You are on page 1of 14

Casus behorende bij de vragen 1 en 2

Een op 1 januari 2011 opgerichte Nederlandse handelsonderneming WALLON koopt gedurende het
eerste bedrijfsjaar 50.000 stuk hockeysticks in bij Nederlandse leveranciers voor 110 per stuk. Alle
verkopen gaan naar de VS, waar 45.000 hockeysticks worden afgezet tegen $ 130. De afzet is
regelmatig over het jaar gespreid. De Amerikaanse afnemers krijgen twee maanden krediet, waarvan
ze volledig gebruikmaken. WALLON dekt het valutarisico niet af.
In de eerste helft van 2011 geldt $ 1 = 1 en in de tweede helft van 2011 is de koers $ 1 = 0,90.
Gedurende het eerste kwartaal van 2012 geldt een koers van $ 1 = 1

1 Hoeveel bedraagt de opbrengst verkopen in het eerste bedrijfsjaar?

A 5.265.000
B 5.412.500
C 5.557.500

2 Bereken het koersresultaat in 2011.

A nihil
B 97.500 negatief
C 292.500 negatief

Einde casus

3 NeverLess is een Nederlandse onderneming te ROFFA en heeft per 1 januari 2010 een 5%-
lening van $ 2 mln opgenomen; de betaling van de interest vindt jaarlijks achteraf op 30
december plaats. Op die datum wordt ook 10% van de hoofdsom afgelost.
De koersverhouding tussen $ en is als volgt:
1 januari 2010 $1=1
Gemiddelde in 2010 $ 1 = 0,90
31 december 2010 $ 1 = 0,80

Voor welk bedrag staat de lening in de balans per 31 december 2010?

A 1.440.000
B 1.600.000
C 1.620.000

Casus behorende bij de vragen 4 en 5

De gegeven balansen per 31 december 2010 en 31 december 2009 van Renkema, een in het
buitenland gevestigde onderneming is in lokale valuta (lova).
31-12- 31-12- 31-12- 31-12-
2010 2009 2010 2009
Aandelenkapitaa
Vaste activa 690.000 800.000 l 200.000 200.000
Vlottende activa 480.000 345.000 Reserves 490.000 400.000
Winst 115.000 90.000
Lening 300.000 350.000
Crediteuren 65.000 105.000
1.170.00 1.145.00 1.170.00 1.145.00

1
0 0 0 0

Over het koersverloop van de euro ten opzichte van de lokale valuta is het volgende gegeven:
1 januari 2010 lova 1 = 1,30
Gemiddelde in 2010 lova 1 = 1,10
31 december 2010 lova 1 = 0,90

Vanaf 1 januari 2010 is 100% van de aandelen van Renkema in handen van de Nederlandse
onderneming ROBIN.
ROBIN waardeert Renkema tegen nettovermogenswaarde en past voor de omrekening van de balans
van Renkema in euros de closing-rate method toe, met gebruikmaking van de gemiddelde koers voor
de omrekening van het resultaat.

4 Hoeveel bedraagt de post Reserve omrekenverschillen per 31 december 2010?

A 253.000
B 276.000
C 299.000

5 De balanspost Reserve omrekeningsverschillen, die ontstaat bij toepassing van de closing


rate methode is een

A Vrije reserve
B Statutaire reserve
C Wettelijke reserve

Einde casus

Casus behorende bij de vragen 6 en 7

WASNEEPLUS NV heeft bij bank MELODY een lening aangetrokken op basis van een variabele rente,
maar wil een vaste rente.
WASNEEPLUS sluit een renteswap met bank C:
WASNEEPLUS betaalt aan bank C 6% rente
WASNEEPLUS ontvangt van bank C de marktrente
WASNEEPLUS betaalt de marktrente aan bank MELODY

6 Welk risico heeft WASNEEPLUS afgedekt met bovenstaande renteswap?

A Kredietrisico
B Kasstroomrisico
C Rele waarde risico

7 Wat is de invloed op de rele waarde van de swap voor WASNEEPLUS als de marktrente stijgt
naar 7%?

A geen invloed
B positieve invloed
C negatieve invloed

2
Einde casus

Casus behorende bij de vragen 8 en 9

Een Nederlandse onderneming BEEBEE NV leent een bedrag van 100.000 US$ van een Amerikaanse
bank. Deze lening wordt over twee jaar afgelost. De rapporteringsvaluta is de Euro. BEEBEE wenst
over de hoofdsom geen koersrisico te lopen. Daartoe heeft BEEBEE onder andere de mogelijkheid de
volgende afdekkingtransacties af te sluiten:
- valutatermijntransactie: 100.000 US$ wordt gekocht met levering met levering tegen een
termijnkoers;
- een valutaswap: met een derde partij wordt overeen gekomen na twee jaar het bedrag van
100.000 US$ te ruilen tegen een vast bedrag in euro, waarbij BEEBEE 100.000 US$ ontvangt
en het afgesproken bedrag in euro betaalt;
- Een valutaoptie: BEEBEE sluit een calloptie met een derde partij, waarbij zij het recht heeft
na twee jaar een bedrag van 100.000 US$ te kopen tegen een afgesproken koers.

8 Veronderstel dat de koers bij het aangaan van de lening $ 1 = 1en na 1 jaar op de
balansdatum 1 $ = 1,2. De lening wordt omgerekend tegen de koers op de balansdatum.
Hoe wordt dit koersverschil verwerkt.

A Als een afdekkingstransactie is afgesloten, zullen de koersverschillen op het


afdekkingsinstrument die van de afdekte lening compenseren. Daarom dient een
actiefpost te worden opgenomen van 20.000, zodat het saldo nihil is. Deze
actiefpost kan worden gezien als een waardering van het afdekkingsinstrument op
de balans.
B Als een afdekkingstransactie is afgesloten, zullen de koersverschillen op het
afdekkingsinstrument die van de afdekte lening compenseren. Daarom dient een
passiefpost te worden opgenomen van 20.000, zodat het saldo nihil is. Deze
passiefpost kan worden gezien als een waardering van het afdekkingsinstrument op
de balans.
C Als een afdekkingstransactie is afgesloten, zullen de positieve koersverschillen van
20.000 worden verwerkt op de winst- en verliesrekening. Daarom dient een
actiefpost te worden opgenomen van 20.000, zodat het saldo nihil is. Deze
actiefpost kan worden gezien als een waardering van het afdekkingsinstrument op
de balans.

9 Welke afdekkingstransactie zal BEEBEE kiezen indien verliesrisicos worden afgedekt maar dat
winstkansen blijven bestaan.

A Een valutatermijntransactie
B Een valutaswap
C Een valutaoptie

Einde casus

3
10 Op 1 maart 2012 heeft onderneming NJORD een vordering van $ 100.000 op een afnemer.
De afnemer zal 31 mei betalen. NJORD koopt een putoptie om na drie maanden $100.000 te
kunnen verkopen voor 100.000. De kostprijs van de optie is 600. Op de uitoefendatum 31
mei is de koers van de euro () : 1 $ = 1,02.
Wat is het resultaat van deze transactie?

A 600 negatief
B 1.400 positief
C 2.600 negatief

11 BouwAir heeft de volgende resultaten voor aftrek van belasting behaald (in deze vraag zijn er
geen verschillen tussen de bedrijfseconomische en de fiscale winst):
2007 300.000 positief
2008 200.000 positief
2009 180.000 positief
2010 500.000 negatief

De onderneming neemt in haar balans alleen vorderingen uit hoofde van carry back op.
Het tarief van de vennootschapsbelasting is 25%

Hoeveel bedraagt in 2010 de post Belastingen (als bate) in de resultatenrekening?

A 45.000
B 100.000
C 125.000

Casus behorende bij de vragen 12 en 13

Per 1 januari 2011 staat op de bedrijfseconomische en fiscale balans van PIEBAH te Leiden een
machine(boekwaarde 120.000); de machine heeft zowel bedrijfeconomisch als fiscaal een
resterende levensduur van drie jaar, een geschatte restwaarde van nihil en wordt tijdsevenredig tot
nihil afgeschreven.
Op 1 oktober 2011 wordt de machine vervangen door een nieuwe. De aankoopprijs van de nieuwe
machine is 500.000; omdat de oude machine ingeruild wordt, hoeft maar 390.000 bijbetaald te
worden. Bedrijfseconomisch en fiscaal veronderstelt PIEBAH bij de nieuwe machine dat een
geschatte levensduur van acht jaar, een restwaarde van nihil en wordt eveneens tijdsevenredig
afgeschreven.
Het tarief van de vennootschapsbelasting is 25%.

12 Welke van de onderstaande uitspraak is juist?

A In 2011 zijn de bedrijfseconomische afschrijvingen en de fiscale afschrijvingen gelijk.


B In 2011 zijn de bedrijfseconomische afschrijvingen kleiner dan de fiscale
afschrijvingen.
C In 2011 zijn de bedrijfseconomische afschrijvingen groter dan de fiscale
afschrijvingen.

4
PIEBAH maakt gebruik van de fiscale regeling van de herinvesteringreserve, die inhoudt dat
boekwinsten op verkochte bedrijfsmiddelen voorlopig buiten de belastingheffing blijven; de
behaalde boekwinst wordt in mindering gebracht op de aanschafprijs van een nieuw bedrijfsmiddel.

13 Hoeveel bedraagt direct na aanschaf van de nieuwe machine de voorziening voor latente
belasting verplichtingen.

A nihil
B 4.843,75
C 5.000

Einde casus

14 Onderneming El Atrach heeft sinds 1 januari 2009 een opslagloods, die destijds gekocht is
voor 500.000. De loods wordt in vijf gelijke bedragen afgeschreven tot nul. Volgens de
huismakelaar zou de onderneming vandaag de dag (1 januari 2012) de nieuwwaarde
700.000 voor een soortgelijke loods moeten betalen. De onderneming waardeert het stuk
land op actuele waarde; het belastingtarief is 25%.
Welke balanspost is juist bijgewerkt als gevolg van de taxatie?

A Opslagloods 200.000 debet


B Herwaarderingsreserve 60.000 credit
B Voorziening latente belastingverplichtingen 50.000 credit

15 De bedrijfseconomische winst voor belasting bedraagt 2.000.000. Daarvan heeft 400.000


betrekking op baten uit hoofde van Nederlandse deelnemingen die onder de
deelnemingsvrijstelling vallen. Het belastingpercentage is 35%.

A De belastingdruk is 35%
B De belastingdruk is groter dan 35%
C De belastingdruk is kleiner dan 35%

5
Let op! Bij de management accountingvragen hieronder is de Amerikaanse notatie gebruikt voor
wat betreft de rol van de punt (.) en de komma (,) bij de opgenomen getallen. De punt wordt dus
gebruikt om decimalen aan te geven en de komma wordt gebruikt om duizendtallen te scheiden.

16. Kippendingen BV heeft de keuze uit twee mogelijke investeringsprojecten. De bij deze twee
projecten horende kasstromen staan hieronder:

Project Einde jaar 0 Einde jaar 1 Einde jaar 2 Einde jaar 3


A -75,000 35,000 50,000 2,000

B -40,000 18,000 15,000 12,500

Welke van de onderstaande beweringen is juist?

a. Bij een disconteringsvoet van 8% is de netto contante waarde (Net Present Value) van project
A positief.
b. Bij een disconteringsvoet van 12% is de netto contante waarde (Net Present Value) van
project A positief.
c. Bij een disconteringsvoet van 12% is de netto contante waarde (Net Present Value) van
project B positief.
d. Bij een positieve disconteringsvoet is de netto contante waarde (Net Present Value) van
project A altijd hoger dan de netto contante waarde van project B.

17. Voor Aqil Enterprises zijn voor het jaar 2011 de volgende gegevens beschikbaar:

Geinvesteerd kapitaal 300,000


Omzet 67,500
Kostprijs van de verkopen 45,000
Overige kosten 9,000
Vereist rendement 8%

Aqil Enterprises controller heeft de volgende cijfers berekend:

Sales margin 20.0%


Capital Turnover 4.44%
Return on Investment (ROI) 4.5%
Residual Income (RI) 10,500

Welke van deze cijfers zijn juist berekend?

6
a. Alleen de Sales margin is juist berekend.
b. Sales margin en ROI zijn juist berekend, Capital turnover en RI zijn onjuist berekend.
c. Capital turnover en ROI zijn juist berekend, Sales margin en RI zijn onjuist berekend.
d. Alleen de Capital turnover is onjuist berekend.

18. Schlumpfwebel GmbH overweegt toe te treden tot de snel groeiende markt voor
kindertandpasta met chocoladesmaak. Op dit moment verkoopt Schlumpfwebel GmbH nog
geen kindertandpasta.
Eem marktonderzoek wijst uit dat, afhankelijk van de reactie van concurrenten, het
marktaandeel van Schlumpfwebel GmbH van de totale markt voor kindertandpasta met
chocoladesmaak in het eerste jaar 5% of 15% zal zijn. De omvang van de totale markt voor
kindertandpasta met chocoladesmaak is in dat jaar naar verwachting 1.25 miljoen kilogram
of 2 miljoen kilogram. De kansen op de verschillende scenarios, zoals berekend door een
marktonderzoeksbureau, zijn hieronder weergegeven.

Scenario kans Scenario kans


Marktaandeel 5% 70% Marktomvang 1.25 mln kg 40%
Marktaandeel 15% 30% Marktomvang 2 mln kg 60%

Merk op dat de kansen voor wat betreft de totale marktomvang en de kansen voor wat
betreft Schlumpfwebel GmbHs marktaandeel onafhankelijk zijn. De verkoopprijs van een
kilogram tandpasta is 5. De standaardkostprijs van een kilo tandpasta is 2. Wat is op basis
van deze informatie de verwachte nettowinst die Schlumpfwebel in het eerste jaar zal
realiseren met het produceren en verkopen van kindertandpasta met chocoladesmaak?

a. 408,000
b. 487,500
c. 562,500
d. 1,700,000

19. Wat is geen veelgehoord punt van kritiek op traditionele standard costing systemen in
hedendaagse productie-omgevingen?

a. Standard costing kan dysfunctioneel gedrag in de hand werken in bijvoorbeeld een JIT
omgeving.
b. Traditionele kostenverschillen (variances) zijn te geaggregeerd, wat het lasting maakt de
fundamentele oorzaak van deze verschillen te achterhalen.
c. Door de steeds kortere levenscycli van producten zijn standaarden slechts voor een zeer
korte periode relevant.Shorter product life cycles mean that standards are relevant for only a
short time.
d. De berekening van standaardkostprijzen en het analyseren van kostenverschillen stelt
managers in staat management by exception toe te passen.
20. Een master budget omvat

7
a. Verkoopbudgetten, operationale budgetten, en een gebudgeteerde jaarrekening
b. Alleen een gebudgeteerde jaarrekining.
c. Alleen verkoopbudgetten en operationele budgetten.
d. Alleen operationele budegtten.

21. Restaurant Bourdieu overweegt een professionele vaatwasmachine aan te schaffen. De


aanschafprijs van deze machine bedraagt 75,000. Na drie jaar gebruik, kan de machine als
schroot worden verkocht voor 5,000. In plaats van de machine aan te schaffen, kan het
restaurant er ook voor kiezen om part-time uitzendkrachten te blijven inhuren om met de
hand de afwas te doen. De totale loonkosten van deze part-time afwashulpen bedragen
30,000 per jaar. Als de machine zou worden aangeschaft zouden niet alleen deze
loonkosten worden bespaard, maar daarnaast ook een bedrag van 10,000 overige
operationele kosten. Als het caf de machine aanschaft dan zal deze in drie jaar, met gelijke
bedragen per jaar (straight-line depreciation) volledig worden afgeschreven, zonder
rekening te houden met de schrootwaarde aan het eind van de periode. Restaurant Bourdieu
betaalt 35% winstbelasting. Wat is de netto contante waarde (Net Present Value) van de
investering in de vaatwasmachine (afgerond op hele dollars) bij een disconteringsvoet van
15%?

a. 19,617
b. 15,491
c. 6,479
d. 3,248

22. Perega & Rinsa VoF importeert exclusieve grasmaaiers uit Maleisie. De grasmaaiers worden
vanuit Maleisie verscheept in containers en opgeslagen in een loods in Rotterdam totdat ze
worden verkocht. De transport- en orderkosten hangen alleen af van het aantal orders (dus
van het aantal containers). En container biedt plaats aan maximaal 300 grasmaaiers. De
volgende gegevens zijn beschikbaar:

Gemiddeld aantal grasmaaiers verkocht per jaar: 1152


Netto opslagkosten per grasmaaier per jaar: 1,200
Transport- en orderkosten per order: 4,800

Wat is het optimale aantal orders per jaar?

a. 4
b. 6
c. 12
d. 96

8
23. PilliPilli BV baseert haar transferprijzen op de gebudgeteerde kostprijs per product (full
cost) plus een markup van 15%. Een van de divisies van PilliPilli BV, Chemtech, maakt een
product dat alleen geleverd wordt aan een andere divisie van PilliePilli: Healthco. De
variabele kosten van het product zijn naar verwachting 300 per kilogram en de vaste kosten
die samenhangen met het maken van dit product zijn naar verwachting 10,000. De
verwachting is dat in total 800 kilogram van het product zal worden gemaakt een geleverd.

Na afloop van de periode blijkt dat de werkelijk geproduceerde en geleverde hoeveelheid


1000 kilogram was. De werkelijke variabele kosten waren 320. per kilogram. De werkelijke
vaste kosten waren 2,000 lager dan verwacht. Hoeveel winst heeft de Chemtech divisie deze
periode gemaakt op de levering van het product aan de Healthco divisie?

a. 31,375
b. 39,375
c. 46,875
d. 359,375

24. Wang Cool Products maakt Jacuzzis. De onderneming maakt gebruik van een standard
costing systeem met een enkele manufacturing overhead cost pool. Alle overheadkosten
worden gealloceerd op basis van het aantal machineuren. Voor het jaar 2011 zijn de
volgende gegevens beschikbaar:

Gebudgetteerde overheadkosten: 1,280,000


Gebudgeteerd aantal machine-uren: 16,000
Werkelijke overheadkosten: 1,200,000
Werkelijk aantal machine-uren: 12,500

Wang Cool Products verwerkt de te weinig of teveel gealloceerde (under- or overapplied)


overhead in de boekhouding door deze te spreiden over de kostprijs van de verkopen ('cost
of goods sold), de voorraad voltooide eindproducten (finished goods) en de voorraad
onvoltooid eindproduct (work-in-progress).
De volgende gegevens zijn beschikbaar over deze drie posten:

Werkelijk aantal eindwaarde (vr


machine uren proration)
cost of goods sold 12,025 2,375,000
finished goods 312.5 75,000
work-in-progress 162.5 50,000

9
Zijn de onderstaande beweringen JUIST of ONJUIST?

I Als proration van de te weinig of teveel gealloceerde overhead plaatsvindt op basis


van de hoeveelheid gealloceerde overhead in de eindwaarde van deze posten vr
proration dan is de uiteindelijke waarde van de voorraad finished goods 81,000.

II Als proration van de te weinig of teveel gealloceerde overhead plaatsvindt op basis


van de eindwaarde van deze posten vr proration dan is de uiteindelijke waarde
van de voorraad work-in-progress 52,600.

a. I and II are JUIST


b. I is JUIST and II is ONJUIST
c. I is ONJUIST and II is JUIST
d. I and II are ONJUIST

25. De minimum transferprijs zal vanuit het perspectief van de verkopende divisie...

a. Gelijk zijn aan de marktprijs wanneer er geen ongebruikte capaciteit beschikbaar is en gelijk
zijn aan de incrementele kosten wanneer die capaciteit wel beschikbaar is.
b. Gelijk zijn aan de incrementele kosten, wanneer er geen ongebruikte capaciteit beschikbaar
is en gelijk zijn aan de marktprijs wanneer die capaciteit wel beschikbaar is.
c. Altijd gelijk zijn aan de marktprijs.
d. Altijd hoger zijn dan de minimale transferprijs vanuit het perspectief van de kopende divisie.

26. Welke van de vier onderstaande beweringen is onjuist??

a. Het omzetvolume verschil (revenue sales-volume variance) voor een product i wordt
berekend als de gebudgetteerde verkooprijs van i vermenigvuldigd met het verschil tussen de
werkelijke en de gebudgetteerde afzet van product i.
b. Het yield verschil voor een bepaalde directe grondstof j wordt berekend als de standaard
inkooprijs van deze grondstof j maal de werkelijke verhouding van j tot de totale hoeveelheid
gebruikte grondstof maal het verschil tussen de werkelijke hoeveelheid in totaal gebruikte
grondstof en de standaardhoeveelheid grondstof gegeven de werkelijke output.
c. Het omzetverschil (revenue budget variance) voor een product k wordt berekend als het
verschil tussen de werkelijke omzet voor product k en de gebudetteerde omzet van
product k.
d. Het mix verschil voor een bepaalde directe grondstof l wordt berekend als de standaardprijs
van k maal de werkelijke totale hoeveelheid gebruikte grondstof maal het verschil tussen de
werkelijke verhouding van l tot de totale hoeveelheid gebruikte grondstof en en de
standaardverhouding.

10
27.ADP Corporation verwacht voor het komende jaar de volgende productieaantallen

Kwartaal 1 160,000 stuks


Kwartaal 2 140,000 stuks
Kwartaal 3 120,000 stuks
Kwartaal 4 180,000 stuks

Het maken van een eenheid product kost 5 kilogram directe grondstof. ADP gaat uit van de
regel dat de beginvoorraad grondstof in elk kwartaal gelijk moet zijn aan 15% van de naar
verwachting in dat kwartaal te gruiken grondstof. Aan het begin van Kwartaal 1 is er dan ook
een beginvoorraad van 120,000 kilogram. Hoeveel kilogram grondstof moet ADP volgens
deze planning aanschaffen in het derde kwartaal?

a. 129,000 kg
b. 900,000 kg
c. 645,000 kg
d. 600,000 kg

28. Welke van de onderstaande beweringen over de keuze van een activity measure voor de
vaststelling van een flexibel overheadbudget is JUIST?

a. Machine-uren en directe arbeidsuren worden in de praktijk nauwelijks gebruikt als activity


measures.
b. Een activity measure is minder goed geschikt indien deze op een zelfde wijze reageert op
veranderingen in de productie-activiteit als de variabele overheadkosten.
c. De geschiktheid van een activity measure hangt af van de gebruikte productietechnologie.
d. In het algemeen zijn euro of dollar measures, zoals directe arbeidskosten, accuratere
measures dan fysieke measures, zoals directe arbeidsuren.

29. Welke van de onderstaande beweringen is juist?

a. De balanced scorecard vergelijkt waarde-toevoegende en niet-waarde-toevoegende


activiteiten in een organisatie.
b. In de agency theorie geldt dat de agency costs gelijk zijn aan de som van de
opportunitykosten als gevolg van suboptimaal gedrag en de out-of-pocket kosten voor
incentive- en monitoringsystemen.
c. Een van de kernpunten van de expectancy theorie is dat moeilijke maar haalbare
doelstellingen de motivatie van werknemers maximaliseren.
d. In de balanced scorecard wordt customer performance over het algemeen gezien als een
leading indicator van business en production process performance.

11
30. De Jupiter divisie van Planet Enterprises heeft in 2011 een nettowinst voor belastingen
behaald van 145,000,000. Volgens de balans van de divisie is de totale waarde van de activa
op 31 december 2011 500,000,000. De waarde van de kosrtlopende schulden (current
liabilities) op 31 December 2011 is 3,000,000. Planet Enterprises heeft een Weighted
Average Cost of Capital van 9% en betaalt een belasting van 45% over haar nettowinst. Wat
is, uitgaande van deze informatie, de Economic Value Added (EVA) van de Jupiter divisie in
2011?

a. 79,750,000
b. 30,050,000
c. 35,020,000
d. 34,750,000

Vraag 31
De casus hieronder (Doubanjiang Inc.) dient u te gebruiken bij vraag 31

Doubanjiang Inc. maakt een professioneel fitnessapparaat, de CardioXtra. De CardioXtra


wordt in elkaar gezet in de fabriek van Doubanjiang Inc. in Hong Kong. Doubanjiang Inc.
rekent zowel de vaste als de variabele overheadkosten toe aan producten op basis van
assemblage-uren. Het standaardaantal assemblage-uren voor het maken van n CardioXtra
is twee uur. De tabel hieronder geeft de verwachtingen van Doubanjiang Inc. weer voor het
jaar 2011.

Verwachte vaste overhead 480,000


Verwachte variabele overhead 640,000
Verwacht aantal eenheden output 8,000

Op basis van bovenstaande gevens stelt Doubanjiang Inc de standaardkostprijs voor 2011 van
de CardioXtra vast.

Aan het einde van het jaar 2011 verzamelt Doubanjiang Inc. de volgende gegevens met
betrekking tot de werkelijke productie.

Werkelijke vaste overhead 503,420


Werkelijke variabele overhead 610,500
Werkelijk aantal assemblage-uren 16,280
Werkelijk aantal eenheden output 7,400

12
1. Wat is het efficiency verschil op variabele overhead (variable overhead efficiency
variance)? Geef duidelijk aan of het verschil voordelig (Favorable) of nadelig (Unfavorable)
is.

2. Wat is het totale bestedingsverschil op overhead (combined fixed and variable overhead
spending variance)? Geef duidelijk aan of het verschil voordelig (Favorable) of nadelig
(Unfavorable) is.

Doubanjiang Inc. maakt naast fitnessapparaten ook gezonde energiedrankjes op basis van
groenten en fruit. Het meest polulaire product van Doubanjiang Inc. in dit segment is
Rabambam. Rabambam bestaat uit een mix van wortels, appels en rabarber. De
standaardverhouding is 5/10 wortels, 3/10 appels en 2/10 rabarber. De standaard
inkoopprijzen van deze drie grondstoffen (per 1000 kilogram) zijn als volgt:

Wortels 1,000
Appels 500
Rabarbe 750
r

Doubanjiang Inc. heeft vanwege de bederflijkheid geen grondstoffen op voorraad; bestellingen


worden geplaatst en geleverd op het moment dat ze nodig zijn in het productieproces. De
standaardyield is 80%. Dit houdt in dat standaard 1000 kg grondstof nodig is om 800 kg
Rabambam te maken.

In week 43 van 2011 heeft Doubanjiang Inc. 54,000 kg Rabambam geproduceerd. De


grondstofkosten in week 43 waren 54,460. Meer specicifiek heeft Doubanjiang Inc. deze week
de volgende hoeveelheden grondstof gekocht en verwerkt:

Grondsto Kg Werkelijke prijs per 1000 kg Werkelijk


f betaald
Wortels 36,40 900 32,760
0
Appels 18,20 600 10,920
0
Rabarber 15,40 700 10,780
0
Totaal 54,460

3. Wat is het totale prijsverschil op grondstoffen in week 43 van 2011?


4. Wat is het totale mix verschil op grondstoffen in week 43 van 2011?
5. Wat is het totale yieldverschil op grondstoffen in week 43 van 2011?

13
Opgave 32

De balans van Stoutwoud bv is per 31 december 2010 (met vergelijkende cijfers per 31 december
2009) als volgt:
31-12- 31-12- 31-12- 31-12-
2010 2009 2010 2009
1.400.00 1.200.00 1.200.00 1.020.00
Vaste activa 0 0 Eigen vermogen 0 0
Vlottende activa 500.000 300.000 Langlopende schulden 370.000 230.000
Kortlopende schulden 330.000 250.000
1.900.00 1.500.00 1.900.00 1.500.00
0 0 0 0

De resultaten rekening van Stoutwoud over 2010 ziet er als volgt uit:

10.000.00
Opbrengsten 0
Diverse Kosten 9.700.000

Bedrijfsresultaat 300.000
Rentelasten 60.000
Winst voor belasting 240.000
Belastinglast 60.000
Nettowinst 180.000

A Bereken de rentabiliteit van het gemiddeld totaal vermogen over 2010.


B Bereken de kosten (%) van het gemiddeld vreemd vermogen over 2010.
C Bereken de rentabiliteit van het gemiddeld eigen vermogen over 2010.
D Geef een verklaring (= berekening) van de rentabiliteit van het gemiddeld eigen vermogen
met behulp van de antwoorden berekend bij A en B.
E Hoe heeft de solvabiliteit zich in 2010 ontwikkeld. Gebruik bij de beantwoording de leverage
factor.

14

You might also like