Henny Droste had in Almelo een slachterij: Drostimex.
Voor mijn werk moest ik heel wat: de Telegraaf lezen, eten in vertegenwoordigershotels met tapijtjes op de tafel, en slachterijen bezoeken. Plukon in Dedemsvaart onderdeel van FriKi -, was mijn meest indringende ervaring. Daar stonden jongens van mijn leeftijd, de hele dag, in de natte kou messen in kippen te steken - die boven hun hoofd - aan een kabelbaan langs kwamen. Ik voelde me schuldig. Ik fladderde wat door het leven, zou straks weer blij op weg zijn naar een architectenbureau in Groningen en zij zouden hier dag in dag uit blijven steken. Waarom? Andere ouders? Andere plek? Andere onderwijzers? Geen Jezueten? En ze stonden hier misschien al een paar jaar zo. Vanaf hun zestiende? Godschalk in Epe was de eerste en geloof ik de enige die tijdens het interview met mij, een plas deed. Zijn kantoor was naast de slachterij, in een doorgebroken dubbele doorzonwoning uit de jaren zestig. Van het type waarvan ik nu een bijstandsvilla in Hoogeveen heb, en waarvan er talloze nog geheel intact in Eelde te vinden zijn. Het kantoorhuis had geen bel, maar de achterdeur stond gewoon open. Je kwam dan in een keuken waar gehaktballen sudderden en een bankstel stond. Ik stak
Het Henny Droste effect.
mijn hoofd om de deur het kantoor in en meldde mij
voor de heer Godschalk om 10 uur. Dat kwam mij op het verzoek te staan, even te gaan zitten. Wie was ik toen nog om dat te weigeren, en dus kreeg ik daarna een mok koffie met veel melk en suiker. Zonder dat overbodige Haagse zinnetje over wat meneer wel niet in de koffie wenste. Ik voelde me er meteen erg thuis. En de deur naar het kantoorlandschap bleef ook gewoon open staan. Van een indiscretie, zoals ik die later alleen nog maar bij mijn huisarts in Sauwerd heb meegemaakt. En bij de NS natuurlijk. Een half uur later zat ik tegenover de heer Godschalk senior, die ik nog niet had kunnen zien omdat hij scherp om de hoek zat, maar die ik al wel had kunnen horen. Hij sprak overwegend tot zijn zoon, die ook achter een - schuin geplaatst - bureau zat, tegenover Pa. Schuin geplaatste bureaus wist ik inmiddels al zijn een statussymbool. Gewone mensen zitten achter haaks geplaatste werkplekken, hogeren doen het schuins. Nog hogere hadden soms een opstandje op hun bureau, en nog hogeren een tapijt eronder. Men had mij verteld dat er zelfs ook managers waren met vaste vloerbedekking, een bureau, een vergadertafel en een zitje. Maar zo hoog was ik toen nog niet gestegen. Senior liet mij met mijn knien tegen de stalen achterwand van zijn bureau zitten, die voor mij nu een voorwand was. Intutief nam ik wat afstand, maar merkte als snel dat dat de intimiteit in het gesprek niet ten goede kwam. En positioneerde ik mij - als een klassieke amazone schuin zijwaarts tegen de stalen plaat, wat als voordeel had, dat ik soms heel Het Henny Droste effect.
vertrouwelijk met mijn ellenbogen op zijn werkblad kon
hangen en - op de kop kennis kon nemen van enkele van zijn stukken. Wat ik natuurlijk niet deed. Ik was voor mijn onderzoek al naar Keulen, Frankfurt en Wageningen geweest, en de heer Gosschalk bleek daar gelukkig erg in genteresseerd. Ook naar het verhaal van de voorzitters van het Duitse Slagersvereniging, die mij in Keulen al om elf uur s morgens mee nam naar een Zuid-Amerikaans steakhuis, want dat moest ik proeven. En ik moest om twee uur in Frankfurt zijn, dus ik had helaas voor de lunch moeten bedanken. Maar mooi niet dus. Mijn studies in Wageningen boeiden hem niet zo, maar mijn verblijf aan de Landwirtschaftlichen Hochschule Hohenheim in Stuttgart had zijn volle instemming, en hij stond op, met het verzoek even met hem mee te gaan. We liepen door de openslaande achterdeuren naar de losplaats voor kalveren en waren alleen met de beesten en hun mest. En werd het gesprek prima onhoorbaar gemaakt door vriendelijke loeigeluiden. Scrambling avant-la-lettre. Discretie verzekerd. Ik vertelde dat de hoogleraar Schweinezucht Doctor Doctor Schmitt mij als buitenlander in Stuttgart graag had willen ontvangen, maar pas een dag later tijd zou hebben, en hij mij dus een medewerker met Mercedes ter beschikking stelde, die alles zou uitleggen. Na afloop zou hij dan graag nog enkele punten nader toelichten. Een dag lang werd ik - als Prins Bernhard rondgereden en vertelde Doctor Heine over de radioverbindingen tussen de Hochschule en de boeren, en het matigend effect daarvan op de Het Henny Droste effect.
prijsschommelingen. Er was blijkbaar nog geen internet
in 1980. En er waren blijkbaar enorme prijsfluctuaties, die destijds nog aan de varkenscyclus werden toegeschreven. Dat alles nu, bleek ook Gosschalk mateloos te interesseren, en blijkbaar had hij ook al een paar mokken koffie met melk en suiker op, want op een gegeven moment draaide hij zich van mij af, maakte een beweging alsof hij zijn gulp open trok, en bleef hij een tijdje tegen het muurtje staan, waarlangs aan de andere kant - de kalveren werden geleid. Hij praatte wel gewoon door, en leek, toen hij zich weer rechtstreeks tot mij wendde, heel ontspannen en voldaan. En sloot hij zijn gulp. Hij had het dus echt gedaan. Kalverslachter Beunk was nog geen veertig en had heel mooie, blauwe ogen. Zijn kantoor hield hij in Apeldoorn, zijn slachterij zat in Winterswijk. Beunk noch Gosschalk lieten mij hun slachtlijnen zelf zien: we verkeerden slechts in de administratieve bestuurlijke domeinen. En daar was ik achteloos getuige van het Franse telvermogen van Beunk. Quatre-vingtonzetreize-cinquante kwam er bij hem vloeiend uit. En zonder enig Achterhoeks accent. En zelfs had hij nog tekst, als de Franse kant wat terug zei: het moeilijkste van de Franse taalbeheersing. Zeiden ze maar niks terug, die Fransen, dan zou zelfs ik nog wel Frans kunnen spreken. Koffie bestellen of buf hach, dat gaat allemaal nog wel, maar dan: dan komen ze net zo lang met hun wedervragen, dat je alleen nog maar oui kan zeggen. Met angst en beven wacht je dan af wat ze je komen brengen, of gaan meegeven. Het Henny Droste effect.
Bij Henny Droste moesten we per se wel de
slachterij in. Ook al was het nog vroeg in de ochtend. Witte jassen aan, kapje op, met de laarzen door een voetbad: het hele ritueel. De rondleiding startte bij het lossen van de varkens en bedrijfsleider Peeman vertelde dat het heel belangrijk was dat de dieren ontspannen arriveerden. De transportwagens waren daarom extra soepel geveerd, fris doorlucht en werd er behoedzaam met de opleggers gemanoeuvreerd. De varkens kwamen eerst op een verzamelplaats voor het slachthuis, waar zachte, rustgeven muziek speelde en lauwwarm water over de dieren werd gesproeid. De sfeer was er vredig en gelukzalig. Na een korte meditatieve gewenning werden de beesten heel voorzichtig naar een transportband geleid, waar ze poeslief werd vastgegrepen, opgetild en naar boven geleid. Hoe anders dan bij ons op de veemarkt, in Groningen vroeger waar varkens geschopt werden , krijsten en probeerden te ontsnappen. Wat soms lukte. En het circus alleen maar doller werd. Maar zo niet hier, bij Henny Droste in Almelo: in een toestand van opperste gelukzaligheid verdwenen ze hoog door een hemelpoort, waar hen een volgend, beter leven zou wachten. Dat volgend beter leven was verre van eeuwig. Wij werden via gangen, trappen en liften omgeleid, en kwamen aan de andere kant van de hemelpoort te staan, precies waar de gelukkigen binnen kwamen zweven. Ze keken stuk voor stuk stralend hun ogen uit, en merkten niet dat de elektrocuteur van het Het Henny Droste effect.
ontvangstcomit met een klem achter in hun nek
voor de beesten onzichtbaar en onmerkbaar een eind aan hun leven maakte. Een tel later hing het dier ondersteboven aan een haak, werd het hart doorstoken, het bloed opgevangen , de ingewanden verwijderd, en kwam een krachtige cirkelzaag de afwerking doen, door het varken te onthoofden en overlangs in twee gelijke helften te verdelen. Karkassen waren het nu. Op Faro was het zondagavond, en ondanks het einde van het seizoen, best druk. Gelukkig was ik ruim op tijd zodat ik kon internetten en de tijden kon bestuderen waarop ik die nacht paraat zou moeten zijn voor de grote maansverduistering. De nacht ervoor was ik ook al paraat geweest, maar dat bleek vierentwintig uur te vroeg. Door de wind was vannacht bovendien de buitendeur dichtgevallen, en had ik uren - in de kou op het terras doorgebracht, wachtend op het wereldwonder van de superbloedmaan, en hulp. Gelukkig had ik mijn iPhone wel bij me om extra fotos te maken, en kwam ik er achter dat ik niet alleen op de verkeerde plek, maar ook nog in de verkeerde nacht zat. En in de verkeerde kleren. Ik had geprobeerd met een ijzeren stoel door mijn open staand kamerraam terug in huis te klimmen, maar daar bleek ik niet atletisch genoeg meer voor. Een kil uur later had ik gelukkig een tafeltje gevonden, dat niet kraakte wanneer ik erop ging staan, als ik er een opgevouwen tafelkleed en een zitkussen op gelegd had. De ochtend was verder zonder incidenten gebleven, behalve dan dat ik mijn overhemd in de fik stak, door die over een hoge staande halogeenlamp uit Het Henny Droste effect.
te hangen, en vervolgens - aan de voetschakelaar - de
lamp aan te steken. Maar nu zat ik hier ruim op tijd op faro Airport. Heel ontspannen. Het was een prachtige schrijfweek geweest. Veel geleerd, veel geproduceerd, veel gezien, veel besproken, veel gelachen en heerlijk gegeten. En een duizendtal fotos. De boarding liep vlot: geen problemen met Paulus in mijn paspoort en Paul op mijn boarding pass. Geen overgewicht. Geen voorziene vertragingen. Wel bleek ik bij de eerste voor-controle een boardingpass voor Amsterdam-Faro in plaats van andersom te hebben uitgeprint. Dus dat moest over, maar werd moeiteloos geregeld door de balie-mevrouw die mij nog wel wilde kennen. De security-band daarentegen was heftig: alles uit en alles af. Alles in de bakken, armen omhoog, benen wijd, en zien dat je alles weer bij elkaar raapte. Ondertussen werd ook nog de crew gewisseld, zodat er geen bekende gezichten meer waren waaraan je je vast kon klampen. En toen daalde er een volkomen gevoel van onbevangenheid over mij neer: We waren achter de linies, in een hemel van monitoren, hangplekken, food en non-food. Eerst op de monitors kijken of we al bestonden en waar we zouden moeten zijn. Toen gescand of er een kans was op Fish & chips, mijn favoriete luchthavengerecht, en toen op weg naar de luxe artikelen voor mijn leukste nichtjes, familie, vrienden en vriendinnen. Het Henny Droste effect.
Het werden twee Gucci-setjes, een paar Portugese
hanen en wat speelkaarten. Toen naar de Mulligans voor mijn Fish & chips - Liverpool style met krant en azijn - en kon ik de tijd verder doorbrengen met internetten. Dacht ik. Mijn iPads kon ik niet meteen vinden, terwijl ik ze wel in mijn schoudertas had gedaan. Dacht ik. Maar misschien zaten ze wel in mij stewardessenkoffertje, omdat ik ook mijn beademingsapparaat en mijn laptop op de band had moeten leggen, en het koffertje ook had moeten uit- en weer inpakken. Gelukkig vertrok mijn tafelgenoot aan mijn krappe hoge eettafeltje, zodat ik al mijn spullen ongegeneerd kon uitspreiden en doorzoeken. Zonder resultaat. Ik wachtte op mijn bestelling, waarvoor ik een kleine vliegende schotel had meegekregen, die zou gaan zoemen en lichten als mijn vis klaar zou zijn. En ik heerlijk zou kunnen genieten van mijn frites met lekkerbekje. Totdat de zorgen over mijn iPads groter werden dan mijn trek. En ik terug liep naar de band om te informeren, of ik mijn Pads toch niet op de band had laten liggen. De security crew aan deze kant van de band was erg aardig, maar had niks gezien of gevonden. Mijn spullen werden nog een keer door de scanner gehaald, maar bevatten geen iPads. Ze schakelden de chef in. Deze vroeg links en rechts bij medewerkers rond, maar liet mij in perfect Engels weten, dat er regelmatig iPads achterbleven, maar helaas vandaag nog niet. En dat het nu een zaak van de politie werd. Ik moest mijn spullen binnen de afzetting neerzetten en moest Het Henny Droste effect.
blijven tot de politie zou komen. Mijn Fish en mijn chips
zouden tevergeefs op mij wachten. Maar ik had ze al wel betaald, dus een echte oplichter zou ik niet blijken te zijn. Alleen die vliegende schotel zou ik terug moeten brengen. De politie kwam, werd bijgepraat, hoorde mijn versie aan: - dat ik dacht ze in mijn schoudertas gestoken te hebben, maar dat ze niet weer waren opgedoken - en begon te bellen. Ze gaan nu de video van de band bekijken. Wanneer bent U ongeveer ingecheckt? En was het deze band ? Deze band. Een kwartier geleden, zei ik, of wacht: ik heb de bon nog van de parfum! Die stond op 19:15 uur, dus vlak daarvoor zou het geweest moeten zijn. De politieman belde weer. De chef begon een praatje met mij te maken. Om mij op mijn gemak te stellen, natuurlijk. Hoe laat moet U vliegen? 20;30 uur Oh, dan hebben we tijd genoeg. Uiteindelijk ging de politietelefoon en kwam de chef mij de uitslag melden: Op de video is duidelijk te zien dat U beide iPads in uw schoudertas gestopt heeft. En de tas heeft dichtgeritst. Wij kunnen - denk ik - niets meer voor U doen. Dat was ik met hem eens, hoewel mijn roze, zoete hersenen na deze prachtige week, en dit vreemde incident niet meer geheel objectief werkten. Verdwaasd haalde ik mijn - koud geworden, maar nog steeds
Het Henny Droste effect.
lauwwarme - Fish & chips op, en begon te denken aan
reisverzekeringen. En aan varkens, die na een leven vol hindernissen, in een hemel denken te komen. En dan van achteren gepakt worden. Het Henny Droste effect.