Handleiding verslagen schrijven 4 havo/vwo bovenbouw

Verslag-eisen

- Je verslag maak je in Word en lever je (1) digitaal in op het afgesproken moment. Hierbij
gebruik je een overzichtelijke lay-out.
- Voorblad met namen, datum, naam van practicum en eventueel een correct illustrerende
afbeelding.
- De uitgewerkte opdrachten van het practicum en je resultaten. Tabellen en grafieken
nummer je en bevatten altijd een kort onderschrift (“Figuur 1: grafiek van ….”). Hetzelfde
geldt voor foto’s, tekeningen en andere illustraties. Tabellen en grafieken licht je daarnaast
toe in de tekst. Let ook op de berekeningen die je doet, de eenheden en significantie (hoe
nauwkeurig kun je je grootheden meten?).
- Bij grafieken verbind je afzonderlijke meetpunten nooit met rechte lijnen zodat je een
“kartelgrafiek” krijgt. Je verwacht namelijk een verband tussen je grootheden dat je met
een formule kunt beschrijven. Deze verwachting benoem je en onderbouw je met de
theorie! De onafhankelijke variabele komt in de regel op de x-as (horizontale as) en de
afhankelijke variabele op de y-as. Grafieken van coach 7 kunnen met kopiëren en plakken
of via print screen worden geplaatst in je verslag.
- Wees zo concreet en specifiek mogelijk in je beschrijving en onderbouwing. Gebruik
hierbij schrijftaal en geen spreektaal. Ga je verslag meerdere keren na als je klaar bent.
Bedenk: hoe makkelijker een tekst leest, des te vaker de tekst is bijgeschaafd! Let ook op
spelling, zoals d/t.
- Als je bronnen gebruikt, vermeld je duidelijk waar je deze bronnen gebruikt en neem je
de bronnen vervolgens op in een bronvermelding achterin. Hiervoor mag je de bronnen in
je bronvermelding nummeren, zoals [1], [2] etc, zodat je er makkelijk naar kunt verwijzen.
- Plagiaat ( = het overnemen van delen tekst zonder duidelijke bronvermelding), ook al is
het onbedoeld, levert je een 1 op.

Inhoud van je verslag

1. Voorblad: Namen, klas en datum, een duidelijke en beschrijvende titel, naam
begeleider.
2. Inhoudsopgave met hierin: Doel van de proef/Onderzoeksvragen en hypothese.
3. Benodigde theorie (inclusief formules en volledige toelichting in eigen woorden!)
Hierin is ook toegelicht hoe je tot je antwoord moet komen (bv wat moet je met de grafiek
doen).
4. Werkplan en Opstelling (beschrijving, tekening, foto, benodigdheden etc.)
5. Waarnemingen (indien van toepassing)
6. Meetresultaten en verwerking van de meetresultaten (met tabellen en grafieken en
voorbeeldberekeningen en antwoord op de verplichte vragen).
7. Conclusies en discussie
8. Bronvermelding (boek: titel, schrijver, druk. Internetpagina: titel, adres)
Ga als je klaar bent:
- Na of je formulering beter/korter/scherper kan; herlees je verslag dus en schaaf het
bij!
- Na of je alle onderdelen uit het beoordelingsschema hieronder juist hebt
meegenomen.
Verantwoordelijkheid

Je bent zelf 100% verantwoordelijk voor het (op tijd) inleveren van je verslag. Bij
groepjes draagt iedereen verantwoording voor het gehele verslag. Alleen bij tijdig
opgegeven en uitzonderlijke omstandigheden kan de inleverdatum versoepeld worden.
Eventuele obstakels, zoals printers thuis die geen inkt hebben, internet dat thuis niet goed
werkt, ouders die vinden dat het practicum gevaarlijk is, te laat beginnen, werk, etc. etc.
los je zelf op en zijn geen valide redenen om je verslag later in te leveren. Problemen in de
samenwerking geef je tijdig aan; dan zoeken we samen naar een oplossing. Voorbeelden
van geen valide redenen om het later in te leveren:
- 2 dagen van tevoren aangeven dat je griepig, verkouden etc. bent; je krijgt ruim de
tijd,
- ‘te druk zijn’; je krijgt ruim de tijd,
- mails niet hebben ontvangen; opdrachten worden ook altijd in de les aangekondigd
- conflicten in je groepje; deze probeer je eerst zelf op te lossen,
- alles wat te maken heeft met bijbaantjes/werk; een bijbaan is nooit een valide
argument.
Voorbeelden van valide redenen om uitstel te vragen:
- ernstige (plotselinge) ziekte van jezelf of in de familie
- ernstige relationele omstandigheden in de familie
Hiervoor geldt altijd dat je het, indien mogelijk, tijdig aangeeft.
Bij te laat inleveren en/of plagiaat: zie het examenregelement en PTA

Formules in Word
Tot slot nog de lay-out van formules: formules maak je in Word zoveel mogelijk met de
Equation Editor. Bovenin zie je naast Bestand en Start de optie Invoegen; als je daar op
klikt zie je helemaal rechts de optie Symbolen. Als je daar op klikt, zie je de optie
Vergelijking. Nog een opmaaktip: superscript, zoals het kwadraat in v 2, doe je door
control, shift en +/= in te drukken. Subscripts, zoals de res in F res, doe je door control en
+/= in te drukken. Je ziet deze super- en subscripts ook als je op de optie Start drukt,
naast vet, cursief en onderstreept maken, als x 2 en x2. Breuken met meerdere termen
schrijf je zoveel mogelijk met een deelstreep en moeten eenduidig zijn te interpreteren.
Wortels doe je ook via de Equation Editor. Als je moeite hebt met de Equation Editor:
google even, zoek op YouTube naar een video of vraag je docent.