You are on page 1of 4

OEFENTENTAMEN EXV OPLEIDING BE

Opgave 1

De balans van de BV Piekerhoek (opgericht 1 januari 2003) luidt per 1 januari 2005 als volgt:

Balans per 1 januari 2005

Vaste activa 300.000 Aandelenkapitaal 100.000


Voorraad Q 200.000 Winstreserve 500.000
Liquide middelen 500.000 8%-lening 400.000

1.000.000 1.000.000

De vaste activa (alle aangeschaft ten tijde van de oprichting van Pieperhoek) betreffen
duurzame productiemiddelen die in vijf jaar lineair tot nihil worden afgeschreven.
De voorraad Q per 1 januari 2005 is in zijn geheel eind december 2004 aangeschaft voor 10
euro per stuk.
In de tijd vanaf de oprichting tot en met 31 december 2004 is Piekerhoek niet geconfronteerd
geweest met prijsstijgingen.

In het jaar 2005 vinden de volgende gebeurtenissen plaats:


- de nieuwwaarde van de vaste activa stijgt begin januari tot 580.000 euro en verandert
daarna niet meer.
- de inkoopprijs van Q verandert gedurende het hele jaar slechts een keer: op 1 juli stijgt de
inkoopprijs naar 12 euro. Van Q worden (gelijkmatig over het jaar gespreid) 86.000
eenheden ingekocht.
- De afzet bedraagt (eveneens gelijkmatig over het jaar gespreid) 80.000 stuks. De
verkoopprijs is 20 euro per stuk.
- De bedrijfskosten (excl. afschrijvings- en intrestkosten) bedragen 160.000 euro.
- Op de lening wordt in 2005 niet afgelost.
Betaling van in- en verkopen: à contant
Betaling intrest- en bedrijfskosten: per 31 december.

a. Bereken het transactieresultaat en de voorraadwaardering volgens het


historischekostenstelsel, met toepassing van de FIFO-volgorde voor de voorraad Q.
b. Idem als a. maar dan collectief lifo.
c. Idem als a. maar dan volgens het ijzerenvoorraadstelsel, wetende dat de ijzeren voorraad
(prijs en hoeveelheid gelijk is aan de beginvoorraad op 1/1 2005).
d. Stel de balans per 31 december 2005 en de resultatenrekening over 2005 op uitgaande
van toepassing van het vervangingswaardestelsel (zonder normale voorraadgedachte en
zonder rekening te houden met de financiële structuur, veronderstel dat zowel de
gerealiseerde als de ongerealiseerde herwaarderingsreserve in de balans wordt
opgenomen).
e. Leid het eigen vermogen per 31-12-2005 op basis van historische kosten met toepassing
van de FIFO-volgorde (vraag a.) af uit het eigen vermogen per 31 december 2005 volgens
het vervangingswaardestelsel.
f. Leid het resultaat 2005 op basis van historische kosten met toepassing van FIFO-
volgorde (vraag a.) af uit het resultaat 2005 volgens het vervangingswaardestelsel (vraag
e.)
g. Geef gemotiveerd aan of in tijden van prijsstijgingen de rentabiliteit van het eigen
vermogen volgens het vervangingswaardestelsel hoger of lager is dan die op basis van
historische kosten.
Opgave 2

De BV Account-Inn is een hotel annex congrescentrum. Per 1 januari 2004 ziet de balans er
als volgt uit:

Balans per 1-1-2004 (*€1000)

Pand AK 1000
Aanschafprijs 3000 Winstreserve 2848
Afschrijving 600 Vz latente belastingverpl. 112
2400
Inventaris
Aanschafprijs 1000
Afschrijving 200
800
Debiteuren
Nominaal 600
Af: voorziening 40
560
LM 200

3960 3960

Overige gegevens:
In 2004 is de omzet € 6 miljoen; de loonkosten bedragen € 5 mln.
Op het pand wordt zowel bedrijfseconomisch als fiscaal per jaar 5% van de aanschafprijs
afgeschreven.
Op de inventaris wordt bedrijfseconomisch jaarlijks 20% van de aanschafprijs afgeschreven
en fiscaal 50% van de boekwaarde. Op 31 december 2004 wordt voor €200.000 aan extra
inventaris gekocht. Hierdoor ontstaat een recht op fiscale investeringsaftrek - een bedrag dat
ten laste van de fiscale winst gebracht mag worden - van €32.000.
Bedrijfseconomisch wordt aan de voorziening debiteuren 1% van de omzet toegevoegd.
Fiscaal wordt de voorziening statisch benaderd: van het bedrag dat op balansdatum uitstaat
wordt standaard 10% als oninbaar beschouwd.
Per 31 december 2004 is het uitstaande bedrag aan debiteuren € 1.000.000.
In 2004 hebben alle debiteuren hun verplichtingen voldaan.
Over het jaar 2003 is er een fiscale winst van nihil behaald, vandaar dat geen post ‘te
betalen VPB op de balans per 1-1-2004 voorkomt.
Het tarief VPB is 35%.

a. Bereken de bedrijfseconomische winst voor aftrek van belasting over 2004 van Account-
Inn.
b. Bereken de fiscaal belaste winst over 2004 vanuit de bij vraag a. berekende
bedrijfseconomische winst; geef tevens bij de afzonderlijke verschillen tussen
bedrijfseconomische en fiscale winst aan of er sprake is van een tijdelijk of een definitief
verschil.
c. Bereken de belastinglast in de bedrijfseconomische resultatenrekening over 2004:
1. vanuit de bedrijfseconomische winst voor aftrek van belasting;
2. vanuit de fiscaal belaste winst.
d. Bereken de voorziening latente belastingverplichtingen per 31 december 2004 volgens:
1. de statische methode
2. de dynamische methode
e. Stel de bedrijfseconomische balans per 31 december 2004 van Account-Inn op.
Opgave 3

NB: In deze opgave wordt afgezien van de invloed van belastingen.

Groenhof BV, die bij het opstellen van de jaarrekening uitgaat van titel 9 BW2 en de RJ-
richtlijnen, gaat voor de waardering en winstbepalinguit van historische kosten.
Per 1 januari 2004 heeft Groenhof een kapitaalbelang verworven in een tweetal
ondernemingen, BV A en BV c.
Met betrekking tot deze aquisities is het volgende gegeven:

Kapitaalbelang Intrinsieke Verkrijgingsprijs Resultaat Uitgekeerd


(1) waarde (2) 2004 (3) dividend ‘04
(3)

A. 100% 2.000.000 zie hierna 300.000 100.000


C. 10% 100.000 200.000 100.000 80.000

(1) Het percentage kapitaalbelang weerspiegelt tevens de mate van stemrecht.


(2) De intrinsieke waardeweerspiegelt het verworden belang van Groenhof in de
betreffende ondernemingen.
(3) Het resultaat en het uitgekeerd dividend betreffen de gehele onderneming.

De verwerving van de kapitaalbelangen vond plaats om de volgende redenen:


A. Duurzaam veilig stellen van leveranties van grondstoffen.
C. Het duurzaam houden van een strategisch belang in de concurrent.

a. Geef gemotiveerd aan of de verkregen kapitaalbelangen in A en C zijn te kwalificeren als


deelneming van Groenhof.
b. Geef met betrekking tot het door Groenhof gehouden kapitaalbelang in C alle relevante
journaalposten over 2004.

Het belang in A werd verworven via aandelenruil. Drie aandelen met een nominale waarde
van € 10 per aandeel werden geruild voor twee aandelen Groenhof met een nominale
waarde van € 50 en een bedrag van € 20 in contanten. De beurswaarde van het aandeel
Groenhof bedroeg op het ruilmoment €125, terwijl de intrinsieke waarde op dat moment €
100 per aandeel bedroeg.

De balans van A per 1 januari 2004 ziet er als volgt uit (x € 1000):

Activa
Materiele vaste activa 1.400
Voorraden 600
Liquide middelen 1.000

3.000

Passiva
Aandelenkapitaal 300
Winstreserves 1.700
Voorzieningen 300
Kortlopende schulden 700

3.000

Op het moment van overname is ter bepaling van de fair value het volgende gegeven:
- de actuele waarde van de materiele vaste activa per 1 januari bedraagt € 1.500.000. De
resterende levensduur van deze activa is gesteld op tien jaar; de afschrijving geschiedt met
gelijke bedragen per jaar tot een restwaarde van nihil.
- de waarde van de voorraden is door Groenhof € 50.000 hoger vastgesteld dan blijkt uit de
balans van A.
- de voorzieningen zijn € 100.000 lager vastgesteld dan blijkt uit de balans van A.
De grondslagen van waardering en winstbepaling van A zijn gelijk aan die van Groenhof. De
bij overnames betaalde goodwill wordt door Groenhof geactiveerd en over een periode van
20 jaar met gelijke bedragen per jaar tot nihil afgeschreven.

c. Bereken de door Groenhof bij de verwerking van A betaalde goodwill en geef tevens de
journaalpost die Groenhof maakt van de verwerving.

In afwijking van de balans van A per 31 december 2004 is, op basis van de door Groenhof
gehanteerde berekeningssystematiek, de waarde van de voorraden € 30.000 hoger
vastgesteld en de voorzieningen € 20.000 hoger.

d. Bereken het resultaat uit A over 2004 voor Groenhof en geef alle relevante journaalposten
over 2004 met betrekking tot het belang van Groenhof in A.

e. Geef gemotiveerd aan of A en/of C in de consolidatie over 2004 van de Groenhof-groep


moet(en) worden betrokken.

Op 1 januari 2005 wordt het belang in A teruggebracht van 100% naar 40%. Het 60%-belang
is verkocht aan BV D die daarmee ook de feitelijke zeggenschap over onderneming A heeft
verkregen. Vanaf het moment van verkoop heeft Groenhof geen invloed van betekenis meer
op het zakelijke en financiele beleid van A. De verkoopprijs van het 60%-belang bedraagt €
1.700.000.

f. Bereken de boekwinst die Groenhof behaalt bij de verkoop van het 60%-belang in A aan D.

g. Beschrijf de gevolgen van de verkoop van het 60% belang in A voor de waardering en
winstbepaling voor Groenhof van het resterende belang van 40% in A.

You might also like