You are on page 1of 45

Les 5

‘Persoonlijke en professionele ontwikkeling’


27/10 L. Hubrecht
7 habits
van
Basis ICT- Covey
Zelfkennis
vaardighe
en -
- den en bewustzijn
tools

Schrijf-
Basis van
vaardig-
coaching
heden
Persoonlijke
en
professionele
Communi
catie en
ontwikkeling
sociale
Samen-
vaardighe werken
den

Informati
Kritisch
evaardig
denken
heden
Creatief
denken

2
Inhoud
1. Globale feedback thuisopdracht les 4
2. Onderzoekende houding
3. Kritisch zijn & denken
4. Argumenteren
5. Informatievaardigheden - Dipster
6. Uitleg thuisopdracht les 5
Inhoud
1. Globale feedback thuisopdracht les 4
2. Onderzoekende houding
3. Kritisch zijn & denken
4. Argumenteren
5. Informatievaardigheden - Dipster
6. Uitleg thuisopdracht les 5
Globale feedback

Onvolledige opdrachten!

Niet elke stap wordt besproken. Maak gebruik van het voorziene
sjabloon en de titeltjes

VEEL te kort, uitgebreidere beschrijving. Maak gebruik van het


sjabloon en ga na of je het minimum aantal woorden haalt

5
Globale feedback

Wees duidelijk met doelen (SMART) / hindernissen


→ Minder tv-kijken, wat is minder?
→ Tool was te moeilijk, wat juist?

Let op schrijffouten, vreemde zinsbouw, leestekens en


effectiviteitseisen CDAG.
➔ Zie HogeschoolTaal, boek ‘Schrijven: van verslag tot eindwerk’

6
Inhoud
1. Globale feedback thuisopdracht les 4
2. Onderzoekende houding
3. Kritisch zijn & denken
4. Argumenteren
5. Informatievaardigheden - Dipster
6. Uitleg thuisopdracht les 5
Onderzoekende houding

4 basiskenmerken:

1. Opmerkzaam zijn
2. Nieuwsgierig zijn
3. Bedachtzaam zijn
4. Kritisch zijn

+ Informatie delen

8
1. Opmerkzaam zijn

= de basis van een onderzoekende houding


= zien wat er in een situatie gebeurt

Eerst opmerken vooraleer je iets kan veranderen, bereiken, uitleggen,...


d.m.v. kijken, lezen, gesprekken opvangen, observeren, kennis opdoen,

MAAR OOK: gemotiveerd blijven om opmerkzaam te zijn

Voorbeeld:
Opmerken dat een groepsgenoot niet tevreden is met de manier waarop het werk in de groep
verdeeld wordt

9
2. Nieuwsgierig zijn

= gemotiveerd zijn om dingen die je opmerkt verder uit te zoeken.

Professionele kant nieuwsgierigheid:


Graag dingen te weten komen over iemand, een situatie of onderwerp

Nieuwsgierigheid uiten:
1. Vragen stellen
voorbeeld:
"Je bent blijkbaar niet zo enthousiast over hoe we het werk verdelen, hoe zie jij het?"

2. Papieren bronnen raadplegen


3. Personen en ervaringen raadplegen
4. Handelingen uitproberen in de praktijk

10
3. Bedachtzaam zijn

= Stilstaan bij wat er gebeurt

Nadenken
Niet meteen oordelen
Situatie vanuit verschillende perspectieven bekijken

Zie habit 1: Pauzeknop gebruiken

Doel: doordachte keuzes maken ipv meteen te handelen

Voorbeeld:
Je groepsgenoot reageert: "Ik doe hier eigenlijk gewoon alles en jij bijvoorbeeld weeral
niets". Je denkt na over hoe het kan komen dat hij dit zo ziet en verplaatst zich in zijn
perspectief om te situatie verder te onderzoeken.
11
4. Kritisch zijn
= Niet uitgaan van vaste patronen en routines, maar dingen in twijfel trekken

Goed kunnen redeneren


Denkfouten bij jezelf en anderen opsporen

Argumenteren van keuze/handeling/oplossing/... aan de hand van literatuur


Maar ook: Tegenargumenten bedenken

Doel: Pas besluiten nemen NA beslissing te argumenteren

Voorbeeld: Je begrijpt het perspectief van je groepsgenoot, maar bekijkt het ook kritisch. Je
trekt het gevoel dat je had dat jullie evenveel werk uitvoeren in twijfel, om kritisch te zijn voor
jezelf.

12
Informatie delen

Als je de 4 kenmerken hebt ingezet: informatie verworven

Deze informatie in professionele context ook delen, gezien die relevant kan zijn voor stage-
of werkplek, medestudenten, collega's,…

Nagaan: voor wie is de informatie relevant?

13
Zelfscan onderzoekende houding

In te vullen voor thuisopdracht (+-10min)

Doel:
beeld vormen van eigen kwaliteiten in verband met een onderzoekende houding, om er ook
in te kunnen groeien

Leidt tot nuttig inzicht, dat je kan omzetten in leerdoelen voor jezelf.
Voor thuisopdracht: 4 leerdoelen voor jezelf opstellen - 1 per basiskenmerk.

Zie document op Leho bij LES 5: sjabloon

14
Inhoud
1. Globale feedback thuisopdracht les 4
2. Onderzoekende houding
3. Kritisch zijn & denken
4. Argumenteren
5. Informatievaardigheden - Dipster
6. Uitleg thuisopdracht les 5
Enkele basisbegrippen

Fake news

Een mening

Framing

Een feit
Desinformatie

Misinformatie

27/10/2022 Voettekst 16
Enkele basisbegrippen

•Een mening is persoonlijk. Je kan een mening ondersteunen met argumenten (ik vind dit, want,...) .
Een mening is subjectief. Je hebt een mening over iets, je neemt er een standpunt over in.

•Een feit kan je bewijzen en controleren. Je ken een feit niet weerleggen. Het is objectief.

•Fake news of nepnieuws zijn leugens verhuld als nieuws, die verspreid worden via websites, sociale
media en traditionele media, met als doel het maken van winst of het beïnvloeden van de publieke
opinie.

•Framing is een overtuigingstechniek waarbij je slechts enkele zeer bewust gekozen aspecten van een
onderwerp belicht en andere niet. Zo toon je slecht een deel van de waarheid en probeer je mensen
te overtuigen zonder hen het volledige plaatje te tonen.

17
Enkele basisbegrippen

•Misinformatie is foutieve informatie die niet de bedoeling heeft om mensen te beïnvloeden of te


schaden. De maker is onzorgvuldig geweest en maakte fouten in de informatie die hij/zij verspreidt.

•Desinformatie is informatie die opzettelijk foutief gecreëerd wordt met als doel om mensen, een
organisatie of instelling opzettelijk te schaden. Desinformatie is dus eigenlijk leugenachtige
informatie met het opzet om schade toe te brengen

18
Kritisch denken
= het hebben van een onderzoekende, zelfstandige en open houding
= basisvaardigheid die je moet hebben om informatie te kunnen beoordelen

De basisprincipes:

✓ Proberen om niet onmiddellijk een oordeel te hebben, maar na te denken bij de informatie die je
leest

✓ ‘Een stapje achteruit zetten’ om de bron en de informatie grondig te bekijken

✓ Redeneer en reflecteer voordat je een standpunt inneemt of een besluit neemt


=> anders kans op overhaaste beslissingen, verkeerde conclusies, verkeerd redeneren,…

✓ Kunnen verklaren waarop je standpunt/besluit is gebaseerd

19
Kritisch denken en kritiek hebben

= NIET hetzelfde!

Kritiek ontstaat meestal vanuit een persoonlijk standpunt dat je niet ter discussie stelt. Je bent
bijvoorbeeld overtuigd dat iets niet gaat zoals het moet gaan en dus lever je kritiek.

Kritisch denken daarentegen komt voort uit het voortdurend vragen stellen waarom de dingen zijn
zoals ze zijn. Je neemt dus een onderzoekende houding aan en probeert een onderwerp vanuit alle
perspectieven te bekijken.

➔ Hoewel je prima respectvol kritiek kunt uiten, is die kritiek meestal niet het resultaat van kritisch
denken.

20
Wat is kritisch denken?
• Vooroordelen en subjectiviteit herkennen

• Onderscheid maken tussen hoofdzaken en bijzaken

• Onderscheid maken tussen relevante en irrelevante informatie

• Bewijzen of tegenvoorbeelden zoeken bij een bewering

• Alternatieve opvattingen overwegen

• Bereid zijn van mening te veranderen op grond van bewijzen en argumenten

21
Wat is kritisch denken?
• Jezelf vragen stellen over beweringen en conclusies, definities en bewijzen,
meningen en overtuigingen

• Tegenstellingen waarnemen

• Bereid zijn om je eigen standpunten, opvattingen en overtuigingen uit te


leggen, te verdedigen en aan te passen

• Informatie verzamelen en kennis verwerven over een kwestie voordat je tot


een oordeel komt

22
Kritisch denken is ook vragen stellen
• Is dit waar?
• Waarom is dat zo?
• Is dat een feit of een mening?
• Zijn de feiten verifieerbaar?
• Hoe komt de auteur tot zijn conclusie?
• Waarom is dit belangrijk?
• Hoe werkt dat dan?
• Komt deze informatie van een betrouwbare bron? Wat zeggen andere bronnen
daarover?
• Is het taalgebruik van de auteur neutraal of emotioneel geladen?
•…
Probeer de vragen zelf te beantwoorden, op basis van de informatie in de opgezochte
bron en informatie van andere bronnen.
23
Waarom kritisch denken tijdens (bij)leren?

(Bij)leren betekent jezelf ontwikkelen, zelfstandig in staat zijn informatie te beoordelen en


je op zorgvuldige wijze een mening te vormen.

Uit onderzoek is een correlatie (= verband) gebleken tussen kritisch denken, begrijpend
lezen en schoolprestaties:

Je leert beter als je regelmatig stilstaat om na te denken over de leerstof dan wanneer je
alles achter elkaar leest.

Als je kritisch nadenkt over de leerstof dan zul je het beter begrijpen.

24
Kritisch kijken naar bronnen
= kan ik de informatie die ik gevonden heb wel vertrouwen?
Betrouwbaarheid van bronnen beoordelen via de CRAAP-test adhv 5 vragen:
CRAAP-test
C Currency Is de bron voldoende Is de bron niet te verouderd? Probeer altijd na te gaan wanneer de
actueel? informatie is gepubliceerd.
R Relevance Is de bron wel geschikt Is de informatie geschikt voor wat jij wilt
voor jouw onderzoeken/bewijzen/uitschrijven/… Gaat het om dezelfde
onderzoeksvraag/doel? doelgroep? Is de informatie niet te simpel of te moeilijk voorgesteld? …
A Autority Wie publiceerde deze Ga na wie of welke organisatie de informatie deelt. Is die wel geschikt
informatie? om dat te doen? Neem niets voor waarheid, vooraleer je weet vanwaar
de informatie komt.
A Accuracy Is de informatie Maakt je bron ook gebruik van andere betrouwbare bronnen? Kan je de
inhoudelijk correct en informatie bevestigen via andere betrouwbare bronnen? Staat de bron
voldoende betrouwbaar? vol taalfouten? Is die dan wel betrouwbaar?
P Purpose Waarom zet iemand deze Wat wil de auteur bereiken met de informatie? Zijn er commerciële
25
informatie online? bijbedoelingen? Is het standpunt van de auteur onpartijdig?
Inhoud
1. Globale feedback thuisopdracht les 4
2. Onderzoekende houding
3. Kritisch zijn & denken
4. Argumenteren
5. Informatievaardigheden - Dipster
6. Uitleg thuisopdracht les 5
Argumenteren
= onderbouwen van je mening aan de hand van feiten

DOEL: overtuigen

Mening = standpunt = een opvatting, een persoonlijk gekleurde houding tegenover een onderwerp.

Voor het verwoorden van je eigen mening:


1. Moet je een eigen mening hebben
➔ Dus je moet eerst goed nadenken over het thema in kwestie
2. Moet je de juiste woorden vinden
➔ De verwoording van je mening is heel belangrijk

Mening en standpunt
“Je hebt een mening” en “Je neemt een standpunt in”
.
27
Standpunt - mening

28
Argument
= een taaluiting waarmee een spreker of schrijver zijn standpunt verdedigt tegen kritiek
.

29
Argumenteren

= zeggen WAT je vindt (=standpunt/mening)


en
WAAROM je dat vindt (=argument)

Argumenten moeten:
- geldig zijn = het gaat over het onderwerp van de discussie
- waar zijn = het klopt wat je zegt

Best meervoudig (= meerdere argumenten) argumenteren:


Ten eerste, ten tweede, tot slot…
Een ander argument is dat... Informatie om te argumenteren haal je uit
Bovendien… betrouwbare bronnen! GEEN eigen
Overigens... mening/aannames/overtuigingen

30
Argumenteren volgens AUB-model

Stap 1: Argument
Je begint met het noemen van het argument.
= duidelijk maken

Stap 2: Uitleg
Je geeft aan wat je met dat argument bedoelt. Dit is het belangrijkste onderdeel van een goede
argumentatie! In de uitleg maak je de link tussen het standpunt en het argument en benadruk hoe
belangrijk het argument is.
= overtuigen

Stap 3: Bijvoorbeeld
Tot slot geef je (een) voorbeeld(en) waarmee je je argument zo tastbaar en concreet mogelijk
maakt. Hiermee worden de argumenten extra geloofwaardig gemaakt. En dit is wat je wilt
bereiken! Cijfermateriaal kan je voorbeeld krachtiger maken.
= herkenbaar maken

31
Voorbeeld AUB-model

Standpunt: Het is GEEN goed idee om een hond in huis te nemen.

Stap 1: A(rgument)
= Een hond eist tijd.

Stap 2: U(itleg)
= Training, verzorging, aandacht en liefde... Pas als je echt een hond wilt, zal je die tijd met veel
toewijding aan hem schenken.

Stap 3: B(ijvoorbeeld)
= Werk je van 's morgens vroeg tot 's avonds laat? Dan is het niet de beste periode om een
hond in huis te halen. Ga je graag en veel op reis? Bekijk dan ook de mogelijkheden voor je
hond. Je hond meenemen op het vliegtuig kan duur worden, maar hem naar een hondenhotel
brengen is ook een hap uit je budget. Bovendien is je hond het liefst thuis.

32
Voorbeeld AUB-model

Standpunt: Roken moet verboden worden

Stap 1: A(rgument)
=

Stap 2: U(itleg)
=

Stap 3: B(ijvoorbeeld)
=

33
Voorbeeld AUB-model

Standpunt: Roken moet verboden worden

Stap 1: A(rgument)
= Roken is ongezond

Stap 2: U(itleg)
= Roken brengt veel schadelijke stoffen in je lichaam waar je longen minder goed van
werken en waar je ernstige ziektes van kunt krijgen. Nicotine zorgt ervoor dat je verslaafd
raakt aan roken en daardoor krijg je veel van die schadelijke stoffen binnen. Doordat veel
mensen verslaafd raken aan roken, worden veel mensen dus zieker .

Stap 3: B(ijvoorbeeld)
= De ziektes die je kunt krijgen van roken zijn hart- en vaatziekten, longziekten en kanker.
Ieder jaar gaan er 25.000 mensen dood als een direct gevolg van roken

34
Inhoud
1. Globale feedback thuisopdracht les 4
2. Onderzoekende houding
3. Kritisch zijn & denken
4. Argumenteren
5. Informatievaardigheden - Dipster
6. Uitleg thuisopdracht les 5
Informatievaardigheden

= vaardigheden die nodig zijn om informatie in betrouwbare bronnen te kunnen zoeken en vinden,
informatie kritisch te beoordelen en verwerken en op een geschikte manier verwijzen naar die
gebruikte bronnen.

Probleem?
Het is moeilijker geworden betrouwbare informatie
te selecteren uit de overweldigende en vele
informatie die op ons afkomt.

36
Informatievaardigheden

Concreet:
• Hoe zoek ik informatie op het internet?
• Hoe formuleer ik een goede zoekvraag?
• Welke zoekwoorden gebruik ik?
• Wat is een goede zoekstrategie?
• Wat staat er in de tekst?
• Wat is de afkomst van de tekst?
• Hoe weet ik of de informatie betrouwbaar is?
• Hoe verwijs ik naar bronnen? (bijv. via APA-methode)
•…

37
Nuttige tool/cursus: Dipster

Volg de cursus ‘Dipster Studenten’ op Leho


https://leho-howest.instructure.com/courses/7347

Deze les enkele toepassingen, allround ZEER nuttige en leerrijke tool.


Alles over informatievaardigheden, wat je voor ALLE modules gedurende je volledige opleiding kan
gebruiken.

38
DEMO

Volg verder mee op Dipster

39
Bibliotheek Howest

In campus BCE, vlakbij auditorium C.1.00.2

Alle nodige informatie over de bibliotheek van Howest: https://leho-


howest.instructure.com/courses/11087/pages/bibliotheken?module_item_id=185743

Veel nuttige handleidingen, documenten, links en tools.

40
Informatie zoeken via databanken Howest

Overzicht databanken:
https://www.howest.be/nl/studeren/studentenvoorzieningen/bibliotheek/databanken

Om van thuis uit/buiten de schoolmuren de databanken te raadplegen, heb je een VPN-


verbinding nodig: http://helpdesk.howest.be/vpn/

Uitleg over VPN op cursus ‘Infosite Howest Brugge’: https://leho-


howest.instructure.com/courses/11087/pages/vpn-verbinding?module_item_id=185751

41
Informatie zoeken in tijdschriften Howest

Overzicht van de tijdschriften, paswoorden en logins:


https://leho-
howest.instructure.com/courses/11087/pages/bibliotheken?module_item_id=185743

Lukt het niet om in te loggen?


Stuur een mail naar sjs.bibliotheek@howest.be

42
Inhoud
1. Globale feedback thuisopdracht les 4
2. Onderzoekende houding
3. Kritisch zijn & denken
4. Argumenteren
5. Informatievaardigheden - Dipster
6. Uitleg thuisopdracht les 5
Thuisopdracht les 5
Laatste opdrachten!

44
Vragen?
VEEL SUCCES MET DE EXAMENS!

You might also like