Scneplan instructiefilmpje combinatiespel

Scene

Tijdsduur Wat

Uitleg werkvorm
30
Dit is een instructie filmpje voor het combinatie
seconden spel. Bij het combinatiespel worden
verschillende spelelementen bij elkaar
gecombineerd. Dit doe je door wie, wat, waar en
waarom.
Het is specifiek voor de bovenbouw. Door het
combinatiespel worden de kinderen gedwongen
om hun fantasie te gebruiken om met creatieve
oplossingen te komen (out of the box denken).
We laten nu alleen de werkvorm klassikaal en
met pantomime lootjes zien.

Voorbereiding:
20
Het handigste is dat je een lege (gym) zaal heb.
seconden Zodat de kinderen genoeg de ruimte hebben om
het uit te beelden. Daarna zorg je ervoor dat de
kinderen in een half rondje zitten zodat ze alles
goed kunnen zien.
Het is ook handig om drie bakjes te hebben met
pantomime lootjes erin.

Instructie:
+/- 2
Je verteld de kinderen dat ze een combinatiespel
minuten gaan doen in een groepje van 3 of 4. Elk groepje
en 30
grabbelt een lootje uit de drie bakjes. Daar staat
seconden een locatie, soort feest en een personage op.
Met deze drie lootjes moeten zij een
toneelstukje gaan opvoeren zonder te praten.
Hierin moet wel duidelijk worden welke lootjes
ze hebben getrokken.
Deze drie lootjes moeten wel goed
samenhangen in een verhaal en niet los
uitgebeeld worden.
Nadat ze lootjes hebben getrokken, hebben ze 5
10 minuten om voor te bereiden.
Na die 10 minuten komt iedereen weer zitten en
gaat ieder groepje een voor een zijn/haar
toneelstukje opvoeren voor de klas.

Wie

Kirsten

Kirsten

Spelers:
Terence, Bob en Kelly
Achtergrond informatie:
Kirsten

Nadat het groepje klaar is met het toneelstukje,

ga je aan de klas vragen welke locatie, feest en
personage zij hadden getrokken.

Nabespreking:
1 minuut Het nabespreken is ook heel belangrijk. Je gaat
en 20
de kinderen vragen welke lootjes ze getrokken
seconden hadden. Je kunt vragen aan de klas welke
momenten ze verassend, of welke combinatie ze
verassend vonden. Wat vonden ze goed
uitgebeeld en wat minder.

Kirsten ( juf)
Kelly, Terence en Bob
(leerlingen)