You are on page 1of 4
nr, 23 juli 200% Pe canonicale Orde ‘van het Heilig Graf in Latijns Byzantuim. 89 “Nieuws ult de kapittelraad..92 Viering 150 jaar Herstel “Bisschoppellfke Hiérarchie in Utrecht ‘Van onze romelnse correspondente... ‘Boekbespreking: Leven met de holocast.. ‘Nieuws uit de commissies... ‘Nieuws uit de regio's jaarclub 1995... Landscommanderije Nederland van de Ridderorde van het Heilig Graf van Jeruzalem De canonicale Orde van het Heilig Graf in Latijns Byzantium Door Filip van Tricht Inleiding De vraegste oorsprong van de huidige Ridderorde van het ellig Graf van Jeruzalem is te vinden in de 12de eeu, In die tijd zijn in het Latijnse konink nijk van Jeruzalem rond het, kathedaalkapittel van de pa. trlarchale Heilig Graf-kerk de eerste beschelden aanzetten tot het ontstaan van een Ridderor de van het Heilig Graf te situ: ren, Pas in de 14de eeu 208 zich een ridderschap van het cil Graf ontwikkelen en nog eens eeuwen later kwam het tenslotie tot de vorming ‘een echte internationale ridderorde met een uitgebouve de institutionele org Dit artikel behandel Krulsvaarders. van de vroege geschiedenis van het Heilig Grat-kapittel van [eruzalem, meer bepaald 3 die deze Latijnse religi euze instelling ~ als het ware de geboortewieg van de actu ele Tidderorde - speelde in de yzantijnse ruimte in de 13de De Latijns-Byzantijnse con. frontatie in 1204 en het Latijn- se kelzertiik van Konstantino: pel Het jaar 1204 markeert een belangrijk breukmoment in de relaties tussen de Westerse - of atijnse - en de Byzantijnse werelden, de beide helften van de middeleeuwse Christenheld Op 12 april van dat jaar nam hhet Westerse leger van de Vier de Kruistocht op gewelddadige vijze de Byzantijnse hoofdstad Konstantinopel in. Daarmee kwam een elnde aan een tu: multueuze kruistachtonderne- ‘ming, die paus Innocentius II sinds 1198 had voorbereid en tie in 1202 in Venetié van start was gegaan. De bedoe ng van de kruistocht was ge- naan de weest steun te bren: verewakte Latijnse vorsten dommen in Syrié en Palestina, ‘maar het samenspel van een veelheid van factoren - onder meer de aanspraken van een in Westerse ogen legitieme 8 zantijnse troonpretendent en de Veneticanse handelsbelan. gen in Konstantinopel - leidde ot de afleiding van de expedi le naar Byzantium. Bij de inname van de By zantijnse hooKdstad bi de Latijnse aanvoerders van loten de kruistocht om de verove 89 90 ing van het gehele Byzantijnse imperi uum, dat ook bekend stond onder de ‘naam Romania, te ondernemen en 26 plaatsten één van hen ~ graaf Boudewijn 1X (VD van Vlaanderen en Henegouwen (1204-1205) - op de prestigiouze kelzerli ke troon van Konstantinopel. Deze La: ‘ijnse overname van het Byzantiinse rik staat in de literatuur bekend als het ‘La ‘ijnse keizersjk (van Konstantinopel) Enkele decennia lang was dit Latijnse kelzeri}k de meest succesvolle politieke construetie in de Byzantijnse ruimte van na 1204 en ook een heel aantal Byzan. tijnse regionale vorsten kwamen ertoe com het gezag van de Latijnse kelzer in Konstantinopel te erkennen, cen element dat mee maakte dat het imperium een gemengd Latijns-Byzantijns karakter had. ‘Ondanks die gunstige start van het Latiinse kelzertijk wisten de Latiinen ech ter nooit alle teritoria die voorheen tot het Byzantljnse jk hadden behoord, onder hun controle te brengen. Onder ‘meer in noordwestelifk Klein-Azié, rond de stad Nikaia, werd een imperium opge- richt waarvan de vorsten claimden de le pitieme opvolgers te ijn van de Byzan. tijnse keizers van véér 1204, Ook in Epl- ros in West-Griekenland ontstond cen on: ‘athankelijk Byzantijns vorstendom, dat het Latijnse rijk net als het Niceense im- perlum vijandig gezind was. Interne poli eke troebelen tussen de Latijnse en By- zantijnse aristocratie in het Latijnse kel zertijk zorgden ervoor dat de Latiinse kel vers vanaf 1224 zware gebiedsverliezen leden tegen de Byzantijnse vorsten van Nikaia en Epiros. Daarmee werd het La- tijnse imperium herleid tot een Kleine re gionale macht in de Byzantijnse ruimte, Latiins Konstantinopel wist met de steun, van enkele resterende leenafhankelijke vorstendommen in Zuid-Griekenland nog wel een aantal decennia te overleven, ‘maar in 1261 viel de stad tenslotte in handen van de keizers van Nikata, wat Van de auteur: Filip van Tricht werd geboren te Gent en studeerde Geschiedenis aan de Universiteit van deze stad. In 1997 behaalde hij zn Ticentiaat en zeerrecentlit nl. op 23 mei 2003 doctoreerde hij. Zn proefschritt kreeg de titel: De Latijnse renovatio van Byzantlum; het keizerjk van Konstantin pel (1204-1261) Filip Van Tricht is werk zaam als wetenschappelifk_ medewerker ‘aan de Vakgroep Middeleeuwse Geschle- denis van de Universiteit Gent. Hi) hee diverse publicaties op zijn naam staan. het elnde van het Latiinse keizerrijk bete- kende, De betekenis van het Heilig Land voor het Latiinse keizerrifk De omstandigheid dat het Latiinse kelzenik zijn oorsprong vond in de aflei- ding van cen kruistochtexpeditie ten voordele van het Heilig Land zette de La- ‘uynse keizers ertoe aan om de Latinse overname van het Byzantijnse imperium ten aanzien van het pausdom en de ge hele Westerse Christenheia te motiveren via de gedachte dat de verovering van Byzantium een essentiéle stap was inzake de herovering van Jerazalem, dat in 1187 door Saladin ingenomen was, en inzake de verdediging van de Latinse vorsten: ddomimen in Syrié en Palestina, In die op- tick wierpen de Latijnse keizers zich op als de beschermheren van het Hellig Land en ze incorporeerden die gedachte in hun rijksideologie, De idee van het Latijnse keizersik als wezenlijk steunpunt voor het Heilig Land was in theorie niet zo ongeloofwaardig. Im de 12de ceuw was in de jaren 1158- 1180 een politiek bondgenootschap van kkracht geweest tussen de Byzantijnse kel= zer Manuel | Komnenos (1143-1180) en de Latijnse Koningen van eruzalem, dat bpezegeld werd met verschillende huwe- lijksallianties, Dit bondgenootschap Aroeg er in belangrijke mate toe bl) dat e Latijnse vorstendommen in Syrié en Palestina in de genoemde periode een re- latleve rust en stabiliteit genoten, met zelfs mogeliikheden tot expansie tegen: over de Islamitische buurvorstendom ‘men, In het kader van deze alliantie schonk keizer Manuel aan verschillende Latins religiewze instellingen ult het Hellig Land bezittingen in de Byzantijnse hooflstad. Na 1204 zouden de Latijnse kkelzets, en 00k regionale vorsten en ba- ronnen in het Latijnse imperium, dit vvoorbeeld volgen met de bedoeling op dle manter de band tussen het keizertilk en het Terra Sancta te benadrukken, De aanwezigheid van religieuze odes uit het Heillg Land in het Latijnse kelzernjic ‘Al meteen in 1204 probeerden de La: tijnse Keizers in Konstantinopel, en ook de feodale vorsten en baronnen in de ver: schillende deeltegio’s van het Latijnse Imperium, hun zelfverklaarde rol als be- schermheren van het Hellige Land in de verf te zetten door belangrijke religleuze Instellingen uit de Latijnse vorstendom= ‘men in Syrié en Palestina uitgebreide be- zitsrechten en goederen te schenken. Een bbelangrt}ke plaats werd herbij Ingerulmd ‘voor de religieuze ridderordes, met name vyoor de Tempeliers en de Johannieters, ‘De Latijnse keizers toonden zich via der gelijke schenkingen echter niet enkel als gulle weldoeners van de ridderordes in kwestle. Aanvankeliik hoopten de Keizers Immers dat deze beide ordes zich mee zouden inzetten om de territoria van het voormalige Byzantljnse keizerrijk onder Latijnse controle te brengen. In die optick schonk keizer Boudewijn I respectievelifk aan de Tempelorde de verafgelegen stad Antalya op de zuidelijke Klein-Aziatische kust en aan de fohannieters de regio Ne okastra in westelilk Klein-Aaié. Noch de Tempeliers, noch de Johannieters onder- ramen echter enig initiatiet om die ge- Diedsdelen effectief in bezit te nemen, wat voor de Latiinse keizer een teleurstel- ling betekende. Een tweede ontgoocheling was dat de ridderordes ok op een andere manier al ‘gauw geen betrouwbare partner voor het keizerliike gezag waren in het imperium. Zo namen de vestigingen van de Tempe lorde ap het Griekse vasteland in 1208- 1209 deel aan een separatistisch georién: teerde rebellie van lokale baronnen tegen de Latijnse keizer Hendrik (1206-1216), de jongere broer van Boudewijn 1. Deze episode toonde aan dat de Tempeliers — «en bij uitbreiding de overige traditionele religieuze ridderordes - een potentitle be Areiging waren voor het kelzerijke gezag en voor de politieke integriteit van het nijk, Ook In de Latijnse vorstendommen im Sysi¢ en Palestina woren de militaire ordes in de loop van de 12de ceuw uitge- groeld tot echte staten binnen de staat, wat de politieke eenheld en slagkracht van deze vorstendommen ondermijnd hhad. De negatieve ervaringen met de tra altionele ridderordes brachten keizer Hendrik ervoe om een nieuwe religieuze ridderorde op te richten, de Orde van SintSamson. Deze nieuwe orde moest onder directe keizerlijke patronage de po- Litieke eenheld van het Latijnse imperium dienen. De feodale vorsten en baronnen ~zagen in de nauw met het kelzerlike ‘gezag gelieerde orde echter cen bedrei ging voor de eigen bestuurijke autono- mie en alleen in de territaria die vechtst- reeks onder eizerijk bestuur stonden, kom de Orde van Sint-Samson zich enigs zims succesvol ontwikkelen, Ze zou echter noolt doorwegen op het rifksbeleld en verkreeg al evenmin het internationale prestige dat de traditionele ridderordes Uult het Heilig Land wel bezaten, Agezien van de traditionele milisalre lordes, die dus nooit een politiek belong tjke positie In het Latijnse imperium be- ng Kleedden, verwierven ook een heel aantal ‘andere religieuze instellingen uit het Hei lig Land beztttingen in Romania, dit op- nieuw tegen de achtergrond van de aan het Konstantinopolitaanse hof gepropa: ‘geerde idee van het Latijnse Keizerrijk als essentieel steunpunt voor het Terra Sanc- ta, Zo bezat het Templum Domin!-kapit- tel ult Jeruzalem dochterinstellingen in zowel de hoofdstad Konstantinopel als op het Griekse vasteland in de steden Athe- rne en Thebe. De abdij van Sint-Maria- vvan-Josaphat, die gelegen was in de om- ‘geving van Jeruzalem, verwierf kerken en ‘goederen in Konstantinopel en in Thessa- loniki, de tweede stad van het keizerrjk. De abdij van Mons Thabor, te situeren in het prinsdom Galilea in het koninkrifk Jeruzalem, kwam in het bezit van een af- hankelijk Klooster in Konstantinopel. Ook de cisterciénzerabaij van Sint-Marla-Mag- dalena in Akko, de stad die na de val van Jeruzalem in 1187 als hoofdstad van het Koninkrifk Jeruzalem fungeerde, ver wiert een dochterklooster in de keizerliike hoofilstad, De nieuwe bezittingen in het Latiinse imperium waren voor de ge- noemde instellingen erg welkom in het licht van de grote verliezen - vaak met inbegrip van de oorspronkelike hoofdze- tel van de abulj in kwestie ~ die ze eind 12de eeuw geleden hadden ten gevolge van Soladins veroveringen. De religieuze instelling die in Romania de grootste compensaties verwierf was echter de canonicale Orde van het Hellig Graf. De canonicale Orde van het Hellig Graf in het Latijnse imperium De kanunniken van het Hellig Graf verwierven al decennia védr 1204 bezit- tingen in Byzantium. In oorkonden uit 1169, 1170 en 1196, waarin respectieve- ijk patriarch van Jeruzalem Amaury en. de pausen Alexander III en Celestinus II de bezittingen van het Heillg Graf-kapi tel bekrachtigden, wordt vermeld dat de kanunniken goederen bezaten in Kon stantinapel. Wat daar precies onder moet worden verstaan, is echter onduidelik ‘Misschien ging het om een kerkgebouw, ‘om landgoedeten of om een financiéle te- ‘gemoetkoming die de Byzantijnse Kelzer het Heilig Grat-kapittel op bepaalde van zijn eigen inkomsten uit de hoofdstad had toegestaan. Dit niet nader gespecifi- ceerde bezit verkregen de kanunniken hoogstwaarschijnlijk in het kader van de politieke alliantie die in de jaren 1158- 1180 tot stand kwam tussen de Byzan- Uujnse Keizer en de Koning van Jerwzalem. De keizer zag zich hierbij in zekere zin als de suzerein van het Koninkrijk Jeruza- Seria on — fea THE AEGEAN WORLD 1214-1254 Het Byzantijnse Rijk lem, In die optiek moet de keizerifke vrij- {gevigheld ten aanzien van één van de belangrijkste religieuze instellingen van hot koninkrifk dan ook worden gezien Na 1204 verwierf de canonicale Orde van het Heilig Graf goederen in verschil- lende regio’s van het Latiinse Romania. In Konstantinopel bezat de orde een kerk die toegewijd was aan het Sanctum Se pulchrum. Vermoedelijk ging het om een voorheen Byzantijnse kerk die nu in han- den van Latijnse cleric kwam. In Thessa- Toniki wees pauselifk legaat Benedictus, kardinaal van Sint-Suzanna, aan het ka- pittel de Byzantiinse Sint-Demettios-kerk toe. De legaat was door tnnocentius Il naar Romania gestuurd om de kerkelijke ‘organisatie van het Latijnse Imperium in goede banen te leiden, In de omgeving van Thebe in Beotié had legaat Benedic- tus aan de orde het Byzantijnse klooster vvan Hosios Loukas geschonken, Verder bezat de Hellige Graf-kerk van leruzalem, nog ¢en heel aantal andere, niet nader ‘gespecificeerde bezitingen zowel in de ‘omgeving van de keizerijke hoofdstad ‘als in het ruime gebied rond Thessalon!- i, In bestuurlijk opzicht waren de bezit tingen in Romania in twee geografische regio's opgesplitst, Enerzijds was er een prior ~ ook provisor genoemd - die ver- antwoordell|k was voor de athankeliike instellingen en goederen in het konink- jk Thessaloniki (dat in 1224 al opnieww in Byzantijnse handen viel) en alle zuide- ijk daarvan gelegen gebieden, anderzijds was er een gelikwaardige functionaris voor de in de brede regio rond Konstanti- rnopel gelegen bezittingen. Deze priors be- zaten onder meer de bevoegdheld om broeders (fratres) en zusters (sorores) op te nemen, waaruit we mogen besluiten dat in het Latijnse imperium vermoede- ijk zeker een aantal confréries van het Hellig Graf bestonden. Dergelijke organi saties vormden 2oals bekend mede de ecr- ste vroege aanzetten tot de latere Ridde- rorde van het Heillg Graf. De leidende clerict van de Helllg Graf vestigingen in verschillende delen van hhet imperium werden geregeld door de pausen aangezocht om op te treden als bbemiddelaars in lokale kerkelijke conflic- ten, wat de vrij prominente pasitie van deze instellingen in de plaatselike kerke: Lujke milleus ilustreert. in 1224 bijvoor- bbeeld droeg Honorlus If aan de prior van het Hellig Graf in Athene op om op te treden tegen de onterechte actie van de rnaburige blsschop van Négrepont (Euti- pos), die geprobeerd had om het bisdom Oreos op het eiland Euboia bij zija eigen diocees toe te voegen. De kanunniken werden echter niet alleen ingezet bij het oplossen van conflicten, ze geraakten er zelf ook rechtstreeks bij betrokken. Zo liep in de jaren 1210-1224 een langdurig conflict tussen het Hellig Graf-kapittel in Jeruzalem en de aartsbisschop van Thes- saloniki Warin over het bezit van de Sint- Demetrios-kerk. Ondanks een princlpieel compromisakkoord dat in 1212 via be- ‘middeling door cartsbisschoppen en an- dere prelaten uit naburige regio's werd bereikt en dat de respectievelijke rechten ‘op de kerk in kwestie stipuleerde, bleef de an 92 zoak aanslepen. In 1218 en in 1224 dook ze opnieuw op in de pauselijke registers zonder dat echter een definitieve oplos- sing werd bereikt ‘en tweede casus illustreert verder hoe het voor de kanunniken van het Het- lig Graf soms moeilijk was om de verkre- gen bezitsrechten in de realiteit om te z2etten, Zo weigerde de Byzantijnse mon nikengemeenschap van Hoslos Loukas in Beotie om de schenking van hun klooster door pauselijk legaat Benedictus aan het Heilig Grat-kapittel te erkennen. Hoewel het de Byzantijnse monniken toegestaan ‘was om ter plaatse te bitjven, welgerden ze niettemin om het kerkelijke gezag van de Latijnse kanunniken over hun Klooster ~ en het daarmee gepaard gaande verlies ‘aan autonomie - te aanvaarden. Hierbij hhadden de Byzantijnse cleric de steun van zowel Iokale Latijnse baronnen als van de Latijnse Keizer zelf. Een aantal Latiinse lekenheren zagen immers in dat ze er alle belang bij hadden om de La- tijns-Byzantiinse verhoudingen in hun teritoria zo soepel mogelijk te laten ver- Jopen. Hierbij konden ze maar weinig be grip opbrengen voor Latiinse clerici die er op uit leken te zijn om hun Byzantijnse collegae te provoceren. Het Heilig Graf apittel slaagde er in deze context niet in fom een reele controle over het klooster in ovestie te vestigen, De voornoemde casus toont aan hoe de vorsten en baronnen in Latijns Roma- nla princtpieel wel een bilzondere be- zorgdheid konden betonen voor het Hel- lig Land en de daar gevestigde religieuze Instellingen, maar zich tegelik toch niet verhinderd zagen om maatregelen te nemen tegen diezelfde instellingen, wan- neet deze gepercipieerd werden als een zekere bedreiging inhoudend voor de lo kale stabiliteit. Tezelfderté illustreert deze casus hoe de Latijnse kanunniken van het Heilig Graf niet altijd evenveel vvoeling hadden met de subtiele Latijns Byzantijnse politick-culturele evenwich: ten die in verschillende regio's van het Latijnse keizerrik tot stand kwamen. An dere Latinse religieuze ordes, zoals de re cent opgerichte Franciscanen en Domi canen, deden het in dat opzicht beter. eden van beide ordes speelden dan ook een belangrijke rol in de besprekingen over Kerkelike eenheld tussen de pausen en de Byzantijnse patriarchen in Nikaia, dle in de jaren 1232-1234 en in 1249- 1254 plaatsvonden. Mede in het licht van die bereidheld tot het aangaan van de dialog met de Byzantiinse Kerk, is de prominente positie te beschouwen dle leden van de beide bedelordes innamen ‘aan het Latiinse keizerlijke hof. Leden van de canonicale Orde van het Hellig Graf daazentegen zouden noait als poll llcke adviseurs van de keizers actief alln. Daarmee blee! hun rol in het Latijnse im perium tot het kerkeliji-religieuze do- rein beperkt Slotwoord Deze korte bijdrage over het Heilig Grof-kapittel ~ en bijgevolg over de pro- tohistorie van de Ridderorde van het Hei lig Graf ~ is wellswaar niet meer dan een beschelden historische voetnoot, maar 2e illusteeert niettemin de internationale verspreiding en het aanzienlijke prestige waarover deze instelling beschikte, alsook hoe ze als dusdanig zidelings betrokken geraakte bij één van de meest ingriipen de politieke omwentelingen in de 13de couse Mediterrane ruimte, de Latijnse verovering van Konstantinopel en de daaruit voortvloeiende, gedeeltelijke lati- nisering van Byzantium, a Nieuws uit de Kapittelraad De Kapittelraad vergaderde op 1 april en op 20 mel jongst leden, In memoriam De onlangs overleden echtgenote van cfr Willem van der Eerden wordt in gebed herdacht. Benoemingen/Mutaties ie, Kleine Projecten: cfr Michael Brenninkmeljer wordt be- rnoemd tot lid van deze commissie en zal cst Corry Fibbe-Neute- lings per 1 juni opvolgen als secretaris Regio Noord-Oost: Csr Else August de Meijer wordt tot re- glovoorzitter benoemd. Zij volgt cfr Bernard Assink op die in middels raadsheer is Acquisitiebeleid Er ligt een korte notitie over dit onderwerp ter tafel, woar. over binnen de Kapittelraad wordt gediscussieerd. Tevens wordt hlerover van gedachten gewisseld tidens de vergadering van de Kapittelraad met de voorzitters/secretarissen van de regio's, welke evencens op 1 april 2003 heeft plaatsgevonden, Tijdens deze laatste vergadering Is ook de implementatie van de niew- Wwe toelatingspracedure aan de orde gekomen. Aangedrongen ‘wordt op verdere verdieping, ook van de kant van de Kapitte. raad. Op 25 september is er weer een vergadering met de voor- zitters/secretarissen van de regio's De Kapittelraad heeft vastgesteld dat het statutair mogelik is ‘om echtgenoten van leden foe te laten treden tot de Orde, ech- tor er wordt op gewezen dat dit niet wordt gepropageerd. Wan- ner een dergelifke voordracht zich voordoet, zal de betreffende person op zijn merites en waarde voor de Orde worden beoor deel De nadruk dient te liggen op jongeren om de vergrijzing ‘van het ledenbestand tegen te gaan met behoud van kialitelt en katholieke identitet Financién De Jaarstukken 2002 zijn binnen, evenals de goedkeurende accountantsverklaring. De thesaurier geeft een korte toelichting en stelt dat de kosten de baten overstligen. Dit vindt vooral zijn oorzaak in de gestegen kosten van het secretariaat en de webst te, alsmede de kosten met hetrekking tot de ledenbijeenkomn- Het jaarverslag van de Stichting Steun H.Land kwam op 19 met bij de secretaris binnen en zal dientengevolge pas in de volgen de vergadering (2 september) kunnen worden behandeld. Investituur 2004 te Maastricht Een herzien programma wordt besproken. De grote lijnen liggen nu wel vast en de Commissie Investituur is volop bezig de puntjes op de { te zetten, Er komen veel voorstellen binnen voor nieuvve leden, Wellicht meer dan 20. tr is afgesproken mogelike problemen te bespre- ken met de voorzitters van de regio's op 25 september aan- staande. Vanaf september zullen nieuwe kandidaten de investt- tuur in 2005 ontvangen, Lustrum 2004 De heer Ter Haar (deskundige die het symposium in 2004 ‘ede begeleidt) heeft in de Kapittelraadsvergadering een voor dracht gegeven over de te voeren discussie binnen de regio's

You might also like