Professional Documents
Culture Documents
research?
Note: het grijze stuk wordt niet expliciet genoemd in de kennisclips van Marie Christine
Case-study onderzoek
Onderzoekt veel kenmerken/details van 1 of enkele casussen ( bijv. individuen, groepen,
bewegingen)
Vaak kwalitatief onderzoek, maar hoeft niet
Onderzoek kijkt naar de casussen en hun context: zo linkt het microlevel ( gedrag van
individuen) met macrolevel (grootschalige processen) = gedetailleerde focus, maar vertelt groot
verhaal
Brengt sociale processen en oorzaak-gevolg relaties aan het licht
Erg geschikt voor theorievorming (nieuwe theorieën omdat je zo verdiept bent in één casus; zicht op
sociale processen maakt nieuwe theorievorming mogelijk; case-study onderzoek levert data op die
complexe processen laat zien)
Andere sterke punten van case-study onderzoek:
1. Conceptual validity = helpt belangrijke concepten identificeren en komt steeds dichter
bij hun essentie/kern
2. Heuristic impact = helpt met bedenken van nieuwe theorieën en ontwikkelen van
concepten
3. Causal mechanisms identification = maakt sociale processen zichtbaar
4. Ability to capture complexity and trace processes = kan complexe situaties vastleggen
en processen door te tijd heen onderzoeken
5. Calibration = onderzoekers kunnen abstracte begrippen verfijnen door ze toe te passen
op concrete situaties
6. Holistic elaboration = onderzoek kijkt naar het geheel van een situatie en kan daarin
meerdere perspectieven verwerken
Across-case onderzoek
Onderzoekt veel cases (30-3000), maar focust op een beperkt aantal kenmerken van de cases
Bijna altijd kwantitatief onderzoek
Onderzoekt de relatie tussen kenmerken, niet specifieke mensen/units
(toevoeging uit kennisclip 2)
Kiest een kleine groep uit en doet vervolgens uitspraken over de gehele groep waar die kleine
groep bij hoort (bijv. alleenstaande vaders)
Documenteert een proces/mechanisme
Gebruikt om een theorie toetsen
Nonreactief onderzoek
Deelnemers zijn er niet bewust van dat informatie over hen in de studie wordt gebruikt
Gebruikt bestaand materiaal/data
Vier vormen nonreactief onderzoek (vs. reactief onderzoek, waarin deelnemers weten dat ze
worden onderzocht en kunnen ‘reageren’):
1. Content analysis
- De inhoud van een communicatiemiddel (bijv. kranten, films, reclame, schoolboeken)
wordt geanalyseerd
- De onderzoekers kijken bijv. hoe vaak bepaalde woorden/thema’s voorkomen
- Nonreactieve methode, omdat de auteurs van het materiaal niet wisten dat iemand het
zou onderzoeken
- Pluspunt: laat je specifieke kenmerken in materiaal ontdekken die anders
onopgemerkt bleven
- Vooral bij descriptief, maar soms ook exploratief of verklarend onderzoek
2. Existing statistics
- opnieuw onderzoeken van quantitatieve data die al verzameld is
- Data vinden uit bijv. overheidsverslagen, die opnieuw ordenen om de
onderzoeksvraag te beantwoorden
- Minpunt: kost veel tijd om bronnen te zoeken en hun kwaliteit vast te stellen
- Vooral bij descriptief, maar soms ook exploratief en verklarend onderzoek