You are on page 1of 59

OPDRACHT

#NIEUWWELZIJN
IJSSELMONDE
2012-2015






















Rotterdam, februari 2012
OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
2
Inhoudsopgave


1 Inleiding ................................................................................................................................. 3
1.1 Aanleiding................................................................................................................................. 3
1.2 Beleidsopgave .......................................................................................................................... 3
1.3 Toelichting bij de opdracht ....................................................................................................... 6
1.4 Inkoopmodel ............................................................................................................................. 9
1.5 Budget & contractduur ........................................................................................................... 10

2 De opdracht ........................................................................................................................ 11
2.1 Resultaat ................................................................................................................................ 11
2.2 Sociale cohesie en leefbaarheid ............................................................................................ 12
2.2.1 Probleemdefinitie ................................................................................................................... 12
2.2.2 Opdracht & resultaat .............................................................................................................. 14
2.2.4 Huidige projecten ................................................................................................................... 15
2.2.5 Huidige samenwerkingsverbanden ........................................................................................ 16
2.3 Zelfredzaamheid .................................................................................................................... 18
2.3.1 Probleemdefinitie ................................................................................................................... 18
2.3.2 Opdracht & resultaat .............................................................................................................. 19
2.3.4 Huidige projecten (Optioneel) ................................................................................................ 22
2.3.5 Huidige samenwerkingsverbanden ........................................................................................ 23
2.4 Kwaliteitseisen ....................................................................................................................... 26
2.5 Randvoorwaarden .................................................................................................................. 27
2.6 Toekomstige opdrachten ........................................................................................................ 28
2.6.1 Concreet ................................................................................................................................. 28
2.6.2 Optioneel ................................................................................................................................ 29


Bijlagen
I De staat van IJsselmonde ...................................................................................................... 32
II Begrippenlijst .......................................................................................................................... 46
III Literatuurlijst ........................................................................................................................... 51
IV Versterking Zelfredzaamheid Burgers IJsselmonde ............................................................. 52
V Overzicht ............................................................................................................................... 59

OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
3
1 Inleiding

1.1 Aanleiding
De landelijke en lokale bezuinigingen op de domeinen zorg en welzijn, de decentralisatie van
overheidstaken en het besef dat het aanbod voor de burger vraaggericht en effectiever moet, maken
het noodzakelijk om welzijn en zorg veel meer met elkaar te verbinden.

De deelgemeente IJsselmonde staat, net als de rest van Rotterdam en het hele land, voor een nieuwe
stap in het doorontwikkelen van de Wmo en het welzijnsbeleid. Met de Kadernota Welzijn uit 2008 is
een begin gemaakt, diverse recente ontwikkelingen vragen om verdergaande vernieuwing.
Ontwikkelingen in de AWBZ en kortingen op het gemeentefonds liggen in het verschiet. De noodzaak
om minder zelfredzame en kwetsbare burgers effectiever en efficinter te ondersteunen, wordt door
de gemeenten en het maatschappelijk middenveld erkend.

De deelgemeente is verantwoordelijk voor welzijn in de wijken. Maar wat is nu eigenlijk welzijn? Op
deze vraag kunnen twee antwoorden worden gegeven, door welzijn zoals het tot nu toe ingericht was
te definiren of door te omschrijven hoe het in de nabije toekomst zal zijn. Welzijn verwijst volgens
dr. Piet Houben
1
naar een balans op de voor mensen essentile levensdomeinen: gezondheid, sociaal
netwerk, materile zekerheid, arbeid/presteren en zingeving. Tot nu toe vervulde welzijn in
IJsselmonde een ondersteunende rol op verschillende beleidsterreinen door het organiseren van
algemeen maatschappelijk werk, sociaal cultureel werk, opbouwwerk en peuterspeelzaalwerk.
Verschillende organisaties en verschillende professionals bedienden verschillende doelgroepen.

Het rapport Focus en Massa: Transformatie Welzijn IJsselmonde dat in de zomer van 2011 werd
uitgebracht, bevatte de resultaten van het deelgemeentelijk onderzoek
2
naar het functioneren van de
IJsselmondse welzijnssector. Hieruit werd duidelijk dat de versnippering van de opdracht en de
onscherpe opdrachtgeversrol van de deelgemeente debet waren aan het gebrek aan effectiviteit en
efficintie van de inzet. Daarnaast bleken ook de opdrachtnemers te weinig innovatief en visionair. De
deelgemeente haar opdrachtgeversrol beter inrichten door zich te focussen op haar kerntaken en
complementair te zijn aan andere (stedelijke) inzet. Het verwerven van een goede informatiepositie is
essentieel voor het bepalen van de maatschappelijke opgave. Hierbij moet ze massa maken door de
verbinding met haar netwerkpartners te zoeken om een gezamenlijke agenda op te stellen. Deze
opdracht is een eerste vertaling van de opgave.

1.2 Beleidsopgave

Visie
Welzijn moet zich ontwikkelen vanuit haar unique selling point, namelijk de kennis van de wijk en de
toegang tot alle burgers: minder zelfredzame en kwetsbare burgers. Welzijn IJsselmonde Nieuwe Stijl
nut zijn relatie met de burgers uit om hen te mobiliseren en te signaleren. Deze beweging verbindt zij
met de behoeften die de bewoners als collectief en als individu hebben. Hierbij sluit zij aan op de
functies die andere organisaties in de wijk vervullen. Het welzijnswerk kan in wijken en buurten
verbindingen leggen om te komen tot een sterk sociaal netwerk. Zo kan voorkomen worden dat
kwetsbare mensen in gespecialiseerde kokers terechtkomen, door hen tijdig de juiste ondersteuning te
bieden. Om de gewenste verbetering van doeltreffendheid en doelmatigheid te bereiken, is in

1
Emeritus hoogleraar Toegepaste Sociale Gerontologie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam.
2
Uitgevoerd door de heer de Klerk .
OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
4
uitgangspunten en werkwijzen een aantal verschuivingen nodig. Het welzijnswerk en de zorg zijn,
zoals het nu functioneert, te aanbodgericht en spreken de eigen kracht van burgers te weinig aan. De
verbinding tussen de beide sectoren komt moeizaam tot stand.

Door de sociale netwerken en sociale cohesie te versterken wordt de 0-de lijn omvangrijker en sterker.
In de categorisering van ondersteuning en hulpverlening is er sprake van drie niveaus: van de nulde
lijn wordt gesproken als niet-professionele hulpverleners zorgbehoevenden op weg helpen naar de
eigenlijke gezondheidszorg of elkaar ondersteunen in de zorg. De eerstelijnszorg is de eerste,
laagdrempelige, niet-gespecialiseerde stap in de georganiseerde hulpverlening. Deze is bij uitstek in
staat om problemen te signaleren en door te verwijzen als meer begeleiding nodig is. Ze kan ook voor
de nazorg instaan. De tweedelijnszorg wordt gevormd door hulpverleners die slechts na verwijzing
kunnen worden geconsulteerd, zoals een ggz-psycholoog, waarvoor door het consultatiebureau een
verwijsbriefje wordt gegeven.

De nuldelijn is bij uitstek het domein van de aanbieder die signalen opvangt en faciliteert. Ook de
eerste lijn wordt zoveel mogelijk door welzijn georganiseerd in de vorm van collectieve
(vrijwilligers)ondersteuning en tijdelijke professionele ondersteuning. De tweede lijn is de professionele
zorg- en hulpverlening, en deze is dus een belangrijke partner voor de welzijnsaanbieder. Tussen
deze niveaus heeft welzijn een makelende functie: aanbod en vraag van ondersteuningsvormen wordt
zoveel mogelijk via vrijwilligers verbonden en burgers die specialistische ondersteuning nodig hebben
worden naar zorginstellingen doorgeleid.

Kernpunten van de veranderingen in welzijn en zorg zijn:

Van Naar
Scheiding zorg en welzijn Verbinding zorg en welzijn
Aanbodgericht Vraaggestuurd
Verzorgde burger Zelfredzame burger
Curatief Preventief
Verkokerde dienstverlening Integrale dienstverlening
Individuele voorzieningen Collectieve & individuele voorzieningen
Gefragmenteerd In samenhang
Input/output sturing Sturen op maatschappelijk effect
Handelingsbeperkte professional Handelingsvrije professional
Taakverantwoordelijkheid Systeemverantwoordelijkheid
Exclusief beleid Inclusief beleid
3


Doelgroep
De doelgroep betreft in beginsel alle bewoners van IJsselmonde, van jong tot oud met diverse
culturele achtergronden op wijk-, buurt-, straat- en huisniveau. De inzet richt zich zowel op de
zelfredzame burger die een bijdrage kan leveren aan de leefbaarheid en sociale cohesie in de wijk als
de kwetsbare burger die mede door inzet van zelfredzame burgers in ontwikkeling naar meer
zelfredzaamheid moet worden gestimuleerd (burgerkracht). De overheid heeft hier als taak burgers te
activeren en hun netwerken te ondersteunen en verbinden. Het vergroten van wat de burger zelf kan,
richt zich op alle bewoners van IJsselmonde, met bijzondere aandacht voor de volgende doelgroepen:

3
Met inclusief beleid maakt de gemeente algemene voorzieningen ook bereikbaar voor mensen met
beperkingen. Inclusief beleid houdt vooraf rekening met de verschillende mogelijkheden en beperkingen van
mensen. Dat komt bijvoorbeeld tot uitdrukking in levensloopbestendige woningen, een adequate inrichting van de
openbare ruimte en een goede toegankelijkheid van vervoer en openbare gebouwen.
OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
5
Ouderen;
Mensen met een beperking op n van de levensdomeinen;
Jongeren die dreigen uit te vallen.

In IJsselmonde zijn er ongeveer 12.000
4
mensen die onvoldoende of niet in staat zijn zichzelf te
redden in de huidige situatie en zelf geen ondersteuning kunnen organiseren. Het doel is het
vermogen van mensen om zichzelf te kunnen redden op de verschillende levensdomeinen te
vergroten
5
(lichaam en geest, materile zekerheid, algemene levensvaardigheden en arbeid en
presteren). De beperkt zelfredzame Rotterdammer heeft ondersteuning op verschillende
levensdomeinen nodig. Met behulp van huisgenoten, sociaal netwerk of een vrijwilliger dan wel door
gebruik te maken van (collectieve) voorzieningen die in de wijk of stad beschikbaar zijn. Pas in laatste
instantie wordt professionele hulp ingezet om mensen te helpen meer zelf te doen.

Opgave
De opgave is een leefbare en sociaal sterke deelgemeente waarin zelfredzame en minder
zelfredzame bewoners participeren, zich veilig voelen en gedeelde verantwoordelijkheid en
ondersteuning ervaren. De deelgemeente vindt het belangrijk dat iedereen participeert in de
samenleving van IJsselmonde en op een volwaardige wijze kan deelnemen aan de samenleving. Het
eigen initiatief van bewoners en de bereidheid zelf verantwoordelijkheid te nemen bij het organiseren
van activiteiten en het verbeteren van de leefbaarheid en het sociaal klimaat in de eigen straat en
buurt staat daarbij voorop.

Drijvende kracht hierachter is wederkerigheid, een principe dat versterkt wordt door sociale netwerken.
Dit betekent dat individuen zichzelf inzetten voor individuen die zich in hun sociale netwerken
bevinden, dat omgekeerd deze sociale netwerken zich nuttig maken voor het individu en waarbij het
uitgangspunt is dat het individu zoveel mogelijk zelf de regie in handen heeft.

De levensloopbenadering beschrijft dat de balans ook hersteld kan worden door de aanwezige
competenties op andere levensdomeinen te versterken. Professionele inzet is hierbij vooral gericht op
het faciliteren en ondersteunen van initiatieven van bewoners en het versterken en verbinden van
sociale netwerken en tijdelijke persoonlijke ondersteuning. Regie op de verbinding van deze
netwerken met het aanwezige maatschappelijk middenveld is een taak van de aanbieder, zodat een
deelgemeente brede structuur van individuen, sociale netwerken en maatschappelijke organisaties
ontstaat. Sommige burgers maken niet of nauwelijks deel uit van sociale netwerken. Zij moeten
worden geholpen bij de aansluiting hierop. Daarnaast kan tijdelijke professionele ondersteuning nodig
zijn om de aanwezige problemen beheersbaar te maken. Uitgangspunt hierbij is wat de burger kan en
wil, in plaats van wat hij niet kan. Uitgangspunten zijn vragen en behoeften en eigen kracht van
bewoners en schaduwregie door professionals, met behulp van collectieve en individuele
voorzieningen


4
Bron: Piramide van Kriens, die schetst dat 20% van de Rotterdamse bevolking verminderd zelfredzaam of
kwetsbaar is. Voor IJsselmonde zou dit gaan om circa 12.000 personen.
5
De vijf levensdomeinen volgens de levensloopbenadering van Houben zijn: lichaam en geest (gezondheid);
sociale relaties (gezin, familie, vrienden); materile situatie (inkomen, huisvesting); arbeid en presteren
(vrijwilligers-, huishoudelijk of betaald werk, studie, hobbys); waarden en inspiratie (tevredenheid,
zelfstandigheid,veiligheid, verenigingen). (Houben PPJ, Levensloopbeleid. Maarssen: Elsevier, 2002). De
Zelfredzaamheidmatrix en ZOEKEN-methodiek hanteren een andere indeling, maar hebben hetzelfde
uitgangspunt.
OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
6
1.3 Toelichting bij de opdracht

Twee themas: sociale cohesie en zelfredzaamheid
Er is gekozen voor n opdracht. De opdracht bestaat uit twee themas: sociale cohesie en
zelfredzaamheid. De twee themas zijn met elkaar verweven; een goede sociale infrastructuur waarin
burgers worden gestimuleerd om mee te doen en zich in te zetten is een voorwaarde voor de mate
van zelfredzaamheid die we in IJsselmonde willen bereiken. De verwevenheid van beide themas
maakt het voor de hand liggend dat deze in combinatie worden ingevuld. De opgaven in de wijken
vertonen zoveel overeenkomsten dat er een deelgemeente brede opdrachtformulering mogelijk is.

Voor alle mensen geldt: sociale netwerken spelen een sleutelrol in het behouden of bevorderen van
zelfredzaamheid. Op basis van wederkerigheid dragen mensen bij aan het sociale netwerk en
ontvangen zij ondersteuning uit datzelfde netwerk. Sociale cohesie is niet alleen een voorwaarde voor
zelfredzame individuen, maar draagt ook bij aan een leefbare en veilige omgeving.

Dr. Roelof Hortulanus
6
onderscheidt drie perspectieven in relatie tot de Wmo. Ten eerste het
individuele perspectief, waarbij het gaat om meedoen vanuit de behoefte om de eigen competenties in
te zetten. Ten tweede het collectieve perspectief, waarbij het gaat om erbij horen vanuit de behoefte
tot samenleven. En ten derde het perspectief van sociale cohesie: vanuit collectieven samen
verantwoordelijkheid nemen voor de eigen leefomgeving. Deze perspectieven zijn relevant voor het
welzijnswerk zoals dat gevraagd wordt.

Gebiedsgericht
Welzijn en zorg zijn momenteel georganiseerd op basis van uiteenlopende organisatieprincipes. De
opgaven van deze tijd vragen om (andere) verbindingen: tussen preventief en curatief, tussen welzijn
en zorg, tussen professionaliteit en burgerkracht, tussen individueel en collectief. Er is behoefte aan
een nieuwe ordening, op basis van een overstijgend organisatieprincipe. Het gebied is dat
organisatieprincipe.

De benodigde inzet per wijk verschilt uiteraard van intensiteit, niet alleen op basis van de huidige
analyses, maar naar verwachting ook naar aanleiding van toekomstige ontwikkelingen. Welzijn is per
definitie een dynamisch domein, zeker nu de grenzen van zorgtaken en doelgroepen opgeschoven
worden. Gebiedsgerichte inzet is niet alleen mogelijk, maar zelfs voorwaardelijk, omdat het totale
voorzieningenaanbod maar voor een klein deel door welzijn wordt gevormd (en eigenlijk: zo weinig
mogelijk). Ook medewerkers van woningcorporaties, zorgorganisaties, vrijwilligersorganisaties, centra
voor werk en inkomen, en gemeentelijke diensten zijn bezig met dezelfde vraagstukken. De
verbindende rol van welzijn in de wijk is dus essentieel voor het welslagen van de maatschappelijke
opgave.

Informatiepositie
Als Rotterdam de komende jaren de potentie van de Rotterdamse burger optimaal wil benutten en het
in de Wmo vereiste ondersteuningsniveau wil halen, is er een grote kanteling nodig, die ook in
informatiemanagement zijn weerslag vindt. Ten eerste wil de deelgemeente als eerste overheid haar
informatiepositie verbeteren. Het organiseren van oren en ogen in de wijk is een opgave die
deelgemeente IJsselmonde samen met haar netwerkpartners wil oppakken. Ten tweede moet de
probleemanalyse eenduidig en integraal worden vormgegeven. Deelgemeenten en stedelijke diensten

6
Bijzonder hoogleraar Sociale interventies en lokaal sociaal beleid, Universiteit voor Humanistiek, Utrecht.
OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
7
delen op gebieds- en soms zelfs huishoudenniveau informatie. Ten derde is een verdere verbinding
en waar mogelijk integratie van zorg en welzijn vereist. Deze opgave geldt niet alleen voor de
uitvoering, maar ook voor de signaleringsfunctie. Bestaande overlegstructuren vullen de
signaleringstaak verder in, maar in de nabije toekomst wordt stedelijk kritisch gekeken naar de
veelheid aan overlegstructuren en worden deze zoveel mogelijk gentegreerd.

Monitoring: ontwikkelopdracht
Door de nieuwe opdrachtformulering wordt zoveel mogelijk gestuurd op beoogde resultaten. Het
afrekenen op maatschappelijk effect is nog niet mogelijk, maar de (deel)gemeente wil samen met de
aanbieder een systeem van outcomesturing ontwikkelen. In een ideale situatie kunnen de
inspanningen van de overheid, die zij middels opdrachten en samenwerkingsverbanden organiseert,
worden doorvertaald naar maatschappelijke effecten of outcome. Dit is uiteindelijk wat er toe doet voor
de burger, voor de deelgemeente en voor de stad. Het biedt de opdrachtgever de mogelijkheid om te
sturen op hoofdlijnen en zich te concentreren op signalering en analyse van maatschappelijke
opgaven en het organiseren van de benodigde inzet en netwerken. De aanbieder heeft de vrijheid om
benodigde methodieken te ontwikkelen en de opdracht in te vullen naar professioneel inzicht. Deze
rolverdeling van beide partijen zal het organisatievermogen van Rotterdam verbeteren.

In de oude situatie bevatte de opdracht voornamelijk inzet- en inspanningsindicatoren
7
. In deze
opdracht wordt in eerste instantie op output gestuurd. De overgang van output- naar
opdrachtgeverschap gericht op het maatschappelijk effect is niet in n keer te realiseren. Dat is een
proces. Gemeenten kopen welzijndiensten nu vaak in als losse producten, gekoppeld aan te
verantwoorden prestaties. Maar activiteiten als huisbezoek en overleg met het sociaal netwerk van de
clint zijn arbeidsintensief en verdragen zich minder goed met afgemeten productie-eisen, zoals een
x-aantal clintencontacten per maand. De integratie van zorg en welzijn, zowel aan de
opdrachtgevers- als opdrachtnemerskant, maakt de meetbaarheid van effecten beter mogelijk. Als de
aanbieder volledig verantwoordelijk is voor een domein is sturen op het maatschappelijk effect goed
mogelijk. Bij ieder domein wordt bepaald welke type indicator mogelijk is.

Daarom stelt deelgemeente IJsselmonde nadrukkelijk dat ook de monitoring een ontwikkelproces is
dat opdrachtgever en opdrachtnemer in nauwe samenwerking doormaken. Het redzaam maken van
beperkt zelfredzame burgers betekent een verschuiving naar een grotere inzet van de eigen kracht,
het sociaal netwerk en buurtgenoten. Een verschuiving van het gebruik van individuele- naar
collectieve voorzieningen door burgers is daarbij nodig. Bij het ontbreken van een nulmeting is daar
geen hard resultaat op te formuleren. Verwacht wordt van de aanbieder dat hij op relevante
onderdelen een 0-meting verricht.

De belangrijkste opgave op het gebied van informatiemanagement is het samen met de
deelgemeente ontwikkelen van een systeem van outcomesturing.

Sturing en afrekening
Om de (effecten van) de inspanningen van de aanbieders inzichtelijk te maken kunnen een aantal
instrumenten ingezet worden. Momenteel worden op verschillende niveaus metingen verricht. De
maatschappelijke effecten worden zowel via de stedelijke indexen als via de deelgemeentelijke
peilingen inzichtelijk gemaakt. Deze worden tot 2014, wanneer het systeem van outcomesturing is

7
De volgende indicatoren kunnen worden onderscheiden: inzet indicatoren (inputsturing), inspanningsindicatoren
(throughputsturing), prestatie indicatoren (outputsturing) en resultaatindicatoren (outcomesturing).

OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
8
ontwikkeld, slechts gedeeltelijk gebruikt voor afrekening van de opdracht, samen met outputgegevens
en referenties van partnerorganisaties en bewoners. Per 2014 worden de Sociale Index en de
Veiligheidsindex gentegreerd in een zogenaamd wijkprofiel, zodat er n index ontstaat. Vooralsnog
gebruiken we de bestaande indexcijfers als input voor de probleemanalyse per wijk.

De deelgemeente wil een sociaal sterke deelgemeente, waarin bewoners zoveel mogelijk zelfredzaam
zijn. Dit wordt het beste gemeten door de Sociale Index. Deze is, zoals onderstaande figuur laat zien,
opgebouwd uit een aantal elementen, waaraan ook welzijn een belangrijke bijdrage levert. Met name
het element meedoen wordt als de verantwoordelijkheid van de welzijnssector gezien. De opdracht
Sociale cohesie draagt bij aan de verbetering van de score op dit element. Ook binnen het element
sociale binding ligt een taak voor het welzijnswerk. De ervaren binding verhogen is n van de
doelstellingen van deze opdracht. De elementen leefomgeving en capaciteiten worden benvloed door
de inzet vanuit meerdere beleidsterreinen en vallen maar gedeeltelijk onder de invloedssfeer van de
deelgemeente of het welzijnswerk. Wel verwachten we een bijdrage van de aanbieder op de
indicatoren goede gezondheid, voldoende inkomen, voldoende opleiding, ontbreken van discriminatie
en vervuiling en overlast.


In de afbeelding hieronder is de benvloedingssfeer van de aanbieder op de indicatoren van
de Sociale Index weergeven. De gekleurde vlakken vallen onder de verantwoordelijkheid van
de aanbieder. De gestippelde vlakken geven een gedeelte verantwoordelijkheid weer.






















Afbeelding 2:
Benvloedingssfeer
aanbieder welzijn
IJsselmonde

OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
9
1.4 Inkoopmodel

Bestuurlijk aanbesteden
De gevraagde dienstverlening die door de deelgemeente in de markt wordt gezet, valt onder het
Besluit Aanbestedingsregels voor Overheidsopdrachten (BAO) onder diensten categorie 25 van
Bijlage 2B. Deze dienstverlening kent geen grensoverschrijdend belang en geeft derhalve meer ruimte
dan een traditionele aanbestedingsprocedure.

Hierbij is ervoor gekozen om het contracteren van de dienstverlening te laten verlopen volgens een
procedure die bekend staat als bestuurlijk aanbesteden. Dit betekent dat de deelgemeente als
opdrachtgever in gesprek gaat met potentile opdrachtnemers om zo gezamenlijk tot een
overeenkomst te komen. Gezien de complexe aard van de dienstverlening en de financile en
maatschappelijke belangen die daarbij spelen, is het van groot belang dat alle partijen niet alleen de
inhoud van de dienstverlening richting burgers maar ook elkaars doelstellingen, percepties en
belangen met elkaar bespreken. Hierbij heeft de deelgemeente nadrukkelijk gekozen om de opdracht
bij n (hoofd)aanbieder voor de gehele deelgemeente onder te brengen en niet voor doelgroepen of
wijken specifiek. De deelgemeente zal aan de aanbieders het verzoek doen om consortia te vormen
met per consortium 1 hoofdaannemer. Wanneer er geen consortia ontstaan, zal de deelgemeente de
hoofdaannemers voor het verdere verloop van de procedure aanwijzen.

Gedurende een aantal overleggen worden de deelgemeente en potentiele aanbieders het met elkaar
eens over de inhoud. Wanneer de potentiele aanbieders die de inhoud van het hoofdconvenant
onderschrijven, kunnen voldoen aan de daarin opgenomen voorwaarden en met de deelgemeente
een wederzijds acceptabele prijsstelling kunnen overeenkomen, voegt de deelgemeente deze
welzijnsaanbieders toe.

Het hoofdconvenant staat ook open voor nieuwe diensten. Dit is met name van belang omdat op het
moment van het afsluiten van de contract(en) voor welzijn, nog lang niet duidelijk is welke taken
/gelden, die bijvoorbeeld overkomen vanuit de AWBZ, invloed gaan hebben op de dienstverlening
zoals deze nu in de markt gezet gaat worden. De gemeente hoeft dus niet een nieuwe aanbesteding
te organiseren als zij de welzijnsaanbieder nieuwe opdrachten willen laten uitvoeren. Zij kan deze
toevoegen aan het hoofdconvenant en de voorwaarden en prijsstelling met de aangesloten
welzijnsaanbieders bespreken.

De markt wordt door middel van publicaties op (deel)gemeentelijke websites op de hoogte gesteld van
een eerste plenaire bijeenkomst. Organisaties die zich hebben aangemeld, krijgen van de
deelgemeente een persoonlijke uitnodiging. In de uitnodiging worden de partijen gevraagd om zich
alvast voor te bereiden op vier belangrijke themas die tijdens de bijeenkomst ingevuld gaan worden.

Deze themas zijn:
1. Prestatieafspraken: Welke prestaties gaat de aanbieder de burger van IJsselmonde leveren? En
wat is van de deelgemeente als opdrachtgever nodig om deze prestaties te kunnen leveren?
2. Monitoring: hoe kan en mag de deelgemeente controleren dat de aanbieder de voornoemde
prestaties levert? Op welke wijze gaat de aanbieder welke informatie overleggen waaruit blijkt dat
de interventies succesvol zijn? En wat is van de deelgemeente als opdrachtgever nodig zodat de
aanbieder op een correcte wijze kan laten zien dat de juiste prestaties worden geleverd?
OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
10
3. Kostprijs en betaling: hoe gaat de aanbieder binnen het gestelde budget een maximaal resultaat
behalen met de genoemde prestaties en wijze van monitoren door de deelgemeente? Welke
maatstaven worden hiervoor gebruikt?
4. Communicatie: hoe zou de communicatiestructuur eruit kunnen zien tussen de deelgemeente en
de hoofdaanbieder als directe aanspreekpartner? En tussen de hoofdaanbieder en zijn
onderaanbieders? En tussen de deelgemeente en de onderaanbieders? En waar kan de burger in
deze structuur een rol spelen?

Zodra deze onderhandelingen zijn afgerond, zal IJsselmonde een keuze maken voor het consortium
dat of de aanbieder die het beste totale aanbod heeft gedaan.

Planning
Het bestuurlijk aanbestedingstraject om tot gunning te komen in juli 2012 kent een aantal stappen en
gaat ongeveer vier maanden duren vanaf de eerste gesprekken tot de implementatie van het contract.
Hieronder zijn een beknopte conceptplanning en omschrijving van de te volgen stappen van deze
procedure neergezet.

Activiteit Uiterste datum gereed
1
e
bijeenkomst 20 februari 2012
2
e
bijeenkomst 5 maart 2012
3
e
bijeenkomst 12 maart 2012
4
e
bijeenkomst 19 maart 2012
Uitwerken convenant 4 april 2012
Voorbereiden prijsonderhandelingen 13 april 2012
Start contract implementatie medio mei 2012
Ingang contract 1 juli 2012

1.5 Budget & contractduur
De opdracht heeft als uitgangspunt dat de aanbieder een relatie opbouwt met de wijken en met de
bewoners en organisaties. Dit vereist een investering in zowel tijd als in voorzieningen en
organisatiestructuur. Ook de komende ontwikkelingen vragen om een goede informatiepositie en een
goede basisinfrastructuur, waarop zorgonderdelen kunnen aansluiten. De deelgemeente wil samen
met de opdrachtgever een andere manier van sturing organiseren, waarbij de roldefinities uiteindelijk
tot betere inzichten en meer doelmatigheid moeten leiden. Hiervoor is vertrouwen tussen
opdrachtgever en opdrachtnemer noodzakelijk. De deelgemeente kiest er daarom voor een contract af
te sluiten voor drienhalf jaar. De looptijd is van 1 juli 2012 tot en met 31 december 2015.

Het budget dat hiermee gemoeid is, bedraagt minimaal 7 miljoen voor de gehele periode, dus 2
miljoen per jaar. De nog in te vullen stedelijke en naderende rijksbezuinigingen nopen tot
bescheidenheid en effectiviteit. Daarbij wil deelgemeente een aantal beleidsonderdelen die nu anders
belegd zijn, toevoegen aan het contract. Deze staan beschreven in 2.6. Hierin wordt gesproken over
drie concrete onderdelen waarvoor het volgende indicatieve budget beschikbaar is:
Buurt- en speeltuinwerk: 200.000 per jaar, startdatum n.o.t.k.
Vrouwenstudios: 100.000 per jaar, startdatum n.o.t.k.
Collectieve voorzieningen: 200.000 voor 2012 (half jaar).
Een mogelijke verhoging van het budget zal jaarlijks bij de begrotingsbehandeling in oktober worden
vastgesteld en worden doorberekend aan de aanbieder.

OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
11
2 De opdracht

2.1 Resultaat
Zoals op pagina 9 beschreven, wordt van de aanbieder verwacht dat zijn inzet bijdraagt aan de
sociale staat van de wijk, gemeten via de Sociale Index. In de Gebiedsvisie IJsselmonde (2010) is de
doelstelling geformuleerd dat in 2015 de score voor de Sociale Index deelgemeente breed een 6,5
moet zijn, waarbij alle elementen afzonderlijk minimaal een 6,0 scoren. Dat is gezien de huidige
algemene score van 5,8 (waarbij het element capaciteiten slechts een 5 haalt) een grote opgave.

















Afbeelding 3: Afbeelding 4:
Sociale Index indicatoren IJsselmonde 2011 Streefwaarden indicatoren IJsselmonde 2015

Van de aanbieder verwachten we een significante bijdrage aan het element meedoen. De hierna
beschreven opdracht Sociale cohesie en leefbaarheid moet leiden tot een score van 6,0 in 2015,
waar deze nu een 5,9 is. Daarbij wordt verwacht dat de bijbehorende indicator sociale contacten die
nu de slechts een 4,4 scoort minimaal gestegen is tot een 5,0.

Ook andere themas uit de Sociale Index worden door deze inzet benvloed, zoals capaciteiten en
binding. Aangezien deze maar ten dele door de aanbieder benvloed kunnen worden, gebruiken wij
deze scores vooralsnog niet bij de afrekening. Het element binding wordt voor de helft bepaald door
het aantal mutaties in de deelgemeente. Dit is geen effect dat de aanbieder kan worden toegerekend.
Echter, het element ervaren binding is een indicator die wel degelijk door de inzet van de aanbieder
kan veranderen. Daarom willen wij de aanbieder stimuleren door een stijging op dit element in 2014 te
belonen.

Ook de indicator vervuiling en overlast uit het element leefomgeving kan positief worden benvloed
door inzet van de aanbieder op het thema Sociale cohesie. Daarbij is deelopdracht op pagina 17 (3c)
specifiek gericht op het verminderen en beindigen van overlastsituaties. Een stijging op de indicator
vervuiling en overlast wordt beloond.

De opdracht Zelfredzaamheid is in feite gericht op de gehele Sociale Index. De rol van de aanbieder is
in eerste instantie vooral te vinden op het element capaciteiten, waarbij verbeteren van opleiding,
OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
12
inkomen, gezondheid en taalbeheersing van de IJsselmondenaren onderdeel uitmaakt van de
hieronder beschreven opdracht. Echter, omdat de ondersteuning op deze domeinen maar gedeeltelijk
door de aanbieder wordt geboden, kan niet de gehele score op deze indicatoren worden toegerekend
aan de aanbieder. De bijdrage van de aanbieder op het element capaciteiten is vooral in de vorm van
het versterken van de participatie (meedoen) en het geven van advies, tijdelijke ondersteuning en
coaching,

Wel willen wij de gedeelde verantwoordelijkheid van de aanbieder voor het functioneren van de
gehele ondersteuningsstructuur vertalen in de opgave dat in 2015 ook het element Capaciteiten een
stijging vertoont. De eis dat deze minimaal 6,0 is, wordt niet ten laste van de aanbieder gelegd.




















Afbeelding 5: Effecten opdracht Sociale cohesie Afbeelding 6: Effecten opdracht Zelfredzaamheid

De afbeeldingen hierboven geven de indicatoren van de Sociale Index weer waar het effect van de
inzet van de aanbieder op Sociale cohesie en Zelfredzaamheid zichtbaar zal zijn.

2.2 Sociale cohesie en leefbaarheid
2.2.1 Probleemdefinitie

Vergroening en vergrijzing
IJsselmonde is sociaal kwetsbaar geworden. De Sociale Index laat zien dat de scores op de
specifieke onderdelen sociale contacten en ervaren binding in de afgelopen jaren in vrijwel alle
gebieden, met uitzondering van het gebied Oud-IJsselmonde, zijn teruggezakt naar een problematisch
tot zelfs sociaal (zeer) zwak niveau. Steeds meer mensen leven in een sociaal isolement en steeds
minder mensen voelen zich verbonden met hun buurt.

De deelgemeente constateert dat de bevolkingssamenstelling van IJsselmonde in de afgelopen jaren
flink is gewijzigd. IJsselmonde heeft zich in een relatief korte tijd ontwikkeld tot een deelgemeente met
een grote etnische verscheidenheid. Oude samenlevingsverbanden zijn in snel tempo doorbroken,
OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
13
terwijl nieuwe verbanden niet in een zelfde tempo kunnen worden opgebouwd. Bewoners hebben tijd
nodig om aan elkaar te wennen. Een grote mate van verscheidenheid is waarneembaar, waarbij
acceptatie en deelname van en aan de sociale netwerken niet altijd vanzelfsprekend is. Dit uit zich
vooral in spanningen tussen jong en oud in de wijken van IJsselmonde, maar ook in ervaren
woonoverlast.

Daarnaast valt op dat de taalbeheersing in IJsselmonde een achteruitgang laat zien. Een
zorgwekkende ontwikkeling, aangezien juist de beheersing van de Nederlandse taal een belangrijke
randvoorwaarde is voor deelname aan de samenleving. Niet alleen ten behoeve van de individuele
ontwikkeling van mensen, maar ook ten behoeve van de mogelijkheden tot het sociale contact in de
buurt: het onderlinge gesprek tussen buurtgenoten.

De combinatie van bovengenoemde factoren zet de sociale samenhang in de buurten en wijken van
IJsselmonde onder druk. Dit trekt een negatieve wissel op de leefbaarheid en ervaren veiligheid in de
wijk. Immers, wanneer buurtbewoners elkaar niet meer kennen, zich terugtrekken achter de voordeur
en zich niet meer thuis voelen in hun eigen straat of buurt, werkt dit gevoelens van onbehagen en
onveiligheid in de directe leefomgeving in de hand. Ook heeft dit een beperkende invloed op het
benutten van het menselijk kapitaal in de wijk voor het bevorderen van de sociale cohesie.

Buurtbetrokkenheid als kracht van IJsselmonde
Uit de Sociale Index blijkt dat IJsselmonde in alle wijken een voldoende scoort op het onderdeel
sociale inzet behalve in Beverwaard. Hieronder valt de inzet op mantelzorg, vrijwilligerswerk en inzet
voor de buurt. Burgers blijken bereid zich vrijwillig in te zetten voor elkaar en voor hun buurt. Hierin
schuilt potentie, die, gezien de slechte scores op de onderdelen sociale contacten en sociale binding
momenteel nog onvoldoende wordt benut. De aanwezige betrokkenheid biedt een goede kans om
verder te werken aan het versterken van de sociale kwaliteit en de sociale samenhang of cohesie in
IJsselmonde. Het is een goede basis voor het verbinden van bewoners en het overbruggen van
afstanden tussen diverse bewoners(groepen): binding vanuit gedeelde betrokkenheid en gezamenlijk
verantwoordelijkheidsbesef. Immers, juist als het gaat om het vergroten van de sociale cohesie in
IJsselmonde is de eigen bereidheid van bewoners van belang. Sociale banden zijn niet afdwingbaar.
Het zijn bewoners zelf die dit proces moeten willen dragen.

De bereidheid tot inzet voor elkaar en voor de buurt is dus aanwezig in IJsselmonde, maar niet in alle
buurten groot genoeg. Sociale netwerken zijn nu vaak geconcentreerd rondom verenigingen of in
specifieke buurten en niet of nauwelijks met elkaar verbonden. Om deze bewonersparticipatie een
drijvende kracht voor sociale cohesie en zelfredzaamheid te maken, moeten ook de verbindingen
worden gelegd met maatschappelijke organisaties. Ook als het gaat om speeltuin- en
sportverenigingen. Daarnaast moeten ook de kinderboerderij, de ondernemers, kerkelijke
organisaties
8
en volkstuinverenigingen genoemd te worden als onderdeel van het sociale fundament
dat meer gebruikt zou moeten worden
9
.

Ook de lage mutatiegraad met betrekking tot het verhuizen in bepaalde wijken van IJsselmonde biedt
kansen om te bouwen aan sociale samenhang. Het geeft mogelijkheden om mensen te binden aan
hun eigen woonbuurt en duurzame sociale relaties op te bouwen. Aandacht is nodig voor de buurten
waar de mobiliteit wel heel hoog is, zoals in de focusbuurten die in het actieplan Kantelwijken zijn
aangewezen.


8
Het deelgemeentebestuur hanteert het principe scheiding van kerk en staat.
9
Een overzicht van de IJsselmondse voorzieningen vindt u in bijlage V.
OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
14
2.2.2 Opdracht & resultaat
De aanbieder ontwikkelt samen met aanwezige organisaties een klimaat waarin alle bewoners
participeren en hun bijdrage leveren aan de leefbaarheid in hun wijk en de zelfredzaamheid van
medeburgers. De inzet van de aanbieder leidt tot een toename van sociale binding van bewoners met
de directe woonomgeving (straat/buurt/wijk) en met meer zelfstandig functionerende burgers of
groepen van burgers. Daartoe wordt de aanbieder gevraagd een duurzame basisinfrastructuur op te
zetten waarin bewoners worden gestimuleerd te participeren. De kwaliteit en kwantiteit van sociale
netwerken moet worden vergroot, waarbij meer verbinding tussen individuen, sociale netwerken en
professionele organisaties nodig is.

Deelopdrachten
Meer gespecificeerd verwacht de deelgemeente het volgende van de aanbieder:

1. Het stimuleren, verbinden en benutten van (sterke) sociale en professionele
(wijk)netwerken.

De vele sociale netwerken in IJsselmonde, die maar ten dele bekend zijn bij de deelgemeente en
welzijnspartners, worden in beeld gebracht, gefaciliteerd en verbonden met andere netwerken en
professionele organisaties.


2. Het stimuleren van ontmoeting tussen (wijk)bewoners

De deelgemeente verwacht van de aanbieder een eigen visie op deze opgave. Hierbij maken de
volgende elementen daar onderdeel van uit:
a. Voor bewoners zijn voldoende aantrekkelijke en laagdrempelige mogelijkheden voor ontmoeting en
het organiseren van eigen initiatieven en of activiteiten. Bij het uitvoeren van bewonersinitiatieven
kan de aanbieder een faciliterende rol op het gebied van bijvoorbeeld (accommodatie)bemiddeling
en financiering spelen. Het Rotterdamse Opzoomeren vraagt om een creatieve invulling die
aantoonbaar bijdraagt aan de sociale binding. Bijzondere aandacht wordt bij de
ontmoetingsopgave gevraagd voor jongeren (en hun talenten) en mensen die niet of nauwelijks
deel uitmaken van de sociale netwerken in de wijk.

b. Het begeleiden en ondersteunen van Buurt- en Speeltuinverenigingen in IJsselmonde. Op dit
moment zijn er acht speeltuinverenigingen actief met hun eigen fysieke speeltuin en
clubgebouwen met potentie voor multifunctioneel gebruik. Van de nieuwe aanbieder wordt
verwacht dat zij de speeltuinen in de lucht houden door middel van inzet van vrijwilligers en met
een minimum aan professionals. Deze voorzieningen kunnen als uitvalsbasis van het welzijnswerk
worden gebruikt, zodat de bezetting ook overdag is geregeld, zonder extra personeel. Het zijn vaak
gebouwen die multifunctioneel inzetbaar zijn. Uitstekende locaties waar jong en oud elkaar kunnen
ontmoeten en waar dicht bij de burger diverse activiteiten kunnen worden georganiseerd.








OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
15


c. De cordinatie van (multifunctionele) accommodatie De Ooievaar (Groot IJsselmonde-noord /
Groenenhagen-Tuinenhoven). In de plint van dit woongebouw, waar onder andere mensen met
een lichamelijke of meervoudige beperking gehuisvest zijn, worden in 2013 een zorgpost, een
budgetrestaurant, een gezondheidscentrum en een beoogd buurthuis gevestigd. De deelgemeente
heeft met de partners
10
de doelstelling geformuleerd dat de functies van leren, werken, ontmoeten,
zorgen en wonen in de programmering met elkaar verbind. De huidige cordinator heeft als taak de
activiteiten in de ontmoetingsruimte te cordineren in samenspraak met de andere in het gebouw
opererende partners. Daarbij hoort onder meer het ondersteunen van vrijwilligers en het verbinden
van zelforganisaties. Indicatief wordt hiervoor 1,2 fulltime berekend, aangezien de accommodatie
zeven dagen per week is geopend. De cordinator werkt samen met Bob+Bill catering die de
ruimtes gaat exploiteren en daarbij leidend is bij de invulling van de ruimtes. Verder wordt naast
ondersteunen en verbinden ook enig meewerkend voormanschap verwacht.



3. Het actief stimuleren en benutten van vrijwillige inzet in de wijk op basis van de behoefte in
de wijk/buurt.

De aanbieder zet in op actieve werving, koppeling en begeleiding van vrijwilligers voor:
a. De versterking van sociale netwerken;
b. Vragende en waar mogelijk steunende buurtbewoners op individueel of collectief niveau;
c. Het voorkomen en/of oplossen van overlastsituaties en/of conflicten. In het bijzonder wordt hierbij
de inzet van jongeren voorgesteld;
d. Participatie van kinderen en jongeren bij het evalueren en maken van (deelgemeente) beleid en
het bevorderen van een schone en hele deelgemeente.


2.2.4 Huidige projecten
Van de hierna genoemde lopende projecten, die een specifieke invulling zijn van bovengenoemde
opdrachten, wordt aan de aanbieder gevraagd te overwegen of deze binnen de overeenkomst en het
genoemde budget meegenomen kunnen worden.

Buurtgerichte aanpak
Het onderzoeksinstituut Risbo voert onder te titel Wat is er mis met de Beverwaard een onderzoek uit
naar de aanhoudende verslechtering van de sociale staat van de wijk. Het kwantitatieve deel van het
onderzoek richt zich op de indicatoren gezondheid, sociale contacten en ervaren binding. Dit wordt
gecombineerd met een kwalitatief onderzoek naar de beleving van bewoners. Verwacht wordt dat het
onderzoek perspectieven oplevert waar de deelgemeente en bewoners direct mee aan de slag
kunnen. Van de aanbieder wordt verwacht dat hij aan de hand van de onderzoeksresultaten een
passende inzet organiseert.

Kantelwijken
In vier focusbuurten wordt een geconcentreerde en integrale inzet gepleegd voor n achter de
voordeur. Het uitgangspunt is: n huishouden, n aanpak en n eindverantwoordelijke. De aanpak

10
Woonbron, Laurens, Gemiva-SGVgroep, Bob + Bill catering
OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
16
is een combinatie van hard en hart. Overlastsituaties worden niet meer getolereerd. Hulp en
begeleiding worden geboden met gevoel en compassie, maar de huishoudens die worden geholpen,
moeten daadwerkelijk zelf verantwoordelijkheid nemen en inzet tonen. Naast corporaties,
hulpverlenende instanties en politie wordt van de aanbieder een ondersteuningsrol bij bewoners
verwacht.

Jongerenbuurtbemiddeling
De deelraad IJsselmonde heeft het dagelijks bestuur van IJsselmonde opgedragen
Jongerenbuurtbemiddeling een plaats te geven in Welzijn Nieuwe Stijl en hierbij te zoeken naar
mogelijkheden om in samenwerking met het voortgezet onderwijs en MBO bij het vak Burgerschap
jongeren uit IJsselmonde te trainen tot jongerenbuurtbemiddelaars.

Kinderraad
Jaarlijks worden twee jeugdambassadeurs per basisschool gekozen aan het eind van groep zes, die
na de zomer (in groep 7) actief moeten zijn binnen de kinderraden Beverwaard, Groot IJsselmonde-
noord, Groot IJsselmonde-zuid en Lombardijen. De kinderraden vertegenwoordigen hun
leeftijdsgenoten in IJsselmonde en adviseren gevraagd en ongevraagd het dagelijks bestuur. Ook
nemen zij het initiatief tot wijkactiviteiten die veelal gericht zijn op het bevorderen van de sociale
cohesie in buurten en schoon, heel en veilig. Van de aanbieder wordt gevraagd:
Basisscholen te begeleiden bij de jaarlijkse verkiezingen van de jeugdambassadeurs;
De kinderraden te begeleiden bij hun taken en werkzaamheden.

Jongerenraad
Ondersteuning van de Jongerenraad IJsselmonde (JORIJ). Tweejaarlijks worden uit de vier
verschillende wijken tien jongeren geworven om lid te worden van de jongerenraad. Deze jongeren
treden op als vertegenwoordigers van de IJsselmondse jeugd en adviseren gevraagd en ongevraagd
het dagelijks bestuur. Ook nemen zij het initiatief tot wijkactiviteiten die gericht zijn op het bevorderen
van de sociale cohesie in buurten (relatie jong-oud), en activiteiten gericht op de themas schoon, heel
en veilig. De faciliterende rol van de aanbieder zou inhouden dat hij de tweejaarlijkse werving van de
jongeren voor de jongerenraad realiseert en de leden van de jongerenraad begeleidt bij hun taken en
werkzaamheden.

Opzoomeren
Het Opzoomeren in de deelgemeente IJsselmonde bestaat uit twee gedeelten: gemeentelijk en
deelgemeentelijk Opzoomeren. Het gemeentelijk Opzoomeren gaat via het bureau Opzoomer Mee.
De straten krijgen van dit bureau informatie thuis gestuurd over de aankomende acties. Een straat
beslist zelf of zij met een actie mee gaat doen. Zon tweehonderd straten in IJsselmonde zetten zich in
om hun buurt leefbaar te maken en te houden. Van de aanbieder wordt gevraagd om deze aanpak op
een zodanige manier vorm te geven dat deze aansluit bij de overige inzet.

2.2.5 Huidige samenwerkingsverbanden
Binnen het thema Sociale cohesie is momenteel sprake van de volgende samenwerkingsverbanden.
De deelgemeente verwacht dat de aanbieder aangeeft op welke manier met welke organisaties wordt
samengewerkt en aan welke (netwerk)overleggen wordt deelgenomen of hoe deze efficinter kunnen
worden ingericht.


OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
17
Buurtbeheeroverleggen
Periodiek overleg in het kader van het beheer in de buitenruimte en beperking van overlast tussen
deelgemeente, winkeliers/ondernemers, politie, stadstoezicht en welzijnspartner. Een voorbeeld
hiervan is Samen Thuis in de Beverwaard.

Jongerenoverlast
In het kader van jongerenoverlast is gedurende 2013 een Stedelijke Pool Jongerenwerk in de
deelgemeente actief uitgevoerd door de stichtingen Welzijn Feijenoord en Buurtwerk Alexander. Deze
flexibel inzetbare teams van jongerenwerkers richten zich op de bestrijding van jongerenoverlast en
voortijdig schoolverlaten. Van de aanbieder wordt dan ook gevraagd samen te werken en te
overleggen met de organisaties van deze pool. De volgende overlegstructuren zijn hieraan verbonden:
Werkgroepen Jongerenoverlast per gebied groepsgericht;
Regiegroep Jongerenoverlast, beleidsgericht-deelgemeente breed.

Veiligheid
Handhavingsoverleg (tactisch-operationeel niveau);
Stuurgroepoverleg (beleids-strategisch niveau);
Veiligheidsoverleg ondernemers Keizerswaard, Veiligheidsoverleg ondernemers Beverwaard en
Veiligheidsoverleg Prinsenplein (dit is net opgestart).

Woonoverlast
Buurtbemiddeling IJsselmonde (CoCon) is een methodiek waarbij buurtbewoners vrijwillig buren
helpen die onderling een conflict hebben, om gezamenlijk te komen tot een oplossing die voor beiden
acceptabel is. Bewoners kunnen rechtstreeks buurtbemiddeling benaderen of door andere instanties
in de wijk worden doorverwezen. CoCon is tot 1 januari 2013 actief in de deelgemeente, daarna wordt
de aanbieder gevraagd conform opdracht 3c inzet te plegen op het voorkomen en oplossen van
conflictsituaties.

Wijksportclub Hordijkerveld/Reijeroord
Maandelijks uitvoeringsoverleg met sportaanbieders in de wijk (sportverenigingen, basisscholen,
sportscholen, welzijn, speeltuinvereniging, enzovoort);
Vier keer per jaar overleg Stuurgroep (vertegenwoordiging van speeltuin, SenR, welzijn,
deelgemeente, BSW).

Kunst- en Cultuur
In de loop van 2012 wordt de IJsselmondse Cultuurwerkplaats in het Hart van IJsselmonde geopend.
Deze centraal gelegen locatie biedt gelegenheid en podium voor culturele activiteiten en ontmoeting.
In de visie van de deelgemeente is kunst en cultuur een instrument om de sociale cohesie te
vergroten. De cultuurscout die momenteel actief is in deelgemeente IJsselmonde voor het in kaart
brengen en organiseren van IJsselmondse activiteiten op het gebied van kunst en cultuur zal
aansluiten bij de Cultuurwerkplaats.



OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
18
Sturende burger
zelfregie met netwerken
Vragende burger
schaduwregie met netwerken
Steunende burger
schaduwregie - beperkt netwerk
Basisniveau
Sport, Brede School, etc.
Ondersteuningsniveau
VraagWijzer, mantelzorg, etc.
Interventieniveau
MO, Huis.gew., armoede, etc.
Bevorderen zelfredzaamheid
Voorkomen beperking zelfredzaamheid (preventie)
Samenhang structuur en niveau van zelfredzaamheid
niveau van
zelfredzaamheid
?
niveau van
overheidssteun
?
Maximale zelfregie
Maximale schaduwregie /
interventie
Inzet van vrijwilligers/sociale netwerken
2.3 Zelfredzaamheid
2.3.1 Probleemdefinitie
In de kadernota Welzijn worden drie typen burgers onderscheiden (piramide van Kriens)
11
: de
sturende burger, de vragende burger en de steunende burger. Globaal wordt er van uitgegaan dat
80% van de inwoners van IJsselmonde sturende burgers zijn, 15% vragende burgers en 5%
steunende burgers. Dit deel van de opdracht richt zich op de vragende burger (circa 8.800 personen
in IJsselmonde) waar sprake is van (tijdelijk) beperkte zelfredzaamheid.

De sturende burgers worden gezien als het kapitaal van de deelgemeente, de steunende burgers zijn
burgers met langdurige (multi)problemen zoals dak- en thuislozen, verslaafden en psychiatrische
patinten. Deze steunende burgers vallen onder de verantwoordelijkheid van de landelijke en of
gemeentelijke overheid.

De groep vragende burgers betreft een doelgroep met een diversiteit aan kenmerken en problemen.
Het kunnen ouderen zijn die, zonder vorm van ondersteuning, niet meer in staat zijn hun huishouden
te organiseren tot burgers met betalingsachterstanden. Van burgers met gezondheidsproblemen tot
(dreigend overbelaste) mantelzorgers. Van problemen op het terrein van mobiliteit tot vragen over
zingeving en inspiratie. Voor deze burgers geldt dat er sprake is van (tijdelijke) beperkte
zelfredzaamheid. De geboden ondersteuning is primair gericht op versterking van de zelfredzaamheid
zodat de clinten weer naar vermogen deel kunnen nemen aan de samenleving.




















Afbeelding 7: Samenhang tussen vraag van de burger, zelfredzaamheid en overheidsinterventie


Het oplossen van problemen van vragende burgers begint bij de eigen kracht en de sociale
netwerken. Daarbij kan men de persoonlijke situatie in grofweg drie categorien indelen. In het eerste
geval heeft de burger een volwaardig en sterk sociaal netwerk, dat voldoende ondersteuning biedt om
de problemen op te vangen, dus om de balans te herstellen. In een ander geval kan er sprake zijn van

11
Voor een uitgebreide beschrijving van type burgers wordt verwezen naar de kadernota Welzijn (2008).
OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
19
een zwak sociaal netwerk. De vragende burger heeft niet voldoende ondersteuning om de regie terug
te kunnen nemen. Als laatste kan er sprake zijn van een persoon zonder sociaal netwerk.

Uit gegevens van de VraagWijzer en algemeen maatschappelijk werk blijkt dat vragen met betrekking
tot financin het merendeel van de adviesvragen bepaalde. Daarvan werd een deel zelfs aangemeld
bij een schuldhulpverleningstraject. Ook op het gebied van huiselijk geweld werden veel personen
aangemeld voor ondersteuning, waarbij het Algemeen Steunpunt Huiselijk Geweld meldt dat een
groot deel van deze problematiek nog niet is gesignaleerd en dit dus slechts een top van de ijsberg
betreft. Ditzelfde geldt voor sociale isolatie: met name eenzame ouderen kwamen met vragen terecht
bij de welzijnsinstellingen, maar het vermoeden bestaat dat er ook op dit gebied veel verborgen
problematiek is. In IJsselmonde hebben afgelopen jaren veel mantelzorgers om advies en begeleiding
gevraagd bij de (zware) taken. Ook op het gebied van taal wordt een toenemend aantal IJsselmondse
bewoners met achterstanden gesignaleerd. Mensen met taalachterstanden melden zichzelf meestal
niet aan, maar worden door eerstelijnszorg en bijvoorbeeld Werkplein en basisscholen doorverwezen.

Daarnaast heeft deelgemeente IJsselmonde te kampen met een relatief groot aantal voortijdig
schoolverlaters, vooral in Lombardijen en Beverwaard. Daarbij zijn Antilliaanse en Marokkaanse
jongeren oververtegenwoordigd. Het Jongerenloket van de dienst JOS registreert deze jongeren en
begeleidt hen terug naar scholing of werk. Dit is echter geen outreachende aanpak en veel jongeren
blijven dus buiten bereik van deze instantie. Deelgemeente spant zich in om samen met dienst JOS,
het bedrijfsleven en het voortgezet onderwijs nieuwe vormen van praktijkonderwijs te implementeren,
waar ook jongeren die in cognitief of agogisch opzicht moeite hebben met het regulier onderwijs. De
aanbieder vervult een coachende rol voor de jongeren die (dreigen) af (te) glijden.

Ook op het gebied van gezondheid is er in deelgemeente IJsselmonde een grote opgave: de indicator
ervaren gezondheid laat zien dat de bewoners hun eigen gezondheid gemiddeld genomen met een
4,4 gewaardeerd, wat erg zorgwekkend is. Deels is dit te verklaren door het relatief grote aantal
oudere bewoners, die in toenemende mate te maken met gezondheidsproblemen. Daarnaast laat ook
de het percentage inwoners dat voldoende beweegt te wensen over: in IJsselmonde is dit gemiddeld
54%, waar het college de doelstelling hanteert dat dit in 2016 70% moet zijn (Sportnota, 2011). De
gebiedsanalyses in hoofdstuk 3 laten meer wijkspecifieke informatie zien. Gezondheid is een
belangrijke voorwaarde voor zelfredzaamheid en heeft een sterke relatie met prestaties op de
levensdomeinen participatie, mobiliteit en werk.

2.3.2 Opdracht & resultaat
De aanbieder organiseert samen met burgers en professionele organisaties een leefklimaat met
zelfredzame burgers en sterke sociale netwerken waar bewoners elkaar kennen en zelf gekend
worden en elkaar ondersteunen. De aanbieder draagt bij aan het versterken van de zelfredzaamheid
van burgers door het (verder) activeren van eigen kracht en het eigen sociale netwerk van burgers.
Daartoe past hij vraagverheldering toe, verkent hij de eigen en sociale netwerk mogelijkheden en
organiseert indien noodzakelijk, tijdelijke ondersteuning op het gebied van:
Mentale en fysieke gezondheid;
Financin en administratie;
Talentontwikkelingen participatie;
Gezins- en relatieproblematiek;
Doorverwijzing naar partners op het gebied van Algemene Dagelijkse Levensvaardigheden (ADL),
mobiliteit, wonen en werk.

OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
20
De rol van de aanbieder is signaleren, stimuleren, faciliteren en verbinden. Deze meervoudige opgave
vraagt dus om een breed inzetbare professional die zich op verschillende terreinen beweegt en vraag
en aanbod verbindt. Een andere verhouding tussen vrijwilligers, generalisten en specialisten is nodig
om de benodigde maatschappelijke ondersteuning te kunnen blijven bieden. De aanbieder maakt
inzichtelijk in welke verhouding burgers en professionals kunnen worden ingezet om de gestelde
doelen te halen.

Burgers die op enig moment worden geconfronteerd met een beperkte zelfredzaamheid en daardoor
niet in staat zijn zelfstandig deel te nemen aan de samenleving kunnen terecht bij de aanbieder voor
(tijdelijke) ondersteuning. Belangrijk uitgangspunt van de geboden ondersteuning is dat eerst wordt
ingezet op de versterking van de eigen kracht en het eigen sociale netwerk van de betreffende burger
opdat hij/zij zo snel mogelijk weer zelfstandig kan functioneren. Mocht een netwerk niet aanwezig of
onvoldoende ondersteunend zijn, dan kan gebruik worden gemaakt van sociale verbanden en
informele netwerken. Pas als hiervan optimaal gebruik is gemaakt en verdere (aanvullende)
ondersteuning nodig blijkt, kan professionele ondersteuning worden geboden, waarbij de ontwikkeling
van meer collectieve voorzieningen noodzakelijk is.

Op deze manier van werken is de vraagverhelderingmethode van de VraagWijzers in Rotterdam
gebaseerd: de methode ZOEKEN en de verder uitwerking hiervan, de methode Versterken
Zelfredzaamheid Burgers (VZB), waarbij verwacht wordt dat de nieuwe aanbieder op deze methodiek
aansluit. In het bijzonder wordt een opdracht gegeven voor het toeleiden van jongeren tot 23 jaar die
geen opleiding volgen of werk hebben naar regulier onderwijs of bijzondere onderwijsvormen.

De VraagWijzer en VitaliteitsWijzer vervullen een speciale rol in het deelgemeentelijke Wmo-veld. De
VraagWijzer is de spil in het Wmo-veld en fungeert als de frontoffice voor zorg- en welzijnspartijen in
de deelgemeente. Ook de nieuwe aanbieder moet bij de VraagWijzer aansluiten in de backoffice als
het gaat om ondersteuningsvragen. De nieuwe aanbieder heeft als frontoffice de VraagWijzer en
houdt derhalve geen eigen open spreekuren tenzij deze als VraagWijzerpost worden ingericht. Dit
betekent dat een deel van de toeleiding van klanten gebeurt via de VraagWijzer.

De deelgemeente IJsselmonde verwacht dat de aanbieder via zijn presentie in de wijk minder
zelfredzame burgers signaleert en naar de Vraagwijzer of andere relevante partners leidt indien nodig.
Een specifieke eis op het gebied van samenwerking is dat de nieuwe aanbieder n fulltime als
gentegreerde frontofficemedewerker van de VraagWijzer levert, daarna verwacht de deelgemeente
een op eigen inzichten van VraagWijzer en de aanbieder passende integratie. De deelgemeente
verlangt van de aanbieder dat deze de afspraken rondom het klantproces met VraagWijzer vastlegt in
een convenant.

Deelopdrachten

1. Het versterken van de eigen kracht en de eigen sociale netwerken.

Voor de versterking van de zelfredzaamheid van burgers moet maximaal ingezet worden op het
aanspreken en ontwikkelen van de eigen kracht van burgers en de mogelijkheden van het eigen
sociale netwerk. Hierbij is de wens dat sociaal gesoleerde bewoners -die vaak nog niet in beeld zijn-
worden gesignaleerd en ondersteund.



OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
21
2. Het versterken van fysieke gezondheid.

Ondersteuning bieden aan burgers, complementair aan bestaande voorzieningen door preventie en
advies. Zoveel mogelijk burgers worden verbonden aan een sportvereniging of bewegingsprogramma,
waarbij wordt bezien of bestaande verenigingen, bewonersinitiatieven of door de aanbieder
georganiseerde beweegprogrammas worden ingezet. Preventieve activiteiten zijn wenselijk op het
gebied van alchohol- en drugsgebruik, discriminatie, homoseksualiteit en huiselijk geweld. Uiteraard
zoveel mogelijk in samenwerking met andere organisaties en kenniscentra. Bijzondere aandacht wordt
gevraagd voor de ouderen in IJsselmonde die in 2013 door de VitaliteitsWijzer worden geholpen.


3. Het versterken van mentale gezondheid.

Ondersteuning bieden van burgers, complementair aan bestaande voorzieningen, op het leefdomein
fysieke en of mentale gezondheid door het geven van voorlichting, kortdurende coaching en
doorgeleiding naar relevante organisaties.


4. Ondersteunen van burgers met vragen met betrekking tot administratie en financin en
vanaf 2013 ook op het gebied van algemene (juridische) zaken.

Het bieden van ondersteuning, complementair aan bestaande voorzieningen, waarbij ordening van de
administratie en (schuld)coaching met als doel gedragsverandering onderdelen zijn. Hierover zijn
samenwerkingsafspraken met de Kredietbank Rotterdam gemaakt. Momenteel vervult Sociaal
Raadslieden een adviserende rol voor allerhande juridische en institutionele vragen, deze taak wordt
echter in de toekomst bij deze opdracht gevoegd.


5. Ondersteunen van burgers bij vragen met betrekking tot (regulier) werk, vrijwillige inzet,
opleiding of andere bezigheden en het begeleiden van jongeren die geen onderwijs volgen
of werk hebben.

De deelgemeente vraagt van de aanbieder in eerste instantie een informatie- en adviesrol, die in
samenspraak met bestaande voorzieningen wordt ingevuld. Voor jongeren zonder startkwalificatie
wordt daarbij een coachende rol gevraagd, met als resultaat toeleiding naar werk of toeleiding naar
onderwijs. Bijzondere aandacht wordt gevraagd voor het signaleren en doorverwijzen van mensen met
een taalachterstand. Deze opdracht wordt ingevuld in samenhang met de opdracht van het thema
Sociale cohesie, waarin het stimuleren, begeleiden en koppelen van vrijwillige inzet wordt gevraagd.


6. Ondersteunen van burgers bij vragen met betrekking tot opvoeding, gezin en relaties.

Het bieden van ondersteuning aan burgers, complementair aan bestaande voorzieningen, door het
ondersteunen van slachtoffers en plegers van Huiselijk Geweld, alsmede de in het gezin aanwezige
kinderen, waarbij wordt samengewerkt met het Lokaal Team Huiselijk Geweld.
Het persoonlijk ondersteunen van (dreigend) overbelaste mantelzorgers, naast de algemene
informatie en adviesfunctie aan mantelzorgers. Hierbij wordt verwacht dat de aanbieder ook
outreachend ondersteuning biedt aan kwetsbare mantelzorgers die niet in beeld zijn.

OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
22

7. Ondersteuning op leefdomeinen Algemene Dagelijkse Levensvaardigheden, Wonen en
Mobiliteit.

Betreffende de leefdomeinen ADL/ HDL, Wonen, woonomgeving en veiligheid, mobiliteit
binnen/buitenshuis en vervoer wordt nog geen structurele opdracht verstrekt aan de nieuwe
aanbieder. In 2012 is een pilotbudget beschikbaar voor het ontwikkelen van een structurele
ondersteuningsvorm, zoveel mogelijk in de vorm van collectieve voorzieningen en met behulp van
vrijwilligers en wwb-ers
12
.In het algemeenl moet bij de algehele vraagverheldering de stand van zaken
op deze leefdomeinen inzichtelijk worden gemaakt. In eerste instantie zal doorverwijzen naar of
inschakelen van partijen als zorginstanties, SoZaWe, corporaties en kerkelijke organisaties tot de
mogelijkheden behoren.


2.3.4 Huidige projecten (Optioneel)

Van de hierna genoemde lopende projecten, die een specifieke invulling zijn van bovengenoemde
opdrachten, wordt aan de aanbieder gevraagd te overwegen of deze binnen de overeenkomst en het
genoemde budget meegenomen kunnen worden.

Even Buurten
Tot en met 2013 loopt het project Even Buurten in Lombardijen. Het is er op gericht de kwaliteit van
leven van zelfstandig wonende ouderen vanaf 70 jaar te verbeteren. Het betreft ouderen die in hun
dagelijks leven tegen grote en of kleine problemen aanlopen die zij zelf niet meer kunnen oplossen.
De volgende doelstellingen worden gehanteerd: Er is een sociaal buurtnetwerk gericht op signalering
en ondersteuning van kwetsbare ouderen. Minimaal 40 sleutelfiguren in de wijk hebben een
herkenbare rol in de ondersteuning en signalering van kwetsbare ouderen in de wijk. Dit sociaal
buurtnetwerk wordt ondersteund door meerdere spilfunctionarissen en bereikt minimaal 100
kwetsbare ouderen per jaar. Het project kent een ontwikkeltaak gericht op de innovatie van (in)formele
werkwijzen binnen de Wmo en is voorzien van een uitgebreid evaluatieonderzoek (EUR) waarmee op
wetenschappelijke basis een wijkmethodiek wordt ontwikkeld.

Ouderkamers
Momenteel zijn op diverse basisscholen ouderkamers ingericht waar plaats is voor informatie-
uitwisseling en advies. Het doel hiervan is de (cognitieve) ontwikkeling van kinderen bevorderen door
de betrokkenheid van de ouders bij het onderwijs te stimuleren. De huidige welzijnsinstelling faciliteert
deze ouderkamers door organisatie en toeleiding.

Vakantieschool
Vanaf 2012 wordt in IJsselmonde de vakantieschool georganiseerd waaraan kinderen met
achterstanden in de onderwijsvrije periode kunnen deelnemen. De vakantieschool biedt lessen in
combinatie met andere activiteiten aan. Aan de aanbieder wordt gevraagd of deze een (klein) deel van
het programma kan invullen.


12
Met wwb-ers worden personen die onder de wet Werken naar Vermogen vallen bedoeld.
OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
23
Tamboerijn - Domotica
Vanaf 2012 is het project Techniek Als Middel om Burgers te Ondersteunen bij meer Eigen kracht in
de regio RIJNmond (Tamboerijn) van start gegaan op twee locaties in de wijk IJsselmonde. Met
Tamboerijn wordt de zelfredzaamheid en het welzijn van de (voornamelijk oudere) burgers
ondersteund door community vorming, e-health en domotica toepassingen. Tien Rotterdamse
partijen
13
werken samen om Tamboerijn tot een succes te maken. Het project wordt gefinancierd door
Stichting RijnmondNet. Voor 2012 is het doel 1000 huishoudens aangesloten te hebben.

Homestart
Home-Start is een vorm van gezinsondersteuning aan gezinnen met kinderen tot zes jaar. Vrijwilligers
bieden in dit project ondersteuning, vriendschap en praktische hulp aan opvoeders door bezoeken
aan huis. In deelgemeente IJsselmonde wordt dit project in ieder geval tot juli 2012 gecontinueerd.
Het project ondersteunt jaarlijks circa 20 gezinnen.

2.3.5 Huidige samenwerkingsverbanden

Binnen het thema Zelfredzaamheid zijn onderstaand de samenwerkingsverbanden weergegeven.
Voor jeugd zijn deze apart genoemd. De deelgemeente verwacht dat de aanbieder aangeeft op welke
manier met welke organisaties wordt samengewerkt en aan welke (netwerk)overleggen wordt
deelgenomen of hoe deze efficinter kunnen worden ingericht.

VraagWijzer
Zoals vermeld fungeert de VraagWijzer als frontoffice voor advies- en ondersteuningsvragen. Zij
hanteert voor de vraagverheldering de methode ZOEKEN
14
. Indien burgers langduriger
ondersteuning nodig hebben (meer dan drie contactmomenten), dan leidt VraagWijzer door naar de
relevante backoffice partner. Belangrijk hierbij is dat ook de nieuwe aanbieder bekend is met de
methode ZOEKEN en zijn registratiesysteem aan deze methode aanpast. De VitaliteitsWijzer is een
verdiepingsmodule van de VraagWijzer en biedt clinten (doelgroep 55+) ondersteuning op het terrein
van gezondheid.

Lokaal Zorgnetwerk
Het Lokaal Zorgnetwerk is opgezet vanuit de Gemeente Rotterdam en richt zich onder meer op
mensen die zelf geen hulp vragen, maar waarvan anderen signaleren dat die hulp wel nodig is. Vrijwel
altijd is er sprake van meervoudige problemen, waarbij verschillende instanties betrokken zijn. De
cordinator van het Lokaal Zorgnetwerk organiseert overleg tussen diverse betrokken partijen en
bewaakt de gemaakte afspraken.

Algemeen Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG)
Een Lokaal Team Huiselijk Geweld maakt onderdeel uit van het Algemeen Steunpunt en houdt zich
op deelgemeentelijk niveau bezig met de aanpak van huiselijk geweld. De doelstelling van het LTHG
is om huiselijk geweld in een zo vroeg mogelijk stadium te bestrijden en om sluitende hulpverlening te
bieden aan gezinnen die hiermee te maken hebben. Dit doet zij door samen met CJG, DOSA en LZN
af te stemmen over casustiek.


13
deelgemeente IJsselmonde, ICT-bedrijf Erasmusbrug, stichting RijnmondNet, Erasmus Universiteit,
Hogeschool Rotterdam, Humanitas, Ontwikkelbedrijf Rotterdam, Pact op Zuid, Pameijer en Zorggroep Rijnmond.
14
Voor een uitwerking van de Zoeken-methodiek, zie bijlage IV.
OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
24
Werkplein - Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Op het Werkplein werken SoZaWe en het UWV samen bij de re-integratie van uitkeringsgerechtigden.
Indien in de looptijd van dit bestek de opdracht wordt uitgebreid met de module Sociale Activering
dan moeten Wwb-clinten met een afstand tot de arbeidsmarkt, in het kader van full-engagement,
worden geactiveerd. Mogelijk wordt de opdracht aan de nieuwe aanbieder in de looptijd van dit bestek
uitgebreid met een module sociale activering. Zie optionele opdrachten in 3.3.

Sociaal Raadslieden
De sociaal raadslieden ondersteunen burgers bij wet- en regelgeving, formulieren en bij contact met
(overheids-) instellingen. Te denken valt aan ondersteuning bij uitkeringen & pensioenen, huur- en
subsidieregelingen, belastingzaken, arbeidsrecht & ontslagrecht, echtscheiding en studiefinanciering.
Zij maken deel uit van de backoffice van VraagWijzer. In de loop van 2013 wordt deze taak naar de
welzijnsaanbieder overgeheveld, zie optionele opdrachten in 3.3.

Taaltrajecten/-projecten
Inburgeringstrajecten en niveauverhogende trajecten worden verzorgd door het Albeda College.
Alsare verzorgt alfatrajecten en trajecten voor laaggeletterden. Boekstart wordt geregeld door de
bibliotheek en Voorleesexpress door Stichting de Meeuw in samenwerking met MANO. Meer taal
meer kans voor Antilliaanse moeders en peuters (voorleesproject) wordt ook door Stichting de Meeuw
uitgevoerd. Voor werkende inburgeraars wordt door Nieuwland trajecten aangeboden. Voor
werkzoekenden door Agens, trajecten zijn echter stedelijk georganiseerd, dus niet alleen voor
IJsselmonde. Van de nieuwe aanbieder wordt toeleiding richting genoemde trajecten gevraagd.

Vrouwenstudios
De vrouwenstudio is een ontmoetingsplek voor vrouwen uit verschillende culturen waar door de
vrouwen zelf activiteiten worden georganiseerd die als doel hebben emancipatie. In Groot
IJsselmonde (Hordijkerveld) is Mona Lisa actief, in Lombardijen Vrouwenstudio Jasmijn. Deze worden
georganiseerd door stichting CleoPatria. Van de aanbieder wordt voor 2012 een actieve
samenwerking (toeleiding of anders) met beide voorzieningen verwacht en vanaf 2013 een
cordinerende rol, In Beverwaard wordt Zenana tot juli 2012 gecordineerd vanuit de
welzijnsorganisatie Perspect. Van de nieuwe aanbieder wordt gevraagd deze Vrouwenstudio met
ingang van juli 2012 te begeleiden. En vanaf 2013 wordt verwacht dat de aanbieder de overige twee
vrouwenstudios in overleg met stichting CleoPatria zal cordineren.

Het jeugdnetwerk in IJsselmonde heeft zich georganiseerd in de Jeugd Kansen Zone (JKZ), waarbij
de partners zich hebben georganiseerd rondom vier themas, namelijk:
1. Vrije tijd en empowerment: speel- en sportaccommodaties, sportverenigingen/ school-/buurtsport-
en culturele verenigingen; jeugdambassadeurs/ kinderraad, jongerenraad;
2. Ontwikkeling, opvoeding en preventie: vakantieschool, Centrum voor Jeugd en Gezin, Voor - en
Vroegschoolse Educatie in Kinderdagverblijven en Peuterspeelzalen, (brede) basisscholen, (brede)
VO-scholen, beroepsonderwijs;
3. Zorg en hulpverlening: Deelgemeentelijk Organisatie Sluitende Aanpak (jongerenoverlast): De
deelgemeentelijke DOSA-regisseur voert regie op individuele casussen in de zorgketen jeugd in
nauwe samenwerking met CJG en LZN. Naast de zorgfuncties die met de jongeren in deze veelal
multiprobleem gezinnen gemoeid zijn, kan vanuit de DOSA een beroep worden gedaan op
ondersteuning voor overige gezinsleden.
OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
25
4. Veiligheid en justitile interventie: groepsaanpak jongerenoverlast en het Veilig Op School-overleg,
waarbij voortgezet onderwijs afspraken maakt met bijvoorbeeld politie.



Op dit moment worden de volgende overlegstructuren waar welzijnsaanbieders aan deelnemen,
georganiseerd:
Stuurgroep Jeugd, twee keer per jaar: gericht op beleidsontwikkeling en -vaststelling,
besluitvorming op bestuurs- en directie/-hoger managementniveau (gemandateerd)
JKZ-overleg (0-23 jaar) per wijk, vier keer per jaar: gericht op beleidsadvisering, gebiedsgerichte
afstemming op hoofdlijnen en informeren (geen casustiek)
Huidige werkgroepen:
- werkgroepen achterstandsbestrijding 0-12 jaar: informatie-uitwisseling tussen professionals op
wijkniveau;
- werkgroep ouderbetrokkenheid: delen en verzamelen van informatie, werkwijzen om te komen
tot een verbeterde samenwerking tussen professionals en ouders;
- werkgroep pedagogische wijkvisie: met relevante partners (sport, kinderopvang, onderwijs,
welzijn, politie, speeltuin) wordt een gezamenlijke pedagogische visie en uitvoeringskader
ontwikkeld.
Overleg Voortgezet Onderwijs: actuele ontwikkelingen binnen het VO (VSV, relatie onderwijs-
welzijn, Talenthouse, accommodatiegebruik, overgang PO-VO, relatie VO-buurt.

Centrum voor Jeugd en Gezin
Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is de plek voor iedereen die te maken heeft met gezondheid,
opvoeden en opgroeien. Ouders, kinderen, jongeren en professionals kunnen met hun vragen terecht
bij het CJG. Het CJG heeft een nadrukkelijk signalerings- en ondersteuningsfunctie voor
opvoedingsvraagstukken en achterstandsbestrijding. Van de aanbieder wordt een actieve afstemming
met en doorverwijzing naar het CJG verwacht, waarbij het CJG van de aanbieder verwacht dat deze
aan de vierjaarlijkse regiegroep deelneemt en een verbindende rol heeft voor burgers die behoefte
hebben aan een sociaal netwerk op het gebied van opvoeding en gezondheid.

Talenthouse 2.0
Talenhouse 2.0 borduurt voort op de methodiek waarin de talentontwikkeling van jongeren (12 23
jaar) en datgene wat zij zelf willen, centraal staan. De professional treedt op als coach. De talenten
van jongeren worden uitgenut voor de directe leefomgeving. Er wordt ingezet op een nauwe
samenwerking tussen bedrijfsleven, onderwijs, jongerenwerk/jongeren waarbij wordt gepoogd een
match tot stand te brengen tussen vraag en aanbod van alle genoemde partijen. Concreet wordt in
gezet op zeven projecten (o.a. mode, interieur, film). Het ontwikkelen van soft skills, waardoor
jongeren (beter) in staat zijn op de arbeidsmarkt te functioneren, en het bijbrengen van
vakinhoudelijke kennis staat voorop. Het project is een pilot vanuit Pact Op Zuid en heeft raakvlakken
met de doelstellingen van de Kwaliteitssprong op Zuid.

Praktijkleercentrum (Wijkschool) - Heindijk
Doelgroep bestaat uit jongeren van 16 tot 23 jaar zonder startkwalificatie. Ze heeft grote moeite om
zich te handhaven in de maatschappij, is veelal overbelast en kampt met meervoudige problemen. De
wijkscholen (onderdeel van het Rotterdams Offensief) werken met de driehoek arbeidsidentiteit,
onderwijs en zorg. De aanpak is agogisch en gaat in eerste instantie uit van het leren ontdekken van
OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
26
de eigen talenten en het bewerkstelligen van perspectief voor de toekomst. Belemmeringen om dat
perspectief te realiseren worden in kaart gebracht en stap voor stap overwonnen.

Jongerenloket
Het Jongerenloket begeleidt jongeren tot 27 jaar bij het vinden van de juiste opleiding, maar ook het
zoeken naar werk of een andere vorm van dagbesteding hoort bij de begeleiding. Vaak gaat het om
jongeren die gn startkwalificatie en weinig tot geen werkervaring hebben. Het loket registreert op
basis van meldingen vanuit het onderwijs welke jongeren geen opleiding meer volgen en geeft deze
informatie door aan de deelgemeente.

Stedelijke Pool Jongerenwerk
Vanaf het jaar 2012 is een Stedelijke Pool Jongerenwerk actief die wordt ingezet op de bestrijding van
jongerenoverlast in wijken en voortijdig schoolverlaten. De aanbieder maakt met de uitvoerende
stichtingen Welzijn Feijenoord en Buurtwerk Alexander afspraken over samenwerking en informatie-
uitwisseling.

Individuele Voorzieningen van SoZaWe
Deze afdeling voorziet in persoonsgebonden voorzieningen voor de minder zelfredzame bewoners.
Het gaat om bijvoorbeeld huishoudelijke hulp, scootmobielen, aanpassingen in huis en andere
hulpmiddelen. In de nabije toekomst zullen deze voorzieningen meer collectief georganiseerd worden,
waarbij met de nieuwe inkoop van huishoudelijke verzorging in 2013 een belangrijke stap wordt gezet.


2.4 Kwaliteitseisen
Naast de specifieke opdrachten die verbonden zijn aan beide themas formuleert de deelgemeente
een aantal kwaliteitseisen, waarbij de aanbieder wordt uitgedaagd hier invulling aan te geven. Deze
worden hieronder beschreven:

1. De aanbieder is present in de wijk
15
. Niet alleen door het openstellen van locaties, maar ook door
aanspreekbaar te zijn voor alle burgers en alle burgers zelf aan te spreken. Waar nodig organiseert
de aanbieder deze presentie door samenwerking met andere organisaties. De aanbieder
organiseert de presentie op een zodanige manier dat minder zelfredzame burgers die niet bekend
zijn bij hulpverlenende instanties, de verborgen problemen of dark numbers, worden gevonden en
ondersteund.
2. De aanbieder maakt voor het versterken van deze presentie, informatiepositie en
informatievoorziening ook gebruik van nieuwe media (waaronder e-health) en domotica
16
. Ook
wordt hij uitgedaagd om nieuwe media toe te passen bij het uitvoeren van de thematische
opdrachten, zoals het verbinden van netwerken en organisaties.

15
Present zijn verwijst naar de presentietheorie van prof. dr. Andries Baart, waarin gerichtheid op het scheppen
van rechtvaardige en liefdevolle menselijke verhoudingen centraal staat, met name waar mensen onaanzienlijk,
arm, sociaal overbodig, doodziek of hopeloos zijn. Daarmee onderscheidt de presentie zich bewust en scherp
van wat momenteel de hoofdstroom is in de verzakelijkte, marktgerichte en op productie georinteerde
zorgverlening.
16
Met domotica worden slimme elektronische voorzieningen in woonhuizen bedoeld, die het wooncomfort, de
veiligheid enzovoort vergroten. Daar waar toezichthoudende domotica wordt ingezet, kan dit ondersteunend zijn
voor de zorgverlener of een meer vervangende functie hebben. E-health is het gebruik van nieuwe informatie- en
communicatietechnologien, en met name internettechnologie, om gezondheid en gezondheidszorg te
ondersteunen of te verbeteren.
OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
27
3. De aanbieder maakt zoveel mogelijk gebruik van breed inzetbare professionals die
systeemverantwoordelijkheid dragen en als buurtcoaches het eerste aanspreekpunt zijn voor de
burgers in de wijk. Deze buurtcoaches zijn in staat outreachend te werken. De benodigde
specialistische inzet organiseert hij zoveel mogelijk met partners.
4. De aanbieder maakt inzichtelijk hoe de opdracht duurzaam wordt ingevuld: op welke manier de
inspanningen bijdragen aan een structuur waarbij burgers in staat zijn om hun eigen initiatieven te
ontplooien zonder dat daar (structurele) ondersteuning van professionals bij nodig is.

2.5 Randvoorwaarden
Overkoepelend aan de themas wordt van de aanbieder het volgende verwacht:

1. Hij neemt het initiatief voor het verbeteren van (keten)samenwerking: deelname aan netwerken
voor informatie-uitwisseling en signalering is onderdeel van de opdracht. Hierbij wordt een
initirende rol verwacht in het efficinter inrichten van informatie- en overlegstructuren.
2. Trends op het gebied van sociaal-economische problemen en sociale netwerken worden aan de
opdrachtgever gerapporteerd.
3. Hij maakt optimaal gebruik van de in de deelgemeente beschikbare voorzieningen
17
, zoals
speeltuinen, sportverenigingen, Zoneparcs, scholen, zorgorganisaties en kerken.
4. Hij legt afspraken met partners over overlegstructuren, informatiedeling en klantprocessen vast en
maakt deze voor de deelgemeente inzichtelijk. Specifiek worden na afronding van de stedelijke
opdracht Vereenvoudiging Zorgcordinatie in het kader van redesign jeugd procesafspraken
gemaakt met de relevante zorgpartijen en het CJG over signalering en doorverwijzing.
5. De gebiedsspecifieke inzet wordt in overleg met het deelgemeentelijke gebiedsmanagement
vastgesteld.
6. Hij hanteert een maximale wachtlijst van drie weken op het gebied van individuele ondersteuning,
waarbij voor schuldhulpverlening een specifieke eis geldt van maximaal twee weken.
7. Hij heeft op het gebied van informatiemanagement een belangrijke taak: het doen van een 0-
meting, het maken van outputrapportages en het ontwikkelen van een systeem voor
outcomesturing maken deel uit van de opdracht. Dit organiseert hij op een zodanige wijze dat de
regeldruk minimaal is en de professionele ruimte maximaal. De aanbieder maakt tussentijdse
kwalitatieve kwartaalrapportages waarin aantoonbaar wordt gemaakt hoe de inzet heeft
bijgedragen aan de beoogde resultaten.
8. De aanbieder geeft invulling aan de volgende voorzieningen door deze ofwel in dienst te stellen
van de hoofdopdrachten Sociale cohesie en Zelfredzaamheid, ofwel door de gebouwen te
exploiteren, zodat deze kostendekkend zijn.

Huurprijs/jaar Oppervlakte in m
2
Duur verplichting
Ooievaar - Groenenhagen-
Tuinenhoven
60.000 300 (n.o.t.k.) Gehele periode
Zaaltje 65.000 340 t/m 2013
De Dijk (Groot IJsselmonde-zuid) 64.000 500 Gehele periode
Focus (Beverwaard) 91.000 1500 juli 2013
Wijkgebouw Lombardijen 67.000 850 juli 2013
Gezondheidscentrum Dantestraat 45.000 325 Gehele periode
Deelgemeentekantoor n.o.t.k. n.o.t.k. n.o.t.k.

17
Voorzieningenoverzicht: zie bijlage V. Dit is niet uitputtend, maar wel zo compleet mogelijk.
OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
28
2.6 Toekomstige opdrachten
In de opdracht wordt de aanbieder gevraagd om samenwerkingsverbanden met (zorg)organisaties
aan te gaan op het gebied van bijvoorbeeld locatiegebruik, het organiseren van collectieve
voorzieningen, de inzet van vrijwilligers en integrale vraagverheldering. Dit is een eerste stap op weg
naar verbinding van zorg en welzijn. Op dit moment is nog niet duidelijk op welke schaal en onder
welke verantwoordelijkheid de voorzieningen worden ingekocht en aangestuurd. Hieronder worden de
toekomstige ontwikkelingen met mogelijk daaruit voortvloeiende opdrachten kort beschreven.

2.6.1 Concreet
Buurt- en speeltuinwerk
IJsselmonde kent momenteel zeven speeltuinen en n bouwspeeltuin die een waardevolle
toevoeging voor alle wijkbewoners zijn. Het zijn ontmoetingsplekken met zelforganisaties, waarvan de
locaties ook zeer goed inzetbaar zijn voor andere activiteiten. Momenteel wordt aan de verenigingen
een jaarlijkse waarderings- of exploitatiesubsidie verstrekt. Daarnaast ontvangt de stichting Buurt- en
Speeltuinwerk Rotterdam (BSW) een jaarlijkse exploitatiesubsidie voor de personele ondersteuning
die zij, al dan niet met de inzet van gesubsidieerde arbeid, bieden aan de verenigingen.

Gezien de potentie om bij te dragen aan de talentontwikkeling van kinderen, de sociale cohesie in de
wijk, werkervaring voor minder zelfredzamen en de mogelijkheid om onderdak te bieden aan diverse
initiatieven is de wens van de deelgemeente om de organisatie hiervan te verbinden met het
welzijnswerk. Het voorstel dat op hoofdlijnen in de opdracht Sociale cohesie is meegenomen, vraagt
van de aanbieder dat deze de organisatie, multifunctionaliteit en openstelling met een minimum aan
professionele inzet, maar met een maximum aan effectiviteit wordt georganiseerd. Deze vraag gaat op
nader te overleggen tijdstip in, tot die tijd ontvangen de huidige verenigingen en de BSW nog subsidie.
Aan de aanbieder wordt gevraagd om met een voorstel te komen.

Vrouwenstudios
In Beverwaard wordt Zenana tot juli 2012 begeleid vanuit de welzijnsorganisatie Perspect. Aan de
aanbieder wordt gevraagd deze vrouwenstudio met ingang van 1 juli 2012 te begeleiden en vanaf
2013 een samenwerkingsverband (onderaanbieder) te organiseren met stichting CleoPatria of een
andere organisatievorm in te richten om deze vrouwenstudios voort te zetten.

Collectieve voorzieningen
De aanbieder wordt gevraagd ondersteuning te ontwikkelen aan beperkt zelfredzame personen op het
gebied van ADL, zodat deze personen in staat worden gesteld om te wonen in een schoon en
leefbaar huis, zich te verplaatsen in, om en nabij hun huis, benodigdheden te verkrijgen om in hun
primaire levensbehoeften te voorzien, te beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding en
zich lokaal te verplaatsen per vervoermiddel.
Hiervoor geldt dat het organiseren van genoemde ondersteuning kan plaatsvinden met behulp van
inzet van vrijwilligers dan wel personen uit het uitkeringsbestand van de gemeente, en in
samenwerking met andere organisaties. De aanbieder mag voor bovengenoemde onderdelen een
bijdrage vragen aan mensen die van de genoemde ondersteuning gebruik maken. Het is de bedoeling
deze ondersteuning zo te organiseren dat deze meerjarig kan worden gecontinueerd, al dan niet met
een eigen bijdrage van de afnemers. Hierbij wordt ook gevraagd om ongewenste
concurrentieverhoudingen te voorkomen. Voor 2012 is een pilotbudget beschikbaar dat bij succes in
samenhang met stedelijke budgetten gecontinueerd kan worden. Samenwerking met de wijkbussen
ligt voor de hand.
OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
29
2.6.2 Optioneel
Sociaal Juridisch Advies
De adviesfunctie die de Sociaal Raadslieden momenteel als onderdeel van de VraagWijzer vervullen,
wordt in de toekomst overgeheveld naar de aanbieder. Het Sociaal Raadsliedenwerk is een
wijkgerichte eerstelijns voorziening waar inwoners terecht kunnen voor gespecialiseerde hulp op
sociaal juridisch gebied. Daarbij gaat het vooral om complexere problemen, zoals belastingen
(inclusief huur- en zorgtoeslag), consumentenrecht, vreemdelingenrecht, personen- en familierecht.
Het ligt dan ook voor de hand deze zoveel mogelijk bij de bestaande dienstverlening te integreren.

Jeugdaanpak
Zoals in de opdracht Sociale cohesie is omschreven is vanaf 2012 een Stedelijke Pool Jongerenwerk
actief. De opdracht wordt momenteel uit de stedelijke doeluitkering Jeugdveiligheidsactieplan betaald.
In 2013 wordt de doeluitkering beindigd en wordt opnieuw bezien hoe deze opdracht wordt uitgezet.
De deelgemeente is een sterk voorstander van het integreren van deze opdracht in de reeds
aanwezige deelgemeentelijke netwerken. De verwachting is dat hierover medio 2012 duidelijkheid
wordt gegeven.

Taal
In 2012 wordt vanwege de grote taalachterstand in Groot IJsselmonde-zuid een taaloffensief
uitgevoerd. Daarnaast geven de analyses aan dat ook in Lombardijen en Beverwaard mensen met
taalachterstanden wonen. Na 2013 is het stedelijke taalbudget uitgeput en wordt op een andere
manier ondersteuning geboden aan mensen die door taal achterstand worden beperkt in hun
zelfredzaamheid. Indien mogelijk volgt hieruit een extra opdracht voor de aanbieder.

Activering
Gedurende de looptijd van dit bestek bestaat de mogelijkheid dat de opdracht wordt uitgebreid met de
module Sociale activering, onder meer in het kader van de doorontwikkeling van Full-engagement.
Hiervoor wordt nauw samengewerkt met het Werkplein Dwarsdijk, bijvoorbeeld als het gaat om
toeleiding van clinten. De in Sociale cohesie omschreven deelopdracht Het actief stimuleren en
benutten van vrijwillige inzet in de wijk kan op een zodanige manier worden ingericht dat toevoeging
van een activeringsopdracht vanuit de dienst SoZaWe een relatief kleine aanpassing vergt.

Huishoudelijke Verzorging
Per april 2013 zijn de huidige contracten op het gebied van huishoudelijke verzorging beindigd.
Medio 2012 start de aanbestedingsprocedure waarbij deze ondersteuning opnieuw wordt ingekocht.
Momenteel worden de voorbereidingen getroffen voor een pilot waarin nieuwe vormen van
(vereenvoudigde c.q. integrale) indicatiestelling en andere vormen van (gentegreerd)
ondersteuningsaanbod worden verkend. Duidelijk is dat er een bezuinigingsopgave aan de herinkoop
verbonden is, waardoor een omslag in de werkwijze nodig is. De verbinding met welzijnsaanbieders
ligt hierbij voor de hand om het benodigde ondersteuningsaanbod op een andere, mogelijk meer
collectieve manier te kunnen organiseren. Hierop zijn dezelfde uitgangspunten van toepassing als
voor de in deze opdracht genoemde ondersteuningsvormen gelden:
Inzetten op versterking dan wel behoud van zelfredzaamheid van de burger;
Uitgaan van de eigen kracht van de burger en zijn netwerk;
Inzet van vrijwilligers en mensen uit het WWB-bestand van de gemeente;
Wanneer nodig en mogelijk worden collectieve voorzieningen ingezet;
Ondersteuning via individuele voorzieningen vormt het sluitstuk van het ondersteuningsaanbod.

OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
30
Extramurale begeleiding uit de AWBZ
De doelgroep van het product begeleiding heeft te maken met matige en of ernstige
beperkingen. De functie begeleiding richt zich op het bieden van hulp en ondersteuning bij dagelijkse
levensverrichtingen, het aanbrengen van structuur in het leven, het voeren van regie en het bieden
van toezicht. Het perspectief van zorgverlening vanuit de AWBZ wordt verruild voor het perspectief
van maatschappelijke participatie in de Wmo. Daarbij is het mogelijk en wenselijk om de
verbinding te leggen met verschillende andere beleidsterreinen, zoals de Wet Werken naar
Vermogen, het welzijnsbeleid, de huishoudelijke verzorging en de jeugdzorg. De Wmo biedt
ruimte voor een samenhangend en op maatwerk gebaseerd ondersteuningsaanbod aan de
burger. In dat licht heeft het College aangegeven met de decentralisatie van de begeleiding de
aansluiting te willen zoeken met de gebiedsgerichte organisatie van zorg en welzijn.
OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
31
Bijlagen

Bijlage I De staat van IJsselmonde 32
Bijlage II Begrippenlijst 46
Bijlage III Literatuurlijst 51
Bijlage IV Versterking Zelfredzaamheid Burgers IJsselmonde 52
Bijlage V Overzicht voorzieningen IJsselmonde 2012 59

OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
32
Bijlage I De staat van IJsselmonde
In deze bijlage wordt in grote lijnen ingegaan op de actuele sociale ontwikkelingen binnen de
deelgemeente IJsselmonde. Na een globale schets van de deelgemeente als geheel, volgt een
beschrijving op wijkniveau en tenslotte wordt ingezoomd op buurtniveau.

1.1 Gebiedsbeschrijving
De deelgemeente IJsselmonde is met een inwonertal van ruim 58.000 en een oppervlakte van 13,12
km
2
een middelgrote deelgemeente van Rotterdam. De naam verwijst naar de ligging bij de monding
van de Hollandse IJssel.






















Afbeelding 8: deelgemeente IJsselmonde
Kenschets deelgemeente
Het karakter van IJsselmonde is vandaag de dag niet in n term te vangen. Aan de ene kant wordt
IJsselmonde, met veel laagbouw, nog steeds gekenmerkt door een overwegend dorps karakter (dorp
aan de Maas). Aan de andere kant kent deze deelgemeente ook meerdere grootschalige ruimtelijke
ontwikkelgebieden en -projecten. Ten slotte, IJsselmonde als geheel scoort over het algemeen positief
op diverse indexen. Echter wanneer nader wordt ingezoomd op buurtniveau wordt duidelijk dat deze
deelgemeente desondanks meerdere multiprobleem-/probleemcumulatiegebieden kent. Kortom:
deelgemeente IJsselmonde laat heden een gedifferentieerd beeld zien.

Groene voortuin van Rotterdam en grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen
IJsselmonde wordt wel de groenste deelgemeente van Rotterdam genoemd. Er zijn diverse
wijkparken, zoals Park De Twee Heuvels in Groot IJsselmonde, het vernieuwde Spinozapark in
Lombardijen, het Eiland van Brienenoord en het wijkpark van Beverwaard. Een groene en goed
onderhouden openbare ruimte draagt over het algemeen bij aan een positief woon- en leefklimaat. Het
bevordert de gezondheid, leefbaarheid en sociale samenhang in de wijken: het stimuleert mensen om
buiten te vertoeven en te bewegen en het biedt gelegenheid om elkaar te ontmoeten.
OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
33
Opmerkelijk is dat van deze openbare groenvoorzieningen toch nog weinig gebruik wordt gemaakt. Uit
onderzoek van het NUSO (2009) blijkt dat bewoners zich er veelal niet van bewust zijn dat zij in een
groene deelgemeente leven. Ambitie van de deelgemeente IJsselmonde is daarom dat zij in 2015 een
openbare ruimte heeft waar bewoners vaak en graag gebruik van maken (zie ook: Meedoen in een
groen en dynamisch IJsselmonde. Gebiedsvisie 2010 2020).

IJsselmonde streeft naar een verlevendiging van het woongebied, zonder dat het groene en rustige
tuinstadkarakter wordt aangetast. De beoogde ontwikkeling van het Stadionpark, de Zorgboulevard en
het Hart van IJsselmonde geven een flinke impuls aan de deelgemeente, waarbij de ontwikkeling van
het Hart van IJsselmonde moet leiden tot een levendig en multifunctioneel centrumgebied voor zowel
wonen, winkelen, werken als recreren.

Snel veranderde bevolkingssamenstelling
De bevolkingssamenstelling van IJsselmonde is in de afgelopen vijftien jaar flink gewijzigd. De
Minderhedenmonitor van 1999 geeft het begin van de verandering aan: Jarenlang is IJsselmonde de
deelgemeente geweest met het laagste percentage minderheden en het hoogste aantal autochtonen,
met een aanzienlijk aandeel oudere autochtonen. Pas vanaf 1999 is daarin merkbaar verandering
gekomen. IJsselmonde wordt nog steeds gekenmerkt door een naar verhouding groot aandeel
oudere, veelal autochtone, bewoners (18% 65-plussers in 2011 versus een Rotterdams gemiddelde
van 14%), waarbij bovendien sprake is van een dubbele vergrijzing (het aandeel 80-plussers is
gestegen naar 6% versus een Rotterdams gemiddelde van 4%). De prognose is dat dit percentage
verder zal stijgen en dat daarmee ook de ondersteuningsvraag zal stijgen. Tegelijk is er in
IJsselmonde, met de instroom van nieuwe bewoners, onmiskenbaar sprake van een verjonging en
verkleuring. Verdere vergrijzing en verjonging gaan hand in hand. Dit vraagt om oog voor en
aansluiting op de vragen en behoeften van uiteenlopende groepen bewoners IJsselmonde groeit
hiermee nu meer en meer naar het Rotterdamse gemiddelde toe.

Bevolkingssamenstelling naar etniciteit (in %)
Etniciteit jaar Deelgemeente
IJsselmonde
Gemeente Rotterdam
Autochtoon 1996 79 64
2001 69 59
2006 62 55
2011 56 52
Allochtoon 1996 21 36
2001 31 41
2006 38 45
2011 44 48
Bron: COS Rotterdam

In vergelijking met de andere Rotterdamse deelgemeenten heeft deze verandering zich in
IJsselmonde echter wel opvallend snel voltrokken (meer dan een verdubbeling van het aandeel
allochtonen in vijftien jaar tijd). Dit zet de sociale samenhang in buurten en wijken onder druk. Oude
samenlevingsverbanden zijn in snel tempo doorbroken, terwijl nieuwe verbanden niet in een zelfde
tempo kunnen worden opgebouwd. Bewoners hebben tijd nodig om aan elkaar te wennen. Met de
komst van vaak jonge etnische minderheidsgroepen is er niet alleen sprake van gewenning aan een
verschil in leefstijlen tussen verschillende etniciteiten, maar ook van een verschil in leefstijl tussen
jongeren en ouderen. Dit uit zich onder andere in spanningen tussen jong en oud in de wijken van
OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
34
IJsselmonde (dit is terug te zien in percentages rondom ervaren jongerenoverlast), maar ook in
ervaren woonoverlast (terug te zien in negatieve scores rondom burengerucht).

Sociale staat van IJsselmonde: van voldoende naar kwetsbaar
De huidige sociale situatie in IJsselmonde lijkt op het eerste gezicht stabiel. Zo scoort IJsselmonde in
de Veiligheidsindex bijvoorbeeld in de categorie veilig. Echter, wanneer het thema veiligheid nader
wordt bekeken, wordt duidelijk dat bewoners in IJsselmonde desondanks toch overlast en gevoelens
van onveiligheid ervaren. Hoofdproblemen op dit thema concentreren zich rond jongerenoverlast
(rondhangen, vernielzucht, drank- en drugsoverlast, criminaliteit), woonoverlast (overbewoning,
burengerucht, huiselijk geweld) en inbraak .

Behalve het gegeven dat IJsselmonde redelijk lijkt te scoren op de Veiligheidsindex, is het van belang
te onderkennen dat sprake is van een duidelijke negatieve trend in vergelijking met het recente
verleden: tot een jaar of vijf geleden scoorde IJsselmonde op een aantal onderdelen beter dan het
gemiddelde van Rotterdam. Het leek in IJsselmonde beter te gaan dan in de rest van de stad, maar de
deelgemeente is haar voorsprong op Rotterdam kwijtgeraakt op het gebied van veiligheid, inkomen en
de waardering onroerende zaken (WOZ).

De Sociale Index (jaargang 2010) laat inmiddels ook voor de deelgemeente IJsselmonde als geheel
een achteruitgang zien. In maart 2012 zal de Sociale Index 2011 worden uitgebracht, helaas na het
verschijnen van dit visiedocument, Relevante gegevens zullen naderhand meegenomen worden.
Hoewel IJsselmonde met een totaalscore van 5,8 sociaal gezien nog steeds op het Rotterdams
gemiddelde zit, is ten opzichte van het voorgaande jaren (2008, 2009) wel sprake van een teruggang
van sociaal voldoende naar kwetsbaar.





















In 2010 scoort IJsselmonde op drie van de vier hoofddomeinen van de Sociale Index in de categorie
kwetsbaar. De leefomgeving wordt nog steeds voldoende beoordeeld, maar op de domeinen
capaciteiten, sociale binding en meedoen is IJsselmonde kwetsbaar geworden. De specifieke
subonderdelen voldoende inkomen (score 4,3), goede gezondheid (score 4,4) en sociale contacten
(score 4,9) zijn zelfs naar een problematisch niveau weggezakt. Dit betekent dat meer bewoners in
Afbeelding 9:
Sociale Index IJsselmonde 2010
OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
35
IJsselmonde nu moeite hebben met rondkomen, een minder goede gezondheid ervaren en eenzaam
zijn (in een sociaal isolement leven). Deze scores liggen bovendien onder de Rotterdamse
gemiddelden op deze subonderdelen.

Ten aanzien van het subonderdeel taalbeheersing valt op dat er in IJsselmonde sprake is van een
aanzienlijke terugval. Hoewel de score op dit subonderdeel voor Rotterdamse begrippen nog wel
steeds bovengemiddeld is, laat de Sociale Index onmiskenbaar een achteruitgang zien: van een score
6,3 in 2008, naar een 5,7 in 2009 en een 5,3 in 2010. Een zorgwekkende ontwikkeling, aangezien juist
de beheersing van de Nederlandse taal een belangrijke randvoorwaarde is voor deelname aan de
samenleving. Het stelt burgers in staat maatschappelijk te participeren en een bijdrage te leveren aan
de sociale samenhang en de leefbaarheid van hun eigen wijk. Ook is het een cruciale competentie
voor de begeleiding van eigen kinderen in de maatschappij.

Kortom: de Sociale Index geeft aan dat de draagkracht van de IJsselmondse samenleving
onder druk staat. IJsselmonde is sociaal kwetsbaar geworden. Dit trekt ook een negatieve
wissel op de leefbaarheid en ervaren veiligheid in de wijk. Inzet op het sociale domein is van
belang om het sociale klimaat en daarmee ook de leefbaarheid en sociale veiligheid in de
wijken op peil te houden.

Opvallend positief punt in de Sociale Index is evenwel dat IJsselmonde relatief goed scoort op het
subonderdeel sociale inzet. Hieronder valt de inzet op mantelzorg, vrijwilligerswerk en inzet voor de
buurt. Burgers blijken bereid zich vrijwillig in te zetten voor elkaar en voor hun buurt.

De vrijetijdsenqute 2009 die Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS) heeft afgenomen laat zien
dat het percentage IJsselmondaren dat informele hulp verleent (frequentie is niet gemeten) in 2008
32% was, gelijk aan het gemiddelde van Rotterdam. Het percentage IJsselmondenaren dat
vrijwilligerswerk deed was 28%, tegenover 30% als Rotterdams gemiddelde. Verder laat deze enquete
zien dat dat aandeel in vergelijking met de jaren ervoor vrijwel gelijk is gebleven.

De gezamenlijke betrokkenheid, die in sommige buurten groot is en in andere juist niet of nauwelijks
aanwezig, biedt een basis om verder te werken aan het versterken van de sociale kwaliteit en de
sociale samenhang in IJsselmonde. Zeker in het licht van de inrichting van welzijn nieuwe stijl, waarin
meer wordt uitgegaan van de eigen kracht en het eigen probleemoplossend vermogen van de burger
en waarbij eigen verantwoordelijkheid en wederzijdse sociale ondersteuning steeds belangrijker wordt.

In 2009 bedroeg het percentage van IJsselmondenaren met het laagste inkomen 53%. Veel vragen
van burgers hebben dan ook betrekking op het leefdomein Administratie en financin. Zo had 44%
van de eerste (langdurige) hulpvragen aan het Algemeen Maatschappelijk Werk (AMW), in de eerste
helft van 2011, te maken met financin . Het gaat dan om ruim 400 personen. Daarnaast zijn circa 150
personen geholpen in een zogenaamd KBR-traject, een traject waarin wordt samengewerkt tussen het
AMW en de Kredietbank Rotterdam.

Verder zijn In 2011 tussen de 150 tot 200 personen aangemeld bij het Lokaal Team Huiselijk Geweld
(LTHG), worden 50 gesoleerde ouderen geholpen bij zin- en levensvragen en zijn bijna 30
(overbelaste) mantelzorgers persoonlijk ondersteund.
In de wijk Beverwaard is het aantal allochtone inwoners van niet westerse afkomst het hoogst (circa
45%, cijfers 2009), in de overige wijken ligt dit percentage tussen de 20% en 40%. Bekend is dat met
name niet-westerse allochtonen van de eerste generatie problemen hebben met de beheersing van
de Nederlandse taal.

OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
36
1.2 Kenschets per gebied

Beverwaard: een jonge wijk, sociaal kwetsbaar, weinig inzet voor de buurt
Beverwaard is een opvallend jonge wijk. Van de 12.000 inwoners is meer dan driekwart jonger dan 50
jaar. Ook valt op dat in Beverwaard naar verhouding veel Surinamers en Antillianen wonen. Qua
sociale samenhang is Beverwaard op dit moment het meest kwetsbare gebied van IJsselmonde. De
Sociale Index laat zien dat de scores op de onderdelen sociale contacten en ervaren binding
opvallend laag zijn en dat daarbij sprake is van een dalende trend. Daar komt bij dat Beverwaard ook
op het onderdeel sociale inzet een onvoldoende scoort; daar waar dit in de andere gebieden van
IJsselmonde juist nog wel een voldoende scoort. Vanwege deze zorgwekkende scores wordt nu in
Beverwaard onderzoek uitgevoerd naar de achterliggende oorzaken.

Lombardijen:sterke vergrijzing versus verjonging, onvoldoende capaciteiten
Van de ruim 13.000 inwoners in Lombardijen zijn er veel 25 tot 30-jarigen. Tegelijkertijd is Lombardijen
juist ook sterker vergrijsd dan de rest van IJsselmonde. Ook is te zien dat in Lombardijen naar
verhouding veel Turken en Marokkanen wonen. Er is bovendien sprake van een demografische
tweedeling: allochtonen zijn vooral jong, autochtonen zijn vooral oud.
Ook valt op dat Lombardijen in de Sociale Index al drie achtereenvolgende jaren zwakke scores kent
op het onderdeel capaciteiten. Lombardijen scoort daarbij nu vooral laag op de subonderdelen
voldoende inkomen en voldoende taalbeheersing.

Groot IJsselmonde-noord: een vergrijsde wijk, met een zeer zwakke inkomenspositie
In Groot IJsselmonde-noord wonen ruim 11.000 mensen, waarbij drie van de tien ouder zijn dan 65
jaar. Er is sprake van een sterke vergrijzing. Twintigers en dertigers zijn juist sterk
ondervertegenwoordigd, waardoor de potentile beroepsbevolking veel kleiner is dan in de rest van de
deelgemeente. De Sociale Index laat zien dat Groot IJsselmonde-noord in 2010 sociaal sterk scoort
op de onderdelen weinig vervuiling en overlast en mutaties. Wat betreft het onderwerp capaciteiten
zijn de scores echter problematisch. Vooral het inkomensniveau is zeer zwak. Groot IJsselmonde-
noord heeft in deze de laagste score (3,7) in vergelijking met de rest van IJsselmonde. Ook is de
participatie op het gebied van sociale en culturele activiteiten kwetsbaar en met 4,9 het laagste in de
deelgemeente en nagenoeg het laagste in de stad.

Groot IJsselmonde-zuid: een vergrijsde wijk, met vrij gunstige sociale index scores
Groot IJsselmonde-zuid heeft de meeste inwoners, ruim 15.500. Er wonen relatief weinig mensen
tussen de 35 en 55 jaar, ook dit gebied is sterk vergrijsd. Hierdoor is de omvang van de potentile
beroepsbevolking ook hier relatief klein. Er wonen in Groot IJsselmonde-zuid naar verhouding veel
autochtonen. De Sociale Index laat voor hier voor 2010 een vrij gunstig beeld zien: veel onderdelen
scoren sociaal voldoende. Het onderdeel capaciteiten is echter wel kwetsbaar, waarbij vooral de
inkomenspositie en de gezondheid als problematisch kunnen worden beschouwd.

Oud IJsselmonde: sociaal sterk gebied, met gunstige scores
Oud IJsselmonde heeft zon 5.700 bewoners en kent een aanzienlijk jongere bevolking dan
IJsselmonde als geheel. Opvallend is de grote groep 30 tot 60-jarigen. Het gebied valt op door een
grote potentile beroepsbevolking. Het gebied kent een naar verhouding hoog aandeel autochtonen
(68% in 2011). Op de Veiligheidsindex scoort Oud IJsselmonde zeer hoog (9,4 in 2009). En ook de
Sociale Index laat gunstige scores zien. De inwoners van Oud IJsselmonde scoren sociaal zeer sterk
op capaciteiten en dan met name op de themas inkomen en taalbeheersing. Zij doen voldoende mee
aan de samenleving. Ook de sociale binding is voldoende, vooral doordat er relatief weinig wordt
verhuisd. Wat betreft de leefomgeving heeft Oud IJsselmonde vooral een zeer gunstige score op het
OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
37
onderdeel vervuiling en overlast (8,6), terwijl dit gebied echter wel kwetsbaar is op het gebied van
voorzieningen (score 5,5).


1.3 Kantelwijken

Zoals eerder opgemerkt, lijkt er op het eerste gezicht niet veel mis met IJsselmonde. In de diverse
onderzoeken scoort de deelgemeente in vergelijking met Rotterdam en andere deelgemeenten
redelijk tot goed. De laatste jaren is er echter onmiskenbaar sprake van een duidelijke negatieve
tendens die, wanneer deze zich voortzet, IJsselmonde ook onder de streep zal doen belanden.
Naast deze negatieve trend, leert ook het inzoomen op buurtniveau dat er sprake is van grote
verschillen binnen de wijken. Er zijn buurten waar de situatie zeer zorgwekkend is. Dit kan doorwerken
in de hele wijk. In verband hiermee wordt de term kantelwijken gentroduceerd: voorkomen moet
worden dat wijken en buurten in IJsselmonde een kanteling maken van een redelijk positieve sociale
situatie, naar een zwakke, negatieve situatie. Daar waar deze ontwikkeling al zichtbaar is, is extra
inzet op het gebied van hulpverlening, veiligheid en fysiek onderhoud vereist om het tij te keren.

De aanpak start in vier focusbuurten. Deze buurten staan hoog genoteerd in de Buurtsignalering
18
en
ieder gebied omvat circa 250 woningen. In deze buurtselectie doen alle corporaties met bezit in
IJsselmonde mee.

In deze focusbuurten wordt een geconcentreerde, grondige en integrale inzet gepleegd voor n achter
de voordeur. Het uitgangspunt is: n huishouden, n aanpak en n eindverantwoordelijke. De
aanpak zal een combinatie zijn van hard en hart. Overlastsituaties worden niet meer getolereerd.
Hulp en begeleiding worden geboden met gevoel en compassie, maar de huishoudens die geholpen
worden, moeten daadwerkelijk zelf verantwoordelijkheid nemen en inzet tonen. De aanpak van de
focusbuurten heeft tot doel de leefbaarheid in de buurten, en daarmee de wijken als geheel, te
verbeteren en wordt in 2012 ingezet in de volgende buurten:
Huniadijk, Koppeldijk, Lodijk, Bermdijk, Erfdijk (Groot IJsselmonde zuid). Betrokken corporatie:
Vestia.
Thomas a Kempisbuurt (Lombardijen). Betrokken corporatie: Havensteder.
Prinsenplein-Tuinenbuurt (Groot IJsselmonde noord). Betrokken corporatie: Woonbron.
Meezenbroekbuurt (Beverwaard). Betrokken corporaties: Woonbron en Woonstad Rotterdam.


1.4 Wijkanalyses

Per wijk wordt de situatie op het gebied van onderwijs, inkomen, gezondheid, leefbaarheid en sociale
cohesie beschreven. De wijken Groot IJsselmonde-zuid en -noord, en ook Beverwaard en Oud-
IJsselmonde zijn hierin beide als n eenheid beschouwd, vanwege het aggregatieniveau van de
stedelijke indexen.


18
De Buurtsignaleringsrapportages worden gemaakt door Centrum voor Onderzoek en Statistiek en zijn niet
openbaar toegankelijk. Meer informatie over de focusbuurten is opvraagbaar bij de deelgemeente.
OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
38
1.4.1 Lombardijen

Onderwijs
Op de Sociale Index wordt Lombardijen als geheel aangemerkt als kwetsbare wijk. Op het aspect
voldoende opleiding wordt in 2010 een 6,0 gehaald. Dat is weliswaar hoger dan in 2009, maar nog
steeds onder het Rotterdams gemiddelde.

Onderwijsprestaties (Sociale Index 2010)
Omschrijving Voldoende opleiding
2009
Voldoende opleiding
2010
Deelgemeente IJsselmonde 5,6 5,9
Lombardijen 5,2 6,0
Rotterdam 6,2 6,4

Het percentage voortijdig schoolverlaters (17%) stemt overeen met het deelgemeentelijk cijfer (17%)
en wijkt niet veel af van het cijfer voor de stad (16%). Maar met name onder de Antilliaanse jeugd is
er een sterke afwijking met 26%. De cijfers over het ontbreken van een startkwalificatie komen voor
Lombardijen (14%) overeen met het deelgemeentelijk en stedelijk cijfer (resp. 13% en 13%).

In Lombardijen wonen 3.482 kinderen t/m 18 jaar (bron: CJG). Op 1.134 van de kinderen (32,5%) zijn
risicofactoren van toepassing. Opvallend is dat t/m 10 jaar er sprake is van een opeenstapeling van
risicofactoren. De risicofactoren met de hoogste scores zijn:
Ouders met onvoldoende inzicht in pedagogische behoefte;
Overgewicht, groei;
Gedragsproblematiek (door ouders als problematisch ervaren).

In deelgemeente IJsselmonde bestaan naast het regulier onderwijs voldoende mogelijkheden voor
jongeren om zich te ontplooien, zoals sportvoorzieningen en Talenthouses. Bovengenoemde
risicofactoren belemmeren jongeren desalniettemin om zelfredzaam te worden in de toekomst.

Werk en Inkomen
De inkomenssituatie van de huishoudens in Lombardijen is een van de aandachtsgebieden, blijkt uit
gegevens van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SoZaWe),en het Lokaal Zorgnetwerk (LZN).

De factsheet van SoZaWe (2012) laat zien dat over het geheel genomen de inkomenssituatie van
huishoudens in Lombardijen slechter is dan gemiddeld in Rotterdam. Ook ten opzichte van
IJsselmonde als geheel geven de cijfers voor Lombardijen een minder positief beeld.

OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
39
Inkomenssituatie

NL Rotterdam IJsselmonde Lombardijen
Huishoudens met een WWB- AO of
WW-uitkering (%)
8 14 12 14
Huishoudens met een inkomen onder
de armoedegrens (%)
7 13 12 15
Gemiddeld besteedbaar inkomen per
jaar (x 1.000 euro)
24 21,8 20,4 19,4
Werkloosheidspercentage 6,3 8,3 7,7 8,8
Bijstandsdichtheid: aantal WWB- en
WIJ-uitkeringen per 1.000 inwoners
30 61 61 69
Verdeling inkomensgroepen (%)
- loon of winst
- pensioen
- WWB- WW- of AO-uitkering
- overig

66
25
8
1

62
23
14
2

57
29
12
2

54
30
14
2



100

100

100

100
Bron: SoZaWe 2012

Dit komt overeen met de signalen die uit het Lokaal Zorgnetwerk over Lombardijen worden afgegeven:
financile problemen zijn in 25% van de LZN-casussen aan de orde. In de deelgemeente ligt dit
percentage op 21 en dat is een flinke stijging ten opzichte van 2009 (13%).
In algemene zin zijn de aanmeldingen in Lombardijen bij het LZN meer gericht op sociaal-economisch
zwakkere inwoners en mensen met psychiatrische problemen.

Informatie vanuit SoZaWe uit het WWB-klantenbestand leert dat in Lombardijen 880 personen te
maken hebben met een afstand tot de arbeidsmarkt. Het gaat hier om 132 clinten met een traject
naar werk, 324 clinten met een traject re-integratie, 374 clinten met activeringstrajecten en 49
dossiers van klanten van de afdeling Stedelijke Zorg: psychiatrische patinten, verslaafden en
(ex-)daklozen. Van de 880 zijn 330 man en 550 vrouw. Daarnaast heeft het Jongerenloket nog 122
jongeren met meervoudige problematiek in behandeling.

In 2011 zijn bij de Kredietbank Rotterdam 139 aanmeldingen gedaan in verband met
schuldhulpverlening. In 20 gevallen betrof het de aanvraag van een persoonlijke lening.

Gezondheid
De ervaren gezondheid en de genoten beweging blijkt in Lombardijen ver beneden het gewenste
niveau te zijn: Op het thema gezondheid laat de Sociale Index 2010 voor Lombardijen een score zien
van 4,6 waarmee deze als kwetsbaar wordt aangemerkt. Ook in vergelijking met het Rotterdams
gemiddelde van 4,8 presteert Lombardijen zeer matig. Het college heeft besloten om Lombardijen als
n van de zes Rotterdamse targetwijken aan te wijzen in het programma Samen Werken aan een
Gezond Gezin waardoor deze achterstand moet worden ingehaald.

Hierop aansluitend is de Rotterdamse collegedoelstelling ervoor te zorgen dat de stadsbrede
sportparticipatie omhoog gaat van 54% nu naar 64% in 2014 (en 70% in 2016). In de deelgemeente
IJsselmonde ligt de sportparticipatie momenteel op circa 48%; voor Lombardijen geldt een
sportparticipatie van 52%. Deze is dus iets hoger dan het Rotterdams gemiddelde, maar nog steeds
ver verwijderd van de doelstelling in 2014.
OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
40

Uit de Gezondheidsenqute 2008 blijkt dat het percentage inwoners van 16 jaar en ouder
met een matig of slecht ervaren gezondheid (22%) hoger ligt dan in de deelgemeente als geheel
(18,3%) en de stad (18,7%). Lombardijen (49,4%) scoort met de Beverwaard (49,5%) het hoogst op
de score niet voldoen aan de norm Gezond Bewegen en met 49,9% ook het hoogst als het gaat om
het ervaren van matige tot ernstige eenzaamheid (ter vergelijking: voor de deelgemeente als geheel is
de score 41,5% en voor de stad 42,2%) en op obesitas (17,8%; deelgemeente 16,5%; Rotterdam
14,4%).

Leefbaarheid en sociale cohesie
Met een Sociale Indexcijfer van 5,6 is sprake van een daling van 0,2 punt in vergelijking met 2009.
Lombardijen behoort hiermee tot de zwakkere wijken van de deelgemeente (kwetsbaar).
In vergelijking met 2009 is in Lombardijen op meerdere aspecten sprake van een verschuiving van
sociaal voldoende naar sociaal kwetsbaar en op het thema sociale contacten zelfs van kwetsbaar
naar probleem. Mensen voelen zich weinig verbonden met de wijk en met elkaar. Dit komt wellicht
door de verschillende bevolkingsgroepen en het grote verschil in leeftijd van de allochtone en
autochtone bevolking. Uit de scores op de aspecten meedoen en sociale binding blijkt dat de
bewoners weinig sociale contacten kennen en weinig binding ervaren met de wijk. Met name op het
aspect capaciteiten, en daarbinnen de indicatoren inkomen en taalbeheersing, is sprake van
opvallend lage scores. De veiligheidsgegevens, hieronder toegelicht, laten zien dat jongerenoverlast
relatief minder voorkomt dan in andere IJsselmondse wijken.

Lombardijen is op de index licht gestegen naar een score van 7,3 (2008: 7,0). De wijk komt hierdoor in
de categorie veilig. De elementen geweld (veilig), schoon en heel (veilig) en drugsoverlast (van
aandacht naar veilig) laten een verbetering zien. De elementen inbraak en verkeer verslechteren
binnen de categorie veilig. De elementen diefstal (veilig), vandalisme (aandacht) en overlast
(aandacht) blijven ongeveer gelijk.

Op de Jeugdveiligheidsindex 2010 is de indexscore van Lombardijen 110,6 (tegenover 115,5
in 2009). Lombardijen scoort daarmee lager dan het Rotterdamse gemiddelde (120,1) op de
indicatoren van jeugdoverlast en -criminaliteit.
De wijk staat op de 33
e
plaats van de 63 Rotterdamse wijken (in 2009 op de 29
e
plaats) en valt
daarmee in de middenmoot.

Het aantal jeugdige verdachten t/m 22 jaar (per 1.000 jeugdige inwoners) is in Lombardijen lager
(33,6) dan in de deelgemeente (35,4) en de stad (35,3). Ook het aantal gepleegde delicten is lager
(13,7) dan in IJsselmonde (16,1) en de stad (21,3). Het aantal veroordelingen en afdoeningen is
daarentegen hoger (36,4: IJsselmonde: 33,7; Rotterdam: 29,9). Hier is sprake van een stijging ten
opzichte van 2008 en 2009.

Het deelgemeentelijke Trendview Belevingsonderzoek (maart 2011) wijst uit dat als hoofdproblemen
op het thema veilig overlast door jongeren (rondhangen, vernielzucht, drank- en drugsoverlast,
criminaliteit) en woonoverlast (overbewoning, burengerucht, geweld) worden ervaren.

Buurtsignalering laat tegenstrijdig hieraan zien dat het percentage inwoners Lombardijen dat
jongerenoverlast ervaart, is gedaald van 37,5 naar 31,7. Woonoverlast op genoemde aspecten is met
name opvallend hoog in de Homerusbuurt, n van de focusbuurten in het actieplan Kantelwijken
(bron: COS-buurtsignalering).

OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
41
1.4.2 Beverwaard en Oud-IJsselmonde

Onderwijs en Talentontwikkeling
Met een score van 5,2 op de Sociale Index is in de Beverwaard sprake van een behoorlijke
achteruitgang in vergelijking met 2008 (5,9) en 2009 (5,7). Beverwaard wordt aangemerkt als sociaal
kwetsbare wijk. Op alle themas is in 2010 sprake van een achteruitgang, waarbij de achteruitgang op
het thema capaciteiten opvallend groot is (van 6,2 in 2008 naar 5.1 in 2009 en 4,5 in 2010). Binnen dit
thema zijn de scores op de aspecten opleiding (5,2), inkomen (4,3) en gezondheid (3,6) opvallend
laag.

In de tabel hieronder zijn de scores binnen de Sociale Index op de aspecten taalbeheersing (1) en
voldoende inkomen (2) voor respectievelijk de Beverwaard en Oud-IJsselmonde voor de jaren 2008,
2009 en 2010 weergegeven, waarmee de enorme terugval in de Beverwaard inzichtelijk wordt en ook
het grote verschil tussen Beverwaard en Oud-IJsselmonde.

Omschrijving 2008 2009 2010
Beverwaard
taalbeheersing
8 4,9 4,8
Beverwaard
vold. inkomen
6 5 4,3
Oud-IJsselmonde
taalbeheersing
8,6 7,5 8,5
Oud-IJsselmonde
vold. inkomen
8,2 8,2 8
Taalbeheersing en inkomen (Sociale Index 2010)

De vrije val (onder andere) op de indicator taalbeheersing baart grote zorgen. Vanuit de Erasmus
Universiteit wordt dan ook onderzoek gedaan naar de sociale staat van de Beverwaard. De recente
instroom van Rotterdammers met een Noord-Afrikaanse afkomst en een lage sociaal-economische
status zijn mogelijke verklaringen hiervoor, maar het onderzoeksresultaat zal hopelijk meer inzicht
geven.

Ook het opleidingsniveau van Beverwaardse inwoners baart zorgen. Onderstaande tabel bevat
gegevens uit de Sociale Index 2010 en geeft een sterke daling weer, waardoor Beverwaard duidelijk
onder het Rotterdams gemiddelde terechtkomt.

Onderwijsprestaties

Voldoende opleiding
2008
Voldoende opleiding
2009
Voldoende opleiding
2010
IJsselmonde 5,5

5,6

5,9
Beverwaard 5,8 5,4

5,2
Oud-IJsselmonde 6,9 6,6 7,9
Rotterdam 5,8 6,2 6,4
Bron: Sociale Index 2010

OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
42
Meer specifiek blijkt dat een aandeel hierin door de Beverwaardse jeugd wordt geleverd. Negatieve
afwijkingen bestaan op het gebied van:
Percentage voortijdig schoolverlaten (19%; deelgemeente: 17% en Rotterdam: 16%);
Percentage jongeren met een startkwalificatie (62%; deelgemeente: 66%; Rotterdam: 72%);
Percentage bevolking zonder startkwalificatie (17%; deelgemeente: 13%; Rotterdam: 13%).

Werk en inkomen
Ook Beverwaard heeft negatief afwijkende cijfers op het gebied van de inkomenssituatie in de
huidhoudens. Uit onderstaande de tabel blijkt dat de Beverwaard weliswaar iets beter scoort dan
Lombardijen, echter ook hier wijken vrijwel alle scores in negatieve zin af van het stedelijk, landelijk en
deelgemeentelijk gemiddelde. Qua aantal bijstandsuitkeringen heeft de Beverwaard zelfs de hoogste
score binnen de deelgemeente.

Inkomenssituatie

NL Rotterdam IJssel-
monde
Beverwaard Oud-IJssel-
monde
Huishoudens met een WWB- AO of
WW-uitkering (%)
8
19
14 12 15 8
Huishoudens met een inkomen onder
de armoedegrens (%)
7 13 12 15 8
Gemiddeld besteedbaar inkomen per
jaar (x 1.000 euro)
24 21,8 20,4 20 25,5
Werkloosheidspercentage 6,3 8,3 7,7 7,8 3,8
Bijstandsdichtheid: aantal WWB- en
WIJ-uitkeringen per 1.000 inwoners
30 61 61 72 24
Verdeling inkomensgroepen (%)
- loon of winst
- pensioen
- WWB- WW- of AO-uitkering
- overig

66
25
8
1

62
23
14
2

57
29
12
2

67
15
15
3

79
12
8



100

100

100

100

100
Bron: SoZaWe 2012

Voor Oud-IJsselmonde geldt het omgekeerde: hier zijn vrijwel alle scores positiever dan de andere
gemiddelden.

Uit gegevens van het UWV blijkt dat medio 2010 de Beverwaard 707 mensen in de WWB, 48 in de
WIJ en 7 in de IOAW telt. In 2011 zijn vanuit de Beverwaard bij de Kredietbank Rotterdam 171
aanmeldingen gedaan in verband met schuldhulpverlening. In 14 gevallen betrof het de aanvraag van
een persoonlijke lening. Contrasterend bleek het in Oud-IJsselmonde om 29 aanmeldingen te gaan,
waarvan 3 aanvragen voor een persoonlijke lening.

Gezondheid
De score van de Beverwaard op het thema gezondheid in de Sociale Index is met 3,6 eveneens
zorgwekkend. Vermoedelijk hangt dit samen met de slechte sociaal-economische positie van een deel
van de Beverwaardse bevolking met opvallend slechte scores op de themas opleiding (5,2) en
inkomen (4,3).

19
De vraag is of dit cijfer klopt (zie ook Groot IJsselmonde-noord).
OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
43
De Gezondheidsenqute 2008 geeft aan dat luchtwegklachten in de Beverwaard vaker voorkomen
dan elders in de stad, n op de vijf inwoners geeft aan hier last van te hebben. De ligging in de oksel
van de verkeersring is hiervoor een mogelijke verklaring. Ook blijkt uit deze enqute dat de
Beverwaard in vergelijking met de andere wijken in de deelgemeente het slechtste scoort op:
De beoordeling van het gezond/ongezond leven (33,4%; deelgemeente 31,7%; Rotterdam: 32,7%);
Overgewicht (38,7 %; deelgemeente: 34,8%; Rotterdam 33,6%);
Het niet voldoen aan de norm Gezond Bewegen (49,5%; deelgemeente: 44,9%; Rotterdam:
42,7%;);
De waardering van de woonomgeving (81,5%; deelgemeente: 88,8%; Rotterdam 85,4%);
Last van hondenpoep en rommel op straat (resp. 50,1% en 46,4%; deelgemeente 33,4% en
36,6%; Rotterdam 36,9% en 40,6%);
Het ervaren van een lage sociale cohesie in de wijk (75,2; deelgemeente 66,8%; Rotterdam 67%);
Slachtofferschap van huiselijk geweld (11,2%; deelgemeente 8,7%; Rotterdam 8,2%).

De wijk scoort tegelijkertijd het hoogst waar dit het geven van mantelzorg betreft (14,3%;
deelgemeente: 13,4%; Rotterdam: 10,2%). Of dit aan de relatief grote zorgvraag of de relatief grote
bereidwilligheid ligt, is niet bekend.

Voor Oud-IJsselmonde geldt dat ook hier in scherp contrast met de Beverwaard de sociale cohesie
juist relatief goed beoordeeld wordt: met een score van slechts 52,2% die de cohesie als te laag
beoordeelt, scoort de wijk veel beter dan de andere wijken en de stad. Positieve hoge scores kent
deze wijk ook voor waardering van de woning en de woonomgeving.
In negatieve zin scoort de wijk in vergelijking met de andere wijken het hoogst op:
Roken (40,9%; deelgemeente 28,4%; Rotterdam 29,7%);
Overmatig alcoholgebruik (8,9%; deelgemeente: 7,1%; Rotterdam: 9,9%);
Harddrugsgebruik (12,3%; deelgemeente: 6,9%; Rotterdam 9,9%).

Leefbaarheid en sociale cohesie
De Sociale Index 2010 laat zien dat voor het thema meedoen in de Sociale Index 2010 sprake is van
een achteruitgang ten opzichte van voorgaande jaren en opvallend lage scores op de aspecten
sociale contacten (van 5,8 naar 4,1), deelname aan sociale en culturele activiteiten (van 6,7 naar 5,2)
en sociale inzet (van 5,4 naar 4,9). Binnen het aspect sociale binding baart de score op ervaren
binding (4,1) zorgen. De gefaseerde aanpak, buurtgerichte actie en specifieke maatregelen vanuit het
Actieplan Kantelwijken moeten deze trend tegengaan, evenals de inspanningen van de aanbieder.

Beverwaard is in de Veiligheidsindex 2010 gestegen van een 6,3 naar een score van 7,2 op de index.
De wijk komt hierdoor in de categorie veilig. De elementen diefstal (van aandacht naar veilig),
drugsoverlast (veilig), inbraak (van bedreigd naar veilig), vandalisme (van probleem naar veilig),
overlast (van probleem naar bedreigd) en schoon en heel (van aandacht naar veilig) stijgen. De
elementen geweld en verkeer blijven ongeveer gelijk in de categorie veilig.

Op de Jeugdveiligheidsindex 2010 is de indexscore van Beverwaard 124,8 (tegenover 143,7
in 2009). Beverwaard scoort daarmee hoger op de indicatoren van jeugdoverlast en -
criminaliteit dan het Rotterdamse gemiddelde (120,1), maar laat wel een verbetering zien.
De wijk staat op de 26e plaats van de 63 Rotterdamse wijken en laat daarin ook een kleine relatieve
verbetering zien ten opzichte van2009 waar zij een 18e plaats bekleedde.
Het aantal jeugdige verdachten t/m 22 jaar (per 1.000 jeugdige inwoners) is hoger (39,3) dan in de
deelgemeente (35,4) en de stad (35,3). Het aantal gepleegde delicten door jeugdigen t/m 22 jaar (per
1.000 inwoners) is lager (10,3; IJsselmonde: 16,1; Rotterdam: 21,3), maar het aantal veroordelingen
OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
44
en afdoeningen (per 1.000 jeugdige inwoners) is in de Beverwaard hoger dan in de stad (resp. 31,3 en
29,9) en lager dan in de deelgemeente (33,7).

1.4.3 Groot IJsselmonde-noord en -zuid

Onderwijs en Talentontwikkeling
In de Sociale Index scoort Groot IJsselmonde-noord met 5,9 behoorlijk lager dan in 2009 (-0,5) en valt
met deze score binnen de categorie kwetsbaar.
Op het aspect capaciteiten scoort de wijk met 4,8 behoorlijk laag. Binnen dit aspect is de score op het
thema inkomen met 3,7 verontrustend laag.

Groot IJsselmonde-zuid scoort 5,9 op de Sociale Index en valt daarmee in de categorie kwetsbaar.
Ten opzichte van 2009 is sprake van een achteruitgang met 0,4 punt. Binnen het aspect capaciteiten
is sprake van een achteruitgang met 0,7 punt in vergelijking met 2009 en van een lage score op het
thema inkomen (4.6). Deze score ligt wel hoger dan de deelgemeentelijke en stedelijke score.

Met betrekking tot het thema opleiding, komt de score voortijdig schoolverlaten overeen met het
stedelijk cijfer (16%). Op het vlak van het percentage jongeren met startkwalificatie scoort de wijk met
65% behoorlijk lager dan de stad (72%). Ook het percentage van de bevolking met een
startkwalificatie is in Groot IJsselmonde-noord lager dan in de stad en het rapportcijfer als gevolg
hiervan laag (4,8; deelgemeente: 5,3; stad: 5,3).

Werk en inkomen
Op het gebied van werk en inkomen laat Groot IJsselmonde ten opzicht van het Rotterdams
gemiddelde een gematigd positief beeld zien. Er zijn iets minder huishoudens die een uitkering
hebben of onder de armoedegrens leven. Deels lijkt dat te verklaren door het groot aantal
pensioengerechtigden.

Inkomenssituatie

NL Rotterdam IJssel-
monde
Groot IJssel-
monde
Huishoudens met een WWB- AO of WW-
uitkering (%)
8 14 12 11
Huishoudens met een inkomen onder de
armoedegrens (%)
7 13 12 10
Gemiddeld besteedbaar inkomen per jaar
(x 1.000 euro)
24 21,8 20,4 20
Werkloosheidspercentage 6,3 8,3 7,7 8,1
Bijstandsdichtheid: aantal WWB- en WIJ-
uitkeringen per 1.000 inwoners
30 61 61 60
Verdeling inkomensgroepen (%)
- loon of winst
- pensioen
- WWB- WW- of AO-uitkering
- overig

66
25
8
1

62
23
14
2

57
29
12
2

51
36
11
2

100

100

100

100
Bron: SoZaWe 2012

OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
45
In 2011 zijn bij de KBR 233 aanmeldingen gedaan in verband met schuldhulpverlening. In 29 gevallen
betrof het de aanvraag van een persoonlijke lening. Dit lijkt in vergelijking met de wijken Lombardijen
en Beverwaard dan weer opvallend veel, maar dit moet deels gerelativeerd worden door het grotere
inwoneraantal van Groot IJsselmonde.

Gezondheid
Op het gebied van gezondheid is in Groot IJsselmonde-noord sprake van een negatieve trend: van
5,2 in 2008 naar 5,1 in 2009 en 4,4 in 2010. In Groot IJsselmonde-zuid gaat het een scores van resp.
5,3 (2008), 5,9 (2009) en 4,9 (2010).
Uit de Gezondheidsenqute 2008 komen voor Groot IJsselmonde (als geheel) vooral de volgende
scores naar voren:
Risico op depressie (47,9%; deelgemeente 43,3%; Rotterdam 48%);
Overgewicht (37%; deelgemeente 34,8%; Rotterdam 33,6%);
Slachtofferschap huiselijk geweld (10,5%; deelgemeente 8,7%; Rotterdam 8,2%).

Het groot aantal ouderen is wellicht een verklaring voor deze slechte score. Het verklaart echter niet
direct de negatieve trend van de afgelopen jaren. Waarschijnlijk is dat deze specifieke doelgroep op
het gebied van gezondheid een andere inzet behoeft dan de minder vergrijsde wijken in IJsselmonde.

Leefbaarheid en sociale cohesie
Binnen het thema meedoen valt Sociale Indexscore 2010 in Groot IJsselmonde-noord wat betreft
deelname aan sociale en culturele activiteiten op in negatieve zin. Dit heeft mogelijkerwijs te maken
met het grote aantal ouderen die wellicht minder deelnemen aan activiteiten.

Groot IJsselmonde scoort in de Veiligheidsindex 2010 een 7,1 en is hiermee gestegen ten opzichte
van de voorgaande meting in 20008 die een 6,6 aangaf. De wijk valt wel nog steeds in de categorie
aandachtswijk. Een verslechtering is zichtbaar bij het element drugsoverlast. De elementen diefstal,
geweld, vandalisme en overlast verbeteren. De elementen inbraak, schoon en heel en verkeer blijven
ongeveer gelijk in de categorie

Op de Jeugdveiligheidsindex 2010 is de indexscore van Groot IJsselmonde 134,8 (tegenover
149,3 in 2009). Groot IJsselmonde scoort daarmee hoger op de indicatoren van
jeugdoverlast en -criminaliteit dan het Rotterdamse gemiddelde (120,1). De wijk staat op de 19e plaats
van de 63 Rotterdamse wijken en is daarmee de IJsselmondse wijk met de meest ervaren
jeugdoverlast.

Het aantal jeugdige verdachten t/m 22 jaar (per 1.000 jeugdige inwoners) is in Groot IJsselmonde iets
hoger (36,9) dan in de deelgemeente en de stad (resp. 35,4 en 35,3).
Het aantal gepleegde delicten lager dan in de stad (18,1 versus 21,3) maar hoger dan in de
deelgemeente (16,1). Het aantal veroordelingen en afdoeningen ligt in Groot IJsselmonde een stuk
hoger dan in de stad (36,8 versus 29,9) en iets hoger in vergelijking met de deelgemeente als geheel
(33,7). Wat betreft achtergrondkenmerken liggen de scores voor de wijk op de terreinen voortijdig
schoolverlaten en huiselijk geweld, zoals hiervoor beschreven, hoger dan die voor de deelgemeente
en de stad.

OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
46
Bijlage II Begrippenlijst

Begrip Definitie/omschrijving
ADL-vaardigheden Vaardigheden die nodig zijn voor Algemeen Dagelijkse
Levensverrichtingen. Het gaat hierbij van basale vaardigheden om voor
zichzelf te zorgen (eten, wassen, aankleden, naar toilet gaan) tot meer
complexe vaardigheden (organiseren van het huishouden, de zorg voor
kinderen of andere personen in het huishouden).
Beperkingen Lichamelijke en/of geestelijke belemmeringen van een persoon die van
invloed zijn op het kunnen functioneren in het dagelijks leven.
Beperkt zelfredzaam


Dit begrip wordt op twee manieren gebruikt in het bestek.
In algemene zin, om de groep van ca. 9.000 IJsselmondenaren (15%
van 60.000) aan te duiden waarbij het risico aanwezig is dat zij vanwege
capaciteiten of omstandigheden in een probleemsituatie terecht komen.
In specifieke zin, het onvermogen om zich te kunnen redden in de
huidige situatie op een bepaald levensdomein, uitgedrukt door een
score van 3 of lager op het desbetreffende domein uit de
Zelfredzaamheidmatrix.
Bewonersorganisatie

Een bewonersorganisatie bestaat uit bewoners van de wijk en
vertegenwoordigt en ondersteunt die bewoners en spreekt namens hen.
Buurt Aanduiding die het Centrum voor Onderzoek en Statistiek (COS)
gebruikt voor een wijk. In het bestek wordt de term buurt gebruikt als
een onderdeel van een wijk, zie verder Wijk.
Buurtbemiddeling Buurtbemiddeling richt zich op herstel van communicatie en op (het
ontwikkelen van) de kracht van mensen om zelf hun conflicten op te
lossen.
Buurtcoach Benaming van een professionele werker die zich bezig houdt met het
verbeteren van de leefbaarheid van de wijk. Een straatcoach heeft
zowel aandacht voor individuele bewoners en hun vragen en noden, als
voor groepen bewoners die initiatieven nemen om de leefbaarheid te
verbeteren.
De buurtcoach is voor bewoners, jongeren, winkeliers, zelforganisaties
en andere instellingen van de wijk makkelijk te herkennen en
benaderbaar en heeft regelmatig contact met hen met als doel
eventuele overlast te voorkomen en leefbaarheid te vergroten.
Collectieve voorziening Voorziening die in beginsel voor iedereen toegankelijk is op basis van
een beperkte toelatingsbeoordeling aan de hand van een beperkt aantal
geformuleerde maatstaven en waarbij op de persoon toegesneden
maatwerk niet of nauwelijks aan de orde is.
Domein Zie Zelfredzaamheid-matrix.
DOSA DOSA staat voor Deelgemeentelijke Organisatie Sluitende Aanpak. In
de DOSA worden jongeren in traject gezet. Een DOSA-traject is het
geheel aan handelingen en interventies voor een bij DOSA aangemelde
en onder de doelgroep vallende jeugdige waarover de DOSA-regisseur
de regie voert.
Eenzaamheid De GGD onderscheidt twee soorten eenzaamheid:
Sociaal: het missen van een ondersteunend netwerk met als gevolg
gevoelens van verveling en doelloosheid;
Emotioneel: het missen van intieme relaties met als gevolg
gevoelens van verlatenheid en intens verdriet.
Mensen in sociaal isolement ervaren vaak een combinatie van beiden.
Zie ook Sociaal Isolement.
Eigen Regie


Bewoners dienen zelf in staat te zijn om de belemmeringen die zij in hun
zelfredzaamheid of maatschappelijke participatie ondervinden zelf op te
lossen, eventueel met hulp van huisgenoten, sociaal netwerk of een
OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
47
vrijwilliger en/of door gebruik te maken van voorzieningen die in de wijk
of stad beschikbaar zijn.
Extramurale leefsituatie Leefsituatie waarin iemand de zorg krijgt die erop gericht is hem of haar
in staat te stellen zelfstandig te blijven wonen. Zonder deze zorg zou de
persoon aangewezen zijn op duurzaam verblijf en verzorging. De
ontvanger van deze zorg dient hiervoor gendiceerd te zijn door het
regionale indicatieorgaan.
Frequent probleemgedrag


Probleemgedrag wordt frequent genoemd wanneer leerlingen in de
enqute voor de Rotterdamse Jeugdmonitor, meer dan 3
probleemgedragingen rapporteren over het afgelopen jaar of wanneer
leerlingen rapporteren 1 of meer probleemgedragingen vaak of heel
vaak te hebben gedaan het afgelopen jaar.
Full Engagement

Benaming van de werkwijze van SoZaWe waarbij alle
bijstandsgerechtigden naar vermogen een inspanning leveren om uit de
uitkering te komen dan wel een bijdrage leveren aan de samenleving,
voor een bepaald aantal uren per week, bijvoorbeeld in de vorm van
vrijwillige inzet.
Gedragsverandering Het bewustworden van de problematiek, het nemen van beslissingen en
het uitvoeren en volhouden van een ingezette verandering. Van
gedragsverandering is sprake als de clint de verandering tenminste
zes aaneengesloten maanden volhoudt. Hetgeen geconstateerd dient
te zijn na afsluiting van het hulpverleningstraject.
Gezin Een huishouden met minimaal 1 kind.
GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst
Groepsaanpak Binnen de groepsaanpak zetten, onder deelgemeentelijk regie,
verschillende partijen zich stevig in op de aanpak van hinderlijke,
overlastgevende en criminele groepen. De doelstelling is het bevorderen
van de veiligheid door een wijkgerichte aanpak van jeugdcriminaliteit en
jongerenoverlast.

Huiselijk geweld Fysiek, psychisch of seksueel geweld of bedreiging daarmee, door
iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer. Daaronder wordt ook
eergerelateerd geweld verstaan. Bij huiselijk geweld is vaak sprake van
een afhankelijkheidsrelatie.
Hulpbehoevende Bewoner uit IJsselmonde met een hulpvraag.
Hulpverleningstraject Traject waarbij een hulpbehoevende individuele en/of groepsgerichte
begeleiding krijgt. Dit traject is gericht op de oplossing van het
probleem, niet alleen op het in kaart brengen van de oorzaken. Er wordt
een plan opgesteld waarin concrete afspraken en doelen worden
vastgelegd: doelen die de hulpbehoevende wil bereiken en de
kwaliteiten die de hulpbehoevende in huis heeft om die doelen te
bereiken. Binnen de mogelijkheden die er zijn om het probleem op te
lossen, is de eigen actieve inzet van de hulpbehoevende belangrijk.
Uiteindelijke doel is dat de hulpbehoevende zonder hulp zelfstandig
verder kan.
Individuele voorziening Een op de persoon toegesneden voorziening ten behoeve van het
compenseren van belemmeringen (voorbeelden hiervan zijn
huishoudelijke verzorging, traplift en scootmobiel).
Instelling Een organisatie van personen, dienstverlening en/of producten.
Interventie Geheel van activiteiten waarmee professionals voor en met
clinten/bewoners(groepen) problemen voorkomen of oplossen om zo
een bijdrage te leveren aan het bevorderen en in stand houden van
gezondheid en welzijn.
Intramurale leefsituatie Leefsituatie waarbij iemand de gehele dag (24 uur) is opgenomen in een
verzorgings- of verpleeghuis, zodat de benodigde zorg geleverd kan
worden.
OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
48
Jeugdveiligheidsindex Met behulp van de Jeugdveiligheidsindex (JVI) het mogelijk om
ontwikkelingen op het gebied van jeugdcriminaliteit en jeugdoverlast te
volgen op wijkniveau. Professionals kunnen hieraan zien of de
jeugdoverlast en -criminaliteit in een wijk toe- of afneemt en voor welk
gebied gerichte maatregelen nodig zijn. De JVI wordt jaarlijks herhaald
en ingezet in twintig wijken die zijn aangewezen als jeugdaandachts-
gebieden, waarvoor speciale JeugdActieProgrammas (JAPs) zijn
gemaakt. Daarnaast wordt de Jeugdveiligheidsindex gebruikt om te
bepalen of collegetargets op het gebied van jeugd en overlast worden
behaald.
Jongerenbuurtbemiddeling Jongerenbuurtbemiddeling is een variant op buurtbemiddeling.
Jongeren nemen hierin zelf actief deel aan de oplossing. Het is een
methode waarbij jonge vrijwilligers zelf bemiddelen in conflicten. De
norm van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid is te
vinden op www.hetccv.nl
KBR Kredietbank Rotterdam
Laaggeletterdheid Iemand is laaggeletterd als hij geen of onvoldoende gebruik kan maken
van het geschreven of gedrukte woord om te functioneren in de
maatschappij, op het werk, en om eigen doelstellingen, kennis en
ontwikkeling te verwerkelijken.
Mantelzorg Zorg die niet in het kader van een hulpverlenend beroep wordt gegeven
aan een persoon die zorg of andere ondersteuning nodig heeft, door
n of meerdere leden van diens directe omgeving, waarbij de
zorgverlening direct voortvloeit uit de sociale relatie.
Iemand bij wie vanwege een combinatie van factoren, waaronder
mantelzorg, het evenwicht tussen draaglast (= belasting) en draagkracht
(= belastbaarheid) voortdurend onder spanning staat met een negatief
effect op leven en gezondheid tot gevolg, wordt een overbelaste
mantelzorger genoemd. Op de site van expertisecentrum Mezzo
(www.mezzo.nl) zijn meetinstrumenten te vinden om te bepalen of een
mantelzorger zwaar- en overbelast
Mantelzorger Persoon die de Mantelzorg op zich neemt.
Mantelzorgondersteuning Vrijwillige en professionele hulpverlening die de mantelzorger helpt bij
het kunnen volhouden van de zorg aan een hulpbehoevende.
Onderwijsprestaties Onderwijsprestaties worden gemeten aan de hand van rapportcijfers
van leerlingen op scholen, dan wel andere meetinstrumenten die de
betrokken scholen hanteren.
Opzoomeren Opzoomeren is een term die zijn oorsprong vond in de Opzoomerstraat
in het Nieuwe Westen, de Rotterdamse wijk. De straat is vernoemd naar
jurist en filosoof de heer Opzoomer.
Het Opzoomeren kenmerkt zich door eigen initiatieven van bewoners in
hun straat. Deze doe-het-zelf activiteiten zijn vooral gericht op
ontmoeting en kennismaking en worden vaak gekoppeld aan praktische
initiatieven gericht op bijvoorbeeld schoon of kinderen. Voorbeelden van
straatactiviteiten zijn: straatdiners, spelletjesdagen, klusdagen,
schoonmaakacties en straatfeesten.
Ouderen Bewoners van 65 jaar en ouder.
Outreachende
aanpak/werkwijze
Aanpak waarbij de professionals de clinten/bewoners met een
hulpvraag actief benaderen, dus niet alleen op de eigen werkplek maar
ook in de wijk/op straat, bij andere instellingen, of vindplaatsen zoals de
huisarts.
Overbelaste mantelzorger Iemand bij wie vanwege een combinatie van factoren, waaronder
mantelzorg, het evenwicht tussen draaglast (= belasting) en draagkracht
(= belastbaarheid) voortdurend onder spanning staat met een negatief
effect op leven en gezondheid tot gevolg. Op de site van
expertisecentrum Mezzo (www.mezzo.nl) zijn meetinstrumenten te
vinden om te bepalen of een mantelzorger zwaar- en overbelast is.
OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
49
Participatieladder Een meetinstrument aan de hand waarvan gekeken wordt in welke mate
iemand deelneemt aan het maatschappelijk verkeer: de treden lopen
van sociaal isolement (trede 1) tot en met betaald werk (trede 10).
Participatieladder van Hart De participatieladder kent acht niveaus van participatie, waarbij de
eerste drie niveaus niet tot werkelijke jongerenparticipatie mogen
worden gerekend. Ze worden echter wel vaak als jongerenparticipatie
gepresenteerd. (1.manipulatie 2. decoratie 3. afkopen 4. in opdracht,
met informatie 5. geconsulteerd en genformeerd 6. initiatief
volwassenen, jongeren beslissen mee 7. initiatief en leiding bij jongeren
8. initiatief en uitvoering door jongeren en volwassenen samen.

Professionele begeleiding Toezicht houden op een activiteit door een medewerker die werkzaam is
bij de uitvoerende organisatie met minimaal een mbo-niveau 3 diploma.
Rotterdamse
Jeugdmonitor
De Jeugdmonitor is een methode waarbij onderzoekers met
vragenlijsten regelmatig meten hoe het met de jeugd in Rotterdam en de
omliggende gemeenten gaat. De GGD Rotterdam-Rijnmond onderzoekt
de lichamelijke en psychische gezondheid van kinderen en jongeren van
0 tot 19 jaar.
Sociaal isolement Situatie waarin een persoon weinig of geen betekenisvolle contacten
heeft en zich daar eenzaam en ongelukkig door voelt. Zie ook
Eenzaamheid.

Sociale index

De Sociale Index meet de sociale kwaliteit van Rotterdam als geheel, en
van de afzonderlijke deelgemeenten en wijken. De Sociale Index is voor
70% gebaseerd op enqutegegevens en voor 30% op registraties. De
index is onderverdeeld in 4 aspecten, namelijk Capaciteiten,
Leefomgeving, Meedoen en Sociale Binding.
Sociale vaardigheden Vaardigheden die noodzakelijk zijn om contacten te kunnen leggen en
te onderhouden, en om zo in de maatschappij te kunnen participeren.
SoZaWe Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Stabiele Financile
Situatie
Hiervan is sprake wanneer een burger inkomsten en uitgaven in balans
kan houden. Voor eventueel aanwezige schulden is in deze situatie een
aflossingsregeling getroffen.
Stabiele Gezinssituatie Een Gezinssyteem waarbij aan problematische situaties een einde is
gekomen. De betrokken volwassenen bevinden zich ten minste op score
4 van het domein gezinssituaties van de Zelfredzaamheid-Matrix.
Startkwalificatie Een diploma minimaal op mbo-niveau 2.
Systeemgerichte aanpak Alle betrokkenen krijgen passende en op elkaar afgestemde
hulpverlening.
Veiligheidsindex Via de Veiligheidsindex wordt periodiek de veiligheidssituatie in de stad
gemeten. Dit gebeurt in de Veiligheidsindex. Zo'n 30.000
Rotterdammers ontvangen een uitnodiging voor deelname aan
de Veiligheidsmonitor, die bestaat uit een enqute. De uitkomsten van
die enqutes worden gecombineerd met objectieve cijfers (meldingen
en aangiften) van onder meer de politie Rotterdam-Rijnmond. Dit
resulteert in de Veiligheidsindex waarin ook op deelgemeenteniveau
elke wijk een cijfer krijgt op een schaal van 1 tot 10.

Voortijdig schoolverlaters Alle jongeren tot 23 jaar die school verlaten zonder startkwalificatie.
VraagWijzer Een loket waar burgers terecht kunnen met vragen over zorg, welzijn,
wonen, inkomen en activering. De VraagWijzer is onafhankelijk en zoekt
samen met de burger naar een oplossing.
OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
50
Vrijwilliger Iemand die onbetaald, onverplicht en in enig georganiseerd verband
werk verricht voor andere mensen, organisaties, of de samenleving.
Vroegsignalering Tijdig signaleren en onderkennen van problemen om zo in een vroeg
stadium te kunnen ingrijpen.
Welzijn/welbevinden De gezonde balans tussen wat mensen willen en wat mensen kunnen.
Woonservicegebied Een wijk of een buurt, waarin specifieke doelgroepen, zoals ouderen en
mensen met een beperking zo zelfstandig mogelijk en met behoud van
regie over het eigen leven kunnen wonen. Regie kunnen voeren wil
zeggen dat je zelf je hulpvraag kunt formuleren en assende Interventie
kan regelen.
Zelfinitiatief of
bewonersinitiatief
Een voorstel van een (groep) bewoner(s) om een activiteit of
voorziening in wijk of stad te realiseren. (ook wel: bewonersinitiatief?)
Zelforganisatie Een belangenorganisatie opgericht voor en bemenst door de
betrokkenen zelf, meestal etnische minderheidsgroepen.
Zelfredzaam Het vermogen om zich te kunnen redden in de huidige situatie op een
bepaald levensdomein, eventueel met hulp van huisgenoten, sociaal
netwerk of een vrijwilliger en/of door gebruik te maken van
voorzieningen die in de wijk of stad beschikbaar zijn. Eigen kracht, een
combinatie van persoonlijke capaciteiten en het sociale netwerk dat is
opgebouwd, is daarbij het uitgangspunt.
Zelfredzaamheidmatrix
(ZRM)
Meetinstrument om verschillende dimensies van zelfredzaamheid
overzichtelijk en gebruiksvriendelijk in beeld te brengen. Er worden 11
domeinen onderscheiden en per domein 5 domeinscores, waarbij 1 de
meest ernstige (minimale zelfredzaamheid) en 5 de meest gunstige
(volledige zelfredzaamheid) is. Zorgbehoefte en begeleidingsbehoefte
bepalen de mate van zelfredzaamheid. Zelfredzamer worden betekent
dan een toename van de score op een bepaald levensdomein.
De volgende domeinen worden onderscheiden: Inkomen, Dagbesteding,
Huisvesting, Gezinsrelaties, Geestelijke gezondheid, fysieke
gezondheid, verslaving, ADL-vaardigheden, sociaal netwerk,
maatschappelijke participatie en justitie.
Zie de bijlage voor verdere uitleg over de ZRM.
Zelfredzamer worden Een toename van de score, te weten minimaal n stap, op een
bepaald levensdomein van de Zelfredzaamheidmatrix of VZB-matrix
(vergroten zelfredzaamheid burger)
ZOEKEN Methodiek voor vraagverheldering en empowerment die wordt
toegepast door onder andere de Rotterdamse VraagWijzer.
ZOEKEN is een afkorting van Zicht Op Eigen Kracht En Netwerk.
Zorgvrijwilliger Een vrijwilliger die de intentie heeft ten minste een jaar een beperkt
zelfredzame bewoner te begeleiden met emotionele steun (luisterend
oor), praktische steun (bijvoorbeeld het invullen van een formulier,
meegaan met een bezoek aan VraagWijzer of huisarts). De
zorgvrijwilliger kan de bewoner ondersteunen bij het opbouwen van een
sociaal netwerk en geeft eventuele signalen over sociaal isolement of
huiselijk geweld bij deze bewoner door aan zijn professionele
begeleider. Vanwege de vereiste capaciteiten en vaardigheden van de
zorgvrijwilliger, bevindt hij/zij zich in fase 7, 8 of 9 op de
Participatieladder.


OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
51
Bijlage III Literatuurlijst

Wel zijn of niet zijn, dat is de vraag. De IJsselmondse Kadernota Welzijn (2008)
http://www.rotterdam.nl/DG%20Ijsselmonde/FTP/notas%20en%20plannen/KadernotaWelzijn2008
[1].pdf
Kracht van Rotterdam (2009), Sociale Strategie 2020 en Uitvoeringsagenda 2010-
2020http://www.jos.rotterdam.nl/Docs/sociale_strategie/soc_strat__kracht_v_Rotterdam_DEF_no
v_09.pdf
Herorintatie Integratiebeleid IJsselmonde (2010)
http://www.rotterdam.nl/DG%20Ijsselmonde/FTP/notas%20en%20plannen/nota%20herorientatie.
pdf
Sportnota Rotterdam 2015 (2009) www.rotterdam.nl/SenR/Images/Sportnota.pdf
Coalitieakkoord, Vol vertrouwen de handen uit de mouwen (april 2010)
http://www.rotterdam.nl/DG%20Ijsselmonde/FTP/Dagelijks%20Bestuur/vol%20vertrouwen.PDF
Gebiedsvisie IJsselmonde 2010-2020 (2010)
http://www.rotterdam.nl/DG%20Ijsselmonde/FTP/gebiedsvisie/Gebiedsvisie.pdf
Bestuursakkoord 2011-2014 (december 2010)
http://www.jos.rotterdam.nl/Download/bestuursakkoorden_deelgemeenten/IJsselmonde%20-
%20bestuursakkoord%202011-2014.pdf
Sociale Index Rotterdam 2010 (2011) www.cos.nl/sigt
Beleidsprogramma 2011-2014 (maart 2011)
http://www.rotterdam.nl/document:beleidsprogramma_2011_2014_
Beter Presteren, Rotterdams onderwijsbeleid 2011-2014 (2011)
www.rotterdam.nl/.../Beter%20Presteren%202edruk%20webversie.pdf
Burgerkracht, de toekomst van het sociaal werk in Nederland, Raad voor de Maatschappelijke
Ontwikkeling (april 2011)
www.adviesorgaan-rmo.nl/files/file.php5?id=309
Bestuursakkoord kabinet en de VNG (voorjaar 2011) www.vng.nl/eCache/DEF/1/02/637.html
Veiligheidsindex Rotterdam (2011). http://www.v-index.nl/
Uitvoeringsprogramma Sport Rotterdam (2011)
http://www.rotterdamsportstad.nl/over-rotterdam-sportstad/beleid.html
Houben, P. (2009). Interactief levensloopbeleid. Vensters en gereedschap om de tweede
levenshelft vorm te geven. Amsterdam : SWP.
Machielse, A. & Hortulanus, R. (2010). Goed Ouder Worden: een goede balans tussen autonomie
en verbondenheid. Tijdschrift voor Humanistiek, april/mei 2010, p. 23-35.
Andries Baarts presentietheorie: http://www.presentie.nl
Strijen, F. van (2010). Jongerenwerk Nieuwe Stijl. Amsterdam: SWP. Zie ook www.jeugdenzo.nl
www.rotterdamverkeert.nl
www.jeugdmonitorrotterdam.nl
OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
52
Bijlage IV Versterking Zelfredzaamheid Burgers
IJsselmonde

Een methodiek voor de ondersteuning van minder hulpbehoevende personen

1 Inleiding

De opgave voor de welzijnsondersteuning van burgers 2012 e.v. in de Deelgemeente IJsselmonde
laat zich als volgt kernachtig samenvatten: het versterken van de zelfredzaamheid van burgers,
oftewel het (verder) activeren van eigen kracht en sociaal netwerk. Het gaat hierbij om de omslag van
aanbodgericht werken (voorzieningen en hulpmiddelen) naar vraag- en resultaatgericht werken
(participatie en zelfredzaamheid). Met name het bevorderen van die zelfredzaamheid staat hier
centraal. Hiertoe is het richtinggevende scenario Versterking Zelfredzaamheid Burgers (hierna: VZB)
opgesteld.

Stedelijk wordt de Zelfredzaamheidsmatrix gebruikt om de persoonlijke situatie en voortgang te meten.
De ZRM is ontwikkeld in een samenwerkingsverband tussen Amsterdam en Rotterdam (SoZaWe)
voor de geestelijke gezondheid- en verslavingszorg, de maatschappelijke opvang en reclassering. In
Rotterdam wordt de matrix gebruikt voor het monitoren zwerfjongeren en bij de werkpleinen en zal ook
toegepast gaan worden voor volwassen dak- en thuislozen. Op dit moment vindt naar aanleiding van
een tussentijdse evaluatie een doorontwikkeling plaats met de bedoeling het instrument voor het
gehele welzijnsveld geschikt te maken.

Als mogelijk alternatief heeft deelgmeente IJsselmonde een meetinstrument laten ontwikkelingen dat
aansluit bij de stedelijk door de Vraagwijzer gebruikte vraagverhelderingsmethodiek ZOEKEN. Omdat
de aanbieder deels als backoffice van de Vraagwijzer werkzaam zal zijn, is het noodzakelijk dat de
informatieuitwisseling direct kan plaatsvinden. Het is echter aan de aanbieder om de bepalen hoe dit
het beste kan gebeuren. Deelgemeente IJsselmonde heeft onderstaande methodiek ter handreiking
genoemd.

Dit scenario VZB is gebaseerd op o.a. de methodiek ZOEKEN (Zicht Op Eigen Kracht En Netwerk)
van VraagWijzer Rotterdam zoals o.l.v. SoZaWe is vastgesteld in oktober 2011. Reden hiervan is dat
bij VraagWijzer het proces van de versterking van de stuurkracht van de klant gestart wordt.
VraagWijzer is immers de centrale ingang voor allerhande vragen op de gebieden van wonen, zorg,
welzijn, inkomen en vervoer en vervult daarbij de 3 VraagWijzerfuncties: Info en advies,
Ondersteuning en Overdragen.
De positie van de klant dient bij de functie Overdragen - backoffice verder versterkt te worden. VZB
is dan ook te beschouwen als de backoffice-uitwerking van het traject Vraagverhelderen en
Empoweren uit ZOEKEN.

OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015
53
2 Elementen scenario VZB

Het Scenario VZB bestaat uit de volgende 3 (samenhangende) elementen:
1. Het doel: welk doel moet bereikt worden?
2. De middelen: waarmee moet dit doel bereikt worden?
3. De resultaten: waarmee moeten de behaalde resultaten gemeten en/of aangetoond worden?


1: Het doel
Het doel van VZB is toename van de zelfredzaamheid. Hierbij zijn 2 componenten te onderscheiden:
a. toename van de zelfredzaamheid van de burger op de aspecten Eigen kracht en het Sociaal
netwerk
b. toename van de zelfredzaamheid van de burger op 1 of meer van de 8 levensgebieden.

2: De middelen
Om een toename van de zelfredzaamheid van de burger te bereiken dient in het scenario VZB aan 4
eisen voldaan te worden:
1. gebruik van de methodiek ZOEKEN,
2. gebruik Ondersteuningsladder VZB
3. Gebruik Zelfredzaamheidsladder VZB
4. Gebruik Scenario VZB-rapportage

t.a.v. 3: De resultaten
In het scenario VZB is het 3
e
element het meten van de resultaten. Hierbij worden 3 meetpunten
onderscheiden:
1. Ondersteuningsladder VZB
2. Zelfredzaamheidsladder VZB
3. Scenario-rapportage VZB

Op de volgende bladzijde wordt het Scenario VZB schematisch in beeld gebracht.
O
P
D
R
A
C
H
T

#
N
I
E
U
W
W
E
L
Z
I
J
N

I
J
S
S
E
L
M
O
N
D
E

2
0
1
2
-
2
0
1
5

5
4


W
e
l
k

d
o
e
l

m
e
t

V
Z
B

b
e
r
e
i
k
e
n
?

M
e
t

w
e
l
k
e

m
i
d
d
e
l
e
n

d
o
e
l

V
Z
B

b
e
r
e
i
k
e
n
?

E
i
s
e
n

e
n

A
c
t
i
e
s
.

W
a
a
r
m
e
e

d
e

b
e
r
e
i
k
t
e

r
e
s
u
l
t
a
t
e
n

V
Z
B

m
e
t
e
n


e
n
/
o
f

a
a
n
t
o
n
e
n
?

A
l
g
e
h
e
e
l

d
o
e
l
:

T
o
e
n
a
m
e

z
e
l
f
r
e
d
z
a
a
m
h
e
i
d

b
u
r
g
e
r

C
o
m
p
o
n
e
n
t

A
.


T
o
e
n
a
m
e

z
e
l
f
r
e
d
z
a
a
m
h
e
i
d

b
u
r
g
e
r

o
p

E
i
g
e
n

k
r
a
c
h
t

e
n

S
o
c
i
a
a
l

n
e
t
w
e
r
k

E
e
n

t
o
e
n
e
m
e
n
d

a
a
n
t
a
l

b
u
r
g
e
r
s

e
r
v
a
a
r
t

e
e
n

t
o
e
n
a
m
e

v
a
n

z
e
l
f
r
e
d
z
a
a
m
h
e
i
d

o
p

d
e

a
s
p
e
c
t
e
n
:

E
i
g
e
n

k
r
a
c
h
t
:

o

Z
e
l
f
v
e
r
t
r
o
u
w
e
n

o

S
o
c
i
a
l
e

v
a
a
r
d
i
g
h
e
d
e
n

o

P
r
o
b
l
e
e
m
o
p
l
o
s
s
e
n
d

v
e
r
m
o
g
e
n

S
o
c
i
a
a
l

n
e
t
w
e
r
k
:

o

B
e
n
u
t
t
e
n

s
o
c
i
a
a
l

n
e
t
w
e
r
k

C
o
m
p
o
n
e
n
t

B
.


T
o
e
n
a
m
e

z
e
l
f
r
e
d
z
a
a
m
h
e
i
d

b
u
r
g
e
r

o
p

d
e

8

l
e
v
e
n
s
g
e
b
i
e
d
e
n

E
e
n

t
o
e
n
e
m
e
n
d

a
a
n
t
a
l

b
u
r
g
e
r
s

e
r
v
a
a
r
t

e
e
n

g
r
o
t
e
r
e

m
a
t
e

v
a
n

z
e
l
f
r
e
d
z
a
a
m
h
e
i
d

o
p

e
e
n

o
f

m
e
e
r
d
e
r
e

v
a
n

d
e

8

l
e
v
e
n
s
g
e
b
i
e
d
e
n

(
z
i
e

b
i
j

u
i
t
w
e
r
k
i
n
g

E
i
s

1
.



E
i
s

1
.

G
e
b
r
u
i
k

R
a
a
m
w
e
r
k

V
Z
B

(
s
t
u
r
i
n
g

o
p

g
e
b
r
u
i
k

m
e
t
h
o
d
i
e
k

Z
O
E
K
E
N
)

G
e
v
r
a
a
g
d
e

a
c
t
i
e
:

D
e

m
e
t
h
o
d
i
e
k

Z
O
E
K
E
N

(
v
r
a
a
g
v
e
r
h
e
l
d
e
r
i
n
g

e
n

e
m
p
o
w
e
r
m
e
n
t
)

t
o
e
p
a
s
s
e
n

o
p

a
l
l
e

r
e
l
e
v
a
n
t
e

r
a
m
e
n


v
a
n

h
e
t

R
a
a
m
w
e
r
k

V
Z
B
.


D
e

e
f
f
e
c
t
i
v
i
t
e
i
t

v
a
n

h
e
t

t
o
e
p
a
s
s
e
n

h
i
e
r
v
a
n

w
o
r
d
t

z
i
c
h
t
b
a
a
r

b
i
j

d
e

m
e
e
t
i
n
s
t
r
u
m
e
n
t
e
n

O
n
d
e
r
s
t
e
u
n
i
n
g
s
l
a
d
d
e
r

e
n

Z
e
l
f
r
e
d
z
a
a
m
h
e
i
d
l
a
d
d
e
r
.

E
i
s

2
.

G
e
b
r
u
i
k

O
n
d
e
r
s
t
e
u
n
i
n
g
s
l
a
d
d
e
r

V
Z
B

(
s
t
u
r
i
n
g

o
p

W
M
O
-
p
r
o
o
f
-
p
r
o
c
e
s
)

G
e
v
r
a
a
g
d
e

a
c
t
i
e
:


O
p

d
e

o
n
d
e
r
s
t
e
u
n
i
n
g
s
l
a
d
d
e
r

d
i
e
n
t

p
e
r

r
a
a
m

b
e
p
a
a
l
d

t
e

w
o
r
d
e
n

w
i
e

a
a
n

z
e
t

i
s

o
m

d
e

z
e
l
f
r
e
d
z
a
a
m
h
e
i
d

t
e

v
e
r
s
t
e
r
k
e
n
.

A
l
s

h
e
t

n
o
o
d
z
a
k
e
l
i
j
k

w
o
r
d
t

g
e
a
c
h
t

o
m

(
e
e
r
s
t
)

e
e
n

p
r
o
f
e
s
s
i
o
n
a
l

a
a
n

z
e
t

t
e

l
a
t
e
n

z
i
j
n
,

d
a
n

d
i
e
n
t

d
i
t

t
e

w
o
r
d
e
n

t
o
e
g
e
l
i
c
h
t
.


E
i
s

3
.

G
e
b
r
u
i
k

Z
e
l
f
r
e
d
z
a
a
m
h
e
i
d
l
a
d
d
e
r

V
Z
B

(
s
t
u
r
i
n
g

o
p


r
e
s
u
l
t
a
a
t
d
u
i
d
i
n
g

d
o
o
r

d
e

b
u
r
g
e
r
)

G
e
v
r
a
a
g
d
e

a
c
t
i
e
:


D
e

b
u
r
g
e
r

w
o
r
d
t

z
o
w
e
l

b
i
j

a
a
n
v
a
n
g

a
l
s

n
a

a
f
l
o
o
p

v
a
n

d
e

d
i
e
n
s
t
v
e
r
l
e
n
i
n
g

g
e
v
r
a
a
g
d

z
i
c
h
z
e
l
f

e
e
n

r
a
p
p
o
r
t
c
i
j
f
e
r

t
e

g
e
v
e
n

v
o
o
r

d
e

E
i
g
e
n

k
r
a
c
h
t
,

h
e
t

S
o
c
i
a
a
l

n
e
t
w
e
r
k
,

d
e

s
o
c
i
a
l
e

v
e
r
b
a
n
d
e
n

e
n

d
e

e
r
v
a
r
e
n

z
e
l
f
r
e
d
z
a
a
m
h
e
i
d

o
p

d
e

8

l
e
v
e
n
s
g
e
b
i
e
d
e
n
.


E
i
s

4
:

G
e
b
r
u
i
k

a
l
g
e
h
e
l
e

S
c
e
n
a
r
i
o
-
r
a
p
p
o
r
t
a
g
e

V
Z
B

(
s
t
u
r
i
n
g

o
p

r
e
g
i
s
t
r
a
t
i
e

&

a
f

t
e

l
e
g
g
e
n

v
e
r
a
n
t
w
o
o
r
d
i
n
g
)

G
e
v
r
a
a
g
d
e

a
c
t
i
e
s
:


k
l
a
n
t
g
e
g
e
v
e
n
s

w
o
r
d
e
n

o
p

g
e
a
g
g
r
e
g
e
e
r
d

n
i
v
e
a
u

i
n

d
e

S
c
e
n
a
r
i
o
-
r
a
p
p
o
r
t
a
g
e

o
p
g
e
n
o
m
e
n
;


B
i
j

d
o
o
r
v
e
r
w
i
j
z
i
n
g

v
i
a

V
r
a
a
g
W
i
j
z
e
r

w
o
r
d
t

a
a
n
g
e
s
l
o
t
e
n

b
i
j

d
e

g
e
g
e
v
e
n
s

v
a
n

d
i
e
n
s

K
V
S

(
K
l
a
n
t

V
o
l
g

S
y
s
t
e
e
m
)



M
e
e
t
p
u
n
t

1
:

I
n
g
e
v
u
l
d
e

O
n
d
e
r
s
t
e
u
n
i
n
g
s
l
a
d
d
e
r

V
Z
B

D
e

i
n
g
e
v
u
l
d
e

O
n
d
e
r
s
t
e
u
n
i
n
g
s
l
a
d
d
e
r

l
a
a
t

z
i
e
n

w
i
e

w
e
l
k
e

i
n
z
e
t

p
l
e
e
g
t

b
i
j

h
e
t

v
e
r
g
r
o
t
e
n

v
a
n

d
e

z
e
l
f
r
e
d
z
a
a
m
h
e
i
d

o
p

a
l
l
e

r
a
m
e
n

v
a
n

h
e
t

R
a
a
m
w
e
r
k

V
Z
B

e
n

w
a
a
r
o
m

e
v
e
n
t
u
e
e
l

v
a
n

d
e

g
e
w
e
n
s
t
e

v
o
l
g
o
r
d
e

a
f
g
e
w
e
k
e
n

w
o
r
d
t
.

I
n
d
i
c
a
t
i
e
:

H
o
e

m
e
e
r

d
e

b
u
r
g
e
r

z
e
l
f

d
o
e
t

e
n
/
o
f

g
e
s
t
i
m
u
l
e
e
r
d

e
n

b
e
g
e
l
e
i
d

w
o
r
d
t

o
m

h
e
t

z
e
l
f

t
e

g
a
a
n

d
o
e
n
,

h
o
e

g
r
o
t
e
r

z
i
j
n

z
e
l
f
r
e
d
z
a
a
m
h
e
i
d

k
a
n

g
a
a
n

w
o
r
d
e
n
.


M
e
e
t
p
u
n
t

2
:

I
n
g
e
v
u
l
d
e

Z
e
l
f
r
e
d
z
a
a
m
h
e
i
d
l
a
d
d
e
r

V
Z
B

D
e

i
n
g
e
v
u
l
d
e

Z
e
l
f
r
e
d
z
a
a
m
h
e
i
d
l
a
d
d
e
r

g
e
e
f
t

d
e

r
e
s
u
l
t
a
t
e
n

w
e
e
r

v
a
n

d
e

n
u
l
-
&
e
f
f
e
c
t
m
e
t
i
n
g

v
a
n

d
o
o
r

d
e

b
u
r
g
e
r

e
r
v
a
r
e
n

z
e
l
f
r
e
d
z
a
a
m
h
e
i
d

o
p

d
e

r
a
m
e
n

v
a
n

h
e
t

R
a
a
m
w
e
r
k

I
n
d
i
c
a
t
i
e
:

D
e

g
e
g
e
v
e
n

b
e
o
o
r
d
e
l
i
n
g

b
i
j

d
e

e
f
f
e
c
t
m
e
t
i
n
g

n
a

d
e

d
i
e
n
s
t
v
e
r
l
e
n
i
n
g

m
o
e
t

h
o
g
e
r
/
p
o
s
i
t
i
e
v
e
r

z
i
j
n

d
a
n

b
i
j

d
e

n
u
l
m
e
t
i
n
g

h
e
t

g
e
v
a
l

w
a
s

w
i
l

e
r

s
p
r
a
k
e

z
i
j
n

v
a
n

t
o
e
g
e
n
o
m
e
n

z
e
l
f
r
e
d
z
a
a
m
h
e
i
d
.

M
e
e
t
p
u
n
t

3
:

a
l
g
e
h
e
l
e

S
c
e
n
a
r
i
o
-
r
a
p
p
o
r
t
a
g
e

V
Z
B

I
n

d
e

S
c
e
n
a
r
i
o
-
r
a
p
p
o
r
t
a
g
e

w
o
r
d
e
n

o
v
e
r

e
e
n

v
o
o
r
a
f

g
e
d
e
f
i
n
i
e
e
r
d
e

p
e
r
i
o
d
e

v
o
l
g
e
n
s

a
a
n
w
i
j
z
i
n
g

b
e
d
r
i
j
f
s
-
,

k
l
a
n
t
-

e
n

l
a
d
d
e
r
g
e
g
e
v
e
n
s

g
e
r
e
g
i
s
t
r
e
e
r
d
.

I
n
d
i
c
a
t
i
e
:

D
e
z
e

r
a
p
p
o
r
t
a
g
e

d
i
e
n
t

i
n
z
i
c
h
t

t
e

v
e
r
s
c
h
a
f
f
e
n

i
n

z
o
w
e
l

d
e

i
n
g
e
z
e
t
t
e

m
i
d
d
e
l
e
n

a
l
s

d
e

e
f
f
e
c
t
i
v
i
t
e
i
t

e
r
v
a
n

m
.
b
.
t
.

h
e
t

b
e
r
e
i
k
e
n

v
a
n

d
e

d
o
e
l
e
n
.


OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015 55
3. Toelichting doel zelfredzaamheid VZB

In het denk- en handelingskader van ZOEKEN is er van zelfredzaamheid van de burger in algemene
zin sprake als de burger;
1. zijn eigen kracht aanspreekt en inzet door;
o zeggenschap te nemen over het eigen leven o.a. door wil en motivatie
o voldoende zelfvertrouwen te hebben of te krijgen in het eigen kunnen
o (toegenomen) probleemoplossend vermogen en sociale vaardigheden.
2. zijn sociaal netwerk
20
benut.

Naast de onderlegger van de zelfredzaamheid van de burger in algemene zin is het van belang om
specifiek voor elk van de relevante levensgebieden (afhankelijk van het onderwerp van de vraag van
de burger) te kijken naar de mate van zelfredzaamheid. Het is prima mogelijk dat iemand zich in
algemene zin goed redt maar in de zelfredzaamheid problemen ervaart op 1 of meerdere gebieden.
4. Toelichting Middelen VZB

Eis 1: Raamwerk VZB
Het Raamwerk VZB bestaat uit 9 ramen: 8 met levensgebieden, gerangschikt om het middelste
raamwerk met Eigen Kracht en Sociaal Netwerk. In elk raam staan vragen die inzicht kunnen geven in
de situatie in het betreffende raamveld.

Eis 2: Ondersteuningladder
De dienstverlening (ondersteuning en productinzet) is er op gericht eerst de burger zelf in beweging te
krijgen, al dan niet ondersteund door het sociaal netwerk, sociale verbanden te stimuleren, daarna pas
een informele organisatie in te zetten en als laatste professionals in te schakelen.
Dit is de WMO-proof volgorde van inzet van ondersteuning. Als het noodzakelijk wordt geacht om
(eerst) een professional aan zet te laten zijn, dan dient daar een gegronde reden voor te zijn.
Zon gegronde reden kan bijvoorbeeld zijn een combinatie van een lage score op eigen kracht en
sociaal netwerk en multiproblematiek op de ramen van de 8 levensgebieden.

Eis 3: Zelfredzaamheidladder
De zelfredzaamheidladder is te beschouwen als een praktijkgerichte doorvertaling van de
Zelfredzaamheidmatrix van de GGD Amsterdam uit 2010. Op de ladder geeft de burger zelf daar
waar bij de matrix de professional het doet - d.m.v. een rapportcijfer aan waar hij zich bevindt, eerst bij
aanvang /1
e
vraagverheldering en vervolgens na de ondersteuningsinterventie. T.a.v. de ervaren
aanwezigheid, potentie en het gebruik van het Sociaal netwerk, wordt de burger gevraagd een
gradatie aan te geven in de range varirend van niet/afwezig tot goed.

Eis 4: algehele Scenario-rapportage
In de Scenario-rapportage dat nog nader vormgegeven moet worden - dienen de volgende
registraties te worden opgenomen:
1. Informatie over burgers en diens vragen/problematiek:
geanonimiseerde NAW-gegevens: geslacht, leeftijd, samenstelling huishouding, aantal
bezoeken, aard/levensgebieden van de vragen/problematiek, ingezette producten etc.
2. Gegevens uit de Ondersteunings- en Zelfredzaamheidladders (resultaten
ondersteuningsproces en ervaringen van de burger)
3. informatie bedrijfsvoering, zoals: serviceniveau (openingstijden en bereikbaarheid in de wijk) ,
klantwaarderingsonderzoek, scholing in elementen VZB, etc.

Op de volgende bladzijden worden Eis 1: Het Raamwerk en de Eisen 2 en 3: de beide Ladders, op
een A4-tje weergegeven.

20
Onder het sociaal netwerk wordt verstaan het informele netwerk van familie, vrienden, buren en/of kennissen.
O
P
D
R
A
C
H
T

#
N
I
E
U
W
W
E
L
Z
I
J
N

I
J
S
S
E
L
M
O
N
D
E

2
0
1
2
-
2
0
1
5


5
6
E
i
s

1
:

H
e
t

R
a
a
m
w
e
r
k

V
e
r
s
t
e
r
k
e
n

Z
e
l
f
r
e
d
z
a
a
m
h
e
i
d

B
u
r
g
e
r
s

(
V
Z
B
)
2
1


F
y
s
i
e
k
e
/
m
e
n
t
a
l
e

g
e
z
o
n
d
h
e
i
d

H
o
e

i
s

o
v
e
r

h
e
t

a
l
g
e
m
e
e
n

u
w

l
i
c
h
a
m
e
l
i
j
k
e

e
n

g
e
e
s
t
e
l
i
j
k
e

g
e
z
o
n
d
h
e
i
d
?


V
o
e
l
t

u

z
i
c
h

f
i
t

e
n

h
e
l
d
e
r

i
n

h
e
t

h
o
o
f
d
?

B
e
n
t

u

b
i
j

e
e
n

d
o
k
t
e
r

o
f

i
e
m
a
n
d

a
n
d
e
r
s

o
n
d
e
r

b
e
h
a
n
d
e
l
i
n
g
?

H
e
e
f
t

u

l
a
s
t

v
a
n

e
e
n

v
e
r
s
l
a
v
i
n
g
?

M
a
a
k
t

u

z
i
c
h

v
e
e
l

z
o
r
g
e
n
,

e
r
v
a
a
r
t

u

s
t
r
e
s
s
?



O
p
v
o
e
d
i
n
g
,

r
e
l
a
t
i
e
s

e
n

s
o
c
i
a
l
e

v
e
r
b
a
n
d
e
n





H
o
e

i
s

u
w

g
e
z
i
n
s
-
/
l
e
e
f
s
i
t
u
a
t
i
e
?

H
e
e
f
t

u

k
i
n
d
e
r
e
n
,

z
o

j
a

h
o
e

g
a
a
t

h
e
t

m
e
t

d
e

o
p
v
o
e
d
i
n
g
?

H
e
e
f
t

u

v
e
r
d
e
r

f
a
m
i
l
i
e

e
n
/
o
f

v
r
i
e
n
d
e
n
?

H
e
e
f
t

u

c
o
n
t
a
c
t
e
n

e
n

a
a
n
s
p
r
a
a
k

i
n

d
e

b
u
u
r
t
?

B
e
n
t

u

l
i
d

v
a
n

e
e
n

s
o
c
i
a
a
l

v
e
r
b
a
n
d

e
n
/
o
f

v
a
n

e
e
n

c
l
u
b

o
f

v
e
r
e
n
i
g
i
n
g
?


I
s

c
o
n
t
a
c
t

m
e
t

m
e
n
s
e
n

l
e
g
g
e
n

e
n

o
n
d
e
r
h
o
u
d
e
n

v
o
o
r

u

e
e
n

l
a
s
t
i
g

i
e
t
s
?

Z
o
r
g
t

u

v
o
o
r

i
e
m
a
n
d
?
E
n

a
l
s

u

v
o
o
r

i
e
m
a
n
d

z
o
r
g
t
,

l
u
k
t

h
e
t

u

o
m

o
o
k

g
o
e
d

v
o
o
r

u
z
e
l
f

t
e

z
o
r
g
e
n
?








A
d
m
i
n
i
s
t
r
a
t
i
e

e
n

f
i
n
a
n
c
i

n

V
e
r
z
o
r
g
t

u

z
e
l
f

u
w

e
i
g
e
n

a
d
m
i
n
i
s
t
r
a
t
i
e
?

K
u
n
t

u

o
v
e
r
w
e
g

m
e
t

f
o
r
m
u
l
i
e
r
e
n

e
n

a
n
d
e
r

p
a
p
i
e
r
?

K
u
n
t

e
n

d
u
r
f
t

u

t
e

b
e
l
l
e
n

m
e
t

i
n
s
t
a
n
t
i
e
s
?

K
u
n
t

u

z
i
c
h

r
e
d
d
e
n

i
n

e
n

m
e
t

h
e
t

N
e
d
e
r
l
a
n
d
s
?

H
e
e
f
t

u

i
n
k
o
m
e
n
s
o
n
d
e
r
s
t
e
u
n
i
n
g
?

I
s

r
o
n
d
k
o
m
e
n

e
l
k
e

m
a
a
n
d

w
e
e
r

e
e
n

u
i
t
d
a
g
i
n
g
?

H
e
e
f
t

u

e
r
g
e
n
s

s
c
h
u
l
d
e
n
?

K
r
i
j
g
t

u

m
o
m
e
n
t
e
e
l

h
u
l
p

v
a
n

i
e
m
a
n
d
/
e
e
n

o
r
g
a
n
i
s
a
t
i
e
?
























A
D
L
/
H
D
L

K
u
n
t

u

z
i
c
h
z
e
l
f

v
e
r
z
o
r
g
e
n
,

w
a
t

i
s

l
a
s
t
i
g

v
o
o
r

u
?

D
o
e
t

u

z
e
l
f

h
e
t

h
u
i
s
h
o
u
d
e
n

o
f

d
o
e
t

u

e
r
a
a
n

m
e
e
?

Z
i
j
n

e
r

w
e
r
k
z
a
a
m
h
e
d
e
n

w
a
a
r

u

m
o
e
i
t
e

m
e
e

h
e
e
f
t
?

K
r
i
j
g
t

u

m
o
m
e
n
t
e
e
l

h
u
l
p

v
a
n

i
e
m
a
n
d
/
e
e
n

o
r
g
a
n
i
s
a
t
i
e
?


E
i
g
e
n

k
r
a
c
h
t

e
n

s
o
c
i
a
a
l

n
e
t
w
e
r
k

W
a
t

v
e
r
w
a
c
h
t

u

v
a
n

o
n
s
,

w
a
a
r
o
m

k
o
m
t

u
?

W
a
t

k
u
n
t

e
n

w
i
l
t

u

d
a
a
r

z
e
l
f

a
a
n

b
i
j
d
r
a
g
e
n
?

H
o
e

l
o
s
t
e

u

z
o
i
e
t
s

v
r
o
e
g
e
r
/
h
i
e
r
v
o
o
r

n
u

o
p
?

W
a
a
r

z
o
u

u

h
e
t

m
e
e
s
t
e

m
e
e

g
e
h
o
l
p
e
n

z
i
j
n
?

H
e
e
f
t

u

v
e
r
t
r
o
u
w
e
n

i
n

u
z
e
l
f

/
r
e
g
i
e

o
v
e
r

u
w

l
e
v
e
n
?

W
i
e

s
t
a
a
n

e
r

o
m

u

h
e
e
n
,

w
i
e

k
a
n

e
r

m
e
e
d
e
n
k
e
n
?

O
n
d
e
r
v
i
n
d
t

u

s
t
e
u
n

v
a
n

u
w

s
o
c
i
a
a
l

n
e
t
w
e
r
k
?



W
o
n
e
n
,

w
o
o
n
o
m
g
e
v
i
n
g

e
n

v
e
i
l
i
g
h
e
i
d

W
a
t

v
i
n
d
t

u

v
a
n

u
w

w
o
o
n
s
i
t
u
a
t
i
e
?

I
s

d
e

w
o
n
i
n
g

v
o
o
r

u
/
u
w

g
e
z
i
n
s
l
e
d
e
n

g
e
s
c
h
i
k
t
?

E
r
v
a
r
e
n

m
e
n
s
e
n

b
e
p
e
r
k
i
n
g
e
n

i
n

d
e

w
o
n
i
n
g
?

V
e
r
w
a
c
h
t

u

i
n

d
e

n
a
b
i
j
e

t
o
e
k
o
m
s
t

w
o
o
n
p
r
o
b
l
e
m
e
n
?

H
e
e
f
t

d
e

w
o
n
i
n
g

l
a
s
t
i
g
e

g
e
b
r
e
k
e
n
?

V
o
e
l
t

u

z
i
c
h

v
e
i
l
i
g

i
n

u
w

h
u
i
s

e
n

w
o
o
n
o
m
g
e
v
i
n
g
?


M
o
b
i
l
i
t
e
i
t

b
i
n
n
e
n
/
b
u
i
t
e
n
s
h
u
i
s

-

v
e
r
v
o
e
r

K
u
n
t

u

b
i
n
n
e
n
s
h
u
i
s

u
i
t

d
e

v
o
e
t
e
n
?

G
e
b
r
u
i
k
t

u

h
u
l
p
m
i
d
d
e
l
e
n
?

H
o
e

r
e
d
t

u

z
i
c
h

b
u
i
t
e
n
s
h
u
i
s
?

K
u
n
t

u

z
e
l
f

m
e
t

e
i
g
e
n

o
f

o
p
e
n
b
a
a
r

v
e
r
v
o
e
r

r
e
i
z
e
n
?

V
e
r
t
r
o
u
w
t

u

z
i
c
h
z
e
l
f

b
u
i
t
e
n
s
h
u
i
s
?

H
e
e
f
t

u

d
a
a
r
b
i
j

h
u
l
p

v
a
n

a
n
d
e
r
e
n

n
o
d
i
g
?



Z
i
n
g
e
v
i
n
g

e
n

i
n
s
p
i
r
a
t
i
e

V
a
n

w
e
l
k
e

d
i
n
g
e
n

i
n

h
e
t

l
e
v
e
n

k
r
i
j
g
t

u

e
n
e
r
g
i
e
?

W
a
t

v
i
n
d
t

u

b
e
l
a
n
g
r
i
j
k

i
n

h
e
t

l
e
v
e
n
?

W
a
a
r

k
i
j
k
t

u

n
a
a
r

u
i
t
?

W
a
t

i
s

v
o
o
r

u

e
s
s
e
n
t
i
e
e
l

o
m

h
e
t

n
a
a
r

u
w

z
i
n

t
e

h
e
b
b
e
n
?

O
n
t
b
r
e
e
k
t

e
r

n
u

i
e
t
s

v
o
o
r

u
?




O
p
l
e
i
d
i
n
g
,

w
e
r
k

e
n

a
n
d
e
r
e

b
e
z
i
g
h
e
d
e
n


V
o
l
g
t

u

e
e
n

o
p
l
e
i
d
i
n
g

o
f

c
u
r
s
u
s

e
n

d
o
e
t

u

v
r
i
j
w
i
l
l
i
g
e
r
s
w
e
r
k
?

B
e
n
t

o
f

w
i
l
t

u

o
p

z
o
e
k

n
a
a
r

e
e
n

b
e
t
a
a
l
d
e

b
a
a
n
?

H
e
e
f
t

u

w
e
r
k

e
n

i
s

d
a
t

n
a
a
r

u
w

z
i
n
?

H
e
e
f
t

u

w
e
n
s
e
n
?

H
e
e
f
t

u

h
o
b
b
y

s

o
f

l
i
e
f
h
e
b
b
e
r
i
j
e
n
?

K
o
m
t

u

o
p

e
e
n

p
l
e
z
i
e
r
i
g
e

m
a
n
i
e
r

d
e

d
a
g

d
o
o
r
?


















































2
1

D
i
t

R
a
a
m
w
e
r
k

i
s

g
e
b
a
s
e
e
r
d

o
p

H
u
l
p
m
i
d
d
e
l

1

v
a
n

d
e

V
r
a
a
g
W
i
j
z
e
r

M
e
t
h
o
d
i
e
k

Z
O
E
K
E
N
:

Z
i
c
h
t

O
p

E
i
g
e
n

K
r
a
c
h
t

e
n

N
e
t
w
e
r
k

d
.
d
.

o
k
t
o
b
e
r

2
0
1
1
.



O
P
D
R
A
C
H
T

#
N
I
E
U
W
W
E
L
Z
I
J
N

I
J
S
S
E
L
M
O
N
D
E

2
0
1
2
-
2
0
1
5


5
7
E
i
s

2
:

O
n
d
e
r
s
t
e
u
n
i
n
g
s
l
a
d
d
e
r

V
e
r
s
t
e
r
k
e
n

Z
e
l
f
r
e
d
z
a
a
m
h
e
i
d

B
u
r
g
e
r
s

(
V
Z
B
)
2
2

























A
D
L
/
H
D
L



















I
n
z
e
t

t
.
b
.
v
.

V
e
r
s
t
e
r
k
e
n


Z
e
l
f
r
e
d
z
a
a
m
h
e
i
d


0


n
.
v
.
t
.

0

1
.

k
l
a
n
t

z
e
l
f

0

2
.

s
o
c
i
a
a
l

n
e
t
w
e
r
k

0

3
.

s
o
c
i
a
a
l

v
e
r
b
a
n
d
/
i
n
f
o
r
m
e
l
e

o
r
g
a
n
i
s
a
t
i
e

0

4
.

p
r
o
f
e
s
s
i
o
n
e
l
e

o
r
g
a
n
i
s
a
t
i
e
/
n
e
t
w
e
r
k

T
o
e
l
i
c
h
t
i
n
g

n
o
o
d
z
a
a
k

i
n
z
e
t

4
:


E
i
g
e
n

k
r
a
c
h
t

e
n

s
o
c
i
a
a
l

n
e
t
w
e
r
k

I
n
z
e
t

t
.
b
.
v
.

Z
e
l
f
r
e
d
z
a
a
m
h
e
i
d


0


n
.
v
.
t
.


0

1
.

k
l
a
n
t

z
e
l
f

0

2
.

s
o
c
i
a
a
l

n
e
t
w
e
r
k

0

3
.

s
o
c
i
a
a
l

v
e
r
b
a
n
d
/
i
n
f
o
r
m
e
l
e

o
r
g
a
n
i
s
a
t
i
e

0

4
.

p
r
o
f
e
s
s
i
o
n
e
l
e

o
r
g
a
n
i
s
a
t
i
e
/
n
e
t
w
e
r
k

T
o
e
l
i
c
h
t
i
n
g

n
o
o
d
z
a
a
k

i
n
z
e
t

4
:




W
o
n
e
n
,

w
o
o
n
o
m
g
e
v
i
n
g

e
n

v
e
i
l
i
g
h
e
i
d

I
n
z
e
t

t
.
b
.
v
.

V
e
r
s
t
e
r
k
e
n


Z
e
l
f
r
e
d
z
a
a
m
h
e
i
d

0


n
.
v
.
t
.


0

1
.

k
l
a
n
t

z
e
l
f

0

2
.

s
o
c
i
a
a
l

n
e
t
w
e
r
k

0

3
.

s
o
c
i
a
a
l

v
e
r
b
a
n
d
/
i
n
f
o
r
m
e
l
e

o
r
g
a
n
i
s
a
t
i
e

0

4
.

p
r
o
f
e
s
s
i
o
n
e
l
e

o
r
g
a
n
i
s
a
t
i
e
/
n
e
t
w
e
r
k

T
o
e
l
i
c
h
t
i
n
g

n
o
o
d
z
a
a
k

i
n
z
e
t

4
:


M
o
b
i
l
i
t
e
i
t

b
i
n
n
e
n
/
b
u
i
t
e
n
s
h
u
i
s

-

v
e
r
v
o
e
r


I
n
z
e
t

t
.
b
.
v
.

V
e
r
s
t
e
r
k
e
n


Z
e
l
f
r
e
d
z
a
a
m
h
e
i
d

0


n
.
v
.
t
.


0

1
.

k
l
a
n
t

z
e
l
f

0

2
.

s
o
c
i
a
a
l

n
e
t
w
e
r
k

0

3
.

s
o
c
i
a
a
l

v
e
r
b
a
n
d
/
i
n
f
o
r
m
e
l
e

o
r
g
a
n
i
s
a
t
i
e


0

4
.

p
r
o
f
e
s
s
i
o
n
e
l
e

o
r
g
a
n
i
s
a
t
i
e
/
n
e
t
w
e
r
k

T
o
e
l
i
c
h
t
i
n
g

n
o
o
d
z
a
a
k

i
n
z
e
t

4
:



Z
i
n
g
e
v
i
n
g

e
n

i
n
s
p
i
r
a
t
i
e

I
n
z
e
t

t
.
b
.
v
.

V
e
r
s
t
e
r
k
e
n


Z
e
l
f
r
e
d
z
a
a
m
h
e
i
d



0


n
.
v
.
t
.


0

1
.

k
l
a
n
t

z
e
l
f

0

2
.

s
o
c
i
a
a
l

n
e
t
w
e
r
k

0

3
.


s
o
c
i
a
a
l

v
e
r
b
a
n
d
/
i
n
f
o
r
m
e
l
e

o
r
g
a
n
i
s
a
t
i
e

0

4
.

p
r
o
f
e
s
s
i
o
n
e
l
e

o
r
g
a
n
i
s
a
t
i
e
/
n
e
t
w
e
r
k

T
o
e
l
i
c
h
t
i
n
g

n
o
o
d
z
a
a
k

i
n
z
e
t

4
:





O
p
l
e
i
d
i
n
g
,

w
e
r
k

e
n

a
n
d
e
r
e

b
e
z
i
g
h
e
d
e
n


I
n
z
e
t

t
.
b
.
v
.

V
e
r
s
t
e
r
k
e
n


Z
e
l
f
r
e
d
z
a
a
m
h
e
i
d

0


n
.
v
.
t
.


0

1
.

k
l
a
n
t

z
e
l
f

0

2
.

s
o
c
i
a
a
l

n
e
t
w
e
r
k

0

3
.

s
o
c
i
a
a
l

v
e
r
b
a
n
d
/
i
n
f
o
r
m
e
l
e

o
r
g
a
n
i
s
a
t
i
e


0

4
.

p
r
o
f
e
s
s
i
o
n
e
l
e

o
r
g
a
n
i
s
a
t
i
e
/
n
e
t
w
e
r
k

T
o
e
l
i
c
h
t
i
n
g

n
o
o
d
z
a
a
k

i
n
z
e
t

4
:



















































2
2

A
a
n
k
r
u
i
s
e
n

w
e
l
k
e

i
n
z
e
t

v
a
n

t
o
e
p
a
s
s
i
n
g

i
s
.

B
i
j

i
n
z
e
t

4


w
o
r
d
t

e
e
n

t
o
e
l
i
c
h
t
i
n
g

g
e
v
r
a
a
g
d

a
l
s

d
e

p
r
o
f
e
s
s
i
o
n
a
l

m
e
e
r

d
o
e
t

d
a
n

o
n
d
e
r
s
t
e
u
n
i
n
g

b
i
e
d
e
n

i
n

d
e

v
o
r
m

v
a
n

e
m
p
o
w
e
r
e
n

o
f
w
e
l

c
o
a
c
h
e
n

v
a
n

d
e

b
u
r
g
e
r
.


F
y
s
i
e
k
e
/
m
e
n
t
a
l
e

g
e
z
o
n
d
h
e
i
d

I
n
z
e
t

t
.
b
.
v
.

V
e
r
s
t
e
r
k
e
n


Z
e
l
f
r
e
d
z
a
a
m
h
e
i
d

0


n
.
v
.
t
.


0

1
.

k
l
a
n
t

z
e
l
f

0

2
.

s
o
c
i
a
a
l

n
e
t
w
e
r
k

0

3
.

s
o
c
i
a
a
l

v
e
r
b
a
n
d
/

i
n
f
o
r
m
e
l
e

o
r
g
a
n
i
s
a
t
i
e

0

4
.

p
r
o
f
e
s
s
i
o
n
e
l
e

o
r
g
a
n
i
s
a
t
i
e
/
n
e
t
w
e
r
k

T
o
e
l
i
c
h
t
i
n
g

n
o
o
d
z
a
a
k

i
n
z
e
t

4
:





O
p
v
o
e
d
i
n
g
,

r
e
l
a
t
i
e
s

e
n

s
o
c
i
a
l
e

v
e
r
b
a
n
d
e
n







I
n
z
e
t

t
.
b
.
v
.

V
e
r
s
t
e
r
k
e
n


Z
e
l
f
r
e
d
z
a
a
m
h
e
i
d


0


n
.
v
.
t
.

0

1
.

k
l
a
n
t

z
e
l
f

0

2
.

s
o
c
i
a
a
l

n
e
t
w
e
r
k

0

3
.

s
o
c
i
a
a
l

v
e
r
b
a
n
d
/
i
n
f
o
r
m
e
l
e

o
r
g
a
n
i
s
a
t
i
e


0

4
.

p
r
o
f
e
s
s
i
o
n
e
l
e

o
r
g
a
n
i
s
a
t
i
e
/
n
e
t
w
e
r
k

T
o
e
l
i
c
h
t
i
n
g

n
o
o
d
z
a
a
k

i
n
z
e
t

4
:









A
d
m
i
n
i
s
t
r
a
t
i
e

e
n

f
i
n
a
n
c
i

n

I
n
z
e
t

t
.
b
.
v
.

V
e
r
s
t
e
r
k
e
n


Z
e
l
f
r
e
d
z
a
a
m
h
e
i
d


0

n
.
v
.
t
.

0

1
.

k
l
a
n
t

z
e
l
f

0

2
.

s
o
c
i
a
a
l

n
e
t
w
e
r
k

0

3
.

s
o
c
i
a
a
l

v
e
r
b
a
n
d
/

i
n
f
o
r
m
e
l
e

o
r
g
a
n
i
s
a
t
i
e


0

4
.

p
r
o
f
e
s
s
i
o
n
e
l
e

o
r
g
a
n
i
s
a
t
i
e
/
n
e
t
w
e
r
k

T
o
e
l
i
c
h
t
i
n
g

n
o
o
d
z
a
a
k

i
n
z
e
t

4
:


O
P
D
R
A
C
H
T

#
N
I
E
U
W
W
E
L
Z
I
J
N

I
J
S
S
E
L
M
O
N
D
E

2
0
1
2
-
2
0
1
5


5
8
E
i
s

3
:

Z
e
l
f
r
e
d
z
a
a
m
h
e
i
d
l
a
d
d
e
r

V
e
r
s
t
e
r
k
e
n

Z
e
l
f
r
e
d
z
a
a
m
h
e
i
d

B
u
r
g
e
r
s

(
V
Z
B
)


F
y
s
i
e
k
e
/
m
e
n
t
a
l
e

g
e
z
o
n
d
h
e
i
d



































R
a
p
p
o
r
t
c
i
j
f
e
r

z
e
l
f
r
e
d
z
a
a
m
h
e
i
d
:
2
3

N
u
l
m
e
t
i
n
g
:

N
a

i
n
t
e
r
v
e
n
t
i
e
:

2
4




O
p
v
o
e
d
i
n
g
,

r
e
l
a
t
i
e
s

e
n

s
o
c
i
a
l
e

v
e
r
b
a
n
d
e
n


















































R
a
p
p
o
r
t
c
i
j
f
e
r

z
e
l
f
r
e
d
z
a
a
m
h
e
i
d
:

N
u
l
m
e
t
i
n
g
:

N
a

i
n
t
e
r
v
e
n
t
i
e
:









A
d
m
i
n
i
s
t
r
a
t
i
e

e
n

f
i
n
a
n
c
i

n




































R
a
p
p
o
r
t
c
i
j
f
e
r

z
e
l
f
r
e
d
z
a
a
m
h
e
i
d
:

N
u
l
m
e
t
i
n
g
:

N
a

i
n
t
e
r
v
e
n
t
i
e
:


























A
D
L
/
H
D
L



































R
a
p
p
o
r
t
c
i
j
f
e
r

z
e
l
f
r
e
d
z
a
a
m
h
e
i
d
:

N
u
l
m
e
t
i
n
g
:

N
a

i
n
t
e
r
v
e
n
t
i
e
:



E
i
g
e
n

k
r
a
c
h
t

e
n

s
o
c
i
a
a
l

n
e
t
w
e
r
k




























c
i
j
f
e
r















c
i
j
f
e
r















































n
u
l
m
e
t
i
n
g






n
a

i
n
t
e
r
v
e
n
t
i
e

Z
e
l
f
v
e
r
t
r
o
u
w
e
n
:

S
o
c
.

v
a
a
r
d
i
g
h
e
d
e
n
:

P
r
o
b
l
e
e
m
o
p
l
.

v
e
r
m
o
g
e
n
:

-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-














































L
e
t
t
e
r
2
5














l
e
t
t
e
r

A
a
n
w
e
z
i
g
h
e
i
d

n
e
t
w
e
r
k
:

P
o
t
e
n
t
i
e

n
e
t
w
e
r
k
:

G
e
b
r
u
i
k

n
e
t
w
e
r
k
:



W
o
n
e
n
,

w
o
o
n
o
m
g
e
v
i
n
g

e
n

v
e
i
l
i
g
h
e
i
d


































R
a
p
p
o
r
t
c
i
j
f
e
r

z
e
l
f
r
e
d
z
a
a
m
h
e
i
d
:












N
u
l
m
e
t
i
n
g
:

N
a

i
n
t
e
r
v
e
n
t
i
e
:



M
o
b
i
l
i
t
e
i
t

b
i
n
n
e
n
/
b
u
i
t
e
n
s
h
u
i
s

-

v
e
r
v
o
e
r
















R
a
p
p
o
r
t
c
i
j
f
e
r

z
e
l
f
r
e
d
z
a
a
m
h
e
i
d
:

N
u
l
m
e
t
i
n
g
:

N
a

i
n
t
e
r
v
e
n
t
i
e
:




Z
i
n
g
e
v
i
n
g

e
n

i
n
s
p
i
r
a
t
i
e

R
a
p
p
o
r
t
c
i
j
f
e
r

z
e
l
f
r
e
d
z
a
a
m
h
e
i
d
:

































N
u
l
m
e
t
i
n
g
:


N
a

i
n
t
e
r
v
e
n
t
i
e
:





O
p
l
e
i
d
i
n
g
,

w
e
r
k

e
n

a
n
d
e
r
e

b
e
z
i
g
h
e
d
e
n



R
a
p
p
o
r
t
c
i
j
f
e
r

z
e
l
f
r
e
d
z
a
a
m
h
e
i
d
:



N
u
l
m
e
t
i
n
g
:

N
a

i
n
t
e
r
v
e
n
t
i
e
:



















































2
3

P
e
r

l
e
v
e
n
s
g
e
b
i
e
d

w
o
r
d
t

g
e
v
r
a
a
g
d

n
a
a
r

e
e
n

c
i
j
f
e
r

v
o
o
r

d
e

a
l
g
e
m
e
n
e

z
e
l
f
r
e
d
z
a
a
m
h
e
i
d
;

v
o
o
r

E
i
g
e
n

K
r
a
c
h
t

e
n

S
o
c
i
a
a
l

n
e
t
w
e
r
k

(
d
e

o
n
d
e
r
l
e
g
g
e
r

v
o
o
r

d
e

l
e
v
e
n
s
g
e
b
i
e
d
e
n
)

i
s

d
e

z
e
l
f
r
e
d
z
a
a
m
h
e
i
d

u
i
t
g
e
s
p
l
i
t
s
t

i
n

3

d
e
l
e
n
:
z
e
l
f
v
e
r
t
r
o
u
w
e
n
,

s
o
c
i
a
l
e

v
a
a
r
d
i
g
h
e
d
e
n

e
n

p
r
o
b
l
e
e
m
o
p
l
o
s
s
e
n
d

v
e
r
m
o
g
e
n
.

i
n
d
i
e
n

r
e
l
e
v
a
n
t

k
a
n

e
e
n

d
e
r
g
e
l
i
j
k
e

o
n
d
e
r
v
e
r
d
e
l
i
n
g

o
o
k

o
p

1

o
f

m
e
e
r
d
e
r
e

l
e
v
e
n
s
g
e
b
i
e
d
e
n

u
i
t
g
e
v
r
a
a
g
d

w
o
r
d
e
n
.


2
4

N
a

i
n
t
e
r
v
e
n
t
i
e

b
e
t
e
k
e
n
t

b
i
j

o
f

n
a

a
f
r
o
n
d
i
n
g

v
a
n

d
e

d
i
e
n
s
t
v
e
r
l
e
n
i
n
g
s
t
r
a
j
e
c
t
.


2
5

H
e
t

n
e
t
w
e
r
k

s
c
o
o
r
t

d
e

b
u
r
g
e
r

m
e
t

e
e
n

c
i
j
f
e
r
:

a
.

=

a
f
w
e
z
i
g

o
f

n
i
e
t
,

b
.

=

a
m
p
e
r
,

c
.

=

b
e
p
e
r
k
t
,

d
.

=

v
o
l
d
o
e
n
d
e

e
n

e
.

=

g
o
e
d
.



OPDRACHT #NIEUWWELZIJN IJSSELMONDE 2012-2015

59
Bijlage V Overzicht voorzieningen IJsselmonde 2012

De gebiedsanalyse (bijlage I) heeft een beeld geschetst van de deelgemeente IJsselmonde op basis
van o.a. onderzoeksgegevens en feiten, zoals inwoneraantal, bevolkingsamenstelling, sociale
ontwikkelingen, mate van vergrijzing/verjonging/verkleuring, mate van sociale cohesie en participatie
en grote infrastructurele projecten zoals o.a. Hart van IJsselmonde, Stadionpark en Zorgboulevard.

Daarnaast is van belang om kennis te hebben van het voorzieningenniveau, zowel fysiek als sociaal in
de deelgemeente. De nieuwe welzijnsorganisatie zal zich moeten gaan bewegen binnen en haar
producten moeten laten aansluiten op de huidige situatie in IJsselmonde. Alle fysieke voorzieningen
zijn in de bijlage in beeld gebracht en tevens alle partners, bewonersinitiatieven, verenigingen,
stichtingen, zorginstellingen, onderwijsvoorzieningen, kerken etc. die in IJsselmonde aanwezig zijn.
Het is als het ware een (niet-uitputtende) verzameling van burgerkracht en collectieve voorzieningen.

Het overzicht in de bijlage is een spreadsheet waarin op verschillende parameters kan worden
geselecteerd/. Selecteren per wijk en vervolgens op bijvoorbeeld vastgoed (gemeentelijk of
commercieel) kan duidelijkheid verschaffen over bijvoorbeeld de aanwezigheid van wijkinitiatieven of
huisvestingsmogelijkheden, naast de (tijdelijk) verplichte accommodaties in hoofdstuk 1.

Vooruitlopende op het voorzieningenonderzoek dat door OBR en deelgemeente IJsselmonde in het
eerste kwartaal van 2012 wordt uitgevoerd, is kolom K toegevoegd. Deze kolom geeft
eigendomsvarianten aan, waarbij:
1. Staat voor vastgoed dat niet wordt afgestoten;
2. Staat voor vastgoed dat niet noodzakelijk is en dus in het kader van efficiency op termijn kan
verdwijnen;
3. Staat voor vastgoed dat zal worden afgestoten of de kans op afstoten zeer groot is. Afstoten
betekent dat het geen deelgemeentelijk vastgoed meer is, maar of commercieel wordt of zelfs
gesloopt.

You might also like