You are on page 1of 6

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Student
Mieke Maas
Klas
PEH15VB
Stageschool
Sint Jacobusschool
Plaats
Eersel
Vak- vormingsgebied: Natuur&Techniek
Speelwerkthema / onderwerp: Dierentuin

Mentor
Datum
Groep
Aantal leerlingen

Maril van de Huijgevoort


14 maart 2016
5
24

Persoonlijk leerdoel
Ik geef een korte, duidelijke instructie aan de leerlingen, zodat ze snel aan de slag kunnen met de opdrachten.
Ik heb op een correcte manier het 5-stappenplan in deze les toegepast en uitgevoerd.
Lesdoel(en)
De leerlingen maken kennis met vijf groepen gewervelde dieren
(productdoel, kerndoel 40).

Evaluatie van lesdoelen


De leerlingen hebben kennisgemaakt met: reptielen, zoogdieren, amfibien, vissen en
vogels.

De leerlingen herhalen voor dit hoofdstuk relevante voorkennis, door met de De leerlingen hebben aan de hand van knuffels verteld wat ze al wisten over de vacht,
werkvorm koppen-bij-elkaar te praten over verschillende kenmerken van een het voedsel en of ze in de dierentuin in Nederland voorkomen.
dier (productdoel).
De leerlingen waren erg betrokken bij de les. Het onderwerp dierentuin sprak hen erg
De leerlingen ontwikkelen een genteresseerde houding (procesdoel).
aan.
De leerlingen leren de vachten van de dieren op de kijkplaat (productdoel,
kerndoel 40).
De leerlingen werken productief samen, doordat ze overleggen over de
opdrachten en proberen dit zo foutloos mogelijk te maken (procesdoel).
In mijn toelichting verantwoord ik mijn keuzes van deze lesvoorbereiding.

De leerlingen konden vertellen welke vacht de dieren op de kijkplaat hadden. Dit heb ik
klassikaal met de leerlingen nabesproken en op die manier gecontroleerd of de leerlingen
dit lesdoel behaald hadden.
De leerlingen hebben goed samengewerkt. Er hing een fijne werksfeer, met weinig
werkruis. In de nabespreking werd duidelijk dat de leerlingen de opdrachten goed
begrepen hebben. Er zijn maar weinig fouten gemaakt.

Beginsituatie
Pedagogisch
Voorkennis- en kunde
De leerlingen weten allemaal wat een dierentuin is en kunnen dieren benoemen die in de dierentuin leven. Niet alle leerlingen weten de 5 groepen gewervelde dieren.
De leerlingen werken met de methode: Wijzer! Natuur&Techniek.
Actualiteit
De leerlingen werken in deze les wel met de actualiteit. De beleveniswereld van kinderen sluit goed aan op de leerstof.
Didactische instrumentarium
De leerlingen werken met knuffels deze les, maar dat is geen nieuw materiaal voor ze.
Didactisch
Gedrag en betrokkenheid
De leerlingen zijn betrokken bij een natuur&techniek les. Het thema dierentuin is een geliefd thema in deze groep.
Er is een leerling met de diagnose PDD-NOS. Hij heeft moeite met opstarten van een les en/of verwerking. En leerling heeft een forse leerachterstand. Er zijn drie
leerlingen met een korte spanningsboog. Ze vinden het moeilijk om naar een lange instructie te luisteren.
Groepsverhouding
De groep bestaat uit 24 leerlingen, waarvan 8 jongens en 16 meisjes. De leeftijden verschillen van 8 t/m 10 jaar.
Groepsdynamiek
De groepsvorming is goed in de groep. Er worden vaak dezelfde leerlingen negatief gekozen om mee samen te werken. Zie groepsoverdenking voor uitwerking hiervan.
De leerlingen werken graag en vaak samen met elkaar. De leerlingen die elkaar negatief kiezen hebben nog niet samengewerkt sinds dat ik het sociogram heb
afgenomen.

Lesverloop
Tijd

Leerinhoud

Didactische handelingen

Leeractiviteit

Inleiding
5 min.

De leerlingen lezen en
bespreken waar het hoofdstuk
over gaat. Daarna worden de
leerlingen getest op hun
voorkennis. De klas wordt
verdeeld in groepjes van drie
leerlingen. Ieder groepje krijgt
een knuffel. Zij moeten gaan
bespreken wat het vacht is
van hun dier, of ze in de
dierentuin in Nederland
voorkomen en wat ze eten.
Na een aantal minuten gaan
de leerlingen hun kennis
klassikaal delen.

Ik ga samen met de leerlingen bespreken


De leerlingen vertellen wat ze al weten over
waar het hoofdstuk over gaat en vertel
het knuffeldier dat ze hebben gekregen. De
daarbij wat ze dit hoofdstuk gaan leren.
leerlingen luisteren naar elkaar.
Vervolgens bespreek ik de doelen van de
les. Daarna ga ik de voorkennis activeren en
maak ik gebruik van de preconcepten van
de leerlingen met behulp van dierenknuffels.
Ik maak groepjes van drie leerlingen en geef
ieder groepje een knuffel. Ik vertel dat zij
met elkaar gaan bespreken:
- Wat de vacht van het dier is;
- Of ze in de dierentuin in Nederland
voorkomen;
- Wat ze eten.
Hiervoor krijgen de leerlingen een paar
minuten. Daarna vertellen de groepjes wat
ze nu al weten over hun dier en wat de
antwoorden zijn op mijn vragen. Ze werken
met de werkvorm koppen-bij-elkaar.

Materialen / Organisatie
De leerlingen zitten op in het
begin op hun eigen plek in
de klas, daarna in groepjes
voor de inleidende opdracht.
Materialen:
- Werkboek
- Bronnenboek
- Dierenknuffels

Instructie
10 min.

De leerlingen kijken naar de


kijkplaat en luisteren en kijken
naar het voorleesverhaal op
het digibord. Zij denken
tijdens dit verhaal na over de
kijkvragen die ze gekregen
hebben voor het verhaal. De
leerlingen vullen de juiste
letters in op de kijkplaat.

Ik vertel dat ik zo meteen het kijkverhaal


aanzet op het digibord en dat je tijdens het
kijken en luisteren naar dit verhaal de
kijkvragen moet proberen te beantwoorden.
De vragen:
- Wie vertelt iets aan de kinderen?
- Wat doet de jonge giraf?
- Wat eten de giraffen?
Ik bespreek de vragen met de kinderen,
daarna vertel ik het volgende:
- Je ziet op de kijkplaat allemaal
rondjes staan bij dieren. In die
rondjes moet je een letter zetten dat
bij het vacht van het dier hoort.
- Zet bij de dieren die haren hebben
een H.
- Zet bij de dieren met veren een V in
het rondje.
- Zet bij de dieren met schubben een
S in het rondje.
- Kleur de giraffe, krokodil en
struisvogel af.
- In het vakje rechtsboven op de
pagina kun je lezen wat ik net
verteld heb.
- Jullie krijgen hier een paar minuten
de tijd voor.
- Het is niet erg als je het niet af krijgt.
Ik bespreek de opdracht met de kinderen.

De leerlingen leren wat voor soort vacht de


dieren op de foto hebben.

De leerlingen zitten op hun


eigen plek in de klas.

De leerlingen herhalen voor dit hoofdstuk


relevante voorkennis.

Materialen:
- Digibord
- Werkboek
- Bronnenboek
- Potlood
- Gum
- Kleurpotloden

Verwerking
20 min.

Slot
10 min.

De leerlingen maken
klassikaal opdracht 1. De
andere opdrachten krijgen ze
kort uitgelegd en mogen ze
daarna in tweetallen gaan
maken. Ze mogen zelf de
tweetallen kiezen.

Ik maak samen met de leerlingen opdracht


1. Vervolgens leg ik opdracht 2 t/m 4 uit en
zet ik de leerlingen aan het werk. Ik vertel
dat ze samen mogen werken, in tweetallen.
Ik loop rond voor vragen. De leerlingen
werken met de werkvorm werken-intweetallen.

De leerlingen maken kennis met vijf groepen De leerlingen zitten op hun


gewervelde dieren en maken hier de vragen eigen plek in de klas.
over.
Materialen:
De leerlingen werken productief samen,
- Werkboek
doordat ze overleggen over de opdrachten
- Bronnenboek
en proberen dit zo foutloos mogelijk te
- Potlood
maken.
- Gum

De opdrachten worden
klassikaal besproken. Ze
mogen verbeteren waar ze
een fout hebben gemaakt.

Als ze klaar zijn met de opdrachten, kunnen


ze de kijkplaat afmaken/kleuren. Ben je
daarmee klaar, dan mag je in je tweetallen
ervaringen uitwisselen over de dierentuin. Ik
vertel de leerlingen dat ze een halfuur
hebben en ik zet voor de visuele
ondersteuning de timetimer aan.
Ik bespreek de opdrachten klassikaal met de De leerlingen leren hun werk na te
leerlingen. Ik vraag daarna of er nog iets niet bespreken en hun eigen fouten te begrijpen.
duidelijk is. Ik evalueer de proces- en
productdoelen kort met de leerlingen.

De leerlingen zitten op hun


eigen plek in de klas.
Materialen:
- Werkboek
- Nakijkpen

Persoonlijke reflectie
Wat wilde ik?
Mijn persoonlijke leerdoelen voor deze les waren:
- Ik geef een korte, duidelijke instructie aan de leerlingen, zodat ze snel aan de slag kunnen met de opdrachten.
- Ik heb op een correcte manier het 5-stappenplan in deze les toegepast en uitgevoerd.
Wat deed ik?
Ik heb een korte, duidelijke instructie gegeven. In mijn voorbereiding had ik 10 minuten voor de instructie gepland. Dit heb ik behaald, door goed de tijd in de gaten te
houden en niet te lang bij vragen van de leerlingen te blijven hangen. Dit was niet alleen fijn voor mezelf omdat ik mijn leerdoel behaald had voor deze les, maar ook
fijn voor de leerlingen omdat zij snel aan de slag konden gaan met de opdrachten en voor de leerlingen met een korte spanningsboog. Mijn tweede leerdoel was het
correct toepassen van het 5-stappenplan. Ik heb uit het boek: praktische didactiek voor natuuronderwijs de relevante theorie gehaald. Met de theorie naast mijn
lesvoorbereiding heb ik gekeken wat ik kon doen in deze natuurles. Ik heb er voor gekozen om knuffels mee te nemen. Toen ik eenmaal dit idee had, heb ik het
stappenplan snel in elkaar kunnen zetten. Ik dacht er moeilijker over dan dat het was. Ik weet nu hoe het 5-stappenplan werkt. Ik heb het zelfs uitgelegd aan een
klasgenoot.

Welke betekenis had het voorgaande voor mij?


Positieve ervaringen
In de lessen op de opleiding kregen we het 5-stappenplan geleerd. Ik snapte niet hoe dit werkte. Toen ik me er meer in ging verdiepen kwam ik er opeens wel uit. Dit
gaf een goed gevoeld. Dankzij het 5-stappenplan heb ik een leuke introductie kunnen bedenken voor mijn les.
Wat anders ging
Ik wilde het enthousiasme van de leerlingen graag vasthouden. Maar door hun enthousiasme rondom de knuffels vonden ze het moeilijk om naar elkaar te luisteren. Ik
heb van een groepje de knuffel af moeten pakken, omdat ze niet naar de anderen konden luisteren. Dit had ik van te voren niet bedacht.
Wat anderen vinden
Mijn mentor heeft feedback gegeven op mijn les. Zij vond het een goede les. Dat de leerlingen niet luisterden naar elkaar was haar ook opgevallen.
Essentile zaken
Ik kan het 5-stappenplan nu vaker gaan gebruiken voor mijn lessen. De betrokkenheid en het enthousiasme van de leerlingen worden hierdoor gestimuleerd.
Hoe nu verder?
Voor de volgende keer is het belangrijk dat de leerlingen naar elkaar luisteren. Het afpakken van een knuffel was een manier om de aandacht terug te krijgen, maar de
volgende keer zou ik het ook anders aan kunnen pakken. Ik zou bijvoorbeeld complimenten uit kunnen delen aan de leerlingen die wel goed kunnen luisteren naar
anderen. Op deze manier blijf ik positiever in de benadering naar leerlingen en hebben de leerlingen die het goed doen weer een succesmomentje.
Het was een leuke, geslaagde les. Al de lesdoelen zijn behaald, net als mijn persoonlijke leerdoelen. De leerlingen waren erg betrokken en enthousiast.
Feedback mentor (inclusief handtekening)
Datum: 14-03-2016
- Leuk dat je knuffels meegebracht hebt.
- Zorg dat de rest luistert als iemand praat.
- Goede kijkvragen bij het filmpje.
- Ze hebben goed samengewerkt.
- Goede nabespreking.
5-stappenplan
Introductie: de leerlingen lezen waar dit hoofdstuk over gaat en worden geprikkeld door de knuffels die voor in de klas liggen.
Spontane verkenning: de leerlingen krijgen een knuffel en mogen daaraan voelen en het bekijken.
Onderzoek en vastleggen van resultaten: de leerlingen onderzoeken de vragen die ik gesteld heb door naar de knuffel te kijken en hun voorkennis te
gebruiken.
Rapportage: de leerlingen vertellen aan de andere leerlingen wat hun bevindingen zijn.
Verbreding of verdieping: de instructie wordt gestart en er wordt les gegeven door mij over dit onderwerp.

You might also like