You are on page 1of 4

Kind in Aalst

Onze flinke dochter Tamara was behoorlijk lastig. Je zag het. Je hoorde het en voelde het
ook. Kortom: je kon gewoonweg niet anders dan opmerken dat zij er schoon genoeg van had
om vier hoog met haar poppen op het tapijt te zitten spelen, terwijl de ganse middag al een
verleidelijk zonnetje door de vensters binnenlonkte.

Aanvankelijk had alles zich beperkt tot een korte rustpauze wanneer ze, rondwandelend met
een pop in haar armen die wat hulp kon gebruiken bij het inslapen, in de zonnestralen terecht
kwam en er zich prompt gevangen wist. Het beurtelings uitdoven en aanzwellen van haar
slaapliedje, was voor mij het teken geweest dat zij erin slaagde de verlokkingen van de
stralende sirene met haar gezang te overstemmen. Gaandeweg was het zingen echter
stilgevallen en werd de pop alsmaar achtelozer meegesleurd.

Het was zonder meer duidelijk dat de gebundelde kracht van de gefilterde zonnestralen niet
zonder uitwerking bleven.

- Nu is het buiten zeker lente, papa ?

Ergens ter hoogte van het tafelblad staarden twee bruine oogjes mij leergierig aan. Tenzij ik
mij vergiste en zich vooral een geheime verwachting weerspiegelde in de onschuldige blik
van mijn dochtertje.

- Nee, Tamaraatje, het is zomer nu.


- Maar in de zomer is het buiten ook warm, hé papa?
- Ja meisje, nu is het buiten zéér warm.
- Maar, moest de zon weg zijn, zou het dan nog zeer warm zijn, papa?
- Neen, meisje, eens de zon weg is zal het snel weer afkoelen.
- En misschien wel regenen, hé papa, zoals gisteren?
- Ja, misschien krijgen wij wel weer onweer.
- Dan gaan wij zeker nu gauw naar het park, papa, anders moeten wij straks weer lopen
voor de regen!
- Neen, meisje, vandaag moet papa werken. Vandaag gaan we niet naar het park.
- Toe, papaatje, ik speel niet meer graag met mijn popjes. Ik wil naar het park gaan!
- Neen, Tamaraatje, papa moet werken nu.
- Toe, papa, toe!
- Nee, Tamaraatje. Als papa “neen” zegt, is het neen. En laat papa nu verder werken!

Het moet toegegeven worden: ze hield zich kranig, mijn dochtertje. Geen gezeur, geen
voetengetrampel. Geen geween. Neen, mijn dochter wist wanneer zij moest toegeven en
aanvaardde haar verlies als een grote meid. Toch een slim meisje, die Tamara!

Rustig raapte zij haar popjes op en stopte ze in haar speelgoedkoffer. Even nog sloeg ik haar
gade uit het wit van mijn ogen, maar toen zij met een fruitsap uit de keuken terugkeerde en
zich behaaglijk in de zetel nestelde met haar favoriete prentenboekjes, wist ik de vrede
bezegeld.

Ik nipte even aan mijn ondertussen koude koffie – dat komt er allemaal van, smaakt naar niks
meer! – en werkte verder aan mijn artikelstatistiek.
Twee producten en honderdtwintig stuks verder:

- Papa ….
- Ja, meisje?
- Gij ziet mama wel graag, hé ?
- Ja, meisje.
- En Tamaraatje ook, hé?
- Natuurlijk, meisje!
- Gij zoudt wel niet willen dat ik ziek wordt, hé papa?

“Lap”, dacht ik bij mezelf, “mevrouw zet haar tweede offensief in. Maar dat ging nu eens
niet lukken zie! Daar zou ze vroeger moeten voor opstaan, die sluwe meid!

- Nee, meisje, ik heb niet graag dat je ziek wordt, maar één dagje binnen zitten zal je
echt geen kwaad doen. Laat papa nu alsjeblief verder werken, wil je?
- Ja, papa, maar ik zat deze week toch al bijna alle dagen binnen en tante Mieke zei
gisteren nog dat ik er zo wittekens uit zie en dat zij al bijna dacht dat ik ziek was en
toen heeft mama gezegd dat gij op zaterdag en zondag met mij zou gaan wandelen en
dat ik er veel gezonder zou uitzien moest ik maar wat meer buite komen en vandaag is
zondag, hé papa?

Eigenlijk had ze daar wel een punt: ze zàg er maar bleekjes uit, onze Tamara. Tja, een kind
tussen muren, een appartementskind, een hokjesmensje … twéé maanden vakantie kregen die
snotaapjes, maar als je niet naar het zuiden trekt, dan is zo’n meid in feite nog beter af op
school!

Wat er ook van zij, de statistiek kon wachten tot ’s avonds, maar vanavond zou er geen zon
meer zijn voor mijn meisje. Wie weet trouwens of we de volgende dagen nog konden gaan
wandelen? Het weer kon best omslaan. Vorig jaar was het toch ook zo gegaan; 2 weken
hoogzomer, maar daarna was het beginnen regenen tot het einde van de vakantie ...

Even later huppelde een onafgebroken taterende Tamara uitgelaten naast mij de trappen af.

- Gaan wij weer langs de Zeepbergbrug, papa?


- De wàt, Tamara?
- De Zeep-Berg-Brug!
- Malle meid. De Zéé-Berg-Brug bedoel je!
- Maar nee, papa, de Zéép-Berg-Brug! Je weet wel: waar de Dender gewassen wordt!

Ik moest onwillekeurig lachen. Een van die bandieten van nonkels had haar weer eens goed
te grazen genomen! De Dender wassen aan de Zeepbergbrug. Dat verdiende een prijs! Man,
man, man, … de idee!

- Papa, gaan wij dan langs de Zeepbergbrug om te kijken hoe ze de Dender wassen?
- Ja meisje, we zullen langs de brug wandelen. Ik zal je de restanten tonen van de oude
Zeeberg-brouwerij, waarnaar de brug genoemd werd.

Even later stonden wij op de brug en overtuigde Tamara mij van haar gelijk: ik kon er mij
inderdaad zelf van overtuigen hoe wat verder, aan het Sas, de Dender gewassen werd: een
vlokkende schuimmassa klom uit het kolkende water tegen het houten staketsel omhoog en
onttrok dit goeddeels aan het gezicht.

Tamaraatje vond het een enig zicht. Zij interpreteerde het schuim zonder meer positief: Hier,
voor haar ogen werd die vuile, stinkende waterstroom gewassen om dan als een mooie,
idyllische rivier verder te stromen. Hoe leg je zo’n kind uit dat dit schuim toch niet helemaal
kan vergeleken worden met het schuim dat thuis bij het wassen van de vaat geproduceerd
wordt. lhoewel: in tegenspraak met berichten over “natuurlijke oorzaken”, circuleert in Aalst
sinds jaar en dag de niet bevestigde uitleg dat de schuimbergen op het traject van de Dender in
werkelijkheid veroorzaakt worden door lekken of lozingen in een bedrijf uit Ath.
Tja … hoe verklaar je dat schuim? Pollen in april; wellicht vruchten in september … en
buiten deze periodes dan ?

Hoe dan ook. Er werd weer gevist op de Dender. En de rivier stonk ook belange niet meer
zoals in mijn jeugd. Er was nog hoop voor het nageslacht! Toen ik glimlachend op mijn
dochtertje neerkeek, merkte ik dat ook zij het schuim al vergeten was.

- Nogal een geluk hé, papa, dat wij zo vlug vertrokken zijn
- Ja, hé, nu hebben we lekker veel tijd om te wandelen !
- Maar neen, papa. Anders zaten we wel weer in de regen, hé!
- Regen?
- Straks zal de zon wel helemaal achter de wolken weggestoken zijn, hé papa!

Ik keek omhoog. In de ganse lucht: geen wolkje te bespeuren.

- Maar meisje toch, ik zie helemaal geen wolken!


- Haha

Haar betweterig lachje ergerde mij.


Gelukkig kreeg ik vlug tekst en uitleg. Verwonderd omdat haar papa zo dom kon zijn beval
mijn kleine meid:

- kijk ‘ne keer achter U!

En met haar kleine vinger wijzend naar de schouwpijp van de Aalsterse zetmeelfabriek van de
Syral-groep, verklaarde ze slim:

- Kijk maar eens, papa, hoeveel wolken er uit die schouw komen! Kom, laat ons snel
verder gaan, want straks zijn wij toch nog te laat!

Ik stond perplex en vond de moed niet om de kleine dame uit te leggen dat die mooie wolkjes
veel te weinig water bevatten om het weer te doen keren. Ondertussen dacht ik wel opnieuw
terug aan mijn eigen jeugd, toen Syral nog “De Glucoseries Réunies” heetten, of “Amylum”
en de halve stad regelmatig een fijne suikerregen te verwerken kreeg en wakker werd onder
een dunne, kunstmatige sneeuwlaag die huizen en auto’s gelijk beetje bij beetje aan het
omtoveren was in een onbewoonbare, kleverige, stinkende fabriekskoer.

Gelukkig was er heel wat verbeterd in Aalst! Het verkeersvrije Stadscentrum, de opkuis van
de historische gebouwen, de gebouwenverlichting … beetje bij beetje kon de stad concurreren
met toeristische attracties uit Frankrijk en Italië … Glimlachend wandelde ik verder, terwijl
mijn flinke dochter aan mijn hand de grote wereld afspeurde naar nieuwe ontdekkingen.

Even later kuierden wij in het mooie stadspark tussen de mooi verzorgde grasperken en
prachtige aanplantingen door naar het romantische melkhuisje en genoten wij van het zomers
groen, de kalmte, de ontspannen sfeer op het terrasje en de spelende kinderen op het grote
speelveld.

Het leek een andere wereld, een soort alternatief milieu waar een kind nog een kind mag zijn
en waar ook voor de ouden van dagen een plaatsje was ingeruimd dat hen toeliet op eigen
tempo te genieten van een biertje, een kaartje, of gewoon de geur van gras en bloemen.

Mijmerend volgde ik Tamara op haar onvoorspelbare tocht kris-kras over het speelveld en
verder, tussen de bomen door richting Osbroeck.

- Papaaaa!
- Ja meisje?
- Waarom zwemmen al die vissen op hun zij, papa?

Pollen op Dender

• zaterdag 24 april 2010


• Bron: Het Nieuwsblad
• Auteur: (vg)

AALST - Wandelaars merkten aan de Sint Annabrug veel schuim op het water. De brandweer stelde vast dat
veel pollen en bloesems in het water waren terechtgekomen. Het natuurlijke product zorgde voor schuim op de
Dender.

http://board.digif.eu/viewtopic.php?f=20&t=6456&start=0

• 11 juni 2008, 20h58


• Re: Langs de dender
• tozumi schreef:

Wat is de Dender toch mooi (als er niet teveel schuim op staat …)


Wie gaat zich daar in wassen met Fa of Dove zeep? - of is er een schipper die zijn bootje gawassen heeft met
Dreft?

You might also like