzoeksonderwerp en neemt de belangrijkste
termen eruit. Deze termen of concepten vormen de bouwstenen van je zoekstrategie.
Tip: Laat algemene begrippen weg uit je zoekopdracht, deze geven te veel minder relevante
informatiebronnen. Bouw enkel verder op de sleutelbegrippen uit je zoekvraag!
Let op! Gebruik van MeSH-termen in de databank PubMed! In de databank PubMed kan je zoeken
met zogenaamde MeSH-termen: Medical Subject Headings. Deze termen zijn vastgelegd in een index
of thesaurus door de US National Library of Medicine op basis van concepten in bestaande
biomedische literatuur (National Library of Medicine, s.d.).
Een voorbeeld!
We nemen het volgende onderzoekonderwerp als voorbeeld: the efficacy of ciprofloxacin in
the treatment of otitis media.
KU Leuven Bibliotheken
Zoektermen
Elk sleutelbegrip zal je nu uitwerken in zoektermen: je lijst zoveel mogelijk varianten op van je
sleutelbegrip zoals
synoniemen
noodzakelijke vertalingen
en meer- of enkelvouden.
KU Leuven Bibliotheken
Varianten
Welke extra termen kan je toevoegen?
Synoniemen
Voorbeeld:
prediction en forecast
a youth en youngster
a spigot en water faucet/tap
dental extraction en tooth extraction
cleanser en cleansing agent of detergent
stirring rod en stir rod
bleaching agent en whitening agent
Synoniemen zijn soortgelijke woorden met (ongeveer) dezelfde betekenis. Als je in specifieke
databanken zoekt, kan het gebruik van synoniemen je net betere zoekresultaten geven. Ze
helpen je om je sleutelbegrip volledig te dekken.
Gerelateerde termen
Voorbeeld:
Lipreading en sign language zijn geen synoniemen, maar hebben wel met elkaar te
maken en worden vaak in één adem genoemd.
soft palate en mucosa
sport psychology en performance psychology
cleanser en solvent
KU Leuven Bibliotheken
Gerelateerde termen zijn termen die in nauwe relatie staan met het sleutelbegrip. Door deze
termen toe te voegen, zal je zoekopdracht verbreden naar gerelateerde onderwerpen.
Vertalingen
Afkortingen
Voorbeeld: CVA en Cerebrovascular Accident
Gebruik eventueel zowel de afgekorte als de voluit geschreven term in je zoekopdracht.
Voorbeelden!
We hernemen ons voorbeeld over otitis media: What is the efficacy of ciprofloxacin in the
treatment of otitis media? Hieronder sommen we een aantal mogelijke zoektermen op.
Let erop: deze lijst is niet volledig. Grijp tevens niet te snel naar ruimere termen, als je minder
geschikte zoekresultaten verkrijgt. Hanteer eerder meer synoniemen.
Opgelet met de term ‘children’ of ‘adults’: Soms schrijven auteurs over een bepaalde populatie
‘aged x to y years’ of ‘x years old’. Deze artikels vind je niet wanneer je enkel zoekt op (variaties van)
'children' of ‘adults’. Wil je een concept toevoegen aan je zoekstrategie over leeftijd (children,
adults, seniors, … ) en geen enkele studie missen, neem dan contact op met
onderzoek2bergen@kuleuven.be. Zij kunnen je adviseren over je zoekstrategie.
KU Leuven Bibliotheken
Oefening zoektermen
We hernemen ons voorbeeld over: Paracetamol for treating headache in patients with a history
of heart attack. Welke zoektermen zou je hier onder andere kunnen hanteren?
Auteurs lijsten vaak 'keywords' op in hun wetenschappelijk artikel: termen die volgens
hen de inhoud van het artikel weergeven. Je vindt deze keywords terug in het artikel
zelf. In sommige databanken (zoals Web of Science) worden deze termen ook
opgesomd in de algemene informatie van het artikel.
In Web of Science: volgens een bepaald algoritme genereert de databanken termen uit
de artikeltitels in de literatuurlijst van een artikel. Deze termen staan niet vermeld in de
titel van dat artikel zelf. Deze termen heten in Web of Science 'KeyWords Plus': onder
het abstract zie je zowel de author keywords als de KeyWords Plus vermeld. Klik op de
foto en bekijk de voorgestelde informatie in Web of Science.
In sommige databanken vind je dan weer enkel de index-termen of thesaurus-termen
van de indexers en niet van de auteurs. De indexers van PubMed bijvoorbeeld koppelen
aan elk artikel MeSH-termen uit de thesaurus van de databank.
Zoektermen combineren
Als je de selectie van zoektermen en de combinaties lukraak ingeeft in een zoekmachine, zal je
heel wat relevante literatuur missen. Om de best mogelijke zoekresultaten te verkrijgen, heb je
booleaanse operatoren nodig.
Wil je precies weten wat die doen en welke andere opties je hebt, neem dan een kijkje in
module 2 'Wetenschappelijke informatie zoeken en vinden'.
Gebruik ronde haakjes om de termen die samen horen te groeperen. Een zoekrobot zoekt
namelijk eerst op de AND operator en daarna pas op de OR operator. Haakjes zorgen er dus
voor dat die vaste volgorde wordt beïnvloed. Deze groepering van ronde haakjes noemen we
"nesting" (zie hoofdstuk 2 - Op welke manier zoek ik in een databank - advanced search ).
P = Patiënt/population/problem
Welke populatie kies je: pasgeborenen, kinderen, jongeren, 40-60-jarigen, …?
I = Intervention
Welke interventie wil je juist onderzoeken? In ons voorbeeld over otitis media,
bestaat onze inverventie uit ciprofloxacin.
C = Comparison
Met welke andere interventie vergelijk je je opgestelde interventie? In ons
voorbeeld gaat het over het niet toedienen van ciprofloxacin.
O = Outcome
Welk resultaat wil je bereiken met je onderzoek? In ons voorbeeld zouden we
effectieve behandeling van otitis media kunnen beschouwen als outcome.
Opgelet: de 'C' en 'O' kan je niet altijd meenemen in je analyse of zoekactie, dus wring je niet
in bochten. Je kan deze twee elementen ook weglaten.
Andere zoekstrategieën
sneeuwbalmethode
citatiezoeken
Sneeuwbalmethode
Je hebt een werk gevonden, dan is het vaak mogelijk om de bronnen uit de literatuurlijst op te
zoeken. Daarbij zoek je altijd terug in de tijd, want de literatuurlijst bestaat uit bronnen die de auteur
heeft gebruikt om het artikel te schrijven.
Citatiezoeken
Dan kun je gebruik maken van de bronnen die dit artikel citeren of de 'cited by' functie.
Wanneer je de functie 'cited by' aanklikt, krijg je een overzicht van bronnen die dit artikel
hebben vermeld. De kans is groot dat hier ook artikels tussen staan die over hetzelfde
onderwerp gaan.
De artikels die je op deze manier vindt, zijn altijd recenter dan het artikel waaruit geciteerd is.
Bovendien zegt het aantal citaties iets over het gevonden artikel. Wanneer een artikel vaak
geciteerd is, kan het artikel misschien interessant zijn voor jou. (Zie 'Metrics om
wetenschappelijke aandacht te meten' in hoofdstuk 3).
Om goed gebruik te maken van de beschikbare bronnen, moet je ze natuurlijk wel weten te
kiezen en te vinden.
Om je zoekvraag te kunnen beantwoorden, kan het zijn dat je verschillende soorten informatie
nodig hebt zoals
statistische gegevens
resultaten van bestaande onderzoeken
de laatste trends
wetgeving
....
Deze soorten informatie worden beschreven of uitgelegd in verschillende soorten
informatiebronnen zoals
datasets
wetenschappelijke artikels (en tijdschriften)
conferentiebundels
website van een overheidsinstantie
…
In dit deel overlopen we waar je die bronnen kan vinden. Je kan informatie verkrijgen via een
instantie of persoon, maar ook door middel van een zoekmachine, een databank, website of
een portaal.
Wat zijn nu precies de verschillen tussen deze bronnen en wanneer zijn ze het meest geschikt
om te gebruiken?
KU Leuven Bibliotheken
Niet vergeten!
Binnen de Groep Biomedische Wetenschappen kennen we ook grijze literatuur. Deze literatuur
is geschreven door doctorandi, wetenschappers, studenten, overheidsmedewerkers,... en
omvat publicatievormen zoals:
Discussiefora
Rapporten van organisaties zoals WHO, BCFI, Pallialine,...
Preprints
Registratie van een klinische studie
Patenten en wetgeving
Thesissen
Tweets
...
=> Deze literatuur heeft wel niet altijd een grondige peerreview doorstaan.
Synthesen zoals
KU Leuven Bibliotheken
Vind je de bron niet meteen in Limo, kijk dan zeker even verder. Via Limo kan je o.a. ook kijken
in andere catalogi nl. Unicat (centrale catalogus van een aantal bibliotheken en
bibliotheeknetwerken in België) en Worldcat (centrale catalogus van bibliotheken wereldwijd).
Wanneer je een opzoeking verricht hebt in Limo, dan krijg je links van je resultatenlijst de
mogelijkheid om te kijken in Unicat en/of Worldcat
Wil je nog meer weten over Limo, breng dan ook eens bezoekje aan de webpagina over Limo .
Toegang na je studies?
Na je studies heb je als alumnus recht op een gratis jaarkaart van KU Leuven Bibliotheken: zo
kan je de fysieke en online bronnen ter plaatse in KU Leuven Bibliotheken raadplegen. Je hebt
wel enkel toegang tot de bronnen van KU Leuven en niet tot deze van Associatie KU Leuven.
Alle databanken hebben hun eigen sterktes en zwaktes en elk vakgebied heeft zijn eigen set
van beste zoeksystemen. Je zoekt efficiënter en je zoekresultaat is completer, als je deze
sterktes/zwaktes en sets leert kennen. Bij het verkennen van de dekking en zoekopties van
zoeksystemen heb je veel aan de help-pagina's van de databank zelf.
Items in databanken die beschikbaar zijn voor KU Leuven-studenten en -personeel zijn voorzien
van een 'KU Leuven-knop'. Via de KU Leuven-knop kan je de volledige tekst van items
raadplegen. Op de foto hieronder tonen we het voorbeeld van de KU Leuven-knop naar de
volledige tekst (voorbeeld uit Web of Science).
Tip!: Gebruik je databanken off-campus? Installeer Lean Library: hiermee wordt automatisch
gedetecteerd of je al dan niet toegang hebt via KU Leuven. Op de website van Lean Library vind je
meer informatie.
In de aparte onderdelen voor je faculteit vind je een opsomming van de meest gebruikte
databanken binnen je faculteit. Klik op de link van je faculteit voor een overzicht.
Limo
Lean Library browser-extensie
Je installeert Lean Library eenmalig in je browser. Vanaf dan detecteert de extensie of KU
Leuven Bibliotheken je ergens toegang kan geven. Een pop-up attendeert je op de nodige info.
En Google Scholar?
Met de KU Leuven-link in Google Scholar heb je de mogelijkheid om ook buiten de campus
toegang te krijgen tot de collectie van KU Leuven Bibliotheken. Daarvoor pas je wel best je
instellingen in Google Scholar aan.
Om effectiever te zoeken kan je verschillende technieken gebruiken die je bij bijna elke
databank en zoekmachine kunt toepassen.
Dit is belangrijk omdat het zoeken in bibliotheekdatabanken net iets anders is dan zoeken in
Google.
Je kan snel relevante informatie terugvinden uit de duizenden records in een databank door:
Typ je bijvoorbeeld covid-19 op deze manier in, dan zullen covid en 19 als 2 losse woorden in je
zoekresultaten staan. Typ je bijvoorbeeld "covid-19" op deze manier in, dan zal de databank of
zoekmachine alleen resultaten weergeven met die exacte opeenvolging van woorden.
Wanneer je zoekt met een samengestelde term, kun je het best even experimenteren met
verschillende opties:
Advanced search
Via de advanced search kan je in databanken op verschillende zoekvelden filteren zoals titel,
auteur, .... Of je kan je zoekstring zelf samenstellen.
Dankzij de "nesting"-techniek kan je zelf de volgorde bepalen van het zoekproces: met behulp
van de ronde haakjes groepeer je je zoektermen met de juiste booleaanse operator. En je
bepaalt de volgorde: de combinatie binnen de haakjes wordt eerst uitgevoerd.
In Web of Science geeft onze zoekactie de volgende zoekstring: TI=(ciprofloxacin OR ciprinol)
AND TI=("otitis media" OR "middle ear infection")
Waarbij
Oefening nesting
Welke zoekstring zet jij in PubMed in het voorbeeld over het effect van paracetamol op
hartaanval: Paracetamol for treating headache in patients with a history of heart attack?
Zoekfilters
In de meeste zoekmachines en databanken kan je je zoekresultaten beperken aan de hand van
bepaalde criteria. De meest voorkomende filters zijn onder meer:
Volledige tekst
Wanneer je de 'full text'-filter gebruikt, dan krijg je uiteraard enkel de artikels waarbij
de databank je toegang kan geven tot de volledige tekst.
Als je zeker wilt zijn dat je enkel in wetenschappelijke tijdschriften zoekt, dan vink je
het selectievakje op de zoekpagina aan. (In module 3 'Beoordelen & selecteren van
bronnen' wordt het proces van peerreview uitgelegd.)
Publicatiedatum
Type bron
Sommige databanken bieden ook een filter voor type bron. Deze verschillen per databank,
maar enkele van de meest voorkomende type bronnen zijn:
Een artikel in een wetenschappelijk tijdschrift
Een preprint (een nog niet gepeerreviewd wetenschappelijk artikel)
Een boek
Een hoofdstuk in een boek.
Een edited boek
Een boek review
Conference proceedings
Een rapport
Een dataset
Software/code
Een internet publicatie
(Doctoraats)thesis
Zowel in databanken als in Limo kan je filteren per documentsoort. Per databank verschilt het
wel welk type documenten je kan opzoeken.
KU Leuven Bibliotheken
Taal
Selecteer bijvoorbeeld Engels als filter tenzij je artikels in andere talen wil gebruiken.
een asterisk"*"
een dollarteken "$"
of een vraagteken "?"
Deze tekens noemen we in de wereld van informatievaardigheden wildcards of jokertekens.
Zet je zo’n wildcard aan het einde van een zoekterm, spreken we over truncatie. Staat de
wildcard in het midden van een term, ben je aan het maskeren.
Afhankelijk van de databank kan je deze wildcards links-, rechtshandig of intern de zoekterm
toevoegen:
Als je in dit voorbeeld het woord afbreekt bij compan*, dan krijg je veel minder publicaties dan
met comp*, maar ze zijn wel specifieker. Als je onderwerp ‘company’ omvat, heb je misschien
geen interesse in artikelen over computers.
Opgelet: in Web of Science moet je drie letters vóór de wildcard toevoegen tijdens je zoektocht
naar een topic of titel!
Deze regels zijn niet toepasbaar in elke databank. Dus maak gebruik van de helpfunctie van je
databank.
Oefening
Neem een databank die je veel zal gebruiken:
Zoek je op de exact phrase 'heart monitoring', krijg je effectief enkel artikels met de
twee woorden meteen naast elkaar.
Zoek je op ‘heart’ AND ‘monitoring’, verschijnen er misschien zoekresultaten die
minder te maken hebben met je onderwerp; zoals ‘monitoring glucose levels in
diabetics over heart surgery’.
Zoek je op (heart NEAR/4 monitoring), verkrijg je ook zoekresultaten zoals ' heart and
lung monitoring'. Deze resultaten kunnen misschien wel interessant zijn voor jouw
zoekvraag.
Opgelet: deze operatoren verschillen per databank! Ga naar de help-functie van je
databank en check welke je kan toepassen.
NEAR/n: n = het maximaal aantal woorden dat je zoektermen van elkaar verwijderd
mogen zijn zowel naar links als naar rechts.
NEXT/n: n = het maximaal aantal dat je zoektermen van elkaar verwijderd mogen zijn
naar rechts toe.
Een voorbeeld uit Embase: 'otitis media' NEAR/4 therapy en 'otitis media' NEXT/4 geeft de
volgende resultaten. Bekijk de voorbeelden hieronder of in de pdf op Toledo.
KU Leuven Bibliotheken
Oefening
Geef in Embase ‘myocardial infarct’ NEAR/4 therapy en NEXT/4 therapy in. Wat zie je?
1.
Wat verder in dit hoofdstuk stellen we je opnieuw de vraag. We zijn benieuwd of je van idee
veranderd bent!
Betrouwbaarheid
Bij de beoordeling op betrouwbaarheid geven we je graag een aantal tips mee waarop je
moet/kan letten.
Tips!
Een grote vuistregel: geloof niet alles wat je leest, ziet of hoort!
Beoordeel dus zeer kritisch de aangeboden informatie.
Probeer gevonden informatie uit bronnen te vergelijken met elkaar, indien mogelijk. Merk je
gelijkenissen of verschillen?
Wie heeft de tekst geschreven? Is deze persoon een expert in het domein van dit
thema? Waarom werd deze tekst geschreven? Met welk doel?
Let op!
Wetenschappelijke artikels ondergaan al een interne beoordeling op het vlak van betrouwbaarheid.
In de volgende onderdelen leggen we daarom het verschil uit tussen beoordeling van websites en
wetenschappelijke artikels.
Betrouwbaarheid van websites
Online materiaal zoals websites kan je controleren op betrouwbaarheid én relevantie via de
CRAAP-test.
Currency/actuele informatie
Relevance/relevante informatie
Authority/autoriteit
o Is de auteur een expert in het vakgebied, is hij / zij verbonden aan een
betrouwbare instelling/organisatie?
Accuracy
Aan de hand van deze vijf criteria wordt de kwaliteit van de gevonden online informatie
beoordeeld. Deze CRAAP-test werd ontwikkeld door Sarah Blakeslee (Meriam Library, California
State University) om je te wijzen op misleidende online informatie.
De vijf criteria uit de test bekijk je best als geheel per bron. Via onderstaand schema kan je elk
criterium beoordelen op een schaal van 1 tot 3. Hoe hoger de totale score, hoe meer de bron
voldoet aan de CRAAP-criteria. Verkrijg een checklist op Toledo!
Opgelet! We raden je aan om kritisch te blijven: een test zoals deze is niet altijd 100 %
betrouwbaar.
Oefening
Is de website over dysfagie betrouwbaar/relevant?
De organisator is het NHS van het Verenigd Koninkrijk, dus uiteraard is deze organisatie
betrouwbaar. Maar: bij de informatie staan geen referenties vermeld. Kijk eens in het
KU Leuven Bibliotheken
onderdeel 'about us'. Daar geeft het NHS aan dat zij geen informatie opnemen die niet voor het
algemene publiek bestemd is. Dus peerreviewed artikels nemen zij niet op. Alle informatie die
je hieruit zou willen halen, moet je checken in andere informatiebronnen.
Hieronder sommen we een paar soorten peerreview (Elsevier, 2021) op. Klik op de soort review
en lees de tekst.
Double blind review: In dit soort review verwijderen de reviewers én de auteurs hun
eigen namen uit hun document en het bestand, zodat de tekst onbevooroordeeld
kan nagelezen worden.
Dit reviewproces neemt wel wat tijd in beslag. Bekijk het filmpje op Toledo over de hele
procedure.
Ben je benieuwd naar het hele proces? Neem een kijkje bij
PubMed Central (What is a preprint? NIH Preprint Pilot ) geeft het proces visueel weer:
Predatory journals
Predatory journals/publishers of tijdschriften/uitgevers "zijn entiteiten die zelf-interesse
vooropstellen ten koste van academische werk. Deze zijn herkenbaar aan
Op deze website worden checklists aangeboden, waarop je de authenticiteit van een tijdschrift
of uitgever kan controleren. Waarschijnlijk kom je niet in aanraking met dergelijke
wanpraktijken. Maar ben je van plan te publiceren en komt het tijdschrift je niet bekend voor?
Gebruik dan een dergelijke checklist.
Impactfactor
Deze factor geeft weer hoe vaak een artikel in een tijdschrift gemiddeld genomen geciteerd
wordt. Hoe hoger de impactfactor binnen een bepaald domein, hoe meer impact een tijdschrift
zou hebben binnen dat domein.
KU Leuven Bibliotheken
Gelukkig hoef je deze impactfactor niet zelf te berekenen, maar doet Journal Citation Reports /
Web of Science al het werk.
Het tijdschrift Lancet Neurology bijvoorbeeld kent een impactfactor van 30.039 (Journal Citation
Reports, 16/04/2021), terwijl deze van het tijdschrift Alzheimers & Dementia 17.127 (Journal
Citation Reports, 16/04/2021) bedraagt. Maar beide tijdschriften behoren tot de top in hun
wetenschappelijk domein!
Bovendien zijn niet alle tijdschriften al opgenomen in de databank. Dus het kan zijn dat je
tijdschrift geen impactfactor vertoont. Dat betekent niet dat het tijdschrift minder belangrijk is.
Ranking
De impactfactor alleen zegt dus niet zoveel, daarom vertrekken we eerder vanuit de ranking
van het tijdschrift in een bepaald wetenschappelijk domein. De tool Journal Citation
Reports (JCR) beschikt over een onafhankelijk rankingsysteem. Hier worden enkel tijdschriften
binnen hetzelfde onderzoeksveld vergeleken op basis van hun impactfactor. Deze manier van
vergelijken geeft een beter idee welk belang het tijdschrift heeft.
Verder staan de tijdschriften gerangschikt per 'kwartiel': Q1-Q2-Q3-Q4. Bijvoorbeeld een
tijdschrift van Q2 behoort tot het 2de hoogste kwartiel of 2de beste groep in de rangschikking.
Denk eraan: Een tijdschrift kan tot meerdere onderzoekcategorieën behoren!
Hoe zoek je nu deze ranking?
H-index
De H-index kan de wetenschappelijke impact van een auteur aanduiden. Deze index
is uitgevonden door fysicus J.E. Hirsch in 2005 (Hirsch-index). Hij combineert het totaal aantal
KU Leuven Bibliotheken
publicaties van een auteur (=productiviteit) en de mate waarin deze publicaties geciteerd
worden (impact).
Hierdoor kunnen auteurs onderling vergeleken worden en wordt het disproportioneel gewicht
gecorrigeerd van één artikel dat veel/weinig geciteerd wordt.
Denk er wel aan dat je ‘jonge’ of ‘nieuwe’ auteurs moeilijk kan vergelijken met al meer
ervaren auteurs die al langer publiceren!
Ook de grootte van het wetenschapsdomein speelt een rol: auteurs binnen een kleiner
wetenschappelijk domein publiceren misschien minder dan auteurs uit een grote
domein.
Een voorbeeld:
Gelukkig hoef je deze berekening niet zelf uit te voeren! Lees deze handleiding over de
zoektechniek in Web of Science op Toledo!
Altmetrics
Via altmetrics kan je de aandacht meten van wetenschappelijke artikels binnen andere media
zoals Twitter, Facebook, LinkedIn en Wikipedia. De Altmetrics donut geeft de mate van
aandacht per medium en per kleur weer.
In Limo vind je bij sommige artikels de altmetrics score van het artikel terug. Aan de
rechterkant zie je de knop 'Altmetrics'.
Een hoge impactfactor zegt niet alles zoals je hierboven kon lezen.
Ook de H-index bekijk je best per discipline en in vergelijking met andere databanken.
Hou dus voor ogen dat Scopus, Google Scholar en Web of Science een verschillende H-
KU Leuven Bibliotheken
index kunnen opleveren. Elke databank berekent de index namelijk enkel op artikels die
zij bezitten in de databank.
Meer weten? Bekijk het filmpje op Toledo of bekijk de website van het Nobel Prize Inspiration
Initiative .
KU Leuven Bibliotheken
Erkentelijk vermelden betekent dat het duidelijk op te maken is welke informatie origineel is en
wat ontleend werd aan andere auteurs. Er wordt verwezen naar elke gebruikte informatiebron.
De bijhorende publicatiegegevens worden toegevoegd zodat de bronnen eenvoudig te
consulteren zijn.
Als hieraan niet wordt voldaan, dan spreken we van plagiaat. Je vermijdt plagiaat onder meer
door op de juiste manier te verwijzen naar je bronnen. Hoe je dat doet, leer je in deze module.
Wetenschappelijke fraude?
Elk onderzoek moet eerlijk verlopen en er moet eerlijk over gerapporteerd worden. Dat wil
zeggen dat gegevens en resultaten overeenstemmen met de werkelijkheid en dat de herkomst
ervan te achterhalen valt.
We spreken van wetenschappelijke fraude zodra datafraude (verzinsels en vervalsing van
gegevens) of plagiaat deel uitmaken van een onderzoek.
fictieve gegevens toevoegen met als doel meer statistische validiteit aan te tonen.
Het overnemen van andermans werk of eigen werk (eerder geschreven), zonder adequate
bronvermelding, op identieke of licht aangepaste wijze.
ontbrekende bronvermeldingen
Verzinsels en vervalsing
Wat kunnen de gevolgen zijn?
Afhankelijk van de ernst bepaalt de faculteit de te nemen sanctie. Als je afgestudeerd bent,
kunnen de betrokken artikels ingetrokken worden of wordt je carrière misschien in het gevaar
gebracht.
Tijdschriften maken ondertussen gebruik van tools om mogelijke fraude te detecteren. Deze tools
zijn natuurlijk pas van belang, als je afgestudeerd bent. In het artikel van Bordewijk, Li, van Eekelen,
Wang, Showell, Mol en van Wely worden bestaande tools opgesomd per tijdschrift in health
sciences. Verder bieden de auteurs meer informatie over fraude in statistische gegevens.
Een voorbeeld van vervalsing ligt in aanpassingen van beeldmateriaal: het beeldmateriaal
zodanig aanpassen dat de wetenschappelijke inhoud van het beeldmateriaal verandert
(Suvarna & Ansary, 2001).
Enago Academy geeft in onderstaande afbeelding mooi weer wat de mogelijke gevolgen
kunnen zijn van een aantal manipulaties. Op hun website kan je het volledige artikel lezen.
KU Leuven Bibliotheken
Let op! Bepaalde 'manipulaties' mogen wel, zolang ze de interpretatie van het beeldmateriaal
niet wijzigen - bijvoorbeeld contrast verhogen of bepaalde elementen aanduiden op de foto.
Wél moet je deze aanpassing vermelden bij het bijschrift of bij materiaal & methoden.
Als extra hulp kan je het overzicht van het Office of Research Integrity bekijken. In dit overzicht
zie je voorbeelden van aanpassingen die wel correct uitgevoerd zijn.
In hun artikel geven Bik, Casadevall en Fang (2016) duidelijke voorbeelden van beeldfraude.
Ook KU Leuven biedt een goed overzicht van de te volgen regels op deze pagina (of op
de Engelstalige pagina ).
KU Leuven Bibliotheken
Auteursrecht
Iedereen die aan onderzoek doet, moet zich ervan bewust zijn dat alle informatiebronnen
auteursrechtelijk beschermd kunnen zijn.
Wie een concreet en origineel werk heeft gemaakt, verkrijgt daar automatisch auteursrechten op.
Concreet en origineel zijn de enige twee vereisten die het auteursrecht stelt.
Het auteursrecht vervalt pas 70 jaar na het overlijden van de (langstlevende) auteur.
Een voorbeeld: de code van een computerapplicatie is auteursrechtelijk beschermd en mag niet
worden overgenomen. Maar het doel, het achterliggende idee van het programma mag worden
overgenomen om in een ander programma, op een andere wijze, vorm te krijgen.
Het auteursrecht omvat twee soorten rechten die aan de houder toekomen:
1. De bron behoort tot het publiek domein. Dit is van toepassing zodra het auteursrecht
verstreken is (70 jaar na het overlijden van de auteur), of wanneer het werk niet
voldoet aan de voorwaarde van originaliteit.
2. Er wordt toestemming voor gebruik verleend via een licentieovereenkomst of via een
open licentie, bijvoorbeeld een Creative Commons-licentie . Creative Commons zijn zes
(gratis) beschikbare standaardlicenties, waarmee de auteursrechthebbende kan
bepalen in welke mate het werk verspreid mag worden en onder welke voorwaarden.
3. Voor eigen werk.
4. Voor doeleinden van onderzoek en in het onderwijs. Je mag citeren uit en verwijzen
naar alle soorten werken, zolang een aantal voorwaarden gerespecteerd worden.
Voorwaarden:
Voor citaten
o Je mag enkel citeren uit werken die de auteur openbaar heeft gemaakt, dat wil
zeggen gepubliceerde werken. Wees voorzichtig met niet-gepubliceerde en
andere onderzoeksgegevens.
o Het citaat moet kaderen binnen een bepaald doel: wetenschappelijk onderzoek,
kritiek, polemiek of onderwijs. Het moet dienen ter ondersteuning van een
bepaald standpunt dat je inneemt. Probeer echter letterlijke citaten zoveel
mogelijk te vermijden.
o In een academische context behoren hiertoe ook de regels over
wetenschappelijke integriteit en plagiaat. Je moet altijd een volledige
bronvermelding toevoegen.
o Er mag geen commercieel doel aan verbonden zijn
Lesmateriaal
o Het komt steeds vaker voor dat studenten lesnotities en samenvattingen via
webplatformen verkopen. Dit schendt de auteurechten van de spreker, de
docent. Koop of verkoop dus nooit notities of samenvattingen! Deze regel geldt
ook voor al het leermateriaal dat de KU Leuven aan studenten ter beschikking
stelt.
Zo staat geschreven in het Onderwijs-en examenreglement, artikel 99: specifieke rechten en
plichten.
“De studenten mogen in geen geval leermateriaal (cursusteksten, oefeningen, slides, …) dat de
KU Leuven hun in het kader van hun opleiding tegen betaling of kosteloos ter beschikking heeft
gesteld, vermenigvuldigen en verspreiden, zodat zijzelf of derden er commercieel voordeel uit
kunnen halen (OER 2020-2021, art. 99).”
Contract cheating?
Een specifieke vorm van wetenschappelijk wangedrag is het uitbesteden van werk en laten
uitschijnen alsof het eigen werk is. Dit is een specifieke maar ook ernstige vorm van plagiaat.
Een gelijkaardige situatie ontstaat wanneer een student niet of nauwelijks bijdraagt aan een
groepsopdracht; terwijl hij wel de volledige credits voor de groepsopdracht ontvangt. KU
Leuven beschouwt situaties waarbij studenten een werk of opdracht door iemand anders laten
schrijven, maken of bewerken als een ernstige vorm van examenfraude. KU Leuven verwijst
dan ook naar deze vorm in haar definitie van plagiaat.
In academische kringen zien we soms een gelijkaardig wangedrag, namelijk “guest” of “gift
authorship” en “ghost authorship” (Reisig, Holtfreter & Berzofsky, 2020; Marušić, Bošnjak &
Jerončić, 2011).
Guest of gift authorship: een onderzoeker wordt opgenomen in een auteurslijst van
een artikel, terwijl deze onderzoeker niet of nauwelijks bijgedragen heeft aan het
onderzoek of artikel (Jones & McCullough, 2015, Reisig, Holtfreter & Berzofsky, 2020).
Dit fenomeen kunnen we linken aan “contract cheating”: als student je naam op een
groepswerk (laten) plaatsen, hoewel je er niet of bijna niet aan hebt bijgedragen.
KU Leuven Bibliotheken
Ghost authorship: een auteur wordt niet opgenomen in de auteurslijst van een artikel,
terwijl deze auteur wel aanzienlijk heeft bijgedragen aan het onderzoek of artikel
(Gøtzsche, Hróbjartsson, Johansen, Haahr, Altman & Chan, 2007; Wislar, Flannagin,
Fontanarosa & DeAngelis, 2011) . In sommige onderzoeken/artikels werden
bijvoorbeeld auteurs uit de industrie niet opgenomen. Deze niet-onafhankelijke auteurs
werden niet vermeld om de onafhankelijkheid van het onderzoek niet in het gedrang te
brengen.
Octrooien (patenten)
Sommige ontwerpen, uitvindingen, programma's... worden beschermd door een octrooi, dat
officieel aangevraagd wordt bij een octrooibureau. Deze octrooien kan je opzoeken in
specifieke databanken zoals Espacenet en NBN normendatabank .
Meer weten? Bezoek dan de website van het Europe Patent Office : op deze site kan je
octrooien zoeken, aanvragen en informatie opzoeken. Bovendien hebben ze een
informatieve e-learning-module ontwikkeld, hierin kan je workshops over verschillende topics
volgen.
Plagiaat
Plagiaat is een inbreuk op de wetenschappelijke integriteit én een vorm van examenfraude.
Daarom komt het onderwerp aan bod in het onderwijs-en examenreglement van KU
Leuven. Artikel 84 van dit reglement omschrijft plagiaat als volgt (KU Leuven, 2021):
“.. de overname zonder adequate bronvermelding van het werk (ideeën, teksten, structuren,
ontwerpen, beelden, plannen, codes, ...) van anderen of van eerder werk van zichzelf, op
identieke wijze of onder licht gewijzigde vorm (OER 2020-2021, art. 84).”
KU Leuven (2021) omschrijft volgende vormen van plagiaat:
andermans tekst (bijna) woordelijk overnemen zonder de markering dat het om een
citaat gaat en/of zonder adequate bronvermelding;
andermans redenering parafraseren zonder adequate bronvermelding;
een tekst vertalen zonder adequate bronvermelding
een afbeelding, schema, grafiek, figuur, geluids- of beeldfragment kopiëren zonder
adequate bronvermelding;
zelfplagiaat, dat wil zeggen je eigen werk hergebruiken zonder dat nauwkeurig te
vermelden.
Bovendien leunen deze ernstige vormen van examenfraude nauw aan bij plagiaat:
Of je doelbewust of onbewust plagieert is hierbij niet van belang! De feitelijke vaststelling van
plagiaat is genoeg om te spreken van een onregelmatigheid. Ga daarom zorgvuldig om met je
bronvermeldingen, lees goed na en laat je verwijzingen controleren door je docent.
Je faculteit licht de algemene definitie van plagiaat toe met voorbeelden en stelt een facultair
plan op voor de preventie, detectie en sanctionering van plagiaat. Klik hieronder en lees het
plagiaatbeleid per faculteit:
faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen
faculteit Farmaceutische Wetenschappen
faculteit Geneeskunde
Problematisch, omdat…
Iemands academische loopbaan kan ernstig in het gedrang komen door geruchten of
vaststellingen van plagiaat. Binnen het academische milieu wordt plagiaat namelijk zeer ernstig
genomen. Daar zijn een aantal goede redenen voor.
Het werk van een ander laten doorgaan als dat van jezelf is diefstal. Wie plagieert, 'steelt' de
arbeid van een andere auteur. Daarom wordt het beschouwd als een zwaar vergrijp.
Problematisch is ook de misleiding van de lezer die hiermee gepaard gaat. Plagiaat is een vorm
van bedrog, waarbij de lezer de kans wordt ontnomen om een realistisch oordeel te vellen over
de kwaliteit van het onderzoek. Dat geldt dus ook voor de docent of examinator die je
wetenschappelijk werkstuk evalueert. Deze moet een juist oordeel kunnen vormen over je
kennis, inzicht en vaardigheden.
Als er sprake is van plagiaat, dan kan de vraag "wie wat heeft bijgedragen" niet correct worden
beantwoord. Enig zicht op het werkelijke wetenschappelijke discours wordt belemmerd. De
weergave hiervan hoort net glashelder te zijn: eerlijkheid en transparantie zijn pijlers van
academische integriteit.
De vraag is dan wanneer je een bepaald feit als gemeengoed kan beschouwen. Deze inschatting
moet je grotendeels zelf maken. Je kan je daarbij baseren op de behandeling van het
onderwerp in wetenschappelijke bronnen: zijn daar verwijzingen opgenomen? Als je twijfelt of
het nodig is om een referentie op te nemen, voeg je beter wel een verwijzing toe.
Je hoeft ook niet te refereren als de informatie origineel is: wanneer je zelf en voor het
eerst nieuwe gegevens verzamelt, een conclusie trekt, een originele hypothese of interpretatie
formuleert, of een eigen denkspoor ontwikkelt.
Let wel op: verwijs je naar eerder ingediend of eerder gepubliceerd werk van eigen hand, dan
moet je verwijzen naar je eerste werkstuk. Zelfplagiaat komt later in deze module nog aan bod.
Je verwijst naar je bron wanneer deze aan bod komt in je tekst: meteen na het idee dat je haalt
uit de bron. Dus je verwijzing kan in het midden of aan het einde van een zin vallen. Komt deze
bron verschillende keren in één alinea voor, dan vermeld je de bron in de eerste én laatste zin
van deze alinea. Uiteraard kan je binnen deze alinea nog andere bronnen toevoegen.
Andermans tekst (bijna) woordelijk overnemen zonder de markering dat het om een
citaat gaat en/of zonder adequate bronvermelding
Opgelet! Deze techniek raden we niet aan! Binnen de Groep Wetenschap en Technologie en de
Groep Biomedische wetenschappen vat je de originele tekst eerder samen in plaats te
kopiëren. Wil je toch tekst letterlijk overnemen, dan kan je citeren bij een definitie of uitleg die
je niet in andere woorden kan omschrijven.
Je verwijst naar de originele bron. Enkel een paar woorden aanpassen, is ook plagiaat!
Secundaire en primaire verwijzingen: de auteur van je tekst verwijst zelf naar een
andere auteur zoals in een review.
Je verwijst naar de auteur van de secundaire bron zoals een review, zodat het intellectuele
werk van deze auteur erkend wordt. Wil je je verder baseren op de primaire bronnen uit een
dergelijke secundaire, dan raadpleeg je deze bronnen zelf en verwijs je ook naar deze primaire
bronnen.
Je verwijst naar de originele bron. Je plaatst een letterlijke vertaling tussen aanhalingstekens.
Deze techniek raden we niet aan! Binnen de Groep Wetenschap en Technologie en de Groep
Biomedische wetenschappen vat je de originele tekst eerder samen in plaats te kopiëren.
Je verwijst naar de originele bron. En je checkt de copyright. Valt je bron onder het copyright-
recht, heb je toelating nodig voor de herpublicatie van de bron.
Hou er rekening mee dat een dergelijke bron meestal onder het auteursrecht valt.
Zelfplagiaat
Contract cheating: je tekst door anderen laten schrijven al dan niet tegen betaling
Je schrijft je werk zélf! Je mag gerust hulp vragen aan anderen, maar aanpassingen of
herschrijven van je teksten doe je persoonlijk.
KU Leuven Bibliotheken
Je vermeldt duidelijk dat je samen met een medestudent de figuren, schema's,... hebt opgesteld of
ontwikkeld. Als je samen aan dezelfde tekst schrijft, is er uiteraard geen probleem. Enkel wanneer je
elk apart een tekst schrijft, moet je verwijzen naar elkaar.
Wees ook waakzaam dat je voldoet aan de voorwaarden om te verwijzen naar je bron zonder
toestemming van de auteur: dit komt aan bod in het onderdeel Auteursrecht.
Vermeld je bron elke keer dat je informatie citeert, parafraseert of samenvat volgens de
gekozen/vereiste referentiestijl. In hoofdstuk 5 leer je hoe je effectief deze technieken
toepast.
Meer weten over soorten plagiaat?
Turnitin (2021) heeft een overzicht opgesteld over de verschillende soorten plagiaat en de
mogelijke ernst ervan. Bekijk het spectrum in de foto of in pdf. Op hun website biedt Turnitin
tevens duidelijke voorbeelden van al deze soorten plagiaat.
Concreet: oefeningen zie Toledo!
Plagiaatdetectie en sanctionering
Plagiaat kan op verschillende manieren worden opgespoord. Het geoefende oog van je docent
of promotor merkt onregelmatigheden snel op. Als je docent opmerkt dat je in een voorlopige
versie van je paper niet op de juiste manier naar je bronnen verwijst, kan je dat in een
volgende versie nog bijsturen.
Als je docent je erop wijst dat je in een voorlopige versie van je paper niet adequaat
aan je bronnen refereert, kan je dat in een volgende versie nog bijsturen.
Turnitin doorzoekt massa's elektronische beschikbare documenten en geeft weer welke
passages uit een tekst overeenkomen met een andere bron. Alle ingediende
masterproeven van de KU Leuven worden op deze manier systematisch nagekeken. Als
je correct aan je bronnen hebt gerefereerd, is een tekstuele overeenkomst geen
probleem.
KU Leuven Bibliotheken
Sanctionering
Als de docent een vermoeden heeft van plagiaat, zal hij of zij dit meteen melden volgens de
procedure beschreven in het onderwijs- en examenreglement, artikel 84. Je wordt dan uitgenodigd
om je te verdedigen voor de beperkte examencommissie. De uiteindelijke beslissing wordt genomen
door de voltallige examencommissie tijdens de beraadslaging over de resultaten.
Binnen de procedure voor sanctionering van plagiaat houdt de examencommissie rekening met drie
criteria om de ernst van het plagiaat en vervolgens ook de strafmaat te kunnen bepalen:
Omvang van plagiaat
Aard van plagiaat
Ervaring in informatie- en onderzoeksvaardigheden
Lees hier meer over het sanctioneringsbeleid van de KU Leuven.
Voordat je begint!
Plagiaat gebeurt vaak onbewust, door slordig te noteren tijdens het lezen en verwerken van je
bronnen. Als je niet zorgvuldig noteert bij het voorbereidende onderzoek, is het daarna
moeilijker om onderscheid te maken tussen je eigen gedachten en verworven kennis uit
informatiebronnen. Daarom begint het vermijden van plagiaat al in de eerste fase van je
onderzoek.
En verder:
Grijp de kans aan om tussentijdse versies in te dienen! Uit dit feedbackmoment kan je veel
leren; ook je bronvermeldingen worden onder de loep genomen.
Examenfraude
Als het aankomt op examens en evaluatie, ben je als student verantwoordelijk om je te houden
aan het onderwijs- en examenreglement én aan de afspraken gemaakt met je docent.
KU Leuven Bibliotheken
Ongeoorloofde hulpmiddelen gebruiken voor je examen, je paper door iemand anders laten
schrijven, samenwerken aan individuele opdrachten, zijn vormen van examenfraude. Let dus
op wanneer je iemand vraagt om je tekst na te lezen. Je mag je laten adviseren, maar in geen
geval mag je je tekst door iemand anders laten bewerken, d.w.z. dat elke bewerking of
toevoeging enkel van jouw hand mag zijn.
KU Leuven Bibliotheken
Terminologie
Bibliografische referentie
De verwijzing naar een informatiebron is een bibliografische referentie. Een verkorte referentie
plaats je in je tekst. Per tekstonderdeel moet je aangeven welke publicaties je daarvoor
specifiek hebt gebruikt. Je neemt een verkorte referentie op zodra de bron aan bod komt in
jouw betoog.
Literatuurlijst
De uitvoerige bibliografische referentie noteer je in de literatuurlijst. Het is een overzicht van
alle informatiebronnen waarnaar je verwijst in je onderzoek. Je voegt ze toe op het einde van je
paper.
In module 5 gaan we dieper in op de verschillende onderdelen van een referentie
(auteur/redacteur, jaartal, titel, reekstitel, volume, ...)
Referentiestijl
Je zal je bronvermeldingen en referentielijst vormgeven volgens een welgekozen
referentiestijl of citatiestijl. De stijl die je toepast, is afhankelijk van je studiedomein en/of
wordt gekozen door je docenten. Belangrijk is dat je de gekozen referentiestijl consequent
gebruikt.
De meeste van deze referentiestijlen beschikken over een officiële stijlgids met onder andere
volgende informatie:
Society (ACS)
Cell X Bio-
ingenieurswetenschappen
Institute of X (Industriële)
Electronic and Ingenieurswetenschappen,
Electrical Computerwetenschappen
Engineers (IEEE)
Harvard X Biomedisch
BibTeX?
Als je opdrachten of teksten in LaTeX schrijft, kan je gebruik maken van BibTeX voor de opmaak
van je literatuurlijst. In deze handleiding bieden we een introductie tot BibTeX. Denk eraan dat
je de uiteindelijke literatuurlijst opstelt volgens een bepaalde referentiestijl zoals IEEE of
Vancouver. Via een automatische referentiemanager (link) kan je de BibTeX gegevens omzetten
in de gekozen referentiestijl.
Tip: vanuit websites van wetenschappelijke tijdschriften en Limo kan je de bibliografische
gegevens van je gewenste artikel opvragen in een BibTeX-bestand.
in de tekst: in de eerste zin die gebaseerd is op een bepaalde bron. Bij een alinea die
gebaseerd is op één bron plaats je best de referentie in de eerste én de laatste zin.
gebruik je meerdere bronnen in die alinea, zet je de gebruikte bronnen
uiteraard op de juiste plek bij de zin die gebaseerd is op die bepaalde bron.
in een literatuurlijst: aan het einde van je document lijst je alle gebruikte bronnen op.
Bekijk de vorige voorbeelden van het numeriek en het auteur-jaartal-systeem. Zie je waar de
auteurs de referenties in de tekst toegevoegd hebben?
In dit deel leer je hoe een referentie in elkaar zit én hoe je er zelf een opstelt.
KU Leuven Bibliotheken
Let op: niet alle bronnen bevatten alle elementen uit onderstaande lijst! Je kan het
ontbrekende element dan niet opnemen in je referentie.
Auteursnaam
Auteursnamen zijn onontbeerlijk in een correcte referentie. Naargelang het brontype zal je
auteur de schrijver van het boek, het hoofdstuk, het artikel of de webpagina zijn waar je naar
verwijst. Naast auteurs moet je soms ook redacteurs (of editors) toevoegen. Zij bepalen welke
bijdragen worden verzameld in een verzamelbundel.
Titel
Titels zijn net zo belangrijk als auteursnamen. De verschillende referentiestijlen hebben hun
eigen regels hoe je welke titel moet weergeven in je referentie. Kijk dit dus altijd goed na!
Pagina
Sommige brontypes vereisen een pagina-aanduiding zoals specifieke hoofdstukken uit boeken
en verzamelbundels en artikels. Paginanummers kunnen ook van belang zijn bij verkorte
referenties in de tekst, wanneer je naar specifieke passages verwijst in jouw tekst. Deze
vermelding hangt af van de referentiestijl die je toepast.
Doi
Digital Object Identifiers zijn unieke permante verwijzingen die gelinkt zijn aan digitale
publicaties, een soort permalink. Niet ieder brontype heeft altijd een DOI. Fysieke boeken
beschikken niet over een DOI en sommige oudere (e-)artikels beschikken ook nog niet over een
DOI.
Een voorbeeld:
Als voorbeeld geven we een referentie naar een tijdschriftartikel mee, inclusief de
verschillende onderdelen:
KU Leuven Bibliotheken
Boeken, zowel gedrukt als digitaal, hebben altijd een titelpagina. Die pagina en haar achterkant
bevatten alle informatie die je nodig hebt om een referentie op te bouwen.
Tijdschriften en artikels:
Artikels zijn vaak nog meer dan boeken je voornaamste bronnen voor de meest actuele
informatie. Maar welke gegevens zijn er zoal van belang voor een referentie naar een
tijdschriftartikel? De algemene bouwstenen zijn hier van toepassing: auteur, titel en jaar.
Daarbij komen ook nog de titel van het tijdschrift en de paginanummers.
Naargelang de referentiestijl zal je vaak nog meer informatie moeten meegeven, zoals
bijvoorbeeld de DOI en het volume- of tijdschriftnummer. Bij fysieke tijdschriften heb je een
soort titelpagina met allerlei informatie over het tijdschrift zelf zoals je hieronder kan zien.
Volume of jaargang = verwijst gewoonlijk naar het aantal jaren dat de publicatie in
omloop is.
Tijdschriftnummer of issuenummer = verwijst naar het aantal keer dat tijdschrift in dat
jaar is verschenen.
Een artikel in een wetenschappelijk tijdschrift zal je tegenwoordig minder vaak fysiek
aantreffen. Dat maakt het soms moeilijker om alle noodzakelijke informatie te vinden voor je
referentie.
Online databank
Zoals je net las, vind je de meeste artikels niet meer door in fysieke tijdschriften te bladeren
maar door gerichte zoekacties in (full text-)databanken. Ook hier vind je de nodige informatie
om je referentie op te bouwen. Hier vind je soms zelfs makkelijker bepaalde informatie zoals de
DOI.
Website
Zoals je in de andere modules hebt gezien, kunnen websites ook goede bronnen van informatie
zijn zolang je kritisch bent voor de inhoud. Bepaalde bouwstenen zullen altijd terugkomen: URL,
auteur en datum. Die elementen zijn niet altijd even gemakkelijk om te identificeren.
Een algemeen gekend feit zoals de datum WO I of de chemische molecuulformule van water
Een algemeen aanvaarde stelling zoals de aarde draait rond de zon.
KU Leuven Bibliotheken
Indien je twijfelt over het opnemen van een referentie, voeg ze gewoon toe! Zo vermijd je
alleszins het verwijt om met andermans pluimen te gaan lopen. Verwijzen naar veel
informatiebronnen die je geraadpleegd hebt, is geen schande of een blijk van onkunde. Je
bewijst juist dat je je goed gedocumenteerd hebt over je onderwerp.
Referentiemanagement
Tijdens het schrijven van je papers is het dus enorm belangrijk om je bronnen goed bij te
houden. Dat kan je op veel verschillende manieren doen, maar niet alle technieken zijn even
efficiënt. Eén van de betere methodes is het gebruiken van een referentiemanager.
In de volgende stukken zal je een korte introductie krijgen tot de wondere wereld van
referentiemanagers.
In een niet zo heel ver verleden moesten referenties beheerd worden op een iets
ambachtelijkere manier. Sommigen hielden alles bij in schriftjes, anderen maakten Excellijsten
aan of bouwden hun eigen databanken uit. Tegenwoordig bestaan hier handige tools voor die
je kan gebruiken.
Soms wordt er vanuit jouw opleiding een bepaalde referentiemanager aangeraden en valt de
moeilijke keuze dus al weg! De drie managers hebben elk hun sterktes en hun zwaktes, dus
overweeg goed welke je nieuwe schrijfpartner wordt.
RIS/BibTeX-bestand
Export
Er zijn twee courante manieren om referenties te exporteren naar een manager: ofwel via een
rechtstreekse exportfunctie vanuit een databank ofwel via een RIS-bestand.
Sommige databanken voorzien tevens een download een RIS-bestand. Zo’n RIS (Research
Information System) is een bestandje waar alle bibliografische metadata in beschreven staan. Iedere
referentiemanager heeft een module waarmee je zo’n RIS-bestand kan opladen. Hierna haalt je
referentiemanager er de nodige informatie uit en je kan aan de slag. Het BibTeX-bestand werkt op
dezelfde manier.
In de figuur hieronder geven we een voorbeeld uit Limo. Open de gewenste map in je
referentiemanager, download het RIS-bestand en de gegevens verschijnen in je map.
Import
Naast die twee werkwijzen bieden sommige managers ook hulpmiddelen aan om je bibliografische
gegevens te kunnen ‘oogsten’. Zo zijn er bijvoorbeeld webplugins die je kan toevoegen in je browser.
Hiermee kan je vanop vrijwel iedere website de benodigde gegevens plukken en importeren in je
manager zonder dat je zelf al te veel gegevens manueel moet invoeren.
KU Leuven Bibliotheken
Attenderingen
Bij je zoektocht naar literatuur is het nodig om op de hoogte te blijven van de nieuwste
publicaties over jouw onderwerp. Je kan iedere week opnieuw de databanken in duiken om
dezelfde zoekopdracht uit te voeren. Er bestaan ook iets minder tijdrovende alternatieven die
je automatisch op de hoogte houden van de nieuwste publicaties.
Attenderingen (soms ook wel 'alerts' genoemd) kunnen je opzoekingswerk een stuk
eenvoudiger maken. Maar waarom zou je met dit type tool werken?
Je blijft automatisch op de hoogte wanneer er een publicatie verschijnt over een thema
dat je wil opvolgen.
Je wordt op de hoogte gebracht wanneer er publicaties verschijnen die voldoen aan een
zoekopdracht die je in een databank hebt uitgevoerd en hebt opgeslagen.
Je krijgt een melding wanneer naar een publicatie die voor jou belangrijk is, wordt
verwezen in een andere publicatie. Zo kan je onder andere op de hoogte blijven hoe er
met dat artikel wordt omgegaan in de verdere wetenschappelijke literatuur.
Types attenderingen
TOC-attenderingen
ook wel Table Of Contents, zijn attenderingen die je een seintje geven wanneer er een nieuw
nummer van een bepaald tijdschrift verschijnt. Verschillende academische tijdschriften bieden
een online TOC-attenderingservice aan via hun websites. Die werkwijze kan soms wat
omslachtig zijn.
Tip: Gebruik hiervoor de handige tool Browzine! Deze applicatie wordt ondersteund door KU Leuven
en kan je gratis downloaden. Hier kan je je abonneren op je favoriete academische tijdschrift (indien
KU Leuven Bibliotheken hier toegang tot heeft) en krijg je meldingen wanneer er nieuwe artikels en
nummers verschijnen.
Zoekattenderingen
zijn, je raadt het al, meldingen die je krijgt wanneer er nieuwe resultaten zijn voor een
zoekactie die je hebt opgeslagen in een databank. Zo goed als elke grote databank staat toe om
je zoekopdrachten op te slaan én om een attendering aan te maken voor die zoekopdracht. Dit
KU Leuven Bibliotheken
maakt je zoekleven een heel stuk makkelijker waardoor je niet op tijd en stond nog eens
dezelfde zoekopdracht moet uitvoeren en proberen uit te pluizen of er al dan niet nieuwe
resultaten zijn bijgekomen.
Referentie-attenderingen
In module twee over databanken heb je ook citatiedatabanken leren kennen. Die databanken
draaien rond referenties: wie refereert naar wie, hoeveel en waar. Het handige en interessante
aan dit type databanken is dat je een soort referentienetwerk kan waarnemen van publicaties
die naar elkaar verwijzen en op elkaar bouwen. De meeste citatiedatabanken bieden een
functie aan die je toelaat op de hoogte te blijven wanneer een specifieke publicatie verwezen
wordt door een andere onderzoeker. Zo blijf je op de hoogte van hoe jouw favoriete artikel
wordt gebruikt als bron voor nieuw onderzoek.
KU Leuven Bibliotheken
Literatuurlijst
Agarwal P, Wang R, Meaney C, Walji S, Damji A, Toor NG, et al. Sociodemographic differences in
patient experience with virtual care during COVID-19. medRxiv [Internet]. 2021 [cited 2021 Aug 11];
Available from: https://www.medrxiv.org/content/early/2021/07/22/2021.07.19.21260373
ALLEA. The European code of conduct for research integrity [Internet]. 2017 [cited 2021 Apr 14].
Available from: https://allea.org/code-of-conduct/
Augustyn A, et al. George Boole. In: Encyclopedia Britannica [Internet]. 2019 [cited 2020 Jul 31].
Available from: https://www.britannica.com/biography/George-Boole
Avila-Ortiz G, Elangovan S, Kramer KWO, Blanchette D, Dawson DV. Effect of Alveolar Ridge
Preservation after Tooth Extraction: A Systematic Review and Meta-analysis. J Dent Res. 2014 Oct
1;93(10):950–8.
Beatty S. 6 simple search tips: Lessons learned from the Scopus Webinar [Internet]. [cited 2020 Jul
31]. Available from: https://blog.scopus.com/posts/6-simple-search-tips-lessons-learned-from-the-
scopus-webinar
Berg C. Teaching website evaluation: the CRAAP test and the evolution of an approach. Internet @
schools. 2017;24(2):9.
Bik EM, Casadeval A, Fang Ferric C., David SL. The Prevalence of Inappropriate Image Duplication in
Biomedical Research Publications. mBio. 7(3):e00809-16.
Bordewijk EM, Li W, van Eekelen R, Wang R, Showell M, Mol BW, et al. Methods to assess research
misconduct in health-related research: A scoping review. Journal of Clinical Epidemiology. 2021 Aug
1;136:189–202.
Chatterjee M, Faot F, Correa C, Kerckhofs J, Vandamme K. Is the Jaw Bone Micro-Structure Altered in
Response to Osteoporosis and Bisphosphonate Treatment? A Micro-CT Analysis. Int J Mol Sci. 2021
Jun 18;22(12):6559.
Clarivate Analytics. Web of Science Core Collection Help [Internet]. [cited 2020 Jul 31]. Available
from: https://images.webofknowledge.com/WOKRS59B4_2/help/WOS/hs_wildcards.html
Council of Science editors. Digital images and misconduct. White paper on publication ethics
[Internet]. 2021 [cited 2021 May 12]. Available from:
https://www.councilscienceeditors.org/resource-library/editorial-policies/white-paper-on-
publication-ethics/3-4-digital-images-and-misconduct/
Dahlström U. Epidemiology of Heart Failure. In: Feldman DS, Mohacsi P, editors. Heart Failure
[Internet]. Cham: Springer International Publishing; 2019 [cited 2021 May 12]. p. 3–36. Available
from: https://doi.org/10.1007/978-3-319-98184-0_1
Elsevier. What is a peer review? [Internet]. [cited 2021 May 20]. Available from:
https://www.elsevier.com/reviewers/what-is-peer-review
KU Leuven Bibliotheken
Enago Academy. Scientific fraud: how journal detect image manipulation [Internet]. 2019 [cited 2021
May 12]. Available from: https://www.enago.com/academy/scientific-fraud-journals-detect-image-
manipulation-part-1/
FOD Economie. Welke rechten verleent het auteursrecht? [Internet]. 2020 [cited 2020 Jul 16].
Available from: https://economie.fgov.be/nl/themas/intellectuele-eigendom/intellectuele-
eigendomsrechten/auteursrecht-en-naburige/auteursrechten/bescherming-van-werken/welke-
rechten-verleent-het
Godecharle S, Fieuws S, Nemery B, Dierickx K. Scientists Still Behaving Badly? A Survey Within
Industry and Universities. Sci Eng Ethics. 2018 Dec;24(6):1697–717.
Gøtzsche PC, Hróbjartsson A, Johansen HK, Haahr MT, Altman DG, Chan A-W. Ghost Authorship in
Industry-Initiated Randomised Trials. Wagner L, editor. PLoS Med. 2007 Jan 16;4(1):e19.
Graham-Rowe D. Computer model spots image fraud. Nature [Internet]. 2011 Nov 28 [cited 2021
May 12]; Available from: https://doi.org/10.1038/nature.2011.9502
Grudniewicz A, Moher D, Cobey KD, Bryson GL, Cukier S, Allen K, et al. Predatory journals: No
definition, no defence. NATURE. 2019;576(7786):210–2.
Jang CH, Park SY. Emergence of ciprofloxacin-resistant pseudomonas in chronic suppurative otitis
media. Clin Otolaryngol. 2004 Aug;29(4):321–3.
Jones JW, McCullough LB. Is a gift authorship really a grift authorship? Journal of Vascular Surgery.
2015 Apr;61(4):1092–3.
KU Leuven. Onderwijs- en examenreglement 2020-2021 [Internet]. 2020 [cited 2021 Dec 7].
Available from: https://www.kuleuven.be/onderwijs/oer/2020/#e9f4fca5-f1f7-41c1-ab9f-
712113107a8e
KU Leuven. Research integrity [Internet]. 2020 [cited 2021 Apr 14]. Available from:
https://www.kuleuven.be/english/research/integrity/home
Lazarides MK, Gougoudi E, Papanas N. Pitfalls and Misconducts in Medical Writing. The International
Journal of Lower Extremity Wounds. 2019 Dec 1;18(4):350–3.
KU Leuven Bibliotheken
Lewis AB. What does bad information look like? Using the CRAAP test for evaluating substandard
resources. Issues in science and technology librarianship [Internet]. 2018 [cited 2020 May
24];2018(88). Available from: http://www.istl.org/18-winter/tips2.html
Marušić A, Bošnjak L, Jerončić A. A Systematic Review of Research on the Meaning, Ethics and
Practices of Authorship across Scholarly Disciplines. Jefferson T, editor. PLoS ONE. 2011 Sep
8;6(9):e23477.
McCullough GH, Wertz RT, Rosenbek JC, Dinneen C. Clinicans’ preferences and practices in
conducting clinical/bedside and videofluoroscopic swalling examinations in an adult, neurogenic
population. American journal of speech-language pathology. 1999;8(2):149.
Pears R, Shields GJ. Cite them right: the essential referencing guide. Tenth revised and expanded
edition. London: Palgrave; 2016. 169 p. (Palgrave study skills).
Prentzell MT, Rehbein U, Cadena Sandoval M, De Meulemeester A-S, Baumeister R, Brohée L, et al.
G3BPs tether the TSC complex to lysosomes and suppress mTORC1 signaling. Cell. 2021
Feb;184(3):655-674.e27.
Proquest. Avery Index to Architectural Periodicals: ProQuest Platform Search Tips [Internet]. [cited
2020 Jul 31]. Available from: https://proquest.libguides.com/avery/tips
PubMed. NIH Preprint Pilot [Internet]. 2021 [cited 2021 Apr 12]. Available from:
https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/about/nihpreprints/.
PubMed. PubMed Online Training [Internet]. [cited 2020 Jul 31]. Available from:
https://learn.nlm.nih.gov/documentation/training-packets/T0042010P/.
Reisig MD, Holtfreter K, Berzofsky ME. Assessing the perceived prevalence of research fraud among
faculty at research-intensive universities in the USA. Accountability in Research. 2020 Oct
2;27(7):457–75.
Reyniers S, De Brier N, Ooms N, Matthijs S, Piovesan A, Verboven P, et al. Amylose molecular fine
structure dictates water–oil dynamics during deep-frying and the caloric density of potato crisps. Nat
Food. 2020 Nov;1(11):736–45.
Samarei R. Comparison of Local and Systemic Ciprofloxacin Ototoxicity in the Treatment of Chronic
Media Otitis. GJHS. 2014 Sep 18;6(7):p144.
Spektor Z, Pumarola F, Ismail K, Lanier B, Hussain I, Ansley J, et al. Efficacy and Safety of Ciprofloxacin
Plus Fluocinolone in Otitis Media With Tympanostomy Tubes in Pediatric Patients: A Randomized
Clinical Trial. JAMA Otolaryngol Head Neck Surg. 2017 Apr 1;143(4):341.
Suvarna SK, Ansary MA. Review. Histopathology and the ‘third great lie’. When is an image not a
scientifically authentic image? [internet] Histopathology. 2001 Nov 1 [geraadpleegd op 3 september
2021];39(5):441–6. https://doi.org/10.1046/j.1365-2559.2001.01312.x. Review. Histopathology and
the ‘third great lie’. When is an image not a scientifically authentic image? - Suvarna - 2001 -
Histopathology - Wiley Online Library
Tarafdar M, Davison RM. The art of referencing. Information Systems Journal. 2020 Sep 1;30(5):787–
90.
KU Leuven Bibliotheken
The Office of Research Integrity. Findings of research misconduct and administrative actions
[Internet]. s.d. [cited 1921 Jul 12]. Available from: https://ori.hhs.gov/.
Turnitin. Plagiarism Spectrum 2.0 [Internet]. 2021 [cited 2021 Aug 7]. Available from:
https://www.turnitin.com/resources/plagiarism-spectrum-2-0
Virani A, Kunduk M, Fink DS, McWhorter AJ. Effects of 2 different swallowing exercise regimens
during organ-preservation therapies for head and neck cancers on swallowing function: Swallowing
exercises during organ-preservation therapies for head and neck cancer. Head Neck. 2015
Feb;37(2):162–70.
Vlaamse Commissie voor Wetenschappelijke Integriteit. Algemeen advies [Internet]. 2020 [cited
2021 Apr 14]. Available from: http://www.vcwi.be/.
Wislar JS, Flanagin A, Fontanarosa PB, DeAngelis CD. Honorary and ghost authorship in high impact
biomedical journals: a cross sectional survey. BMJ. 2011 Oct 25;343(oct25 1):d6128–d6128.