You are on page 1of 5

Betrokkenheid

Kinderen leren en ontwikkelen als ze betrokken spelen

Verveling is ook goed , als je verveelt val je stil je gaat nadenken, vanbinnen over wat jou echt interesseert

Kleuter : basis voor heel veel vaardigheden die ze later nodig hebben worden in de kleuterklas gelegd

 Proces we kijken naar de kinderen


 Hoe gaat het vandaag gisten mirgen en dan ga
je daar de volgende keer iets mee doen
 Als ze geboeid zijn : is dat oke  zoek naar de
oorzaak waarom
 Materiaal aansprak, expressief, op niveau,
duidelijk

Betrokkenheid is:

- Hoge concentratie - Hoge concentratie


- Geboeid - Hoge exploratiedrang
- Intrinsieke motivatie - Grensverleggend bezig zijn
- Geprikkeld worden - Vol energie
- Gefascineerd - Geven niet snel op
- Alert - Persistentie omdat het je boeit door die
- Tijd vergeten intrinsiek motivatie

Veel rond dwaalt naar andere dingen kijkt -


 Minder betrokken
 (kijk naar de ogen)
The state of flow:

-Als je een activiteit op ‘routine’ kunt


afwerken, maakt betrokkenheid geen
kans

-Dat geldt ook voor activiteiten die te


hoog gegrepen zijn

 Geen tijdsbesef, gezogen, alles rond om u geen oog meer voor hebt en je leert er bovendien
nog iets
 Aan de grens van je mogelijkheden
 Verband tussen betrokkenheid en ontwikkelingsniveau: tussen gebied van ‘al kunnen’ en ‘net
nog niet kunnen’
  waaraan doet dit denken? (Zone van naaste ontwikkeling Vygotsky)
 van baby tot volwassene
 State of flow: bij optimale verhouding tussen moeilijkheid taak en je competenties
 Betrokkenheid = voorwaarde voor diepgaand leren cf. vorige les

Betrokkenheid als procesvariabele kan veranderen van laag naar hoog

= een procesvariabele

 Geeft je onmiddellijk feedback over de kwaliteit van wat zich hier en nu afspeelt

 Kun je meteen bijsturen

Zie scanning

 Geeft je onmiddellijk feedback over de kwaliteit van wat zich hier en nu afspeelt

 Kun je meteen bijsturen

Signalen van betrokkenheid

• Concentratie: stellen vragen over het onderwerp

• Persistentie:

• Openheid en nauwgezetheid:

• Intense mentale activiteit: kinderen betrokken zijn vragen, ze zijn daar de hemle tijd mee
bzeg bv; naar bos gegaan , kinderen alles opgezongen hebben , hoe dik een booom is en die
gaan dat zelf gaan vertellen, ik ga een dikke boom teken in vervolg activiteiten.  je weet ds
dat ze aan het nadenken zijn ze zien de gelijkenis bv apier van de keoenen de ribeltjes die de
juf heeft uitgelegd waardoor ze weten en nemen die mee
• Verhaal aan het vertellen en je stelt zich een probleem in het verhaal de kineren zijn aan het
zoeken en ziet dat ze hun hand in de lucht steken .

• Motivatie en voldoening: drang , op zoek naar wat hen boeit, nemen initatvene

Exploratiedrang  als dit niet is is er iets bv ;ziek  het is doorgaans moeilijk om niets te vinden
dat de kinderen aanspreekt

• Krachtbron, behoefte die mens naar betrokken activiteit drijft

• De behoefte om greep te krijgen op de realiteit of om voor jezelf een nieuwe realiteit te


scheppen

• Intrinsieke motivatie = hoofddrijfveer van de activiteit

Vb.Op ontdekking gaan iets uitproberen naargelang de leeftijd

Soms kunnen in een activiteit ook andere behoeften meespelen zoals ‘zich kundig ervaren’,
‘iemand zijn in de ogen van de anderen’, … Intrinsieke motivatie moet echter de
hoofddrijfveer zijn  link ZDT

5 niveaus van betrokkenheid

 Niveau 1: zeer laag

Nagenoeg geen activiteit

 Niveau 2: laag

Onderbroken activiteit

 Niveau 3: matig

Aangehouden activiteit zonder signalen van betrokkenheid

 Niveau 4: hoog

Activiteit met intense momenten

 Niveau 5: zeer hoog

Aangehouden intense activiteit

Aangeven waarom dit bestaat: ifv observeren om aanbod of aanpak aan te passen.

Verwijzen naar p. 134: pas algemene conclusie na meerdere observaties.

Niveaus uitgewerkt: kijkwijzer of boek


 Beslis boom om het niveau te bepalen

Welke handelingsgerichte conclusies zou jij formuleren op het niveau van vb uitgewerkte verlagen
in de syllabus.

• Aanbod,

• Interactie en

• Organisatie?
Pedagogisch-didactische principes

 Algemene kenmerken van goed onderwijs


 Richtlijnen, overtuigingen, stellingen, die suggesties aanreiken voor het creëren van een
aanbod in de kleuterklas
 Te onderscheiden, niet strikt te scheiden
 Hangen zeer nauw samen en overlappen gedeeltelijk
 Vullen elkaar in de praktijk aan en versterken elkaar

Principes die je gaat gaan toepassen om goed onderwijs te geven

7 principes

• Motivatie- en belangstellingsprincipe

• Individualisatieprincipe/ differentiatieprincipe

• Aanschouwelijkheidsprincipe

• Activiteit principe

• Geleidelijkheids- en beperkingsprincipe

• Herhalingsprincipe

• Integratieprincipe

You might also like