You are on page 1of 2

Luisteropdracht ontwerpen

1. Het muziekstuk dat ik voor mijn luisteropdracht gebruik heet Ik voel me o zo heppie van
Joke van Leeuwen. Ik heb gekozen voor dit stuk gekozen, omdat ik het altijd al een plezierig
stuk gevonden heb en het stuk veel beluisterd heb in mijn basisschool tijd.

De luisterstijlen die ik bij het stuk passen zijn analytisch en creatief luisteren, omdat je goed
naar de klankhoogtes kan luisteren. Je kan er ook neurin en dansen, maar je kan ook vragen
welke muziekinstrumenten worden gebruikt bij dit stuk. Komt er herhaling aan de orde? En
tot slot wat voor beeld krijg je bij dit stuk?

2. In het muziekstuk kan je toonhoogtes(hard of zacht) ontdekken. Hoe vaak een deel wordt
herhaald. Een beeld/verhaal bij het stuk. Welk instrumenten in dit stuk worden bespeeld. Of
welke bewegingen roept het in je op?

3. Zou motorisch en creatief koppelen aan het stuk. Dit stuk wordt kritisch beluisterd door de
kinderen. Hun creativiteit met muziek bouwt op, dus hun beelden op papier zetten heeft
profijt voor de kinderen. Of dansen in dit stuk op creativiteit met ritme, of klappen in de
handen heeft ook voordelen voor hun bevordering.

4. In handen met ritme klappen of met ritme dansen(bewegen). Dus analyseren speelt een
grote rol bij dit soort gelijke dingen. Een beeld krijgen is een eerdere stadium voordat je
analyseert(lezen). Eerst denk je in een ontwikkelingsfase daarna ga je over naar dat de
denkactiviteiten krachtiger worden. Daarop komt de volgende fase van overgang naar het
abstract denken. Dus beelden creren in je hoofd bij het bijbehorend stuk.

5. Zou eerst de kinderen prikkelen met verschillende variaties. Eerst beginnen met een rustig en
spannend verhaal om zo al de aandacht en energie om te zetten naar jou als leerkracht.
Vervolgens ga ik als leerkracht dansen op ritme op het stuk maar vergeet niet dat kinderen
heel snel afgeleid kunnen worden, dus na je dansritme gaan de kinderen het klassikaal
uitvoeren. Zodoende niet alleen te hoeven kijken maar zelf de ritme te vinden(analyseren en
bewegen).

6. Kinderen zou ik eerst in groepjes van 2 in gaan delen. In deze coperatieve leergelegenheid
moeten zij aan elkaar laten zien wat ze te genterpreteerd(op ritme dansen) hebben. Zo gaan
ze discussiren over wat ze goed hebben laten uitgebeeld. Dus zijn ze bezig met feedback
geven aan elkaar, om zodoende beter interactie van elkaar te leren dan het alleen van de
leerkracht te horen. Ze worden ook uitgedaagd om zelf te leren, elkaar helpen en initiatief te
nemen.

7. Ik kom in de ochtend heel blij naar binnen met een muziekstuk, die ik zit te neurin. De
kinderen worden automatisch geprikkeld als ik dat doe, want ze verwachtten een
ouderwetse leerkracht die al staat te poppelen om les te geven.

8. Ik zou beginnen met het in groepjes bespreken van de antwoorden, dus coperatief leren en
daarna het uitgekomen antwoord per groep klassikaal bespreken.

You might also like