You are on page 1of 2

Economie leerdoelen.

Leerdoel 1: waarom wordt er rente vergoed over een spaarrekening?


Vergoeding die banken betalen om te mogen beschikken over jou spaargeld.

Leerdoel 2: waarom verschillende rente% over verschillende soorten spaarrekeningen?


Spaarrekeningen met grotere bedragen ontvangen hogere renten % en kinderspaarrekeningen
ontvangen ook een hoger rente% als normale.

Leerdoel 3: wat is het verband tussen inflatie en koopkracht en wat s de rol van rente daarbij?
Inflatie: stijging van de algemene prijspeil.
Koopkracht: hoeveelheid goederen en diensten die je met je spaargeld kan kopen.
Stel je hebt 100 euro en de inflatie dit jaar is 3% dan kan je volgend jaar minder kopen dus je
koopkracht is minder sterk geworden.

Leerdoel 4: % berekeningen maken


formule deel van het geheel: het deel : het geheel x 100%
formule van deel naar geheel: geld : % x 100

Leerdoel 5: procent punt.


stel de spaarrente stijgt van 2,5% naar 3% dan is het procent punt 0,5%

Leerdoel 6:verschil maken tussen absolute en relatieve verandering.


Voorbeeld: eerst verdien je 80 euro per dag en nu 120 euro per dag. Verandering van grootheid is 40
- de absolute verandering is dus 40 euro.

-Relatieve verandering: is de procentuele verandering van een grootheid. (nieuw-oud)/oud x 100%


120-80/80 x 100% = 50 %

Leerdoel 7: berekeningen maken over jaren of delen over van een jaar.
Eindwaarden na n periode = beginwaarde x (1+i)n
eindwaarden na 9 jaar = 1000 x (1+0,04) 9
n= periode waarover de rente wordt vergoed.
I= het rente wat je invult op je rekenmachine 4% = dus 0,04

Leerdoel 8: verschillende soorten leningen beschrijven.


- Hypotheeklening: lening die je afsluit om een huis te kopen.
- Persoonlijke lening: lening voor duurdere uitgave (auto, tv) waarbij je de lening verplicht moet
aflossen in termijnen. Aflossen+rente.
- Kopen op afbetaling: een soort persoonlijke lening die je afsluit via de winkel waar je een “duur”
product koopt.
- Doorlopend krediet: maximum bedrag dat je kan lenen (als je leent) dan start je met het betalen
van rente =aflossing.
- Rood staan: maximum bedrag dat je kan lenen, je kan door gaan met pinnen terwijl je eigenlijk
geen geld hebt rente is vaak hoger.

You might also like