Wordslist unit 6 o'clock = uur past = over quarter = kwartier half = half(uur) to = naar a.m = 's ochtends p.

m = 's avonds tour = reis late = te laat minutes = paar minuten stadium = stadion match = wedstrijd Cup = Beker Final = Finale hold = vasthouden copy = kopie captain = gezagvoerder/kapitein grow up = opgroeien welcome = welkom hurry up = opschieten amazing = verbazingwekkend finish = afmaken open = openen close = sluiten leave = verlaten arrive = aankomen plane = vliegtuig breakfast = ontbijt hotel = hotel museum = museum concert = concert out = uit depart = vertrek return = terugkeren brush my teeth = mijn tanden poetsen do my homework = mijn huiswerk maken get home = thuiskomen get up = opstaan go to bed = naar bed gaan go to school = naar school gaan go to sleep = gaan slapen have a shower = een douche nemen have breakfast = ontbijten have dinner = dineren have lunch = lunchen leave school = van school gaan listen to music = naar muziek luisteren phone a friend = een vriend bellen read in bed = lezen in bed play computer games = computerspelletjes spelen

wake up = wakker worden watch TV = TV kijken sharing = delen cultures = culturen what's it like to = hoe is het teenager = tiener modern = modern daily = dagelijks routine = routine then = toen usually = gewoonlijk cereal = ontbijtgranen eggs = eieren bread = brood sometimes = soms pancakes = pannenkoeken honey = honing sour cream = zure room often = vaak never = nooit early = vroeg tired = moe after = na programme = programma hardly ever = haast nooit on his way = op weg feel = voelen during = tijdens twice = tweemaal habits = gewoontes check = controleer score = puntenverdeling once = eenmaal fast food = fastfood fruit = fruit exercise = bewegen text = SMS-en class = les points = punten mean = betekent enjoy = genieten van yourself = uzelf perfect = perfect dear = jee change = veranderen radio = radio interesting = interessant tidy = opruimen chocolate = chocolade help = helpen revise = blokken English = Engels

Maths = wiskunde Science = natuurkunde Biology = biologie Chemistry = scheikunde Physics = natuurkunde French = Frans History = geschiedenis Geography = aardrijkskunde P.E = gym education = opleiding primary school = basisschool uniform = uniform wear = dragen secondary school = middelbare school walk = lopen break = pauze subjects = vakken packed = verpakt hot = warm meal = maaltijd quick = snel because = omdat timetable = rooster runs = hardlopen typical = typisch