vermogen iemands bezittingen min hun schulden tijdsvoorkeur bij sparen heeft iemand een lage ... bij lenen heeft iemand een hoge ... ruilen over de tijd sparen en lenen intertemporele ruil synoniem ruilen over de tijd beleggen geld vastleggen met als doel om finacieel voordeel te halen rendement de opbrengsten van een belegging rente het rendement van spaargeld of obligaties winst het rendement van aandelen huur & pacht het rendement van ontroerend goed
kapitaalinkomen het inkomen ontvangen van beleggingen
dividend het gedeelte van een bedrijfs winst dat word gegeven aan aandeelhouders obligatie een vorm van beleggen waarbij men geld leent aan een bedrijf of overheid en dit na een tijd terugkrijgt met rente risico-aversie beleggen in minder risicovolle beleggingen inflatie stijging van de prijzen van goederen en diensten, hierdoor daalt de koopkracht koopkracht hoeveel goederen of diensten je met een vermogen kan kopen reële waarde synoniem koopkracht nominale waarde de grote van een vermogen in euros of een andere valuta consumentenprijsindex hoeveel de kosten van levensonderhoud stijgen in een jaar vermogensrendementsheffing de belasting over inkomens uit sparen en beleggen
omslagstelsel een stelsel waarin de premies worden betaald
door de mensen die inkomen verdienen kapitaaldekkingsstelsel een stelsel waarin iedereen premie betaalt aan een fonds waaruit zij later geld uitgekeerd krijgen welvaartsvaste uitkering een uitkering waarbij de jaarlijkse stijging even hoog is als de jaarlijkse loonstijging waardevaste uitkering een uitkering waarbij de koopkracht gelijk blijft ruilen over de tijd sparen en lenen
verzorgingsstaat een samenleving waarin de overheid zorgt voor
sociale zekerheid netto profijt van de overheid het profijt wat een burger van de overheid krijgt minus de afdrachten aan de overheid intergenerationele ruil overdrachten van de ene generatie naar de volgende, bestaat in de vorm van geld maar ook in de vorm van kennis of gevolgen van daden profijtbeginsel het concept van dat de burgers moeten meebetalen voor de voorzieningen die de overheid bied grijze druk het aantal 65+ers als percentage van de mensen tussen de 20 en 65 jaar groene druk het aantal jonger dan 20 jaarigen als percentage van de mensen tussen 20 en 65 jaar belastingspreiding in de tijd de spreiding van de druk van de belastingsverhoging over generaties en tijd