werkgever en werk- nemer na advies van de bedrijfsarts geen over- eenstemming bereiken over het te volgen re-inte- gratietraject dan heeft zo- wel werknemer als werkge- ver de mogelijkheid een deskundigenoordeel aan UWV te vragen. Het deskundigenoordeel is een onafhankelijk en ob- jectief onderzoek naar de mogelijkheden voor pas- sende arbeid voor de zieke werknemer, zo leggen de ar- beidsjuristen van XpertHR uit. De aanvrager van het des- kundigenoordeel betaalt een eenmalige bijdrage van 50 aan het UWV. Het kabi- net-Rutte/Asscher wil deze bijdrage per 1 januari 2013 aanpassen. De werknemer gaat 100 betalen voor een deskundigenoordeel, de werkgever 400. Bent met het niet eens met het deskundigenoor- deel? Dan kunt u het oor- deel laten toetsen door de rechter. Bent u het wel eens met het oordeel, maar weigert de werknemer (nog steeds) passende arbeid te verrich- ten tijdens het re-integratie- traject dan heeft u als werk- gever het recht het loon stop te zetten. Overigens is het zinvol om zeker nu de bijdrage voor het deskundigenoor- deel UWV per 1 januari fors omhooggaat voordat u een deskundigenoordeel aan- vraagt, te checken of in de voor uw organisatie of be- drijfstak geldende cao, een geschillenregeling is opge- nomen. Check ook een eventueel personeelsregle- ment of de individuele ar- beidsovereenkomst. Is er inderdaad een geschillenre- geling dan kunt u uw me- ningsverschil voorleggen aan een onafhankelijke des- kundige. Re-integratie Een medewerker binnen ons bedrijf gaat zijn tweede ziektejaar in. Hij en ik zijn het niet eens over het te volgen re-integratietraject. Wat kan ik doen? MIJN VRAAG Elf jaar geleden overleed onze vader, vertelt Cynthia van Dooren. Toen we zijn uitvaart regelden, vielen we van de ene verbazing in de andere. De klant stond duide- lijk niet centraal. Op onze vragen kregen we regelmatig het antwoord: Dat is niet ge- bruikelijk. Die negatieve er- varing is de eerste trigger ge- weest om uiteindelijk dit be- drijf te beginnen. Ze waren allebei toe aan een nieuwe uitdaging. Een ei- gen bedrijf opzetten, was het ideaal. Ondernemen is zo vreselijk leuk, zegt Van Dooren, die de rol van head- hunter en directeur op zich heeft genomen. Ingrid Stra- ten is mededirecteur, doet de marketing en communicatie, begeleidt zelf ook uitvaarten en verzorgt de backoffice voor de franchisenemers, ook wel funeral planners ge- naamd. Samen bepalen ze de koers. Stages We hebben om te begin- nen de Meander-opleiding voor de uitvaartsector ge- volgd. Daar hebben we alle kneepjes van het vak geleerd en via stages ook een kijkje in de keuken van andere uit- vaartondernemingen gekre- gen. Zo zagen we precies wat we wel en wat we beslist niet willen met ons bedrijf. Maatwerk en transparan- tie zijn de kernwaarden voor de zusjes. Zeker wat betreft de financile kant van een uitvaart willen we uiterst hel- der zijn naar onze klanten, stelt Van Dooren. Ons con- cept onderscheidt zich van andere bedrijven doordat wij een vaste fee hanteren voor onze werkzaamheden. Zo weet de familie precies waar ze aan toe is. Verder werken we zonder enige vorm van provisie. Aan de kist, het drukwerk, de bloemen of ca- tering verdienen we en onze funeral planners niets. In deze branche zijn ver- borgen provisieafspraken ge- bruikelijk, vult Straten aan. Maar in onze ogen kan je dan nooit tot zuiver maatwerk ko- men. Stel dat je 15% verdient op de bloemen, dan wil je na- tuurlijk het liefst dat de fami- lie het duurste bloemstuk be- stelt. Bij ons is dat niet aan de orde. Er is alle ruimte voor al- ternatieven. Was de overle- dene gek op zonnebloemen die hij in zijn eigen tuin kweekte, dan is het juist prachtig om die te gebrui- ken. Dankbaar werk Het is dankbaar werk, vin- den ze. Als je het goed doet, help je de familie een klein beetje vooruit in hun rouw- proces. Ook het samenwer- ken met elkaar bevalt uitste- kend. We hebben sterk de- zelfde manier van denken en werken. Eerst dachten we dat het misschien beter zou zijn als onze karakters meer complementair zouden zijn, dan vul je elkaar aan. Maar nu blijkt dat juist diezelfde kijk op werk en hoe je met mensen omgaat, goed is. We kunnen, indien nodig, taken naadloos van elkaar overne- men. We vertrouwen elkaar blindelings. Dat maakt dat we samen snel grote stappen kunt zetten. Het aantal ver- gaderingen is bij ons tot een minimum beperkt. Cynthia van Dooren (l.) en Ingrid Straten: We hebben sterk de- zelfde manier van denken en werken. FOTO: PERSBUREAU VAN EIJNDHOVEN Maatwerk zonder verborgen provisie Ze studeerden allebei rechten. Daarna liepen hun loopbanen flink uiteen. Cynthia van Dooren zat vijftien jaar met haar man in de textielbranche. Haar zus Ingrid Straten werkte minstens zo lang voor een wetenschappelijke uitgeverij. In september 2011 besloten de twee zussen de handen ineen te slaan. Nu leiden ze samen AKER uitvaarten, een franchisebe- drijf dat zich richt op stijlvolle begrafenissen en crematies voor mensen die niet hechten aan de ingesleten tradities in de branche. We hebben een andere professionele achter- grond, maar delen dezelfde visie. T24 dinsdag 18 december 2012 DE TELEGRAAF mijnbedrijf@telegraaf.nl MIJN BEDRIJF AL HET ONDERNEMERSNIEUWS ONLINE OP MIJNBEDRIJF.NL Familie Zaken Wie: Cynthia van Dooren en Ingrid Straten Relatie: Zussen Bedrijf: AKER uitvaarten Als afsluiting van het jaar is het leuk alle medewerkers mee uit eten te nemen, maar dat is al snel een fikse kos- tenpost. Veel ondernemers weten niet dat er alternatie- ven zijn om goedkoper met werknemers te eten en toch een mooie avond te hebben. Een cateraar inhuren is be- lastingtechnisch interessant. Wanneer werkgevers buiten de deur eten met hun perso- neel moeten zij hierover immers loonheffing betalen, terwijl uitgebreid binnen de deur eten nihil waardering meekrijgt, aldus Gerard de Bruin van accountantsorga- nisatie Accon avm. Meer fiscale eindejaars- tips op MijnBedrijf.nl. Bedrijfsetentje zonder bijsmaak TELETIP Van een onzer verslaggeefsters DEN HAAG Goed nieuws voor mkbers. De overheidsgarantie voor kredietverlening aan (grote) bedrijven, die eind 2013 zou stoppen, wordt volgend jaar juist perma- nent gemaakt. De borg- stellingsregeling voor midden- en kleinbedrijf wordt bovendien ook opengesteld voor niet- banken. Dat heeft minis- ter Henk Kamp van Eco- nomische Zaken aan de Tweede Kamer laten we- ten. Uit een halfjaarlijkse enqute over kredietver- lening is gebleken dat be- drijven nog steeds veel moeite hebben om krediet te krijgen. Bedrijven die goede plannen presente- ren moeten krediet kun- nen krijgen, zeker in deze lastige economische tij- den, stelt de VVD-be- windsman. De overheid kan helpen om banken over de streep te trekken door garant te staan voor een deel van de leningen. Bedrijven kunnen dankzij garanties van de overheid via de Garantie Ondernemersfinancie- ring (GO) 3 miljard aan kredieten bij banken krij- gen. Ruim 80% van deze leningen gaat naar het midden- en kleinbedrijf, zo blijkt uit de cijfers van het ministerie. De borg- stellingsregeling voor het mkb (BMKB) heeft inmid- dels voor 2,6 miljard aan garanties uitstaan. De Garantie Onderne- mersfinanciering is be- doeld voor leningen tus- sen 1,5 en 50 miljoen. De overheid staat garant voor 50% van de lening. Onder- nemers moeten de lening binnen acht jaar weer af- lossen. De GO-regeling is speciaal ontworpen voor middelgrote en grotere ondernemingen. Ruim 80% van alle leningen die mogelijk worden gemaakt door deze regeling is voor bedrijven met minder dan 250 werknemers. Kamp behoudt garantie W e werken voor maatschappelijk betrokken orga- nisaties, zoals Meld Misdaad Anoniem, maar ook voor com- mercile partijen als Sony en Bang&Olufsen. Bovendien ge- ven we een paar keer per jaar workshops aan kunstenaars en muzikanten, om ze handvat- ten te geven voor hun eigen pr. Tijdens een van die workshops ontmoette ik dansdocente Ri- anne Slenema, bij wie ik in- middels klassiek ballet en soms moderne dans volg. Dansen werd haar met de paplepel ingegoten. Ik ben begonnen op mijn vijfde, in het dorpje waar ik woonde zet- te mijn moeder de balletlessen op. Tot aan het einde van mijn middelbare school deed ik aan klassiek ballet, daarna ben ik ook moderne dans gaan doen. Na de zwangerschap van mijn derde kindje ben ik vanwege de drukte twee jaar gestopt, maar ik miste het blije gevoel dat ik van een dansles krijg. Dansen is een onderdeel van mijn leven, het hoort bij me zo- als ademen. Het geeft me ener- gie en ik leer nog steeds bij. Hoewel ze nooit de ambitie heeft gehad om professioneel te dansen, droomde ze er als klein meisje wel van om op spitzen op het podium te staan. Dansen is voor mij puur een hobby. Ik vind het nog steeds heel leuk om naar voorstellin- gen te gaan, van moderne dans of het Nationaal Ballet. Zelf op spitzen dansen mocht ik als kind nooit vanwege mijn voe- ten. Maar vanaf december ga ik bij Rianne ook spitzenlessen volgen. Komt op mijn 40e die droom toch nog uit! Dansen is als ademen Leonne van de Ven (39) startte in 2007 samen met collega Eva Wolf met pr-bureau De Wol- ven in Amsterdam. In haar vrije uurtjes staat ze in de balletschool. Als ik dans, voel ik me blij. ZO ONTSPAN IK Leonne van de Ven (voor) tij- dens haar balletles met haar docente. FOTO: CRIS TOALA OLIVARES Nederland telt maar liefst 260.000 familiebedrijven. De helft van de werknemers in ons land werkt in een familiebe- drijf, zegt Fl- ren. Het is nog steeds de pijler waar de Neder- landse economie op steunt, vult Van den Ingh aan. 53% van het bruto natio- naal product komt uit familie- bedrijven. Bo- vendien zijn ze winstgevender dan andere orga- nisaties. Niettemin presenteerde Ernst & Young in oktober van dit jaar alarme- rende cijfers. Slechts 10% van de Nederlandse jongeren uit ondernemersfamilies zou de leiding van het bedrijf van hun vader of moeder willen over- nemen. Een onjuiste weerga- ve van zaken, zegt Flren, die het onderzoek niet representa- tief en onzorgvuldig noemt. Uit eigen research onder 1500 Nederlandse ondernemingen blijkt dat 33% van de kleine en meer dan 50% van de grotere familiebedrijven door de kin- deren wordt opgevolgd. Makkelijk is dit echter niet, zo weten Flren en Van den Ingh uit eigen ervaring. Bei- den zijn geboren en getogen in een ondernemersgezin. Mijn opa begon in 1934 met het ver- kopen en repareren van type- machines, vertelt Flren. Mijn vader moest op zijn veertiende van school en in de zaak meehelpen. Toen hij later het bedrijf van zijn ouders overnam, ontstond er frictie. Opa vond dat hij te weinig had gekregen, terwijl mijn vader overtuigd was dat hij te veel had betaald. Van den Ingh: Het lastige van opvolging is, dat je iets moet vastpakken dat nog niet van jou is. Voor de oude gene- ratie is het moei- lijk verantwoor- delijkheden over te dragen, voor de nieuwe is het lastig om veranderingen voor te stellen. Impliciet zeg je dan toch dat je ouders het in jouw ogen niet goed doen. Flren: Waar alle jongeren mee worstelen, zijn de vragen: kan ik, wil ik, durf ik het wel? En word ik geac- cepteerd? Toch is het aantrekkelijk om in een familiebedrijf te stappen. Na- tuurlijk kun je ook zelf iets op- starten, maar uit onderzoek blijkt dat na vijf jaar slechts de helft van de nieuwe onderne- mingen het redt. Terwijl van de bestaande zaken die zijn overgenomen na vijf jaar 96% nog bestaat. Alle twijfels en vragen wor- den besproken in het eerste fa- milieleerprogramma, dat voor 20 t/m 24 juni 2013 staat ge- pland. Het is een combinatie van theorie en praktijk, waar- in elke student aan een per- soonlijk ontwikkelingsplan werkt, legt Flren uit. Een advies, dat voor iedere deelnemer geldt, is: doe eerst externe werkervaring op. Beginnersfouten maken doe je het best in een ander bedrijf. Want personeel vergeet nooit iets. NYENRODE HELPT KINDEREN UIT ONDERNEMERSGEZIN Talent voor familiebedrijf BREUKELEN De eerste generatie bouwt een be- drijf op, de tweede breidt het uit en de derde breekt de zaak af. Zo luidt een aloude ondernemerswijsheid. Een mythe, stelt Roberto Flren, hoogleraar Fa- miliebedrijven aan Nyenrode Business Universiteit. Net zoals het een fabel is dat jongeren niet gente- resseerd zouden zijn in de opvolging van het familie- bedrijf. Ze willen wel, maar twee op de drie kampen met twijfels. Samen met leiderschapscoach en voor- malig zakenvrouw van het jaar Jeannette van den Ingh-van Wijk heeft hij daarom het leerprogramma Familie talent & bedrijf ontwikkeld. Speciaal voor kinderen uit gezinnen met een familiebedrijf. Jeanette van den Ingh-van Wijk en Roberto Flren. FOTO: THIJS ROOIMANS door PAOLA VAN DE VELDE I n 1992 begon ik mijn eigen herenlabel Books bij Secon Group. We waren toen al samen gestart, maar Secon wilde geen stelletjes in het bedrijf. Ans deed een stapje terug. Ze zei dat ik de spil van het product was. Toen ik in 2000 een nieuw la- bel oprichtte onder mijn ei- gen naam, wist ik zeker: nu wil ik haar erbij. Terwijl Hans het creatieve brein is van kleding tot cam- pagnefotos tot rekken in de showroom neemt Ans de fi- nancin en personeelszaken voor haar rekening. Ze voelt mensen goed aan. Ze heeft inzicht, weet hoe de zaken ervoor staan. Heel fijn om iemand te hebben die je feilloos begrijpt en met wie je twijfels en ideen kunt be- spreken. Ans gaat ook mee als haar wederhelft op zoektocht gaat naar stoffen voor de nieuwe collectie. Terwijl ik me daarop richt, neemt zij het sociale ge- deelte voor haar rekening. Als ik een selectie heb ge- maakt, gaan we daar samen doorheen. Zij kent al mijn col- lecties en kan dus als geen an- der zeggen of ze het voor zich ziet. Volgens de ontwerper zorg- de hun samenwerking voor meer onderling begrip. We zijn al 32 jaar samen, hebben kinderen groot gebracht. Toen we na twintig jaar ook zakelijk gingen samenwer- ken, kenden we elkaar dus door en door. We wisten dat het goed zou gaan. Sterker nog, nu snapt Ans beter waar- om ik zoveel werk. Toen de kinderen klein waren, zei ze: Je hebt ook nog een gezin. Nu werken we beiden even hard. Fijn team Ook het werk loslaten gaat beter met zijn tween. Tij- dens vakanties wijzen we el- kaar erop: nu even niet. We hebben een heel fijn team van twaalf mensen aan wie we de boel met een gerust hart kun- nen overlaten. Momenteel zijn we allemaal hard aan het werk voor de nieuwe show op 11 januari, tevens de house- warming van ons nieuwe pand. Heel fijn om met mensen te werken die niet bezig zijn met status, maar integer zijn. Dit is tenslotte niet alleen mijn bedrijf. Het is mijn roe- ping! Hans Ubbink over zijn vrouw Ans: Zij voelt mensen goed aan. FOTO: MATTY VAN WIJNBERGEN TOPPERS Steun en toeverlaat Modeontwerper Hans Ubbink en zijn vrouw Ans waren al twintig jaar bij elkaar toen ze in 2000 ook zakelijk gingen samenwerken. Volgens Hans is de grootste kracht van zijn vrouw haar inzicht. Heel fijn om iemand te hebben met wie je twijfels en ideen kunt bespreken. door ISABEL MICHELOTTI M et een enorme interes- se in horloges en alles wat ermee te maken heeft, stuitte Suurland stu- dent aan de horlogevakschool op een klokje waarvan hij dacht: die wil ik hebben! Het bleek een voor hem tot nog toe onbekend merk, TWCO. He- laas bleek het bedrijf niets meer te doen. Ze hadden ooit een serie op de markt ge- bracht, maar er verder niets meer mee gedaan, vertelt Suurland. Het merk lag als het ware in de ijskast. Suurland was onder de in- druk van het polsklokje en heeft de toenmalige eigenaar gevraagd het merk over te ne- men. Begin dit jaar was het zo- ver en mocht Suurland zich de trotse eigenaar van een horlo- gemerk noemen, en dat voor een horlogemaker-in-oplei- ding. Ik presenteer TWCO als een Europees merk waar ik met kleine veranderingen een eigen draai aan wil geven. Van zijn horloge is nu een se- rie op de markt. Het betreft de Sea Rescue Diver, gemaakt van chirurgisch staal. Suur- land laat de onderdelen op ver- schillende plekken produce- ren, voor het vervolgens tot een kant-en-klaar product wordt verwerkt. De onderne- mer heeft inmiddels een aar- dig netwerk in de wereld van ondernemers en horloges op- gebouwd. Het gaat veel via via. Ik ben twee keer naar een grote beurs in Bazel geweest en heb er contacten gelegd met verschillende leveranciers. Het horloge van Suurland is voorlopig niet in de winkel te vinden. Het idee is om me al- leen te richten op verkoop via mijn eigen website. Ik vind het een goede markt en tegen- woordig wordt er op deze ma- nier steeds meer verkocht. Voorlopig richt de jonge on- dernemer zich ook nog volop op zijn studie. Hij is nu bezig met het laatste jaar aan de Vakschool Schoonhoven. Ik weet nog niet precies wat ik ga doen als ik mijn diploma een- maal op zak heb. Of ik me vol- ledig op mijn bedrijf richt of niet. Er zijn in ieder geval veel ideen, zo wil ik onder andere mijn lijn uitbreiden. Vroeg erbij met eigen horlogemerk Nog maar twintig jaar en al met een eigen horlogemerk op de markt. Het overkwam Rob- bert Suurland, toen de jonge horlogemaker in opleiding per toeval al surfend op internet een TWCO horloge tegen- kwam. Hij mag zich inmiddels ondernemer noemen. door MAAIKE HOFFSTEDDE Naambedrijf: : A-WATCH Wie: Robbert Suurland (20) Wat: Horlogemerk TWCO. Waar: Oosterhout (NB) Officile startdatum: 21-2-2012 Gedane investering: 25.000 Beoogde jaaromzet: 35.000 (1e jaar), daarna opbouwend naar 100.000 tot 150.000 in de jaren daarna. Jaarlijkse herinvestering: De eerste jaren bijna 100% van de omzet. Meer informatie: www.twcowatches.com, 0625125367, robbert@twcowatches.com Starter van de Week Robbert Suurland: Mijn horlo- ges zijn niet in de winkel te koop, alleen via mijn website." FOTO: BRAM GEBUYS