You are on page 1of 3

Economie samenvatting

1.4

Mensen sparen om drie redenen:


1. Als ‘buffer’ voor onverwachte gebeurtenissen.
2. Voor een bepaald doel
3. Om een inkomen te verdienen (rente of interest)

Een spaarder is risico-avers (houdt niet van risico, is risicomijdend)


Er zijn twee mogelijkheden: spaarrekening en spaardeposito

spaardeposito spaarrekening
interest Het interestpercentage is vast Het interestpercentage is
Er is meestal sprake van variabel.
enkelvoudig interest: de Er is meestal sprake van
interest wordt berekend over samengestelde interest:
het oorspronkelijk ingelegde interest wordt berekend over
bedrag het ingelegde bedrag plus de
bijgeschreven interest uit
eerdere jaren (rente op rente)
looptijd Vast variabel
De looptijd kan variëren van 1
jaar tot wel 10 jaar
Geld bijstorten en opnemen Nee, niet mogelijk (niet vrij Ja, je kunt op elk moment geld
opneembaar) bijstorten en opnemen ( vrij
Boete bij vervroegd opnemen opneembaar)
(als marktrente groter is dan
depositorente)
risico Tot 100 000 euro per bank Tot 100 000 euro per bank
garantie onder het garantie onder het
depositogarantiestelsel depositogarantiestelsel

Bij een spaardeposito is er meestal sprake van enkelvoudig interest. De interest wordt dan berekend
over het oorspronkelijk ingelegde bedrag.

Bij een gewone spaarrekening is er meestal sprake van samengestelde interest. De interest wordt dan
berekend over het ingelegde bedrag plus de bijgeschreven interest uit eerdere jaren. Rente over
rente.

Stappenplan bij het rekenen met samengestelde interest

Stap 1: teken een tijdlijn en vul alle gegeven informatie in.


- periodes: let op: elke periode heeft een begin en eind op de tijdlijn
- bedragen: beginbedrag, tussentijdse stortingen of opnames
- interestpercentage: per maand, kwartaal of jaar
Stap 2: schrijf de formule op. E = K x (1 + i)n.
Stap 3: los op. Let goed op het aantal periodes.
1.5

Er zijn twee soorten leningen


Consumptief krediet: een lening voor de aanschaf van goederen die hun waarde relatief snel
verliezen. Zoals bijv. een auto, elektronica, reizen. Omdat er sprake is van een lening zonder
onderpand is de rente relatief hoog omdat de bank weinig zekerheid heeft
Hypotheeklening: een lening voor de aanschaf van een huis of bedrijfspand. De rente is relatief laag
omdat de bank een onderpand als zekerheid heeft.

Bij een lening is het belangrijk dat je onderscheid maakt tussen rente en aflossing
Rente
Aflossing
Als je geld spaart ontvang je rente van de bank.
Aflossen is het terugbetalen van een lening.

Als je geld leent betaal je rente aan de bank. Je kunt op drie manieren aflossen:
1. In één keer: aan het einde van de looptijd
De rente is een vergoeding voor het gebruik 2. Lineair: elke periode hetzelfde bedrag
mogen maken van het geleende geld. 3. Annuïtair: elke periode een vast bedrag
Gedurende de looptijd betaal je bij elke periode bestaande uit interest en aflossing.
rente

omschrijving
Persoonlijke lening De consument ontvangt in één keer het
geleende bedrag voor een vaste periode
De consument betaalt maandelijks interest en
aflossing (vast interestpercentage)
Rood staan Een kredietlimiet op de betaalrekening waar
salaris wordt gestort
De kredietlimiet ligt vaak tussen 500 - 2500
Kopen op afbetaling Betaling in termijnen
De koper is meteen juridisch eigenaar
huurkoop Een bijzondere vorm van kopen op afbetaling
de koper is pas (juridisch) eigenaar na betaling
van de laatste termijn
creditcard Een creditcard is een betaalkaart voor aankopen
die achteraf betaald worden
Je kunt met een creditcard betalen en lenen

Bij consumptief krediet worden interest en aflossing vaak betaald in de vorm van één vast bedrag per
maand, de annuïteit.
1.6

Een hypotheeklening is een lening voor de aanschaf van een woning (of bedrijfspand). Omdat er
sprake is van een lening met onderpand is de rente relatief laag. Bij het kopen en verkopen van een
woning en het afsluiten van een hypotheek zijn zes partijen betrokken:
- De (toekomstige) eigenaar van de woning
- Makelaar: een makelaar bemiddelt bij de verhuur, aankoop of verkoop van woningen en
bedrijfspanden. Een makelaar kan zowel een aankoopmakelaar of verkoopmakelaar zijn.
- Bank: de bank verstrekt de hypotheeklening en ontvangt interest en aflossing.
- Notaris: de notaris is als enige bevoegd om een woning of bedrijfspand over te dragen.
- Taxateur: een taxateur maakt een schatting van de waarde van een woning en beschrijft in een
taxatierapport ook vaak de onderhoudsstatus en energiezuinigheid.

Er zijn twee belangrijke hypotheekvormen: de lineaire hypotheek en de annuïteitenhypotheek. De


hypotheekvormen verschillen in de manier waarop het geleende geld wordt terugbetaald: de
aflossing. Bij elke hypotheekvorm betaal je interest over de resterende schuld.

Bij een lineaire hypotheek werkt het betalen van aflossing en interest als volgt:
Aflossing: je lost elke maand hetzelfde bedrag af.
Interest: je betaalt interest over het deel van de schuld dat nog niet is afgelost. Het interestbedrag
wordt steeds lager.

Bij een annuïteitenhypotheek worden interest en aflossing betaald in de vorm van één vast bedrag
per maand, de annuïteit.

You might also like