COLLEGE 1.

Reader = boek

Beoordeling vak:
 70% = open boek tentamen met 5 open
vragen (a en b).
 30% = eindverslag groepsreflectie.

‘Beargumenteer’ komt vaak voor in tentamen – is dus

belangrijk aspect.

Verbanden zien tussen onderwerpen die in artikelen en boek worden besproken.

Om veranderingen te kunnen zien zijn er twee momenten
nodig – multidimensionaal construct

Dimensies:
1. Inhoud: WAT gaan we veranderen?
2. Proces: HOE gaan we veranderen?
3. Context: WAAROM en met WIE gaan we veranderen?

Macro perspectief (aboutness) Micro perspectief (withness)

Perspectief Vanuit expertiseperspectief (buitenaf) mensen
interventionist en hun gedrag ‘objectiveren’ en inzichten als
zijnde de enige waarheid op leggen.
Aanpak Vanuit de oplossing, doelgericht proberen de
direct betrokkenen mee te krijgen:
geprogrammeerd en dus Planned change.
Voorbeelden Verandermanagement Diagnostische OD
Vergelijkbaar met Deductief (onderzoek doen)
Vanuit deelnemersperspectief
(binnenuit) in het ‘hier en nu’ mensen
aanspreken op hun potentieel en hen
daarop begeleiden
Vanuit nieuwsgierigheid proberen aan
te sluiten bij de diverse perspectieven
de direct betrokkenen: opborrelend en
dus Emergent change.
Actie-onderzoek Dialogische OD
Inductief (onderzoek doen)

Verandermanagement is dus DEDUCTIEF

Deductieve aanpak
= essentie van planned change en van verandermanagement,
meer antropologisch

Belangrijkste kenmerken:
 Nadruk ligt op planning vooraf – hoe het geheel dient te
veranderen vandaaruit de mensen.
 Diagnose vindt eenmalig plaats aan de start en is
doorgaans direct gekoppeld aan doelstelling: oplossing
probleem is als realisatie doel.
 Opzet besstaat uit concreet van elkaar onderscheidbare
fases en stappen
 Redenatie is eerst ontwerpen van het proces, daarna
verandering implementeren en bestendigen.
 Verandering is dus iets dat je kunt implementeren.
 Target/ doel is inhoudelijk geformuleerd en staat vast –
waar vaak op een rigide wij wordt omgegaan (doel is
heilig).
 Leidinggevende stijl is minder bevragend en meer
stellend (verwijzing naar resp. model II en model I,
figuur 6.4.)

Inductieve aanpak
= essentie van emergent change en Dialogische Organisatieontwikkeling

Belangrijkste kenmerekn
 De nadruk ligt op het handelingsniveau in en tussen mensen en hoe vandaaruit het geheel te veranderen.
 Het doen van en diagnose wordt gezien als een interventie en kan overal/ altijd plaatsvinden.
 Er is geen opzet vooraf en kan zich wel gedurende de uitvoering ontwikkelen.
 Redenatie is proberen op het juiste moment met de juiste momenten over de juiste onderwerpen in gesprek
te komen waarbij de kwaliteit van het gesprek voorop staat.
 Verandering is continue (as we speak).
 Purpose(s)/ doel kent naast een inhoudelijk element ook een affectieve lading en is gekoppeld aan het
process(deel) en aan de mensen die behoren tot de scope/ systeem.
 Leidinggevende stijl is meer bevragend dan stellend (resp. Model II en model I, Figuur 6.4.).

NB (disclaimer): omdat diagnostische organisatieontwikkeling geen inductieve aanpak betreft zijn deze
kenmerken niet van toepassing op deze benadering (zie ook paragraaf 4.2-3).