You are on page 1of 32

Alcohol- en drugsbeleid voor

AfsprAkennotA
de zeevisserij

Inhoudstafel

1. Voorwoord 2. Situering van het beleidsplan 3. Opzetten van structuur: werkgroep middelengebruik in de visserij 4. Visietekst 5. Ontwikkelen pijlers van het beleid 5.1. Afbakening 5.2. Regelgeving 5.3. Stappenplan Acute situatie Chronisch situatie 5.4. Hulpverleningskader 5.5. Voorlichting en vorming Bijlage I: overzicht van wetgeving drugs in de visserij Bijlage II: signalenlijst Bijlage III: stappenplan acute situatie Bijlage IV: stappenplan chronische situatie Bijlage V: bevoegdheden kapitein

3 5 6 7 9 9 9 10 12 13 14 15 17 21 25 26 28

Voorwoord

Alcohol- en druggebruik zijn een hedendaags maatschappelijk probleem. Ook de zeevisserij ontsnapt er niet aan. Door de unieke werksituatie van deze sector, namelijk een varende werkplek, is het niet eenvoudig om aan preventie en hulpverlening te doen. Daarom werd door de Provincie West-Vlaanderen, in samenwerking met diverse actoren uit de sector, een nota inzake alcohol- en drugbeleid specifiek voor de zeevisserij opgesteld. Alle partijen legden hierbij hun betrokkenheid vast door de ondertekening van een visietekst. Het belangrijkste uitgangspunt voor de voorliggende nota is de algemene veiligheid, een veilige en gezonde werkomgeving voor alle opvarenden. Met deze tekst worden enkele procedures aangereikt en worden de verschillende verantwoordelijkheden van alle betrokken geschetst. Tijdens de opmaak van de beleidstekst werd reeds de campagne Clean Ship, No Shit gelanceerd. Met deze slogan hopen we de sector bewust te maken van het probleem en de dialoog op te starten. Het rest ons enkel nog om een woordje van dank te uiten aan de leden van de werkgroep die dit beleidsplan opstelden. Het bereiken van een consensus was niet steeds eenvoudig, maar dankzij hun volharding zijn ze er toch in geslaagd de verschillende standpunten op elkaar af te stellen. Wij rekenen op hun verdere medewerking om deze beleidsnota bekend te maken binnen de sector en actief dit beleid te blijven ondersteunen en uit te bouwen.

Dirk De fauw Gedeputeerde voor welzijn

Bart Naeyaert Gedeputeerde voor visserij

afsprakennota alcohol- en drugsbeleid voor de zeevisserij

afsprakennota alcohol- en drugsbeleid voor de zeevisserij

Situering van het beleidsplan

De start van de werking rond middelengebruik in de visserij kwam er nadat de Provincie West-Vlaanderen hiertoe de vraag kreeg van verschillende betrokkenen uit de visserijsector. Na een moeilijke start in 2005 gaven de leden van de Provinciale Commissie voor de Zeevisserij hun medewerking aan een werkgroep die een strategie voor de werking rond middelengebruik moest uitzoeken. Middelen- of drugsgebruik bestaat al lang. Men vindt het in alle culturen en sectoren. In eerste instantie werd er vooral repressief opgetreden tegen het gebruik van drugs. Het is ondertussen duidelijk dat het zeker even belangrijk is om ook preventief te werken hiertegenover. Indien er enkel repressief opgetreden wordt, verlegt het probleem zich gewoon. Preventief werken houdt in dat ook hulpverlening wordt aangeboden en dat, indien nodig, ook sanctionerende maatregelen gesteld kunnen worden. Een belangrijke manier om preventief te werken is de bedrijven inlichten over hoe omgegaan kan worden met middelengebruik op de werkplaats. De visserijsector wordt hierbij benaderd als een bedrijf.

afsprakennota alcohol- en drugsbeleid voor de zeevisserij

Opzetten van structuur: werkgroep Middelengebruik in de visserij

Alle partners die een rol hebben in de opmaak van de strategie zijn samengebracht in een werkgroep: de Provincie West-Vlaanderen, de Rederscentrale, de werknemersorganisaties ACLVB, ACV-Transcom en ABVVBTB, het Koninklijk Werk Ibis, het Maritiem Instituut Mercator, de Stichting voor Duurzame Visserijontwikkeling vzw, Previs vzw, de Vlaamse overheid (departement Landbouw en Visserij - Afdeling Landbouw- en Visserijbeleid Zeevisserij), de haven Oostende, de scheepvaartpolitie en vertrouwenspersonen. De externe dienst voor preventie en bescherming op het werk Provikmo nam ook deel aan het overleg. Middelpunt vzw, CGG Preventie alcohol & drugs West-Vlaanderen, coachte de werkgroep in alle stappen van het ontwikkelen van een beleid. Het voorzitterschap en secretariaat van de werkgroep wordt opgenomen door de Provincie West-Vlaanderen. De basis wordt ook gelegd voor de subwerkgroepen Hulpverleningskader en Voorlichting en Vorming. Volgende stappen werden doorlopen: Het opmaken van een visietekst en de ondertekening van deze tekst door alle betrokkenen. Het uitwerken van een stappenplan. Het uitwerken van maatregelen voor voorlichting en vorming. Het uitwerken van een hulpverleningskader.

afsprakennota alcohol- en drugsbeleid voor de zeevisserij

Visietekst

Vanuit de werkgroep werd een visietekst geformuleerd die door diverse betrokken uit de visserijsector ondertekend is, nl. de Provincie West-Vlaanderen, vertegenwoordigd door Bart Naeyaert, gedeputeerde voor land- en tuinbouw, de Rederscentrale, vertegenwoordigd door Urbain Wintein, voorzitter, de werknemersorganisaties, ACLVB, vertegenwoordigd door Alex De Bock, secretaris, ACV-Transcom, vertegenwoordigd door Christine de Smedt, vrijgestelde, ABVV-BTB, vertegenwoordigd door Renaud Vermote, gewestelijk secretaris, het Koninklijk Werk Ibis, vertegenwoordigd door Philip Declercq, directeur, het Maritiem Instituut Mercator, vertegenwoordigd door Jan Denys, directeur, de Stichting voor Duurzame Visserijontwikkeling vzw, vertegenwoordigd door Ivan Victor, voorzitter, Previs vzw, vertegenwoordigd door Rudi Vanaght, preventiecordinator, de Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij - Afdeling Landbouw- en Visserijbeleid Zeevisserij, vertegenwoordigd door Marc Welvaert, diensthoofd en de haven Oostende, vertegenwoordigd door Patrick Vermandel, havenkapitein. De visietekst bevat volgende formulering: De partners zeevisserij engageren zich om een alcohol- en drugsbeleid uit te werken voor de zeevisserij. De basis van dit beleid is probleemsituaties vermijden of voorkomen en de zorg voor een imagoverbetering van de sector. Door de aanpak van deze thematiek beoogt men een aantal voordelen voor alle betrokkenen: verbetering van de economische situatie, een veiligere werkomgeving, een verbetering van het welzijn op het werk en behoud van werk. Hierbij worden volgende uitgangspunten gehanteerd: 1. Veilig functioneren Er wordt belang gehecht aan een veilige en gezonde werkomgeving voor alle opvarenden. De verantwoordelijkheid van een bemanningslid strekt zowel over het economisch kapitaal van het vaartuig als over het welzijn en de veiligheid van de overige bemanningsleden. De sector erkent dat alcohol en andere drugs een weerslag kunnen hebben op het veilig functioneren van alle opvarenden. Misbruik verhoogt ten zeerste de kans op arbeidsongevallen, en ook de werkefficintie komt in het gedrang, waardoor het imago van de sector er ook onder lijdt. 2. Wat zijn drugs? Onder drugs wordt verstaan verdovende, stimulerende en bewustzijnsveranderende middelen (slaap- en kalmeermiddelen, pijnstillers, alcohol, cannabis, herone, LSD,). Nicotine is geen onderwerp van dit beleid. 3. Wanneer is er een probleem? Op het werk wordt alcohol- en drugsgebruik als problematisch ervaren als het veilig werken in het gedrang komt. Iemand onder invloed gedurende het werk of met een verslavingsprobleem kan minder veilig functioneren. Alcohol- en drugsgebruik hebben ook gevolgen voor de gezondheid van de gebruiker zelf n de veiligheid en het welzijn van alle opvarenden. De partners zeevisserij wensen gebruik en misbruik op het werk te voorkomen en zodoende de negatieve gevolgen ervan vermijden.

afsprakennota alcohol- en drugsbeleid voor de zeevisserij

4. Beleidsplanning De partners zeevisserij verbinden zich ertoe een preventiegericht beleidsplan uit te werken waarbij regelgeving, procedures, hulpverleningskader, voorlichting en vorming in een geheel van maatregelen wordt aangereikt. Indien dit beleid niet toereikend blijkt, verbinden de sociale partners zich ertoe een sanctionerend beleid te volgen. 5. Handleiding, richtlijnen en procedures a. De partners zeevisserij wensen in het komende werkjaar een duidelijke handleiding ter beschikking te stellen voor reders en schippers waarin wordt aangegeven hoe men met de thematiek alcohol en andere drugs op het werk kan omgaan. De verantwoordelijkheid van de reder, als veiligheidsadviseur voor het schip, en schipper staat hierin centraal. De aanpak van middelengebruik moet door alle betrokkenen gesteund worden: reder, schipper en bemanning. b. De partners zeevisserij wensen tot een duidelijke definiring betreffende het alcohol- en drugsgebruik te komen, zodat voor elk bemanningslid de regelgeving duidelijk wordt. De sector heeft zich hierover reeds duidelijk uitgesproken door in het Paritair Comit akkoord te gaan met artikel 18 van de wet van 3 mei 2003 tot regeling van de arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij en tot verbetering van het sociaal statuut van de zeevisser.

afsprakennota alcohol- en drugsbeleid voor de zeevisserij

Ontwikkelen pijlers van het beleid

5.1. AfbAkenIng
Het beleidsplan is bedoeld voor reder, schipper en alle andere bemanningsleden. De tijd van toepassing is de werktijd, waarbij de wettelijke definitie wordt gehanteerd, nl. (art. 42 van sociaal statuut): de zeereis wordt geacht begonnen te zijn vanaf het ogenblik waarop de zeevisser de dorpel van zijn woonplaats verlaat om zich, langs het normale traject, naar het vissersschip te begeven en te zijn beindigd op het ogenblik waarop de zeevisser, via het normale traject, deze dorpel opnieuw overschrijdt.

5.2. RegelgeVIng

Deze regelgeving is opgenomen in het zeemansboekje, een document dat ieder bemanningslid binnen de 15 dagen nadat die is ingeschreven ontvangt. De wet van 3 mei 2003 (het sociaal statuut) (art. 18) bepaalt: 2 het is de zeevisser verboden om alcoholische, verdovende of hallucinatieverwekkende stoffen aan boord te hebben, al dan niet voor eigen gebruik. 3 het bepaalde in de vorige paragraaf heeft geen betrekking op licht alcoholische dranken, die als normaal kunnen worden beschouwd volgens de duur van de geplande zeereis en het aantal bemanningsleden. 4 de zeevisser die de bepalingen van dit artikel overtreedt, is aansprakelijk voor alle schade, fiscale geldboeten of straffen door het visserschip daardoor opgelopen, onverminderd het recht van de schipper om dergelijke stoffen in beslag te nemen of te vernietigen. In bijlage I wordt een overzicht van de bestaande wetgeving gebundeld.

afsprakennota alcohol- en drugsbeleid voor de zeevisserij

5.3. StAppenplAn

Het stappenplan is van toepassing bij: Het aan boord brengen van alcoholische, verdovende of hallucinatieverwekkende stoffen, al dan niet voor eigen gebruik. Onder invloed op het werk verschijnen1. Op het werk onder invloed zijn - zich onder invloed gedragen. Herhaaldelijk minder goed functioneren ten gevolge van een (vermoedelijk) alcohol of drugsprobleem. Met dit stappenplan wil de sector de veiligheid garanderen en de uitval door problematisch gebruik voorkomen. In de eerste plaats zal preventief opgetreden worden en bij de minste signalen van middelengebruik of misbruik opgetreden worden. Dit stappenplan geeft aan alle betrokkenen een houvast en legt de respectieve verantwoordelijkheden vast. We maken een onderscheid tussen acuut misbruik en chronisch misbruik. Het onderscheid tussen beide situaties is belangrijk omdat ze elk een aparte aanpak vergen. Bij acuut misbruik heeft de medewerker zoveel alcohol of andere drugs gebruikt dat hij niet meer in staat is om normaal te functioneren. Bij chronisch misbruik functioneert de medewerker herhaaldelijk minder goed ten gevolge van een (vermoedelijk) alcohol of drugsprobleem. Dit is moeilijker te herkennen en vraagt een intensievere opvolging van het werkgedrag. De bedoeling is om als het nodig is de werknemer naar de hulpverlening te krijgen, met waarborgen voor de privacy van de betrokkene. Via een vastgesteld stappenplan wordt de situatie opgevolgd en worden afspraken gemaakt over verbetering van de situatie. Externe behandeling kan een deel zijn van deze afspraken. De druk wordt stapsgewijze opgevoerd en elke situatie wordt beoordeeld in functie van het veilig functioneren. Een gradatie van maatregelen kan worden toegepast afhankelijk van het aantal keren dat de feiten zich voordoen en/of de ernst van de situatie. Bij een eenmalig incident is het niet steeds nodig een volledig traject van hulpverlening te voorzien. Maar het is niet altijd duidelijk dat het over een eenmalig voorval gaat.

Een overzicht van enkele vaststelbare signalen van alcohol- en middelenproblemen wordt gegeven in Bijlage II.

10

afsprakennota alcohol- en drugsbeleid voor de zeevisserij

De eerste verantwoordelijkheid ligt bij de schippers en de reders. Van hen wordt verwacht dat zij bij problemen door gebruik van alcohol of drugs consequent optreden. De schipper stelt de werkonbekwaamheid vast van een personeelslid dat onder invloed op het werk is of verschijnt, of dat minder goed functioneert. Omdat een inventarisatie van voorvallen belangrijk is, is het hierbij essentieel dat de sector een meldpunt uitwerkt. Dit moet een neutrale instantie zijn, die louter administratief werkt. Bijkomend dient een vertrouwensteam samengesteld te worden. Dit vertrouwensteam bestaat uit de arbeidsgeneesheer van de betrokkene, de moreel consulent en/of de aalmoezenier. Dit vertrouwensteam staat in voor de eerste begeleiding en verstrekt informatie over het bestaan van hulpverleningsmogelijkheden en moedigt de werknemer aan om contact op te nemen met externe hulpverlening.

11

afsprakennota alcohol- en drugsbeleid voor de zeevisserij

Acute situatie
Zie bijlage III voor schematische voorstelling van het stappenplan.

Stap1: vaststelling Een acuut probleem doet zich voor wanneer een personeelslid dermate veel alcohol of drugs heeft gebruikt dat normaal functioneren niet meer mogelijk is. De persoon heeft duidelijk geen controle meer over zijn functioneren. De invloed van alcohol of drugs is van die aard dat de medewerker schade kan aanbrengen aan zichzelf of aan het bedrijf. De schipper baseert zich in de eerste plaats op uiterlijke tekenen en stelt de arbeidsgeschiktheid of ongeschiktheid vast. Stap2: maatregelen nemen De schipper spreekt de betrokkene aan vanuit deze signalen en neemt de gepaste maatregelen. De wettelijke volmachten van de schipper zijn terug te vinden in bijlage V. Stap 3: registratie in logboek De schipper noteert het voorval in het logboek en laat dit ondertekenen door getuigen, waarbij aandacht gaat naar een juridisch correcte formulering. Stap 4: opvolging a. De schipper meldt het aan de reder. Die brengt het meldpunt op de hoogte. De reder brengt de betrokkene op de hoogte van de verwijzing naar het meldpunt. b. Het meldpunt noteert dit in het persoonlijke dossier. c. Indien het om een eenmalige gebeurtenis gaat dan wordt de reder hierover verwittigd. d. De reder voert een gesprek met de betrokkenen en wijst hem op de gevolgen indien er zich nog dergelijke feiten voordoen. e. De procedure stopt.

Indien er zich een tweede voorval voordoet in een periode van twee jaar volgend op het eerste voorval dan wordt de procedure voor een chronische situatie gehanteerd.

12

afsprakennota alcohol- en drugsbeleid voor de zeevisserij

Chronisch situatie
Zie bijlage IV voor schematische voorstelling van het stappenplan.

Stap1: vaststelling Medewerkers met een verdoken alcohol of ander drugsprobleem kunnen minder veilig functioneren. Hierbij is er sprake van een vermoeden van een alcohol of ander drugsprobleem. Indien er aanwijzingen zijn die een alcohol- of drugsprobleem doen vermoeden confronteert de schipper/ reder de betrokkene met deze signalen (bepaalde periode met verminderde werkprestaties, verhoogde afwezigheid, problemen met collegas enz.) De reder meldt deze problemen aan het meldpunt. Het meldpunt brengt de arbeidsgeneeskundige dienst op de hoogte. Stap 2: opvolging a. De medewerker meldt zich aan. De medewerker meldt zich aan bij de arbeidsgeneeskundige dienst met het oog op een beoordeling van het veilig functioneren. De arbeidsgeneeskundige dienst motiveert de betrokkene om het hulpverleningskader te consulteren. De arbeidsgeneeskundige dienst informeert de betrokkene over de rol van het vertrouwensteam, de mogelijkheden van externe hulpverlening en de ondersteuning door de vakbond. Er worden afspraken gemaakt over het begeleidingstraject en over de communicatie naar de werkvloer. De arbeidsgeneeskundige dienst houdt met garanties van vertrouwelijkheid de reder/schipper op de hoogte van het verloop. De arbeidsgeneeskundige dienst kan gedurende de begeleidingsfase contact met de schipper/reder opnemen om na te gaan in hoeverre het een positieve invloed heeft op het functioneren. Indien er geen of nauwelijks verbetering van het functioneren merkbaar is, dan meldt de arbeidsgeneeskundige dienst dit aan het zeevissersfonds. Het zeevissersfonds volgt de situatie op en laat indien nodig de betrokkene voor het paritair comit verschijnen. Indien de betrokkene niet ingaat op het aanbod, dan brengt de arbeidsgeneeskundige dienst het zeevissersfonds op de hoogte. b. De medewerker meldt zich niet aan. De arbeidsgeneeskundige dienst brengt het meldpunt op de hoogte. Het meldpunt brengt het zeevissersfonds op de hoogte.

13

afsprakennota alcohol- en drugsbeleid voor de zeevisserij

5.4. HulpVeRlenIngSkAdeR
De vertrouwenspersoon kan op eigen initiatief benaderd worden of de arbeidsgeneesheer kan een werknemer oproepen. Het bezoek aan bedrijfsarts en vertrouwenspersonen gebeurt in een sfeer van vertrouwen. De reder en de schipper zullen pas ingelicht worden indien de betrokkene hiermee instemt. Het vertrouwensteam heeft een gesprek met de medewerker. Er wordt nagegaan of er een drank- of drugsprobleem aan de basis ligt van het minder goed functioneren. Indien er een drank of drugsprobleem is, dan motiveert de vertrouwenspersoon de medewerker om een behandeling te volgen. Hij verstrekt daartoe aan de betrokkene de nodige informatie en legt waar nodig contact met de externe hulpverlening. Deze stappen kunnen slechts mits toestemming van de betrokkene. Een vertrouwenspersoon draagt niet de verantwoordelijkheid van de behandeling. Na doorverwijzing onderhouden de vertrouwenspersonen contact met de externe hulpverleningsdienst. Bij de behandeling wordt de privacy van de betrokkene gewaarborgd. De betrokken arbeidsgeneesheer zal met de externe diensten afspraken maken over de informatiedoorstroming. De vertrouwenspersonen kunnen informatie inwinnen bij reder/schipper over het functioneren van de betrokkene. Een vertrouwenspersoon wordt slechts betrokken in de gesprekken tussen de werkgever en de behandelende instantie op uitdrukkelijk verzoek van het betrokken personeelslid. Ieder personeelslid n iedere schipper/reder kan bij een vertrouwenspersoon informatie en advies inwinnen betreffende middelengebruik in het algemeen en de hulpverleningsmogelijkheden.

14

afsprakennota alcohol- en drugsbeleid voor de zeevisserij

5.5. VOORlICHtIng en VORMIng

Het onderdeel voorlichting en vorming is een belangrijke pijler van het beleid. De regels en het stappenplan moeten bekend worden gemaakt bij reders, vissers en alle andere betrokkenen. Daarnaast kan door vorming de gebruikerscultuur en de sociale norm omtrent drinken en drugs worden benvloed. Verder is het ook belangrijk dat alle medewerkers de weerslag kennen van het gebruik van alcohol en drugs op het veilig functioneren. Communicatie over het beleidsplan Voor alle bemanningsleden wordt een handleiding uitgewerkt over de toepassing van het beleidsplan. Hierin wordt opgeroepen tot een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Voorlichting en vorming Voor alle bemanningsleden worden informatiemomenten georganiseerd waarbij zij genformeerd worden over de werking van diverse middelen en de weerslag op het functioneren, over herkennen van de signalen van misbruik en over de regelgeving omtrent gebruik op het werk. Zij krijgen ook tips om iemand die onder invloed is op het werk of die minder veilig functioneert aan te pakken.

15

afsprakennota alcohol- en drugsbeleid voor de zeevisserij

Permanente sensibliseringsacties De sensibiliseringactie clean ship no ship wordt via een affichecampagne, het uithangen van een banner en de verspreiding van aangepaste voorlichtingsmaterialen verder uitgewerkt. Er wordt ook genformeerd over het hulpverleningsaanbod. Tijdens de initiatieopleiding en tijdens iedere beroepsopleiding dient een onderdeel van de opleiding over dit beleid te gaan. Op regelmatige basis wordt het alcohol- en drugsbeleid herhaald in de infokrant.

16

afsprakennota alcohol- en drugsbeleid voor de zeevisserij

bijlage I: Overzicht van Wetgeving drugs in de visserij


Wet 03 MeI 2003
Wet tot regeling van de arbeidsovereenkomst wegens Scheepsdienst voor de zeevisserij en tot verbetering van het sociaal statuut van de zeevisser. Artikel 6.3. Vooraleer een eerste arbeidsovereenkomst wegens scheepsdienst voor de zeevisserij te sluiten, dienst de zeevisser een geneeskundig onderzoek te ondergaan bij een door de dienst van de scheepvaartcontrole erkende geneesheer, en moet bij dit geneeskundig onderzoek zijn vastgesteld dat de inscheping van de zeevisser geen gevaar oplevert voor zijn eigen gezondheid of die van de bemanning. Artikel 6.4. Bij het sluiten van de arbeidsovereenkomst dient de reder of zijn gemachtigde na te gaan of de zeevisser in het bezit is van de nodige vaarbevoegdheidsbewijzen voor het uitoefenen van de overeengekomen functie aan boord van het schip. Ook dient hij na te gaan of de zeevisser voldoet aan alle andere vereisten zoals bepaald in de desbetreffende reglementering. (cfr. KB 24 Mei 2006 Medische geschiktheid) Artikel 14.2.4 (gegevens zeemansboek) Het zeemansboek bevat bovendien de belangrijkste bepalingen van deze wet. Artikel 18. (rechten en plichten van de zeevisser) 2. Het is de zeevisser verboden om alcoholische, verdovende of hallucinatieverwekkende stoffen aan boord te hebben, al dan niet voor eigen gebruik. 3. Het bepaalde in de vorige paragraaf heeft geen betrekking op licht alcoholische dranken, die als normaal kunnen worden beschouwd volgens de duur van de geplande zeereis en het aantal bemanningsleden. 4. De zeevisser die de bepalingen van dit artikel overtreedt, is aansprakelijk voor alle schade, fiscale geldboeten of straffen door het vissersschip daardoor opgelopen, onverminderd het recht van de schipper om dergelijke stoffen in beslag te nemen of te vernietigen. Artikel 42. (o.a. geneeskundige verzorging, arbeidsongeschiktheid) Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt de zeereis geacht begonnen te zijn vanaf het ogenblik waarop de zeevisser de dorpel van zijn woonplaats verlaat om zich, langs het normale traject, naar het vissersschip te begeven en te zijn beindigd op het ogenblik waarop de zeevisser, via het normale traject, deze dorpel opnieuw overschrijdt. Artikel 47. (Terugzending naar de woonplaats ) De reder die op grond van de bepalingen van dit hoofdstuk heeft bijgedragen in kosten, kan deze terugvorderen van de zeevisser of zijn rechthebbenden, wanneer hij aantoont dat de ziekte of het ongeval enkel te wijten is aan een zware fout van de zeevisser. Artikel 48. (Terugzending naar de woonplaats) De in het buitenland ontscheepte zeevisser heeft het recht om op kosten van de reder van het vissersschip naar zijn woonplaats te worden teruggebracht. Dit recht omvat de kosten van vervoer, logies en voeding. Deze kosten kunnen op de zeevisser worden verhaald, indien de ontscheping om tuchtredenen diende te gebeuren of in het geval bedoeld in artikel 47.

17

afsprakennota alcohol- en drugsbeleid voor de zeevisserij

Artikel 53. (Einde en verbreking arbeidsovereenkomst) De reder of zijn gemachtigde mag slechts eisen dat de zeevisser onmiddellijk wordt ontscheept indien dergelijke maatregel om ernstige reden, zoals de veiligheid van het schip of de gerustheid van de bemanning, noodzakelijk is.

Wet 05 junI 1928


Wet houdende herziening van het Tucht- en Strafwetboek voor de koopvaardij en de zeevisserij Artikel 5. De kapitein heeft over ieder die zich aan boord bevindt, het gezag dat vereist is voor de handhaving van de orde, voor de veiligheid van schip, opvarenden en lading, alsmede voor de goede afloop van de reis. Hij kan alle daartoe dienstige dwangmiddelen gebruiken en ieder die aan boord is, opvorderen om hem daarin bij te staan. In de havens handelt hij in samenwerking met de met de politie te water belaste overheid van de Federale politie of de Belgische consul. Artikel 9. (vergrijpen tegen de tucht) 4 gebrek aan waakzaamheid op de wacht, en met name slapen aan het roer, op de uitkijk, bij de machines of gedurende enige bewakingsdienst. 5 dronkenschap tijdens de dienst, zonder rustverstoring 8 tersluiks aan boord brengen van sterke drank of wijn voor verbruik op het schip Artikel 10. (scheepvaartmisdaden en - wanbedrijven) Indien evenwel bewezen is dat n der gepleegde vergrijpen de veiligheid van het schip of zijn opvarenden in gevaar heeft gebracht, worden zij gestraft met een gevangenisstraf van Artikel 11. (scheepvaartmisdaden en -wanbedrijven) Dronkenschap aan boord of tijdens de dienst, met rustverstoring, wordt gestraft Artikel 12. (scheepvaartmisdaden en -wanbedrijven) De kapitein die zich bedrinkt gedurende de tijd dat hij belast is met het voeren van het schip, wordt gestraft

kb 24 MeI 2006
Koninklijk besluit inzake vaarbevoegdheidsbewijzen voor zeevarenden Artikel 102. Certificaten van medische geschiktheid Elk bemanningslid is in het bezit van een certificaat van medische geschiktheid waaruit blijkt dat hij medisch geschikt is voor de hem opgedragen werkzaamheden . max. geldigheidsduur van 12 maanden. Aanhangsel bij bijlage XX Ziekten en eigenschappen die aanleiding geven tot het opstellen van een verklaring van medische ongeschiktheid

18

afsprakennota alcohol- en drugsbeleid voor de zeevisserij

1. Geneesmiddelen en middelengebruik b. Het gebruik van geneesmiddelen met als mogelijke bijwerkingen is een reden tot het opstellen van 6. Psychische stoornissen d. Obsessiecompulsieve aandoeningen en verslavingen zoals chronisch alcoholisme, verslaving aan verdovende, opwekkende of andere psychotrope stoffen in de laatste 5 jaar en gokverslaving zijn een reden tot het opstellen van

kb 4 AuguStuS 1981
Politie- en scheepvaartreglement voor de Belgische territoriale zee, kusthavens en stranden (Kustreglement) Artikel 9 Niemand mag, hetzij vrijwillig hetzij onvrijwillig, de veiligheid van de scheepvaart in gevaar brengen of deze scheepvaart vertragen door nalatigheid of onbekwaamheid of door manoeuvres uitgevoerd in staat van dronkenschap of in een soortgelijke staat ten gevolge van het gebruik van verdovende of hallucinatieverwekkende middelen.

Wet 24 febRuARI 1921


Wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen (Drugswet)

19

afsprakennota alcohol- en drugsbeleid voor de zeevisserij

20

afsprakennota alcohol- en drugsbeleid voor de zeevisserij

bijlage II: Signalenlijst


Bron: Provikmo

1. SIgnAlenlIjSt ACuut gebRuIk (nIet lIMItAtIef)


a. Signalen bij alcoholproblemen Verzuim Verzuim op maandagmorgen of na de rustperiode. Te laat komen, na de afgesproken werktijden. Afwezigheid tijdens het werk Extra lange pauzes. Veelvuldig toiletbezoek. Verlies aan concentratievermogen Problemen met onthouden van instructies, details enz. Problemen met complexe handelingen. Fysiek aanwezig, maar tot weinig daden in staat. Ongevallen Geen rekening houden met de veiligheid van anderen. Verminderde efficintie Vergissingen door slecht opletten of verkeerd inschatten. Materiaal verspillen. Klachten van klanten. Slechte beslissingen nemen. Verstoorde relaties met collegas Heftige reacties op klachten of opmerkingen. Slecht humeur en achterdochtig. Lichtgeraakt zijn. Stemmingsveranderingen na middagpauze. Klachten of commentaar uit directe omgeving. Ontlopen van chef of controle. Andere kenmerken Zichtbaar onder invloed (praten met dikke tong, wankel op benen, verward). Ruiken naar alcohol. b. Signalen andere drugs Hasj/wiet Rode ogen Verwijde pupillen Opgewekt

21

afsprakennota alcohol- en drugsbeleid voor de zeevisserij

Suffig Sloom Vergeten wat er net gezegd is Giechelig Hongerig Zware armen en benen Sterk herkenbare geur XTC Wijde pupillen Energiek Praterig De dagen erna: oververmoeid, soms down en leeg gevoel Amfetamine (of speed) Wijde pupillen Energiek Praterig Bleek Rusteloos De dagen erna: leeg, oververmoeid en gerriteerd LSD Wijde pupillen Vreemde ideen Hallucinaties Cocane Wijde pupillen (niet altijd) Vaak naar het toilet gaan Opgewekt Energiek Praterig Overmoedig Bleek Herone Vernauwde pupillen Bijna gesloten oogleden Dromerig Sloom Passief Stil Langzame ademhaling

22

afsprakennota alcohol- en drugsbeleid voor de zeevisserij

2. SIgnAlen CHROnISCH gebRuIk (nIet-lIMItAtIef)


Alle onderstaande signalen, behalve de uiterlijke kenmerken, verwijzen naar andere fysieke of psychosociale problemen van de betrokken werknemer. Voor leidinggevenden, collegas en hulpverleners zijn het belangrijke signalen die erop wijzen dat er iets aan de hand is en ingrijpen noodzakelijk wordt. a. Signalen bij alcoholproblemen i. Werkgebonden signalen Verzuim Hoger ziekteverzuim, vooral kortdurend. Frequent op maandagmorgen. Vaak te laat komen, s ochtends en na de lunch. Vroeg(er) van het werk vertrekken. Vaak afwezig zonder toestemming. Vreemde en ongeloofwaardige excuses voor afwezigheid. Ongewoon vaak griep, verkoudheid, maagklachten hebben. Afwezigheid tijdens het werk Extra lange pauzes. Veelvuldig toiletbezoek. Verlies aan concentratievermogen Werken kost meer tijd en moeite dan voorheen. Problemen met onthouden van instructies, details enz. Problemen met complexe handelingen. Fysiek aanwezig, maar tot weinig daden in staat. Ongevallen Vaker dan anderen betrokken zijn bij (bijna) ongevallen. Geen rekening houden met de veiligheid van anderen. Wisselend werkpatroon Perioden van hoge en lage productiviteit. Toenemende onbetrouwbaarheid en onvoorspelbaarheid. Afnemend doorzettingsvermogen. Verminderde efficintie Niet tijdig kunnen afronden van opdrachten. Vergissingen door slecht opletten of verkeerd inschatten. Materiaal verspillen. Klachten van klanten. Slechte beslissingen nemen. Ongeloofwaardige excuses voor verminderde werkprestaties.

23

afsprakennota alcohol- en drugsbeleid voor de zeevisserij

Verstoorde relaties met collegas Heftige reacties op klachten of opmerkingen. Slecht humeur en achterdochtig. Lichtgeraakt zijn. Stemmingsveranderingen na middagpauze. Klachten of commentaar uit directe omgeving. Geld proberen te lenen. Ontlopen van chef of controle. Uiterlijke kenmerken Trillende handen. Rood, opgezet gezicht. Gewichtsverlies en een ingevallen gezicht. Trillen van het lichaam en zwetende handen (ontwenningsverschijnselen van alcohol of kalmeringsmiddelen). Steeds minder verzorgd uiterlijk. Zoeken naar aanleidingen om te drinken. ii. Signalen van buiten het werk Recente veroordeling voor dronkenschap achter het stuur. Problemen thuis. Geldzorgen. Vaker ongelukjes thuis en op weg naar het werk. Psychische (angsten, piekeren, slapeloosheid) en lichamelijke klachten (maagklachten, geheugenverlies, vermoeidheid). b. Signalen andere drugs XTC De dagen erna: oververmoeid, soms down en leeg gevoel Amfetamine (of speed) De dagen erna: leeg, oververmoeid en gerriteerd

24

afsprakennota alcohol- en drugsbeleid voor de zeevisserij

bijlage III: Stappenplan acute situatie

stappenplan acuut misbruik

duidelijke vaststelling van disfunctioneren door schipper

verwijdering van de werkvloer (veiligheid!) verslaggeving in logboek

schipper brieft de reder

reder: reder verwittigd meldpunt reder spreekt de medewerker aan

meldpunt onderneemt actie: notitie in persoonlijk dossier

nmalige gebeurtenis reder wordt verwittigd reder confronteert medewerker d.m.v. gesprek

herhaling gebeurtenis opstarten procedure chronisch misbruik

stop procedure

25

afsprakennota alcohol- en drugsbeleid voor de zeevisserij

bijlage IV: Stappenplan chronische situatie

gaat niet in op uitnodiging/aanbod

geen actie

betrokkene wil zelf disfunctioneren oplossen

opvolging PC

melding aan en opvolging door zeevissersfonds evaluatie na 2 maand door zeevissersfonds

verbetering functioneren

geen verbetering

stop procedure

26

afsprakennota alcohol- en drugsbeleid voor de zeevisserij

stappenplan chronisch misbruik

duidelijke vaststelling van disfunctioneren door schipper

herhaling gebeurtenis

meldpunt onderneemt actie: noteren in persoonlijk dossier schriftelijke oproep aanbieden arbeidsgeneesheer gaat in op uitnodiging gesprek arbeidsgeneesheer motiveren aanbod vertrouwensteam externe hulpverlening ondersteuning vakbond

gaat in op aanbod

verbetering functioneren

geen verbetering van functioneren

afbouwende opvolging

inschakelen zeevissersfonds

stop procedure

beslissing verdere acties door PC

27

afsprakennota alcohol- en drugsbeleid voor de zeevisserij

bijlage V: bevoegdheden kapitein


Bron: Cursus Beroepsreglemtering Patrick Van Craeynest

1. defInItIe
De kapitein is ieder persoon aan wie het bevel, en de leiding van een schip, is toevertrouwd. Deze functie wordt hem rechtmatig ( met de nodige documenten) toegewezen. De kapitein heeft over iedereen die zich aan boord bevindt het gezag vereist voor de handhaving van de orde, voor de veiligheid van het schip, personen en lading. Hij is de hoofdverantwoordelijke voor de goede afloop van de reis. Hij mag hiertoe alle middelen van dwang gebruiken en al wie zich aan boord bevindt opvorderen om het slagen van de zeereis te verwezenlijken. In de haven onderhandelt de kapitein met de scheepvaartpolitie, de met scheepvaartcontrole belaste ambtenaar. In een vreemde haven gebeuren die onderhandelingen met de consul of consulaire agent.

2. funCtIeOMSCHRIjVIng
De kapitein is de persoon die aan boord het bevel voert over het schip en zijn bemanning. Hij zorgt voor de goede orde en tucht aan boord. Hij heeft over al wie zich aan boord bevindt het gezag, vereist voor de handhaving van de orde, voor de veiligheid van het schip, personen en lading en voor de goede afloop van de reis. Voor de Belgische wetgeving wordt vereist dat de kapitein de Belgische nationaliteit bezit. Er kan echter van deze regel afgeweken worden indien de vraag naar Belgische kapiteins groter blijkt dan het aanbod. Daarvoor dient de bevoegde minister de nodige toelating te geven. Hij dient ook houder te zijn van de wettelijk voorgeschreven diplomas en brevetten. Bovendien dient de kapitein op de arbeidsovereenkomst als dusdanig worden ingeschreven. Van rechtswege wordt de kapitein de volgende volmachten toegekend: Op zee is hij ambtenaar van de burgerlijke stand: hij moet geboorte- en overlijdensaktes opmaken; Hij heeft notarile volmacht vermits hij testamenten moet opmaken; Hij heeft de bevoegdheid van onderzoeksrechter daar hij, na een misdrijf aan boord een onderzoek dient in te stellen, getuigen dient te verhoren en een rapport dient op te maken. Hij heeft disciplinaire macht en kan tuchtstraffen opleggen.

3. VeRAntWOORdelIjkHeden
De kapitein is verantwoordelijk voor: zijn schip, zijn bemanning, zijn passagiers en lading, zijn eigen daden.

28

afsprakennota alcohol- en drugsbeleid voor de zeevisserij

4. ReCHten
De kapitein heeft volgende rechten: hij voert het bevel aan boord; hij heeft recht de bemanning aan te werven; hij heeft recht gedurende de reis, in afwezigheid van de reder, uitgaven te doen om de reis te kunnen voortzetten; hij heeft recht op het overeengekomen loon; hij heeft recht klacht in te dienen tegen de reder wanneer die zijn overeenkomsten niet naleeft; hij heeft het recht een zeeman af te danken.

5. plICHten
a. Verplichtingen tegenover de reder: De kapitein moet tijdig aan boord komen en zijn functie uitoefenen zolang de overeenkomst duurt. Wanneer hij zijn schip moet verlaten, vb. bij schipbreuk moet hij, indien mogelijk de scheepspapieren redden, tot de laatste aan boord blijven en de positie van zijn schip aanduiden. Vooraleer te beslissen het schip te verlaten dient de kapitein scheepsraad te houden! De kapitein moet de reder vertegenwoordigen in een vreemde haven (bij afwezigheid van de reder); de noodzakelijke herstellingen laten uitvoeren en de nodige bestellingen doen. De kapitein moet zijn reder op de hoogte stellen van alle belangrijke gebeurtenissen aan boord. b. Verplichtingen tegenover de overheid: De kapitein moet in de brug zijn bij doorvaart van gevaarlijke gebieden, bij slechte weersomstandigheden die de deskundigheid van de kapitein vereisen, in drukke vaarwaters, bij het in- en uitvaren van havens, bij het verhalen in een haven en bij elke omstandigheid die de aanwezigheid van de kapitein in de brug vereist. De kapitein moet aanwezig zijn op dek wanneer gevaarlijke, moeilijke of risicovolle handelingen dienen uitgevoerd. De kapitein moet zich in bepaalde omstandigheden laten bijstaan door een loods. De kapitein blijft verantwoordelijk. Hij moet de internationale en plaatselijke reglementen eerbiedigen. Hij moet zich bij het aandoen en afmeren in een haven schikken naar de bevelen van de bevoegde autoriteiten. Hij moet hulp en bijstand verlenen aan in nood verkerende personen en vaartuigen. Hij is verplicht de scheepsdocumenten bij te houden. Hij moet in bepaalde omstandigheden scheepsraad houden; de reden daartoe inschrijven in het logboek en de getroffen beslissingen noteren en uitvoeren. c. Verplichtingen tegenover de zeeman: De kapitein moet zorgen dat het schip zeewaardig is voor de reis. Hij moet de orde en tucht aan boord handhaven. Hij houdt toezicht over de proviand. De kapitein moet wanneer de zeeman ziek of verwond is, instaan voor de verzorging. Desnoods moet hij de zeeman aan wal brengen voor verzorging. Hij moet de klachten van de zeeman aanhoren, onderzoeken en eventueel voldoening geven aan de zeeman.

29

afsprakennota alcohol- en drugsbeleid voor de zeevisserij

Hij moet de klachten van de zeeman, tegenover de reder aanhoren en overmaken. Tijdens de reis kunnen verschillende gebeurtenissen de kapitein bepaalde verplichtingen opleggen. Hier volgt een omschrijving van de te nemen handelingen: i. Bij een sterfgeval aan boord: De kapitein schrijft het voorval met een volledig verslag van het gebeurde op in het logboek. Hij stelt de reder van het voorval op de hoogte. Hij maakt een inventaris op van de persoonlijke bezittingen van het slachtoffer in het bijzijn van 2 getuigen die mede het document ondertekenen. Hij moet zich bij het aandoen van de haven schikken naar de bevelen van de plaatselijke overheden. Hij doet aangifte van het sterfgeval bij de met scheepscontrole bevoegde ambtenaar. ii. Bij een scheepsramp waarbij het schip dient te worden verlaten: Scheepsraad houden met de bijzonderste leden van de bemanning. Melding doen van de bekomen beslissingen in het logboek. Als mogelijk de scheepspapieren redden, als laatste aan boord blijven en de positie van het schip doorgeven. Hij moet de dichtstbijzijnde overheid van de ramp op de hoogte stellen. Hij moet de reder op de hoogte stellen. Bij aankomst aan wal zal hij rapport neerleggen bij de met scheepscontrole bevoegde ambtenaar. iii. Bij een arbeidsongeval aan boord: De kapitein moet de gekwetste eerst hulp toedienen, verzorgen, helikopterhulp inroepen of de dichtstbijgelegen haven aandoen ter verzorging of hospitalisatie. Hij zal een rapport opstellen van het gebeurde, laten ondertekenen door twee getuigen, dit inschrijven in zijn logboek en bij aankomst aan wal zal hij rapport neerleggen bij de met scheepscontrole bevoegde ambtenaar. iv. Bij diefstal aan boord: De kapitein zal in dit geval overgaan tot een voorbereidend onderzoek. Hij zal de verklaringen van de betrokkenen afnemen en een Proces-verbaal opmaken. Hij zal de feiten vermelden in zijn logboek Bij aankomst in de haven zal hij de scheepvaartpolitie op de hoogte stellen en zijn logboek voorleggen aan de met scheepscontrole bevoegde ambtenaar. v. Bij aandoen van een vreemde haven voor herstelling na een aanvaring of na zware stormschade: De kapitein zal de verslagen van het gebeurde overmaken aan de plaatselijke consulaire agent. Hij zal, in de mate van het mogelijke, de nodige herstellingen laten uitvoeren om de reis te vervolledigen. Hij zal zich na herstelwerken met de zeebrief aanmelden bij de consulaire agent die de nodige maatregelen zal treffen om na te gaan of het schip als zeewaardig kan worden beschouwd. vi. Bij het achterblijven van een bemanningslid in een vreemde haven: De kapitein zal deze onregelmatige afwezigheid melden in zijn logboek. Hij zal de betrokken zeeman schrappen van de bemanningslijst.

30

afsprakennota alcohol- en drugsbeleid voor de zeevisserij

De reder dient op de hoogte gesteld worden. Bij aankomst in de thuishaven zal de kapitein dit melden aan de met scheepscontrole bevoegde ambtenaar. vii. Bij werkweigering van een bemanningslid: De kapitein noteert de feiten in zijn logboek. Hij beslist hoe de andere bemanningsleden de werkzaamheden van de werkweigeraar zullen overnemen. Hij brengt, bij aankomst in de thuishaven, verslag uit aan de met scheepscontrole bevoegde ambtenaar.

31

afsprakennota alcohol- en drugsbeleid voor de zeevisserij

COntACt
Heb je zelf, of iemand uit je omgeving, een probleem met drank of drugs en wil je graag begeleiding hiervoor? Dan kan je bij deze vertrouwenspersonen terecht: Dirk Demaeght aalmoezenier: dirk.demaeght@lv.vlaanderen.be of 0476 48 64 94 Patrick Vancraeynest moreel consulent: patrick.vancraeynest@lv.vlaanderen.be of 0485 11 90 94 Ronny Lagast preventiecordinator Previs: previs@zeevissersfonds.be of 0476 36 40 33 Voor informatie inzake de afsprakennota: landbouwenvisserij@west-vlaanderen.be of www.west-vlaanderen.be/visserij

COlOfOn
Eindredactie en cordinatie Provincie West-Vlaanderen - Veroniek Denys Met de medewerking van

Grafische vormgeving en druk Provincie West-Vlaanderen, Grafische dienst Fotografie Danil De Kievith Cartoons Stefaan Provijn Verantwoordelijke uitgever Hilaire Ost, Provinciegriffier Druk Januari 2009

32

You might also like