You are on page 1of 6

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder


Student(e)
Anissa Ould Hamou
Klas
P14EhvD
Stageschool De Talisman
Plaats
Eindhoven
Vak- vormingsgebied: Taal
Speelwerkthema / onderwerp: Stellen

Mentor
Datum
Groep
Aantal lln

Mijke Robinson
7 april 2015
8M
25

Persoonlijk leerdoel:
- Verstaanbaar zijn
- De groep goed kunnen leiden tijdens de activiteiten
- De rust pakken wanneer ik zenuwachtig word
- Consequent zijn. ( stoppen = stoppen, stil = stil)
Lesdoel(en):
De kinderen kunnen aan het einde van de les zelf het einde van een
verhaal bedenken en opschrijven.

Evaluatie van lesdoelen:

Beginsituatie:
De kinderen in de klas lezen veel. Hierdoor weten zij wat de inhoud van een verhaal is. Zij weten hoe een verhaal begint en hoe die eindigt. De kinderen hebben al
vaker verhalen geschreven. Zij hebben alleen nog nooit een verhaal moeten afmaken (schrijvende wijs).
Er zijn een aantal kinderen die wat zwakker zijn in taal. Er is ook 1 kind dat dyslectisch is. Hier hou ik rekening mee door hem minder regels te geven ( de kinderen
moeten 15 regels schrijven. Dit kind hoeft er maar 12).
Lesverloop
Tijd

Leerinhoud Didactische handelingen


Leraar
(voor
Letten op articulatie. Spreek ik hard genoeg?
mijzelf)
Ben ik verstaanbaar? Praat ik te snel? Of juist
te langzaam? Gebruik ik de woorden die/dat
goed?

Leeractiviteit
leergedrag leerling(en)

Materialen / Organisatie

5 min

opening

(voor de les)
Lesdoelen bespreken
Regels herhalen
Voordat ik begin met de les even mijn regels
herhalen
- Als je een vraag hebt steek je een stille
vinger
- We gaan individueel aan de slag, dat
houdt in dat ik niemand hoor praten,
dus ook geen fluisterstem!
- We gaan actief aan de slag, als er
kinderen zijn die niet actief bezig zijn
mogen zij dit na 3 uur afmaken.

De kinderen luisteren aandacht naar het verhaal. Zo weten


zij waar het verhaal over gaat. Dit hebben zij nodig voor de
opdracht.

Uitleg les
- We gaan vandaag een verhaal afmaken
dat ik voorlees. Dus ik lees zo een
verhaal voor. Die lees ik niet af, omdat
jullie het einde zelf mogen gaan
bedenken en opschrijven.
Controleren of iedereen weet wat de opdracht is
Verhaal voorlezen
2 min

Uitleg
opdracht

Jullie gaan het verhaaltje dat ik net voorlas


afmaken. Dit doen jullie individueel. Dat
betekend dus dat ik niemand hoor praten!
Het einde moet uit 15 regels bestaan.
Letten jullie op de inhoud, spelling en
interpunctie?
-

Per groepje bladjes laten halen

De kinderen luisteren goed, zodat zij weten wat ze moeten


doen.

De kinderen komen per groepje naar mijn tafel om een blad


te pakken.

Boek, papier en pen.

15 min

8 min

Afsluiting

Rondlopen tijdens activiteit. Zo zijn


kinderen sneller geneigd om een vraag
te stelen.

Ik vertel 5 min voor aanvang dat we


over 5 min gaan stoppen

Ik geef aan dat we gaan stoppen door


mijn hand op te steken.
Ik laat per groepje 1 kind haar/zijn
verhaal voorlezen.
Ik evalueer de les met de klas
Wat hebben we vandaag
gedaan?
Wat wisten we er al over?
Wat hebben we geleerd?
Vonden jullie het leuk?
Wat vonden jullie leuk, wat
vonden jullie niet leuk?

De kinderen zijn actief bezig met de opdracht. Zij bedenken


hoe zij het verhaal laten aflopen. Hierbij moeten zij goed
naar het verhaal hebben geluisterd om te weten welke
personages er in het verhaal zitten. Maar ook moeten zij
weten waar het verhaal zich afspeelt, waar het verhaal over
gaat en in welke tijd het verhaal zich afspeelt.

Persoonlijke reflectie

Feedback mentor
Datum:

Verantwoording
Ik loop stage op basisschool de Talisman in groep 8M. Mijn stageklas bestaat uit 25 leerlingen, 13 meisjes en 12 jongens. De klas is
aan het begin van de periode door de twee docenten van groep 8 in tween gedeeld. Zij hebben hier gekeken naar het niveau van taal
van alle leerlingen. Ze hebben de kinderen die niet sterk zijn in taal bij elkaar gezet en de kinderen die op niveau of hoger zitten bij
elkaar gezet. Zo kunnen de docenten zich goed richten op de kinderen. Tijdens het observeren in de eerste paar weken van mijn stage
zag ik dat er veel uit de methode (Taal actief 8B) wordt gewerkt. Daarom kwam ik op het idee om een les over spellen te maken buiten
de methode.
Tijdens het observeren zag ik dat de kinderen graag boeken lazen. Ik heb enkele kinderen gevraag wat hun zo leuk vonden aan
boeken lezen. Zij vertelde dat ze tijdens het lezen van een boek altijd benieuwd waren naar het einde. Hoe loopt het verhaal af. Ze
hebben zich dan zo ingeleefd, dat ze snakken naar het einde. Dit bracht mij op het idee om een opdracht hierover te maken.
Zo leren de kinderen om goed te letten op inhoud tijdens het schrijven. Maar ook dat een verhaal veel aspecten bevat, zoals
personages, verhaallijnen, flashbacks, tijd van het verhaal, plaats van het verhaal etc.
De kinderen maken individueel de opdracht. Doordat zij individueel de opdracht moeten maken moeten zij goed nadenken over hoe zij
het verhaal af laten lopen. Ook zet je de kinderen aan het denken over het daadwerkelijke verhaal. Wat gebeurde er allemaal in? Hoe
speel ik hierop in? Bedenk ik nieuwe personages erbij?
De literatuur dat ik gebruikt heb bij het verwerken van de les zijn: Basiskennisboek Taalonderwijs, Hoofdstuk 11 (11.3). Noordhoff
Uitgevers B.V.) en (Paus, H. (2014). Portaal. Bussum: Coutinho. (hoofdstuk 6).

Sterkte zwakte analyse


Sterkte

Zwakte

Goede voorbereiding.
Ik leg voor de les de materiaal klaar. Ook maak ik een
lesvoorbereiding, waardoor ik van te voren al voor mijzelf
paraat heb wat ik allemaal moet doen voor-tijdens en na
de les.

Aangeven wanneer wel straffen en wanneer niet.

Goede structuur.
De stappen in de les lopen goed op elkaar door

Woordgebruik (die, dat). Mijn mentor heeft mij hierop


aangesproken tijdens een andere taalles. Ik pas de
woorden die en dat wel eens fout toe. Hier moet ik goed
op gaan letten.

De kinderen weten wat de opdracht is


Goede begeleiding tijdens de opdrachten

Ik moet duidelijk aangeven tot waar de grenst ligt. Hier


hoe ik niet snel rekening mee, omdat de kinderen in de
klas best braaf zijn. Wanneer de kinderen iets doen wat
op dat moment niet kan maak ik veel gebruik van nonverbale communicatie.

You might also like