You are on page 1of 5

De pekelzonde van Morales

http://www.mo.be/artikel/de-pekelzonde-van-morales
Bolivia
24 november 2010 ( MO* ) — De helft van de wereldvoorraad lithium zit in het grote
zoutmeer van Uyuni in Zuid-Bolivia. De grondstof wordt onder meer gebruikt in h
erlaadbare batterijen voor laptops en elektrische auto’s. In plaats van het lithiu
m door buitenlandse firma’s te laten ontginnen, houdt de Boliviaanse staat het pro
ces in eigen handen. Een ongezien experiment van president Morales, succes niet
gegarandeerd.
‘Komen jullie voor òns lithium?’, grinnikt Samuel Yankue van de boerenvakbond Frutcas.
Dat komt goed uit. Samuel haalt drie proefbuisjes uit een lade van zijn bureau
en houdt ze demonstratief voor onze neus. In één buisje zit lithium-carbonaat, in he
t tweede kaliumchloride, in het derde boorzuur. In de rug gedekt door een portre
t van Evo Morales straalt de jonge boerenleider het herwonnen zelfvertrouwen van
de Boliviaanse inheemsen uit. De boodschap komt aan: jullie in het Westen hebbe
n lithium nodig, wij hebben het bij de hand.
We treffen Samuel in het hoofdkwartier van Frutcas in het woestijnstadje Uyuni.
Landbouw is van weinig tel in de streek, de grond en het klimaat zijn te schraal
. Maar al organiseert Frutcas hoofdzakelijk keuterboeren die quinoa of lama’s tele
n, de bond heeft een militant verleden en staat hier sterk. Wie Frutcas tegen he
eft, krijgt miserie.
Uyuni leeft hoofdzakelijk van toerisme. Trekkers uit de hele wereld komen de Sal
ar de Uyni bezoeken, het zoutmeer van maar liefst 10.000 vierkante kilometer. Vr
oeger trokken er zoutkaravanen over de zoutkorst van het meer, nu maken jeeps er
uitstappen naar het unieke cactusseneiland midden in het meer. Het is al lang b
ekend dat het zoutmeer rijk is aan mineralen en zouten voor de industrie. Er kan
kaliumchloride worden uitgehaald, een grondstof voor kunstmest. Maar vooral lit
hium wordt een rage. Lithium wordt verwerkt in glas, keramiek, medicijnen (Kurt
Cobain’s Lithium!) én herlaadbare batterijen –intussen goed voor twintig procent. Nu d
e autoconstructeurs overschakelen naar elektrische voertuigen, zou de vraag naar
lithium de komende jaren exploderen. Dan staat Bolivia sterk. Want de helft van
alle wereldvoorraden zit in het zoutmeer van Uyuni.
Chili en Argentinië voeren de lijst van de producenten aan. Bolivia produceert nog
geen lithium maar daar komt nu snel verandering in. Over een half jaar begint B
olivia zijn voorraden te exploiteren op semi-industriële schaal. Het project is Ci
en por Ciento Estatal, de Boliviaanse staat houdt het project voor honderd proce
nt in eigen handen. Met dank aan Frutcas. Had de boerenvakbond er niet aan gesle
urd, Bolivia zou nu niet op de lithium-trein kunnen springen.
No yankees
De voorgeschiedenis kende heftige momenten. Francisco Quisbert, een ancien van F
rutcas, heeft ze allemaal meegemaakt. Destijds hebben de mensen van Uyuni een Am
erikaanse multinational weggejaagd die voor eigen rekening het lithium uit de Sa
lar wilde ontginnen. ‘De Lithium Corporation of America,’ vertelt Francisco, ‘kreeg ei
nd jaren tachtig een lithium-concessie in de Salar. Aan ons was niets gevraagd.
En dat erwijl de Salar van ons is. Onze voorouders hebben het gebied ooit afgeko
cht van de koning van Spanje.’ Bovendien was het zoutmeer in de jaren zeventig uit
geroepen tot Reserva Fiscal of staatsdomein. Met als gevolg dat buitenlandse bed
rijven er geen uitbating konden bezitten. Lithco kreeg alsnog een concessie van
een gewillige regering in La Paz. Maar de bevolking kwam in opstand.
‘Vijf eeuwen lang hebben mijnbedrijven het zilver en tin uit Bolivia weggesleept,
terwijl Bolivia straatarm bleef’, zegt Francisco Quisbert. ‘We konden niet aanvaarde
n dat met het lithium van de Salar hetzelfde zou gebeuren.’ Begin 1990 bereikten d
e marsen, stakingen en blokkades een climax. De president was verplicht het cont
ract met Lithco te annuleren. De Amerikaanse multinational pakte zijn biezen en
verkaste naar een zoutmeer in Argentinië. Quisbert: ‘Wij hebben toen beslist dat we
onze Salar pas zouden uitbaten als de tijd rijp was.’ Er volgden nog andere volksm
obilisaties. Zo werd de Beweging voor het Socialisme (Movimiento al Socialismo,
MAS) van Evo Morales groot. De grootste gevechten met opeenvolgende regeringen i
n La Paz waren gericht tegen de privatiseringen van de natuurlijke rijkdommen. I
n 2005 won Morales de verkiezingen met een absolute meerderheid. Met zijn eerste
bestuursdaad als president pakte Morales –de eerste inheemse president van Latijn
s-Amerika–de gas- en oliewinning aan, de rijkste sector van het land. ‘Het kan niet,’
zo stelt het beruchte Decreet 28701 van 1 mei 2006, ‘dat een volk wordt beroofd va
n zijn middelen van bestaan.’ Bolivia verwierf opnieuw de controle over de gas- en
petroleumvoorraden, de belangrijkste van Latijns-Amerika na de voorraden van Ve
nezuela. Met het gasdecreet kreeg de schatkist aanzienlijke nieuwe inkomsten.
De “nationalisatie” van 2006 was een begin. In het voorjaar van 2008 riep de regerin
g de Recursos Evaporiticos –de verdampingsmaterialen van de Salar de Uyuni– uit tot
een strategische troef voor de industrialisatie van Bolivia. In dat dossier ging
een Belgisch ingenieur een cruciale rol spelen.
Belgisch expert
Guillaume Roelants komt naar onze eerste ontmoeting met een helm onder de arm. ‘Ik
ga er ‘s zondags met de motor op uit’, zegt hij. ‘De omgeving van La Paz is prachtig.
Hier vlakbij ligt er nog sneeuw op de toppen. Maar tachtig kilometer naar het o
osten kom je in de laagvlakte en wordt het klimaat veel milder.’
Roelants kwam in 1981 als coöperant naar Bolivia. Hij werkte eerst in een project
met kalkovens en later als kaderlid van de firma Tierra. Die sociale onderneming
, collectief geleid door de werknemers, produceert boorzuur in een fabriek op 50
00 meter hoogte, tegen de grens met Chili. Roelants woonde lange tijd in de stre
ek en werkte er nauw samen met Frutcas. De boerenleiders zijn stuk voor stuk per
soonlijke vrienden.
Begin 2008 vroeg de Boliviaanse regering Guillaume Roelants of hij wilde meewerk
en aan haar lithium-project. Roelants’ expertise met de productie van boorzuur ble
ek onmisbaar. In mei werd het project officieel gelanceerd, toen president Moral
es aan de Salar de Uyuni de eerste steen legde van een lithium-pilootfabriek. De
president was van meet af aan klaar en duidelijk: dit was een onderneming van d
e Boliviaanse staat, in uitvoering van het nationalistische programma van de Bew
eging voor het Socialisme, dat vooropstelde dat Bolivia zich zijn natuurlijke ri
jkdommen opnieuw moest toe-eigenen. En daarbij bleef het niet. Lithium moest ook
de opstap worden naar de industrialisatie van het land. Want, zou Morales later
verklaren, ‘we gaan hier zelf batterijen fabriceren en daarna ook elektrische voe
rtuigen’.
Guillaume Roelants werkt op de negende verdieping van een kantoorgebouw nabij he
t Prado, de centrale laan in La Paz. Daar is de Gerencia de Recursos Evaporitico
s gehuisvest, een dienst binnen het Mijnwezen van de Boliviaanse staat die moet
zorgen dat Bolivia een lithium- en kali-producent wordt. ‘Grondstoffen moet je in
eigen land verwerken’, zegt Roelants. ‘Bolivia heeft er niets aan als het ze onverwe
rkt exporteert.’ Roelants staat achter Morales’ nationalistische project. ‘Al moeten w
e oplossingen zoeken voor uiterst complexe problemen, we schieten goed op. We he
bben intussen acht patenten genomen op technieken die we zelf hebben ontwikkeld.’
Snelle verdamping
Met Francisco Quisbert aan het stuur rijden we vanaf Uyuni naar het westen, kris
kras een piste zoekend door de duinen, naast de officiële hoofdweg want die ligt z
o ongelijk als maar kan. Fracisco neemt ons mee naar de werf van de pilootfabrie
k en naar de andere installaties in de Salar.
Er rijdt nog een passagier mee, Antonio, een bouwvakker. Hij is midden in de Sal
ar gestationeerd. ‘Drie weken werken,’ zegt Antonio, ‘één week vakantie bij mijn gezin.’ Ni
t bepaald een benijdenswaardig regime. De wind in de Salar snijdt nijdig. De man
nen logeren in containers naast de werf, ver van alle ontspanning. Overdag is he
t tot vijftien graden maar ‘s nachts kan het kwik tot onder het vriespunt zakken.
De studie van de zoutmeren van de Andes is jong. De grote specialist, de Fransma
n François Risacher, werkt al dertig jaar aan de Salares maar begint nu pas algeme
ne conclusies te trekken. Het zoutmeer van Uyuni is het grootste van heel Latijn
s-Amerika. De Luikse onderzoeker Eric Pirard deed eind jaren negentig onderzoek
aan het tweede zoutmeer in Bolivia, de Salar de De boodschap komt aan: jullie in
het Westen hebben lithium nodig, wij hebben het bij de hand. Coipasa, die 3300
vierkante kilometer meet. Pirard geeft nog altijd advies aan het lithium-team.
De onderzoekers weten nu dat de Salares bijzonder complexe systemen van scheikun
dige elementen en zouten zijn. Ze liggen bovendien op grote hoogte –de Salar de Uy
uni op bijna 4000 meter– en tamelijk dicht bij de tropen. Daarom is de verdamping
er bijzonder sterk. Het lithium en het boor zijn van vulkanische oorsprong. In h
et zoutmeer van Uyuni worden ze vanuit vulkanisch gebergte in het Zuiden aangevo
erd door de Rio Grande en de Rio Colorado. Waar die rivieren in het meer uitmond
en, zijn de lithium-concentraties het grootst. Daarom bouwt Bolivia zijn install
aties aan de zuidkant van het meer.
De ploeg van Antonio legt vier bekkens aan, samen zestien hectare groot. Bulldoz
ers werpen lange wallen op, met zout als bouwmateriaal. De bekkens zullen aan de
binnenkant bedekt worden met waterdichte matten, zodat er niets kan weglekken.
Ze zullen gevuld worden met pekel die wordt opgepompt van onder de zoutkorst van
het meer. De zoutkorst van de Salar is sterk genoeg om de constructies te drage
n. Vervolgens moeten zon en wind hun werk doen en verdampt de pekel. Op de bodem
van de bekkens blijft dan bezinksel achter, dat verwerkt zal worden in de piloo
tfabriek.
In het gehucht Llipi Loma, niet ver van het spoorweg-emplacement van Rio Grande,
wordt de pilootfabriek opgetrokken. Ze ligt ruggelings tegen een heuvel, beschu
t voor de strakke wind van de zoutvlakte. Boven op de heuvel wapperen de Bolivia
anse vlag en de wiphala, het felgekleurde symbool van de Boliviaanse inheemsen.
De ruwbouw van de fabriek is klaar. De komende maanden worden de machines geplaa
tst en het nieuwe laboratorium ingericht. In mei of juni 2011 zou de productie m
oeten beginnen, haast een jaar later dan aanvankelijk gepland. In het begin zoud
en er elke maand 40 ton lithium-carbonaat en 700 tot 1000 ton kaliumchloride moe
ten worden geproduceerd. Dat worden de voornaamste commerciële producten.
Gletsjers smelten
Op heldere dagen heeft La Paz een schitterend uitzicht op de Illimani-berg met z
ijn vier besneeuwde toppen. ‘Vroeger ging ik skiën vanuit La Paz’, zegt Oscar Vargas v
an het lithium-team. ‘Maar dat is er niet meer bij, de sneeuw en de gletsjers smel
ten.’
Het is menens. De gletsjers worden dunner en Bolivia zal voortaan met minder sme
ltwater uit het hooggebergte moet leven. De klimaatverandering drijft ook presid
ent Morales tot actie. Tijdens de Klimaatconferentie van Kopenhagen stelde hij z
ich erg militant op tegenover de rijke industrielanden. Maar Morales vindt ook d
at Bolivia zelf inspanningen moet doen om, zoals hij het uitdrukt, de energiemat
rix om te keren. Het lithium-project past helemaal in dat opzet.
Eind oktober 2010 steekt Morales weer een tandje bij. Hij maakt bekend dat Boliv
ia de volgende vijf jaar zelf 640 miljoen euro gaat investeren: 140 miljoen euro
om zelf lithium-carbonaat te produceren, 210 miljoen euro om kaliumchloride te
produceren –telkens met eigen Boliviaanse technologie– en nog eens 290 miljoen euro
om in het buitenland toptechnologie te kopen voor de eigen productie van batteri
jen voor elektrische voertuigen. ‘We willen de markt van de elektrische voertuigen
aanzwengelen’, zegt president Morales. ‘Dat is ons engagement voor het klimaat’.
‘We kunnen dat nooit alleen’, zegt Alejandro Chavez, prof scheikunde aan de Technisc
he Universiteit van Oruro. Hij stipt aan dat er in de Salar de Uyuni veel meer m
agnesium zit dan in het grootste Chileense zoutmeer in Atacama. ‘Magnesium van lit
hium scheiden is ingewikkeld, dat probleem wordt serieus onderschat’, aldus Chavez
. Volgens hem heeft de Boliviaanse staat bovendien veel te weinig goede technici
in dienst. ‘De goede mensen werken voor de privébedrijven die goed betalen.’ Presiden
t Morales, die zichzelf een karig loon betaalt en uitvaardigde dat niemand bij d
e staat meer mag verdienen dan hijzelf, draagt daarvoor mee de verantwoordelijkh
eid.
En we vangen nog meer kritische geluiden op. Na de grote mobilisaties van het ve
rleden krijgt de beweging van president Morales last van minder fraaie reflexen.
We horen dat MAS-mandatarissen vriendjes droppen op posten bij de staat. Ze pro
beren dat ook te doen bij het lithium-team. Lokale MAS-politici steken elkaar st
okken in de wielen om projecten van de staat naar hun streek te halen. Zo was er
heibel aan de Salar de Coipasa, die nochtans ook met een proefstation aan het n
ationale lithium-project zal meewerken.
Sommige onderzoekers beginnen zich af te vragen of de gulle politiek van preside
nt Morales wel vol te houden is. Fernanda Wanderley, sociologe aan de UMSA-unive
rsiteit in La Paz: ‘De regering geeft veel geld uit aan sociale en economische pro
gramma’s. Ze bekostigt die projecten met de opbrengsten uit de gassector. Maar daa
r zien we twee zorgwekkende ontwikkelingen. Ten eerste verminderen de reserves z
ienderogen. Ten tweede vallen de investeringen om nieuwe reserves te zoeken teru
g. In het ergste scenario zijn de gasreserves over drie-vier jaar op en haalt de
regering daar geen inkomsten meer uit.’ Die tendens zou ook het lithium-project k
unnen hypothekeren.
Zonder de grote jongens
Moet de regering dan toch maar toegeven aan de druk en multinationale bedrijven –d
ie het geld en de expertise hebben– betrekken bij het lithium-project? De bedrijve
n willen niet liever. ‘Iedereen kan toetreden tot ons wetenschappelijk comité’, zegt G
uillaume Roelants. ‘Maar wel op onze voorwaarden. Alle kennis van het comité blijft
eigendom van de Boliviaanse staat.’ Een aantal bedrijven, zoals het Franse Bolloré,
is intussen in het comité gestapt, zij het met behoorlijk wat tegenzin. Maar binne
n de regering is er geen eensgezindheid. Sommige ministers vinden naar verluidt
dat privé-investeerders toch lithium-concessies zouden moeten krijgen.
‘De multinationals stalken ons’, zegt ingenieur Roelants. Bij Hector Cordova, de vic
e-minister van Mijnen, liggen hun studies op tafel. Hij toont de voorstellen van
Kores uit Korea, de Japanse alliantie (van Sumitomo, Mitsubishi en het overheid
sagentschap Jogmec) en van de kandidaat die er het laatst is bijgekomen, de groe
p CITIC Guoan uit China. Alle volgen ze uiteenlopende strategieën om Bolivia te ve
rleiden. Sumitomo baat al de grootste zilvermijn van Bolivia uit en wil invester
en in de winning van energie uit warmwaterbronnen. De Franse ambassadeur beharti
gt de belangen van Bolloré. Hij is zelfs in Potosi gaan praten met lokale leiders,
die traditioneel in politieke concurrentie leven met Uyuni. CITIC Guoan zou and
erhalf miljard euro geboden hebben om het lithium-project integraal over te neme
n. Maar tot dusver houdt Bolivia het been stijf. Vice-minister Cordovà: ‘De uitbatin
g doen wij zelf, daarover bestaat geen enkel akkoord.’
De eerste fase blijft honderd procent van de Boliviaanse staat, Cien por Ciento
Estatal. Daarna, wanneer Bolivia in eigen beheer lithium-carbonaat en kaliumchlo
ride produceert, mogen de multinationals meewerken. ‘Het volk is aan de macht, dit
is onze regering’, zegt Francisco Quisbert in Uyuni. Maar net zo min hij aangesto
ken is door het licht xenofobe indigenismo van de jongere boerenleiders, net zo
min lijdt hij aan idolatrie voor Evo Morales. ‘Als Evo het op een akkoord gooit me
t de multinationals, dan gaan we ook met hem in de clinch.’

Deze reportage kwam tot stand dankzij de steun van het Fonds Pascal Decroos voor
Bijzondere Journalistiek en GRESEA.

You might also like