You are on page 1of 9

SAMENVATTING KADER ONDERZOEK TBK

Week 1:

Wetenschappelijk -> kennis ontwikkelen


Praktijkgericht onderzoek -> probleem oplossen

Beroepsproducten:
1. OA: Opdracht Analyse = verkennend onderzoek. -Product = Opdracht A4, PVA
2. DA: Diagnostische Analyse = analyse van de huidige situatie
3. A: Advies = wat kan opdrachtgeven het beste doen?
4. UA: Uitwerking Advies = advies in detail uitwerken om implementatieplan te kunnen
opstellen
5. I: Implementatie = het daadwerkelijk invoeren van het advies in de organisatie
Opdrachtformulier:
Ø Organisatie
Ø Opdrachtomschrijving
Ø Aanleiding
Ø Doelstelling

Opdracht A4:
Ø Opdrachtformulier +
Ø Op te leveren eindresultaten
Ø Beroepsproducten
Ø Kenniskader
Ø Producten

Plan van Aanpak (PVA):


Ø Opdrachtformulier +
Ø Opdracht A4 +
Ø Bouwstenen
Ø Toepassing TBK onderzoekscyclus
Ø Breedte
Ø Lengte
Ø Tijdslijn
Ø Gegevens belanghebbende
Ø Overzicht functie stakeholders

Wat is er nodig voor onderzoekende houding:


 Opmerkzaam
 Nieuwsgierig
 Bedachtzaam
 Kritisch
Week 2:

TBK Onderzoekscyclus: te gebruiken voor opleveren van bouwstenen


1. Vraagdefinities = wat wil of moet je weten.
Ø Beschrijvende vragen: Wat, Welke
Ø Verklarende vragen: Hoe, Waarom
2. Kenniskader = geeft richting hoe je de vraag gaat beantwoorden
Ø Domeinkennis benutten
3. Genodigde gegevens = gegevens die nodig zijn om de vraag te kunnen beantwoorden
Ø Gegevens verzamelen door middel van: Interviews, Observatie,
Literatuurstudie, Survey, Secundary data
4. Operationalisering gegevens resultaten = de uitvoer van de gegevensverzameling
Ø Bijhouden wat er gedaan is
Ø Zijn er onverwachtse omstandigheden die gevolgen hebben voor de analyse
en conclusie
5. Gegevensanalyse = analyse van de gegevens die je hebt
Ø Kwalitatieve analyse (interviews coderen)
Ø Kwantitatieve analyse (statistische analyse)
Ø Een combinatie van de twee
6. Conclusie = trek een conclusie met antwoord op de vraag waar je de cyclus mee
gestart bent

Meerdere cirkels kunnen nodig zijn voor een bouwsteen


Stappen kunnen worden overgeslagen
1,2,3 = planning/ voorbereiding
4,5,6 = uitvoering
Week 3:

Doel gebruik informatie m.b.v. literatuur


1. Oriënterende informatie: gebruik je om je opdracht te verhelderen en je zoektermen
te bepalen. Kan helpen met afbaken van onderwerp
Ø Woordenboeken
Ø Encyclopedieën
Ø Informatie gevonden met algemene zoekmachines
2. Actuele informatie = geeft een overzicht van de meest recente ontwikkelingen, in het
algemeen of op een bepaald vakgebied. Let op betrouwbaarheid
Ø Kranten
Ø Websites
Ø Tijdschriftartikelen
3. Verdiepende informatie = is nodig om je onderwerp te doorgronden en relevante
begrippen en theorieën te vinden. Dit is belangrijk om je onderwerp af te bakenen.
Ø Literatuurstudie.

Doel literatuurstudie:
- Conceptueel raamwerk, theoretisch onderbouwing over onderwerp
- Review Compleet Overzicht wat de status is van een onderzoeksgebied en waar
mogelijke kansen liggen (wetenschappelijk)
- Specifieke Doel/Onderzoeksvraag, antwoord op een vraag TBK onderzoekscyclus
Typen bronnen:
1. Boeken:
Ø Handboeken woordenboeken encyclopedieën
Ø Nadeel: uitgevers en schrijvers verantwoordelijk voor de inhoud
2. Andere bronnen:
Ø Dissertatie, proefschriften, afstudeerverslagen
Ø Multimedia
Ø Publieke data (CBS)
Ø Sociaal media (niet altijd betrouwbaar)
Ø Rapporten van overheidsinstellingen, onderzoeksinstituten en bedrijven
3. Tijdschriften
Ø Kranten, populaire tijdschriften (Elesevier), vakblad,
Ø Wetenschappelijke tijdschriften/Journaals/conference proceedings
(wetenschappelijk)

Waar kun je informatiebronnen vinden?


1. Bibliotheek
2. Internet
Ø Zoekmachines: google
Ø Academische zoekmachine: google scholar
3. Online-bibliotheek

Databanken:
Ø Interessante databanken:
1. Hbo-kennisbank: praktijkonderzoek door studenten, docenten en lectoren
2. Van Dale: woordenboek
3. Nexis Uni: krantenartikelen of vakbladen
4. Stateline CBS: Statistische gegevens

Kenmerken Wetenschappelijke tijdschriften/Journals of conference proceeding:


Ø Geschreven voor en door wetenschappers
Ø Peer reviewed door anonieme wetenschappers
Ø Vakgebied kan breed zijn, maar ook specifiek
Ø Beschrijving van de gebruikte onderzoeksmethode
Ø Wetenschappelijk/ genuanceerd taalgebruik
Ø Bronvermelding in de tekst en literatuurverwijzing in de referentielijst (kan gebruikt
worden voor Forward/Backward snowballing
Ø Onderzoeken hebben altijd tekortkomingen en suggesties voor verder onderzoek in
conclusie
Ø Journal kan regelmatige worden uitgegeven:
- Vol. = Jaar
- No. = uitgaven per jaar
Lees strategie voor wetenschappelijke tijdschriften:
1. Oriënterend
Ø Is de bron bruikbaar voor mij?
Ø Kijk naar: titel, keywords.
Ø Lees: abstract en eventueel inleiding methode conclusie
2. Zoekend
Ø Specifiek onderwerp
Ø Strategisch gebruikt van kopjes, afdelingen en tabellen
3. Studerend:
Ø Hoofdgedachte per alinea is
Ø Relatie tussen alinea’s vinden
Week 4/5

Proces uitvoeren literatuurstudie:

Booleaanse operatoren:
AND – OR – Not

• Voorbeeld: Zoeken op marktonderzoek AND-methoden geeft publicaties met zowel


marktonderzoek als methoden erin.
• Voorbeeld: Zoeken op marktonderzoek OR marketingonderzoek levert publicaties op
waarin alleen marktonderzoek, alleen marketingonderzoek of zowel marktonderzoek
als marketingonderzoek voorkomen.
• Voorbeeld: Zoeken op marktonderzoek NOT-methoden geeft publicaties waarin wel
marktonderzoek voorkomt, maar niet methoden.

Tunkeren en Maskeren voor meer resultaten


1. Tunkeren:
Om in één zoekactie op meervoud en enkelvoud van een woord te zoeken, en op
eventuele andere woordvarianten, kun je gebruik maken van een speciaal teken
(wildcard of joker) dat het laatste deel van het woord vervangt.

2. Maskeren: kan van pas komen als je twijfelt over de juiste spelling van een woord of
als een woord op meer manieren kan worden gespeld.
Backward snowballing:
Gebruik maken van literatuurverwijzingen om verder een onderwerp te onderzoeken
- Nadeel: je zoekt terug in de tijd

Forward snowballing:
Op basis van een citatie een bij een artekel een nieuw artikel zoeken
- Dit is een goede manier om actuelere relevante literatuur te zoeken

Zoeken via auteur:


Auteurs kunnen meerdere interessante publicatie hebben over een soortgelijk onderzoek
Week 6:

Validiteit en betrouwbaarheid:
1. Validiteit (geldigheid): werkelijk meten wat je wilt meten

Ø Interne validiteit: is de keuze en de manier van uitvoeren onderzoek of


trekken van conclusies de juiste?
Voorbeeld ontbreken: wanneer een geïnterviewd besluit om sociaal wenselijke antwoorden
te geven op je vragen. Dit gaat dan ten koste van de validiteit, omdat je dan niet meet wat je
wilt meten.
Wat kun je er aan doen?: Gebruik meerdere soorten bronnen (triangulatie), Laat de gegevens
die je verzameld ook checken bij je respondenten. (Bv deel interview samenvatting)

Ø Externe validiteit: zijn de resultaten te generaliseren naar de praktijk. Door


gebruik juiste steekproef of set van interviews.
Voorbeeld ontbreken: een onderzoek heeft als doel middels een nieuwe methode de
schoolprestaties van alle leerlingen op een middelbare school te verbeteren. Er wordt
gebruikgemaakt van een groep jongens uit de brugklas om de methode te testen. De
onderzoeksresultaten zijn dan niet representatief voor de hele populatie, omdat meisjes en
oudere leerlingen niet in de test zijn opgenomen.
Wat kan je er aan doen?: laat ook enige willekeur toe in je onderzoeksmethode.

2. Betrouwbaarheid: Hoe consistent is de methode die je gebruikt?. Het is van belang


dat de uitkomsten hetzelfde zijn als je de meting of het gehele onderzoek op exact
dezelfde wijze nog een keer uitvoert (reproduceerbaarheid).
Ø Voorbeeld ontbreken: Ook al is de weegschaal verkeerd afgesteld. Als een
persoon met een constant gewicht twee keer achter elkaar op de weegschaal
gaat staan zou de weegschaal twee keer hetzelfde gewicht moeten laten zien.
Anders is de weegschaal niet betrouwbaar.
Ø Wat kan je er aan doen: Goede documentatie, Zorg voor zo weinig mogelijk
complexiteit, Extra test als check.

Ethische aspecten:
1. Eerlijkheid: correcte wijzen verslag doen
Ø Door: resultaten niet te veranderen of verzinnen
2. Zorgvuldigheid: onderzoek uitvoeren op een manier dat het herhaalt kan worden.
Ø Door: gebruik van juiste methode
3. Transparantie: het is belangrijk om open te zijn over de manier van handelen en
andere kunnen bepalen of de juiste conclusies zijn getrokken.
Ø Door: data beschikbaar stellen en uitleggen waar die op gebaseerd is
4. Onafhankelijkheid: de onafhankelijkheid van het onderzoek moet worden
gewaarborgd. Geen andere belangen mogen hierbij een rol spelen.
Ø Door: onpartijdig te zijn
5. Verantwoordelijkheid: het moet bekend zijn wat de reden is waarom je het
onderzoek doet en waarom je het op die manier doet.
Ø Door: aangeven wat de reden is waarom je het onderzoek doet

You might also like