You are on page 1of 3

PROFESSIONELE BACHELOR IN HET ONDERWIJS:

LAGER ONDERWIJS
LESONTWERP
Naam: Breugelmans Marijse
Katholieke Hogeschool Leuven
Departement Lerarenopleiding
Professioneel gerichte bachelor in het
onderwijs: lager onderwijs
Campus Heverlee
Hertogstraat 178 - 3001 Heverlee
Tel. 016 37 56 00 Fax 016 37 56 99
Campus Diest
Weerstandsplein 2 3290 Diest
Tel. 013 35 06 90 Fax 013 33 54 01

Klas DLO: 3 BALO 1 2

Studietrajectbegeleider: Luc Degrande


Mentor: Tinne Sannen
Deze lesvoorbereiding

- werd ingediend op ___________


in orde
kleine aanpassing nodig
te herwerken en opnieuw indienen op ___________

school

: VBS Wezel

leergebied

: Taal

klas en leerjaar

: 1A

vakonderdeel

: Lezen

aantal leerlingen

: 20

lesonderwerp

: Tak-dag 2

datum (data)

: 25/11/2015

lestijden

van 8u45

tot

9u35

uur

van

tot

uur

van

tot

uur

SITUERING IN EINDTERMEN/LEERPLAN:
Leerplan Nederlands:
Le 2.2 Talige boodschappen decoderen, begrijpen en interpreteren
Le 2.2.1 Elementen van de taalsystemaiek decoderen en begrijpen
Le 2.2.1.1 Het associren van klanken met lettertekens (foneem-grafeem)
Le2.2.1.4 Het analyseren, synthetiseren en hardop lezen van
- geschreven en gedrukte grafemen
- letters in een woord
- nlettergrepige woorden met verschillende structuren
Le 2.2.1.7 Correct en nauwkeurig lezen
Le 2.2.2 Talige boodschappen begrijpen
LESDOELEN:
De
De
De
De
De
De

leerlingen
leerlingen
leerlingen
leerlingen
leerlingen
leerlingen

kunnen de reeds geleerde woorden juist lezen (C)


kunnen de reeds geleerde letters juist verklanken (C)
kunnen de passende zin aanduiden bij een prent (C)
kunnen de letters van een woord bepalen (C)
kunnen een verhaal navertellen (C)
zijn bereid in stilte aan een taak te werken (DA)

BRONNEN: handboeken, naslagwerken, documentatie van oefenschool of medestudenten (in te vullen volgens APA-systeem)
Mommers C., Van der Linden S., e.a. (2005). Velig leren lezen handleiding kern 4 pag. 55-58. Tilburg: Zwijsen
Mommers C., Van der Linden S., e.a. (2005). Velig leren lezen werkboekje 4 pag. 19-20. Tilburg: Zwijsen
Mommers C., Van der Linden S., e.a. (2005). Velig leren lezen leesboekje 4 pag. 12. Tilburg: Zwijsen
AANVRAAG MATERIAAL STAGESCHOOL
- voor de lesgever:

ONDERWIJSLEERMIDDELEN
- voor de lesgever:
- voor de leerlingen:

- voor de leerlingen:

Leesboekje 4 pag. 12
Werkboekje 4 pag. 19-20
Letterdoosje

VOORTAAK: door leerlingen tegen de lesdatum mee te brengen materiaal of uit te voeren opdracht
1

DIDACTISCHE VERANTWOORDING/REFLECTIE in functie van ingeschatte beginsituatie of aandachtspunt voor de les

LESGANG (gestructureerde fasering waaruit doelgerichtheid moet blijken).


1.

Inleiding

1.1 Samenstellen van woorden (klassikale en individuele opdracht)


Neem je letterdoosje uit je boekentas.
Ik ga een zin zeggen en 1 woordje uit de zin herhalen. Jullie gaan dat woordje maken met jullie letters.

10

- Ik pak een tak. Leg het woordje pak.


- Ik hak de stam in stukken. Leg het woordje hak.
- Ik gooi de houtblokken in die bak. Leg het woordje bak.
- Ik veeg mijn voeten op de lat. Leg het woordje mat.
- Lust jij een glaasje sap? Leg het woordje sap.
- Draai de dop op de fles. Leg het woordje dop.
- Kijk, daar loopt een haas. Leg het woordje haas.
- Ik wou dat ik al thuis was. Leg het woordje was.
- Wat zoek je toch? Leg het woordje zoek.
2.

Kern

2.1 Lezen van de synthesewoorden (klassikale opdracht)


5
Ik toon op het bord rijtjes met woorden. Ik duid een ll aan, die leest het rijtje. Kunnen we een zin bedenken bij de woorden?
2.2 Lezen van de tekst in het leesboekje pag. 10-11 (Individuele opdracht en klassikale opdracht)

10

Neem jullie leesboekje pag. 12.


Lees het eerste stukje tekst stil. We lezen het enkele keren samen luidop. Lkr duidt een ll aan.
Wie kan vertellen waarover het stukje tekst gaat?
Idem voor de andere stukjes tekst.
2.3 Verklanken van de reeds gekende letters (klassikale opdracht)

Ik toon de letters die jullie al kennen op het bord. 1 ll leest luidop. Daarna drukt hij op de dobbelsteen en leest een andere
leerling.
We lezen 1 keer samen luidop.
3.

Verwerking

3.1 Auditief discrimineren van de letters van een woord (klassikale opdracht)
10

Neem je werkboekje pag. 19. Daar zie je prentjes staan met letters naast.
Wat zie je op het eerste prentje?
Welke letter is het kopje/buikje/staartje. Omcirkel het.
3.2 Aanduiden van de zin die past bij de prent (Individuele opdracht en klassikale opdracht)

10

Op de volgende pagina staat telkens een prent en 3 zinnen. We lezen de zinnen en duiden aan welke zin bij de prent past.
We doen de eerste samen.
4.

Slot

Leg je werkboek hier vooraan.

BORDSCHEMA: een werkelijkheidsgetrouwe weergave met kleuren, ... rekening houdend met de beschikbare ruimte

You might also like