You are on page 1of 14

DE MEESTERPROEF

profielwerkstuk 2023-2024

Dit logboek is van

Naam leerling 1:

Naam leerling 2:

Onze profielwerkstukbegeleider is:

INLEIDING

1
Meesterproef Figuur 1 De onderzoeks- en ontwerpcyclus
Welkom in het examenjaar, het jaar dat
in het teken staat van jouw diplomering
en alles wat daar bij komt kijken. Om je
diploma te kunnen behalen moet je het
profielwerkstuk afronden. Voor dit
profielwerkstuk, ook wel ‘meesterproef’
genoemd, heb je vorig jaar een stevige
basis gelegd. Je hebt een onderwerp
gekozen en verkend en een
onderzoeksplan of ontwerpschets opgesteld. Dit jaar ga je verder met het doorlopen
van de onderzoekcyclus: je gaat het onderzoek uitvoeren, concluderen en
presenteren. Ga je ontwerpen dan is het de bedoeling dat je het ontwerp gaat
realiseren, testen en bijstellen en presenteren.

Leerdoelen
Je toont bij de afronding van het profielwerkstuk aan dat je zelfstandig, op
systematisch wijze informatie kunt verzamelen, selecteren en analyseren, conclusies
kunt trekken en de uitkomst van het onderzoek kunt presenteren. Het is omwille van
de betrouwbaarheid van het onderzoek van belang dat je alle gedane stappen goed
documenteert. Door alle stappen goed de documenteren kun je de geïnvesteerde tijd
(minimaal 80 uur) en de genomen beslissingen verantwoorden en je kunt op het
proces reflecteren. Bij het documenteren van de gedane stappen maak je gebruik
van een logboek, hierover later meer.

Becijfering
Het profielwerkstuk wordt becijferd. In het voorexamenjaar heb je 30% van het cijfer
voor het profielwerkstuk behaald, dit jaar haal je de overige 70%. Voor de becijfering
wordt gebruik gemaakt van een rubric waarin je precies kunt aflezen op basis van
welke criteria je wordt beoordeeld. Het cijfer voor het profielwerkstuk telt mee in het
combinatiecijfer, het combinatiecijfer moet voldoende zijn om te kunnen slagen. Het
profielwerkstuk moet zijn afgerond voor de start van het examen om deel te kunnen
nemen aan het examen.

PLANNING EN WERKWIJZE

2
Planning
Je krijgt het komende halfjaar de tijd om aan het profielwerkstuk te werken. Om alle
doelen op tijd te kunnen realiseren, hebben we een grove planning opgesteld
(onderstaande tabel). Het is de bedoeling dat je jouw planning hierop afstemt. Maak
daarom duidelijke afspraken met degene met wie je samenwerkt en natuurlijk met de
profielwerkstukbegeleider. Pas de planning wanneer nodig ook aan zodat je goed
kunt inspelen op tussentijdse veranderingen.
In de onderstaande planning is een zogenaamd ‘go / no go moment’ opgenomen.
Het komt er bij zo’n moment op neer dat je pas verder kunt met de volgende stap als
je van de profielwerkstukbegeleider een go krijgt. Daarnaast is er met het symposium
een handelingsdeel opgenomen. Dit handelingsdeel is verplicht. Over de precieze
invulling krijg je op een later tijdstip informatie.

weeknumme Activiteit opmerkingen


r
week 38 bespreken onderzoeksplan met go / no go
profielwerkstukbegeleider
week 50 uitvoeren onderzoeksplan en concluderen (stap 5
en 6)
week 51 symposium (di. 19 december) handelingsdeel,
verplicht
week 2 onderzoeksverslag, logboek completeren,
reflecteren
week 3 Inleveren: uiterlijke
- logboek met reflectie inleverdatum is
- onderzoeksverslag (schriftelijk) 28-01-2024
- eventueel een 1product

Logboek
Bij het profielwerkstuk is het van belang dat je alle stappen documenteert. Hierbij
maak je gebruik van dit document dat tevens dient als logboek. In dit document staan
groene kaders. Door deze kaders te vullen is het logboek compleet en is de
informatie geordend naar inhoud en proces. Je gebruikt het logboek ook om te
reflecteren op het proces. Het is daarom belangrijk dat je het wekelijks aanvult. Dit
vergt de nodige discipline, iets wat bij het doen van onderzoek een vereiste is!

Deel dit document met degene met wie je samenwerkt en met jullie
profielwerkstukbegeleider. Vul de groene kaders in dit document met relevante
informatie.

HET ONDERZOEKSPLAN
1
Dit geldt voor leerlingen die de ontwerpcyclus doorlopen

3
Aan de basis van ieder onderzoek ligt een onderzoeksplan. Het maken van een
onderzoeksplan kost veel tijd, daarom ben je hier vorig jaar aan begonnen. Het is
belangrijk om het onderzoeksplan met je profielwerkstukbegeleider te delen en
kritisch door te nemen. Noteer in de onderstaande tabel de belangrijkste
aandachtspunten. Pas wanneer het onderzoeksplan door je
profielwerkstukbegeleider is goedgekeurd, kun je verder met de volgende stap.

Onderdelen die beschreven zijn: Aandachtspunten (invullen):


Probleemoriëntatie
- welk vraagstuk onderzoek je
- waarom is dit vraagstuk van belang
- wat is het verband met de gekozen
profielvakken
Probleemstelling:
- hoofd- en deelvragen
- hypothese
Soort onderzoek: kwalitatief, kwantitatief of
mixed methods
Onderzoeksopzet:
- waar, wanneer moet het onderzoek
plaatsvinden
- wie of wat wordt onderzocht
- voor wie is het bedoeld
Dataverzameling:
- welke literatuur ga je gebruiken
- welke onderzoeksmethode(s) gebruik je
nog meer en waarom
- welke instrumenten gebruik je daarbij,
aan welke eisen moeten deze voldoen
- hoe zorg je voor betrouwbare en valide
resultaten
Data-analyse:
- hoe ga je kwantitatieve data analyseren
(statistiek) en hoe ga je kwalitatieve
data analyseren
- hoe ga je de geanalyseerde data
omzetten in woord en beeld /
presenteren

ONDERZOEK UITVOEREN

4
Onderlinge afspraken
Maak notities van afspraken met de medeleerling met wie je samenwerkt.

Bepaal vooraf en noteer in dit kader:


- Hoe en wanneer de communicatie onderling plaatsvindt (bijvoorbeeld wekelijks
op school op een vast moment):

Noteer in onderstaand schema, na afloop van iedere bespreking:


- Waar en wanneer (begin- en eindtijd) de bespreking plaatsvond, wat er
besproken is en welke afspraken er zijn gemaakt. Je kunt bij bespreekpunten
ook aandacht besteden aan problemen waar je tegenaan loopt en oplossingen
die gevonden zijn

Datum, tijd, plaats: Bespreekpunten: Afspraken:

Afspraken profielwerkstukbegeleider
Maak notities van afspraken met de profielwerkstukbegeleider.

Bepaal vooraf en noteer in dit kader:


- Hoe de communicatie met de profielwerkstukbegeleider plaatsvindt

5
(fysiek/online, hoe vaak):

- Afspraken over tussentijdse feedback en deadlines (hoe vaak, wanneer):

Noteer in onderstaand schema, na afloop van iedere bespreking:


- Notities van de besprekingen: geef aan waar en wanneer (begin- en eindtijd) de
bespreking plaatsvond, wat er besproken is en welke afspraken er zijn gemaakt.
Je kunt bij bespreekpunten ook aandacht besteden aan problemen waar je
tegenaan loopt en oplossingen die gevonden zijn

Datum, tijd, plaats: Bespreekpunten: Afspraken:

Afspraken met externen


Maak notities van afspraken met externen (bijv. vertegenwoordigers van bedrijven /
instellingen / experts)

Bepaal vooraf en noteer in dit kader:


- Hoe je contact legt met (een vertegenwoordiger van) het bedrijf / de instelling /
de expert die je bij het onderzoek wilt betrekken (bijv. telefonisch / per e-mail /

6
locatiebezoek)

- Welk doel het contact dient (bijv. bij de beantwoording van welke deelvraag je
de input van externen kunt gebruiken)

Noteer in onderstaand schema, na afloop van ieder contact:


- Met wie, hoe, waar en wanneer (begin- en eindtijd) het contact plaatsvond.

Contactgegevens externen: Datum, tijd, plaats contact:

- - Voeg hieronder de schriftelijke correspondentie (bijvoorbeeld e-mails of


appjes) toe:

Notaties van gevonden interessante bronnen


Het is van belang dat je per deelvraag de geraadpleegde en/of geciteerde bronnen
noteert. Doe dit volgens officiële richtlijnen (APA 7e editie) via een tekstverwerker
(Word of Docs) of gebruik de APA-generator. Zorg er voor dat je in ieder geval
informatie over wie, wanneer, wat en waar noteert zodat je de geraadpleegde
bronnen makkelijk kunt terugvinden. Uiteindelijk worden de geraadpleegde bronnen
opgenomen in de bronnenlijst in het onderzoeksverslag.

7
Deelvraag 1:

Wie (naam van de Wanneer (jaartal Wat (titel) Waar (naam uitgever /
auteur/auteurs) publicatie) naam en URL website)

Deelvraag 2:

Wie (naam van de Wanneer (jaartal Wat (titel) Waar (naam uitgever /
auteur/auteurs) publicatie) naam en URL website)

Deelvraag 3:

Wie (naam van de Wanneer (jaartal Wat (titel) Waar (naam uitgever,
auteur/auteurs) publicatie) naam en URL website)

Deelvraag 4

Wie (naam van de Wanneer (jaartal Wat (titel) Waar (naam uitgever,
auteur/auteurs) publicatie) naam en URL website)

Protocollen
Bij andere onderzoeksmethodes dan literatuuronderzoek beschrijf je de gebruikte
protocollen. Uit de protocollen blijkt a) Hoe je gaat meten wat je beoogt te meten
(validiteit); b) Hoe je beoogt te bereiken dat de onderzoeksresultaten hetzelfde zijn
wanneer je het onderzoek herhaalt en c) Hoe je waarborgt dat je jezelf en anderen
geen schade toebrengt of bijvoorbeeld de privacy van respondenten in het geding
komt.

8
Denk bij een scheikundig experiment bijvoorbeeld aan het noteren van
materiaallijsten en de gebruikte methode(s), een lijst met gevaaraanduidingen en
voorzorgsmaatregelen en de inzet van een deskundige, bijvoorbeeld een TOA.
Noteer bij een interview bijvoorbeeld waarom er is gekozen voor een bepaalde
focusgroep, welke conclusies je uit het interview hoopt te trekken en hoe je omgaat
met privacygevoelige informatie bij het transcriberen van het interview.

Noteer achteraf de opvallende bevinden.

Bepaal vooraf en noteer in dit kader:


- Welke onderzoeksmethode je gaat gebruiken:

- Hoe je waarborgt dat de onderzoeksmethode valide en betrouwbare resultaten


oplevert:

- Hoe je de veiligheid / privacy waarborgt:

Noteer achteraf:

Datum, tijd, plaats: Opvallendheden:

CONCLUDEREN

Deelvragen controleren
Voordat je begint met het beantwoorden van de hoofdvraag (conclusie), is het
belangrijk om per deelvraag te bepalen of deze aan de vereisten voldoet. Bepaal aan

9
de hand van de onderstaande checklist of de deelvragen aan de vereisten voldoen
(O=onvoldoende, V=voldoende). Vul de onderstaande tabel in.

Bepaal per deelvraag of: O V


… de informatie is gebaseerd op empirische gegevens en
meerdere wetenschappelijke bronnen;
… beschreven is in hoeverre bronnen elkaar ondersteunen of
tegenspreken;
… er gebruik is gemaakt van concepten, theorieën en/of
modellen;
… er bij de analyse sprake is van voldoende diepgang en
vakinhoudelijke kennis;
… meningen en feiten goed worden onderscheiden;

… er sprake is van een duidelijk herkenbare structuur (bijv.


oorzaak-gevolgstructuur);
… er geschreven is met voldoende distantie (laat
‘onderbuikgevoelens’ of aannames achterwege);
… de ik-vorm / wij-vorm is niet gebruikt;

Conclusie en discussies en aanbevelingen formuleren


Je sluit af met een conclusie. In de conclusie beantwoord je de hoofdvraag en
bevestig of ontkracht je de hypothese van je onderzoek. Doe dit zo volledig mogelijk
met zo min mogelijk woorden. Verklaar de conclusie met feiten. Maak alleen gebruik
van informatie die je tot dan toe in het profielwerkstuk hebt gebruikt. Daarnaast kun
je een paragraaf toevoegen met discussies en aanbevelingen. Bepaal aan de hand
van de onderstaande checklist of de conclusie aan de vereisten voldoet
(O=onvoldoende, V=voldoende). Vul de onderstaande tabel in.

Bepaal of de conclusie: O V
… goed is ingeleid door middel van het herhalen van de
hoofdvraag
… objectief en beknopt is geformuleerd (meestal zo’n 200 – 400
woorden)
… inhoudelijk in lijn is met de beantwoording van deelvragen

… informatie in een nieuwe formulering wordt gepresenteerd


(dus niet knippen en plakken)
… geen onjuiste of overbodige informatie bevat

… verwijst naar de hypothese en aangeeft of deze is bevestigd


of ontkracht

10
… uitlegt waarom de verkregen resultaten logisch zijn

… een verklaring biedt voor onverwachtse resultaten / het niet


vinden van bepaalde resultaten
… een advies / suggestie bevat voor vervolgonderzoek

… is geschreven met voldoende distantie;

… de ik-vorm / wij-vorm is niet gebruikt;

PRESENTEREN

Symposium
Dinsdag 19 december presenteer je de uitkomst van het onderzoek in hoofdlijnen
aan ouders/verzorgers, docenten en medeleerlingen. Dit doe je analoog, dat wil
zeggen dat je geen digitale middelen kunt gebruiken.

11
Bepaal vooraf en noteer in dit kader:
- Wat je gaat overbrengen: alleen de onderzoeksresultaten of ook informatie over
het proces?

- Hoe je belangstellenden kunt boeien, welke werkvorm je hierbij gebruikt (bijv. een
poster, een collage, een ontwerp of product);

- Aan welke vereisten deze werkvorm moet voldoen (bijv. leesbaarheid, visuele
aantrekkelijkheid, tijdsduur) en welke hulpmiddelen je nodig hebt.

Onderzoeksverslag
Je presenteert de uitkomst van het onderzoek ook door middel van een schriftelijk
onderzoeksverslag. Het verslag moet qua structuur en opbouw aan een aantal eisen
voldoen, deze staan vermeld in de rubric. Bij het schrijven van het
onderzoeksverslag is het daarnaast belangrijk dat de tekst pakkend is. Lees de tekst
meerdere keren hardop en bepaal aan de hand van de onderstaande checklist of de
tekst aan de vereisten voldoet (O=onvoldoende, V=voldoende). Vul de onderstaande
tabel in.

Bepaal of de tekst: O V
… correct is wat betreft spelling, grammatica en interpunctie;

… gevarieerd (bijv. afwisselend korte en lange zinnen) en correct


is wat betreft zinsbouw en woordkeuze;
… weinig tot geen overbodige informatie en/of vaag of wollig
taalgebruik bevat;
… voldoende tussenkopjes, alinea’s en structuuraanduiders
bevat om de opbouw duidelijk te maken;
… zakelijk is geschreven. Probeer de ik-vorm/wij-vorm te
vermijden, spreek de lezer aan met ‘u’, gebruik geen spreektaal.
… een duidelijke eigen stijl heeft, dat wil zeggen dat het geen
verzameling van knip-en-plakwerk is;
… samenhangend is, dat wil zeggen dat afzonderlijke
onderdelen qua schrijfstijl op elkaar aansluiten;

TERUGBLIK

Reflectie
Schrijf een individueel reflectieverslag waarin je minimaal de onderstaande punten
verwerkt:
A. Het verloop van het profielwerkstuk:

12
- Wat ging er goed?
- Wat vond je moeilijk?
- Hoe verliep de samenwerking?
- Hoe was de begeleiding?
- Ben je zelfstandig genoeg om zo’n grote opdracht uit te voeren?
- Wat heb je geleerd?
- Zou je achteraf voor hetzelfde onderwerp, vak en partner hebben gekozen?

B. Reflectie op persoonlijke competenties. Maak bij ieder onderdeel je keuzes


duidelijk met voorbeelden uit het profielwerkstuk.
- Plannen
Ben je in staat om een goede planning te maken? Houd jij je aan afspraken?
Kreeg je alles af wat je gepland had?
- Samenwerken:
Omschrijf jouw rol in de samenwerking met de volgende begrippen: kunnen
organiseren, initiatief nemen, luisteren, afspraken maken, mensen helpen,
overleggen.
- Toekomst:
Aan welke persoonlijke eigenschappen wil je in de toekomst werken en
verbeteren.

C. Geef jezelf en je partner een cijfer (1-10) voor de volgende onderdelen:


- Inzet: is er genoeg tijd en moeite gedaan voor het PWS ?
- SLU: geef aan hoeveel uur jij en je partner in het PWS hebben gestoken.
- Samenwerking: Was er genoeg overleg, werden afspraken nagekomen?
- Zelfstandigheid: in hoeverre konden jullie zonder hulp?
- Planning: Hadden jullie een goede planning en werd die ook gehaald?
- Ideeën: van wie kwam de meeste inbreng, wie bedacht de meeste oplossingen?

13
14

You might also like