You are on page 1of 3

‘Bewustzijn’ en diens relatie tot

‘aandacht’ en ‘geheugen’

Esther Jansen
Studentnr.: 3641082
Vak: Inleiding in de psychologie
Docent: A.Cilissen
Aantal woorden: …
Het bewustzijn is een complex gebeuren. Wetenschappers doen onderzoek naar de relatie
tussen het bewustzijn en de response op de wereld om ons heen. Het bewustzijn heeft
invloed op de manier hoe we naar dingen kijken en of we bepaalde gebeurtenissen
onthouden. Wat is de relatie tussen ons bewustzijn en onze aandacht en geheugen?

Het bewustzijn is onze subjectieve beleving van de wereld en van onze mentale activiteiten
(Gazzaniga, Heatherton & Halpern, 2010). Er zijn twee elementen van bewustzijn: datgene
wat we bewust meemaken en het niveau van bewustzijn. Het is belangrijk hierbij rekening te
houden met dingen bewust of onbewust doen. Immers, een interessant college wordt
bewust ervaren, maar slaap is een onbewuste gebeurtenis. Het bewustzijn verwijst dus naar
belevingen en hoe we die interpreteren.

Het bewustzijn heeft invloed op de aandacht die aan een bepaalde gebeurtenis wordt
geschonken. Aandacht is ontzettend belangrijk in het dagelijks leven. Door aandacht leren en
onthouden mensen, maar het gaat verder dan dat: aandacht is ook belangrijk voor de
veiligheid (autorijden vergt de nodige oplettendheid) en concentratie (het maken van een
tentamen). Aandacht en bewustzijn zijn nauw met elkaar verbonden. Het bewustzijn bepaalt
mede of de aandacht ergens op gevestigd blijft zodat men niet afgeleid wordt door andere
‘onbelangrijke’ dingen (Gazzaniga et al, 2010). Selectief luisteren en kijken leidt tot nieuwe,
wellicht belangrijke informatie die gebruikt kan worden op korte en lange termijn.

Bewustzijn kan ook worden gerelateerd aan het geheugen. Ons geheugen geeft ons
informatie over ervaringen en slaat het op, zodat het later ‘teruggevonden’ kan worden.
Sommige belevenissen worden een leven lang onthouden, anderen gaan aan ons voorbij. Dit
heeft te maken met de fase waar de beleving zich in stationeert. Er zijn drie fases van het
geheugen: het sensorische geheugen, het kortlopende geheugen en het langdurige
geheugen (Gazzaniga et al, 2010).

De eerste fase is het sensorische geheugen, het tijdelijke geheugen systeem, dat nauw
verbonden is met het sensorische systeem. Dit geheugen is oppervlakkig en zeer kortdurend,
niet meer dan een aantal seconden. De wereld wordt door dit systeem geanalyseerd zodat
er een continue stroom van informatie uit de omgeving binnenkomt. Men is zich vaak niet
bewust hiervan.

De tweede fase is het kortlopende (of werkende) geheugen. Informatie in het kortlopende
geheugen blijft daar 20 tot 30 seconden en verdwijnt daarna, tenzij het intensief herhaald
wordt of erover nagedacht wordt. Het kortlopende geheugen is een actief systeem die zaken
als geluiden, beelden en ideeën verwerkt.

De laatste fase van het geheugenmodel is het langdurige geheugen. Het langdurige
geheugen kan oneindig veel informatie opslaan voor een leven lang. Hier komt de
informatie die veelvuldig herhaald is, zoals genoemd bij het kortlopende systeem. Deze
informatie moet echter wel nuttig zijn, in de zin van dat het ons kan helpen onze omgeving
beter te begrijpen.
Bewustzijn kan worden gerelateerd aan de verschillende fasen van het geheugen. Bij de
eerste fase (sensorische geheugen) neemt ons bewustzijn dingen waar uit onze omgeving,
maar ervaren wij dit onbewust. In de tweede fase (kortlopende geheugen) worden zaken
met meer aandacht waargenomen en vervolgens, als het nodig wordt geacht, intensief
bestudeerd waardoor de informatie in het langdurige geheugen komt (de laatste fase). Het
bewustzijn bepaalt als het ware of iets belangrijk is (aandacht wordt erop gevestigd) en
daardoor kan de informatie worden opgeslagen, soms voor een leven lang. Daarom is het
bewustzijn onlosmakelijk verbonden met zowel aandacht als geheugen.

Reflectie

In de feedback werd aangegeven dat ik moest letten op de alinea indeling. Daar heb ik bij dit
essay goed naar gekeken. Vaak vond ik het moeilijk te bepalen welke stukken tekst bij elkaar
horen in een alinea en welke in een aparte alinea moeten worden gezet. Verder moest ik op
de inhoud letten, alleen de zaken bespreken waar het om gaat en geen overbodige
informatie geven. Ik heb stukken in Gazzaniga uitgezocht die het best het onderwerp
representeren en deze heb ik dan ook als enige gebruikt.

Referentie

Gazzaniga,M., Heatherton, T. & Halpern, D., 2010. Psychological Science.

Pag. 135, 136, 281, 282, 286-295.

You might also like