You are on page 1of 5

Titel verslag

Naam:
Studentnummer:
Klas:
Datum:
Thema:
Module:
Docent:
Onderzoeksvraag en hypothese
Er wordt een onderzoeksvraag geformuleerd en eventueel worden ook relevante deelvragen
beschreven.

Na de onderzoeksvraag volgt een beargumenteerde hypothese: leg uit wat je verwacht te gaan
vinden en waarom: Welke micro-organismen verwacht je te gaan zien en waarom? Welk micro-
organisme verwacht je het meest te gaan zien en waarom? Betrek hierbij de aangereikte of zelf
gevonden literatuur.

Proefopzet
Beschrijf hier de proefopzet van je onderzoek zonder in detail te treden. Welke experimenten
worden meegenomen in het onderzoek en in welke volgorde? Welke controles neem je mee en
waarom?

2
Resultaten
Verwerk alle verkregen data en geef deze per deelexperiment weer (foto’s, tabellen en
grafieken). Geef per deelexperiment een korte tussenconclusie op basis van de resultaten en
controles.

Bemonsteren
Plaats hier goede foto’s van de monsterplaten en schrijf er een duidelijk onderschrift bij.  

Deelexperiment ...

3
Discussie
Beantwoord in het kopje discussie de volgende vragen:
- Wat was je onderzoeksvraag?
- Wat zijn de belangrijkste resultaten in relatie tot de onderzoeksvraag?
- Komen de resultaten overeen met de hypothese?
- Wat kan een verklaring zijn voor mogelijk onverwachte resultaten?
- Zijn de resultaten betrouwbaar? M.a.w. welke controles heb je gedaan en wat vertellen die je?

Conclusie
Beschrijf hier de overall conclusie: het antwoord op je onderzoeksvraag.

4
Referenties
In de referentielijst laat je de nummers van de literatuurverwijzingen terugkomen en maak je als
volgt een opsomming van de referenties:
− bij een boek of themawijzer: auteur(s), titel, editie, uitgever, plaats en jaar van uitgave, pagina's;
− bij een tijdschriftartikel: auteur(s), titel artikel, naam tijdschrift (meestal afgekort zoals in het
tijdschrift vermeld), jaar van uitgave, deel/nummer, pagina's;
Bij zeer recente artikelen die alleen nog online te lezen zijn wordt bovendien de doi code vermeld
(digital object identifier).
− bij een internetsite: het complete internetadres (URL), en de datum waarop je de site hebt
geraadpleegd (bij internetsites is de actualiteit van de informatie immers van groot belang). Soms zijn
urls heel erg lang. Gebruik in dat geval sites als tinyurl.com of bit.ly om je url te verkorten.

Voorbeelden:
1) Morsink MC, Dukers DF. “Teaching neurophysiology, neuropharmacology, and experimental
design using animal models of psychiatric and neurological disorders.” Adv. Physiol. Educ. 2009;
Vol.33: p46-52.

2) Fulton RB, Hamilton SE et al. “The TCR's sensitivity to self peptide-MHC dictates the ability of naive
CD8+ T cells to respond to foreign antigens.” Nat. Immunol. 2015; Vol.16(1): p107-117.

3) Beiboer S, van der Meij J. “Themamap Biomoleculen en Micro-organismen”. Hogeschool Leiden.


2014; p21-35.

4) Junqueira LC, Carneiro J. “Basic Histology”. 10th ed. The McGraw-Hill Companies, Ohio. 1902;
p439-489.

5) http://www.uwbloedserieus.nl/aanvraagformulier.php?id=132, geraadpleegd op 3 sep 2015.

Hierbij zijn referenties 1 en 2 artikelen, referentie 3 en 4 boeken en referentie 5 een website.

You might also like