You are on page 1of 4

klas 4 HAVO - juli 2014

Hoe schrijf je een verslag van


een natuurwetenschappelijk
onderzoek?
Bij natuurwetenschappelijke vakken, zoals natuurkunde, moet je geregeld
een experiment uitvoeren en uitwerken. In de bovenbouw zul je ook
buiten de les experimenten gaan doen in het btalab, waar je dan
ook een verslag van moet schrijven. In dit document vind je een
overzicht van wat er allemaal in zo'n verslag moet staan, en wat die
onderdelen allemaal inhouden.
Vormgevingseisen
Bij een wetenschappelijk onderzoek ben je zo objectief en helder mogelijk.
In het algemeen geldt dat als iemand jouw verslag leest, hij of zij
daarmee de proef uit moet kunnen voeren, zonder de originele
proefbeschrijving. Het verslag is kort en bondig geschreven in goed
Nederlands: dus geen lange verhalen maar ook geen telegramstijl.
Opsommingen mogen wel. Het moet ook op A4-formaat geschreven
zijn.
Op het voorblad van het verslag staat de volgende informatie:
Titel
Auteur: naam + klas
Vak + hoofdstuk/module/onderdeel
Omschrijving of nummer van de opdracht
Datum waarop je het verslag hebt afgerond
De Inleiding
De inleiding bestaat in het algemeen uit een aantal onderdelen:
- Algemene Inleiding over het onderwerp. Waar is dit onderzoek relevant
voor? Waarom zou het belangrijk kunnen zijn om hier meer over te willen
weten?
- Achterliggende Theorie. Voor de proeven die je krijgt heb je vaak al eerder
wat geleerd in de les (dat kan ook wat langer geleden zijn...). Hier kun je
dan vertellen wat je al eerder hebt geleerd over dit onderwerp. Als je in
een proefje gaat onderzoeken wat het verband is tussen de stroomsterkte
door een lampje en hoeveel licht dat lampje uitstraalt, kun je al wat
vertellen over stroomsterkte, spanning, vermogen, elektrische energie...
- De Onderzoeksvraag. De onderzoeksvraag is de vraag die je door middel
van je proef wilt beantwoorden. Vaak staat deze al in de proefbeschrijving
en kun je die gewoon overnemen. Soms moet je de onderzoeksvraag ook
zelf bedenken.
1

klas 4 HAVO - juli 2014


Bij natuurkunde kijk je doorgaans naar het verband tussen twee
grootheden terwijl je andere variabelen zoveel mogelijk constant houdt.
Kijk dus goed naar de grootheid die je zelf verandert (de onafhankelijke
grootheid) en de grootheid die daardoor ook verandert (de afhankelijke
grootheid). De onderzoeksvraag is dan vaak in de vorm:
Wat is het verband tussen (de onafhankelijke grootheid) en (de
afhankelijke grootheid) ?"
- De Hypothese. Een hypothese is een verwachting. Je geeft een antwoord
op de onderzoeksvraag voordat je de proef gedaan hebt. Je geeft ook aan
waarom je deze verwachting hebt (misschien met behulp van de theorie
die je hierboven hebt besproken). De hypothese hoeft niet juist te zijn. Het
kan zijn dat je een verkeerde hypothese hebt gesteld. Verander die dan
niet achteraf. Waar het om gaat is dat je laat zien dat je van tevoren goed
hebt nagedacht over wat je gaat doen, niet dat je verwachting goed was.
Materiaal en Meetmethode
Materiaal
Beschrijf het gebruikte materiaal zo nauwkeurig mogelijk (massa bal,
temperatuur water, bereik van de meter, etc.). Dit is vaak het
overzichtelijkst op te schrijven door een lijstje te maken. Geen onzinnige
informatie geven, bijvoorbeeld dat je geschreven hebt met een pen en op
papier, of dat Alexandra de waardes opnoemt terwijl Bernard het
opschreef, e.d.
Meetmethode
De proefopstelling moet nauwkeurig beschreven worden (daarbij werkt
een tekening of foto heel verhelderend). Beschrijf kort en zakelijk hoe je de
proef uitgevoerd hebt.
Een methode is geen dagboek beschrijving; toen gingen we naar het
huis van Pietje om de ballen naar beneden te gooien. Je schrijft dit deel
van het verslag als een soort kookboek (eventueel in de verleden tijd).
Bedenk: iemand anders moet aan de hand van je verslag de proef na
kunnen doen. Speciale omstandigheden/waarden zijn ook belangrijk. Als je
een proef doet waarbij je van de docent een voorschrift hebt gekregen
(bijvoorbeeld een Btalab-proef) probeer dan zoveel mogelijk je eigen
woorden te gebruiken zodat je toch kan laten zien dat je je meetmethode
goed kan opschrijven.
Waar moet je op letten bij het voorbereiden van een experiment?
Zorg dat je goed weet wat je moet doen. Er mag slechts n grootheid
gevarieerd worden en andere grootheden moeten constant blijven.
Voer een meting, als dat kan, altijd meerdere keren uit (duplo (=twee
keer) of triplo (=drie keer)). Hoe meer metingen je hebt, des te
betrouwbaarder zijn de resultaten.
Resultaten
Vermeld in dit deel alles wat je gezien en gemeten hebt, alleen feiten,
geen verklaringen of conclusies! Deze komen verderop.
2

klas 4 HAVO - juli 2014


Vermeld meetresultaten zoveel mogelijk in overzichtelijke tabellen en
grafieken. Geef ook een duidelijke legenda bij deze tabellen en grafieken.
Bij het hoofdstuk Resultaten hoef je nog geen verklaringen te geven. Je
geeft alleen je waarnemingen en resultaten weer. Maar zorg er voor dat de
tabellen en grafieken goed te interpreteren zijn, dus voeg zo nodig wat
extra uitleg toe.
Tip: een aantal grafiektypes is niet helder of vertekenen zelfs de
resultaten. De meest geschikte grafiek in Excel is meestal de
spreiding met alleen markeringen grafiek (Engels: scatter with only
markers), waarin je vervolgens zelf een trendlijn kan zetten. Als je niet
zeker weet of je het goed doet, zie dan het document "grafieken
Bijmaken
natuurkunde
is het vaak de regel dat je:
met Excel".
je ruwe meetwaarden in een tabel zet.
waarden die zijn berekend uit je meetwaarden ook in deze, of een
extra, tabel zet. Het hangt vooral van de grootte van de tabellen af
of je hier n tabel of meerdere tabellen gebruikt. Je zet dan ook de
grootheden en eenheden in de kolomkop met daaronder de getallen.
Bedenk: volledigheid en duidelijkheid zijn hierbij het belangrijkst.
je meetwaarden vervolgens in een grafiek zet. Dat laat duidelijk het
verband zien tussen de twee grootheden (denk aan je
onderzoeksvraag: wat is het verband tussen X en Y) en uit
bijvoorbeeld het hellingsgetal van een lineair verband kun je ook
belangrijke informatie halen. Zorg dat je grafiek een trendlijn heeft,
maar ook dat je meetpunten wel zichtbaar blijven en makkelijk af te
lezen zijn.
Beantwoording van extra vragen
Vaak staan er in de proefbeschrijving nog extra vragen. Soms zijn dit
vragen als Teken een grafiek. Deze vraag heb je dan natuurlijk al bij de
resultaten beantwoord. Door deze vragen te beantwoorden is het
makkelijker om een conclusie te trekken. Ga dus na of er nog vragen
waren die nog niet in je verslag worden behandeld en voeg deze alsnog
toe.
Conclusie
Bespreek je resultaten en geef mogelijke verklaringen voor je gevonden
waarnemingen. Vergelijk als dat kan altijd je eigen resultaten met
gegevens uit de literatuur.
Trek je conclusies. Waar baseer je die conclusie(s) op? De conclusie
is je definitieve antwoord op de onderzoeksvraag. Was de hypothese
juist (dan kun je deze bevestigen) of niet (verwerpen), of weet je het
nog niet zeker. Licht dat kort toe.
Discussie
De discussie is een belangrijk onderdeel van je verslag. Hier kan je laten
zien dat je inzicht hebt in je onderzoek, dat je eventuele
bijbehorende theorie begrijpt, dat je kunt analyseren. In de discussie
blik je terug op je onderzoek. Was de opzet van je onderzoek wel
goed, of zou je nu dingen anders hebben aangepakt? Hoe
3

klas 4 HAVO - juli 2014


betrouwbaar zijn je resultaten (en dus je conclusie) eigenlijk? Kunnen
er ook andere factoren de resultaten hebben benvloed, waar je
geen rekening mee hebt gehouden? Is er iets fout gegaan bij de
uitvoering? Denk hierbij aan moeilijk te controleren factoren, het
aantal experimenten, de proefopzet, etc.
Hoe heb je dat opgelost? Hoe zou het experiment nog verbeterd kunnen
worden? Welke nieuwe problemen ben je tegen gekomen? Welke
nieuwe vragen roept het onderzoek op?
Maak een voorstel voor wat een geschikt vervolgonderzoek zou kunnen
zijn (eventueel al met onderzoeksvraag). Verder kan je de literatuur
raadplegen voor problemen die je bent tegengekomen, of
verklaringen voor afwijkende resultaten. Het is dus de bedoeling dat
je inhoudelijk op de proef en de resultaten ingaat. Dingen zoals we
hebben de taken goed verdeeld of de volgende keer eerder
beginnen zijn niet voldoende.
Literatuur
De literatuurlijst is het laatste onderdeel van je verslag. Je geeft je bronnen
op alfabetische volgorde weer. Vervolgens nummer je ze. In de tekst
kan je dan eenvoudig naar de juiste bron verwijzen door het gebruik
van superscript. -> 1
Zet dus niet alleen aan het einde van het verslag een lijst van de
gebruikte literatuur, maar probeer zoveel mogelijk in de tekst aan te
geven voor welk stukje je welke bron hebt gebruikt.

Einde

You might also like