You are on page 1of 4

HYPOTHEKEN | UITLEG VOOR DE DERDE KLAS

De meeste mensen die een huis kopen hebben zelf niet voldoende geld en moeten dus een
lening sluiten. Een hypotecaire lening is een lening waarbij het huis dat gekocht wordt
onderpand is. Dat betekent dat, wanneer de lener van het geld niet op tijd de rente en de
aflossing van de lening betaalt, het huis eventueel verkocht kan worden, zodat met de
opbrengst ervan de lening terugbetaald kan worden. De geldgever (de bank) loopt dan dus
minder risico dan wanneer het onderpand er niet zou zijn.
Bij een hypotheek worden er altijd in ieder geval twee afspraken gemaakt (net als bij andere
vormen van lenen):
1- Hoe snel wordt de schuld terugbetaald? En gebeurt dat in één keer of in termijnen?
2- Hoe hoog is de rentevergoeding die betaald moet worden.
Wat betreft het aflossen moet je kunnen rekenen met twee soorten hypotheken:

 De lineaire hypotheek
Hierbij wordt er iedere periode (meestal maandelijks) hetzelfde bedrag terugbetaald
(=afgelost).
 De annuiteitenhypotheek
Hierbij is de optelsom van rennte en aflossing iedere periode (meestal maandelijks)
hetzelfde bedrag. In het begin wordt er relatief weinig afgelost, maar omdat de rente
steeds lager wordt, gaat het aflossen steeds sneller.
Wat betreft de rente het volgende. De rente wordt altijd berekend door een percentage te
nemen van het bedrag dat nog niet is terugbetaald (=restschuld). Als je aflost wordt het te
betalen bedrag aan rente ook lager.
Hieronder een voorbeeld. Eerst van de lineaire lening en dan van de annuiteitenlening.

Voorbeeld lineaire hypotheek


Gegegeven:
Omvang van de hypotheek: €540.000
Aflossen in 30 jaar
Rente: 4,1%
Gevraagd:
bereken het verschuldigde bedrag aan rente en aflossing in het derde jaar
Uitwerking:
Als de schuld in 30 jaar wordt afgelost, betekent dat dat er ieder jaar €540.000/30 = €18.000
wordt afgelost.
De eerste keer dat er wordt afgelost is aan het einde van het eerste jaar. Voor het derde jaar
is er dan 2x afgelost, dus in het derde jaar is de schuld nog €540.000 – 2 x €18.000 =
€504.000
De rente van het derde jaar is dan 4,1% van €504.000 = €20.664
Totaal wordt er dus in het derde jaar aan de bank betaald: €18.000 + €20.664 = €38.664
Hieronder een tabel met alle bedragen bij de eerste 10 jaar van de lening:

Voorbeeld annuiteitenhypotheek
Gegeven:
Omvang van de hypotheek: €540.000
Aflossen in 30 jaar
Rente: 4,1%
Annuïteit: €31.608,53
Gevraagd:
bereken het verschuldigde bedrag aan rente en aflossing in het derde jaar.
Uitwerking:
In het eerste jaar wordt er 4,1% van €540.000 = €22.140 aan rente betaald.
De annuiteit is gegeven en die bestaat uit rente én aflossing. De aflossing is nu dus te
berekenen: €31.608,53 - €22140 = €9.468,53.
Dat betekent dat de schuld in het tweede jaar de beginschuld min die aflossing van het
eerste jaar is: €540.000 - €9.468,53 = €530.531,47
Daarmee is de rente in het tweede jaar te berekenen: 4,1% x €530.531,47 = € 21.751,79
En daarmee is de aflossing van het tweede jaar te berekenen: €31.608,53 - €21.751,79 = €
9.856,74
De schuld in het derde jaar is dan: €530.531,47 - €9.856,74 = € 520.674,73
Dus de rente in het derde jaar is dan: 4,1% x € 520.674,73 = € 21.347,66
En de aflossing in het derde jaar is dan: €31.608,53
Hieronder een tabel met alle bedragen van de eerste tien jaar van de lening:

Samengevat:
1- Bij een lineaire lening is de aflossing iedere periode hetzelfde bedrag
2- Bij een lineaire lening daalt de rente iedere periode met hetzelfde bedrag
3- Bij een annuiteitenlening is iedere periode de optelsom van rente + aflossing
hetzelfde bedrag. (LET OP: de annuiteit wordt in een opgave gegeven)
4- De lineaire lening is in de eerste jaren duurder dan de annuiteitenlening (rente +
aflossing zijn daar hoger dan bij de annuiteitenlening)
5- De totale hoeveelheid rente bij de annuiteitenlening is over de hele looptijd hoger
dan bij een lineaire lening.

You might also like