Professional Documents
Culture Documents
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Help en sneltoetsen
Raadpleeg Help in het menu [Help] voor meer informatie over het gebruik van DPP. Raadpleeg [Troubleshooting/Problemen oplossen] [Shortcut Key List/Lijst met sneltoetsen] in de Help voor een overzicht van sneltoetsen waarmee u bewerkingen snel kunt uitvoeren.
CANON INC. 2011 CEL-SR1TA281
Index
Inleiding
Inleiding
Digital Photo Professional (hierna 'DPP' genoemd) is hoogwaardige software voor het verwerken, weergeven en bewerken van RAWopnamen voor EOS DIGITAL-camera's. Vaak wordt gedacht dat het verwerken van RAW-opnamen lastig is in vergelijking met het verwerken van normale JPEG-opnamen, maar met DPP kunt u RAW-opnamen in een handomdraai op een geavanceerde manier bewerken en afdrukken.
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Wat is RAW-ontwikkeling?
Vergeleken met film is een RAW-opname een opname die nog niet is ontwikkeld (latente opname). Bij film is het beeld voor het eerst zichtbaar wanneer de film wordt ontwikkeld. Voor RAW-opnamen geldt ook dat de opname pas als een beeld op uw computer kan worden weergegeven als de beeldsignalen zijn verwerkt. Daarom wordt dit proces, zelfs al is het digitaal, 'ontwikkeling' genoemd.
1 2 3 4 5
Referentie
RAW-opnamegegevens
Index
Systeemvereisten
Besturingssysteem Computer Processor Windows 7*1, Windows Vista*2 Windows XP Professional/Home Edition*3 Pc met n van de bovenstaande besturingssystemen vooraf genstalleerd * Opgewaardeerde pc's worden niet ondersteund Pentium-processor met een kloksnelheid van 1,3 GHz of hoger*4
Inleiding
Inhoudsoverzicht
RAM-geheugen Minimaal 1 GB*5 Schermresolutie: 1024 768 pixels of hoger Beeldscherm Kleurkwaliteit: medium (16 bits) of hoger *1 Compatibel met 32-bits/64-bits systemen voor alle versies met uitzondering van de Starter Edition *2 Compatibel met 32-bits/64-bits systemen voor alle versies met uitzondering van de Starter Edition *3 Compatibel met Service Pack 3 *4 Core2 Duo of hoger wordt aanbevolen *5 Voor Windows 7 64-bits systemen, minimaal 2 GB
Basisbewerkingen
Een opname bijsnijden en de hoek ervan aanpassen Het formaat van een opname wijzigen Lensaberratie corrigeren Automatisch/handmatig stofwissen Een RAW-opname converteren naar een JPEG- of TIFF-opname en deze opslaan
Grote aantallen RAW-opnamen in batches verwerken De opname overbrengen naar beeldbewerkingssoftware
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Ondersteunde opnamen
Deze software ondersteunt de volgende opnametypen. Opnametype RAW-opnamen met uitzondering van de EOS DCS1 en EOS DCS3 RAW-opnamen*2 gemaakt met PowerShot-camera's JPEG-opnamen Met Exif 2.2, 2.21 of 2.3 compatibele JPEG-opnamen TIFF-opnamen Met Exif compatibele TIFF-opnamen RAW-opnamen*1 gemaakt met EOS DIGITAL-camera's, Extensie .CR2 .TIF .CRW .JPG, .JPEG .TIF, .TIFF
1 2 3 4 5
Een RAW-opname afdrukken JPEG- en TIFF-opnamen weergeven en ordenen JPEG- en TIFF-opnamen in realtime aanpassen
Verschillende elementen van een opname aanpassen terwijl de oorspronkelijke opname ongewijzigd blijft
Referentie
*1 Compatibel met RAW-opnamen die met de EOS D6000 of EOS D2000 zijn gemaakt en met behulp van de CR2 Converter zijn geconverteerd naar RAWopnamen met de extensie '.CR2'. Voor meer informatie over de CR2 Converter kijkt u op de website van Canon. 2 Alleen cameramodellen waarbij Digital Photo Professional wordt vermeld onder 'Gegevenstype' * in het gedeelte 'Specificaties', achter in de gebruikershandleiding van de camera. Gebruik de speciale toepassing CameraWindow om opnamen van een PowerShot-camera naar een computer te downloaden. Raadpleeg de startershandleiding voor meer informatie. Lensaberratiecorrectie kan alleen bij bepaalde camera's en objectieven worden gebruikt. Het automatisch wissen van stof en andere specifieke EOS DIGITAL-functies kunnen niet worden gebruikt. Ook RAW-opnamen die met de PowerShot Pro1 zijn gemaakt, worden ondersteund. Deze kunnen echter niet met de DPP aanpassingsfunctie voor RAW-opnamen worden bewerkt.
Index
Inhoudsoverzicht
Opnamen downloaden naar de computer
Opnamen downloaden door de camera op de computer aan te sluiten Opnamen downloaden met een kaartlezer pag. 7 pag. 9 RAW-opnamen automatisch corrigeren met Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) De helderheid van schaduwen/lichte delen aanpassen Ruis in een opname reduceren Lensaberratie corrigeren Een beeldstijlbestand gebruiken Opnamen efficint bewerken Een opname bewerken en tegelijkertijd de bewerkte opname met het origineel vergelijken Meerdere opnamen synchroniseren Een gebied buiten het ingestelde gebied weergeven als waarschuwing (waarschuwing voor belichting/schaduw) De instellingen van een aangepaste opname herstellen naar de instellingen op het moment van opname pag. 61 pag. 57 pag. 62 pag. 63 pag. 59 pag. 34 pag. 53 pag. 54 pag. 55 pag. 43
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Afdrukken
Goed afdrukken met een Canon-printer Onderwerpen met een getrouwe kleurreproductie afdrukken Afdrukken met de opname-informatie Een lijst met opnameminiaturen afdrukken De kleuren op het scherm en de kleuren op de afdrukken op elkaar afstemmen pag. 43, pag. 76 en pag. 77 pag. 43, pag. 76 en pag. 77 pag. 74 pag. 75 pag. 82
1 2 3 4 5
Referentie
Opnamen converteren
Een RAW-opname converteren naar een JPEG-opname Bewerken in Photoshop Batchverwerkingen uitvoeren Een JPEG-opname bewerken (aanpassen) pag. 42 en pag. 88 pag. 73 en pag. 89 pag. 88 pag. 92
Index
Basisbewerkingen
Inleiding
In dit gedeelte komen de basisbewerkingen aan de orde: van het naar de computer downloaden van opnamen die met een camera zijn gemaakt tot het controleren, bewerken, opslaan en afdrukken van een gedownloade RAW-opname.
Inhoudsoverzicht
DPP starten ............................................................... 6 Het hoofdvenster .......................................................... 6 Opnamen downloaden naar uw computer................. 7 Opnamen downloaden met een kaartlezer................... 9 Een opname weergeven.......................................... 10 Opnamen als miniaturen weergeven in het hoofdvenster ...... 10 Het formaat van opnameminiaturen wijzigen ......... 10
Een opname vergroten en weergeven in het bewerkingsvenster...................................................... 11 Een bepaald gebied vergroten en weergeven........ 11
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Een opname aanpassen.......................................... 12 Het toolpalet ............................................................... 12 Recepten .................................................................... 12 Een opname opslaan............................................... 13 Opslaan ...................................................................... 13 Een opname afdrukken ........................................... 14 Afdrukken ................................................................... 14 DPP afsluiten........................................................... 14
1 2 3 4 5
Referentie
Index
DPP starten
Dubbelklik op het pictogram op het bureaublad.
Dubbelklik hierop
Inleiding
Het hoofdvenster
U kunt de tabbladen in het hoofdvenster gebruiken om het venster [Folder/Map] of [Collection/Collectie] te selecteren. In het venster [Folder/Map] worden de opnamen weergegeven die zich in mappen op de computer bevinden. In het venster [Collection/Collectie] (pag. 36) worden opnamen weergegeven die de gebruiker willekeurig in verschillende mappen heeft geselecteerd en samengevoegd. Tenzij anders vermeld, wordt het venster [Folder/Map] vanaf nu aangeduid als het hoofdvenster. Venster [Folder/Map]
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Venster [Collection/Collectie]
Referentie
Index
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Sluit de camera met de meegeleverde interfacekabel aan op de computer en schakel de camera in. Raadpleeg de 'EOS Utility Instructiehandleiding' (elektronische handleiding in PDF-indeling) voor meer informatie over het aansluiten van de camera op de computer.
1 2 3 4 5
Referentie
Index
Inleiding
Voordelen van het gebruik van EOS Utility voor het downloaden van opnamen Als u opnamen downloadt met EOS Utility, kunt u de opnamen gemakkelijker ordenen omdat deze op datum in mappen worden gedownload, gesorteerd en opgeslagen. U kunt EOS Utility niet starten vanuit het venster [Collection/ Collectie] (pag. 6 en pag. 36). Wanneer EOS Utility is gestart vanuit DPP, kunt u de volgende functies niet gebruiken. Controlevenster (pag. 16) Een opname bijsnijden en de hoek ervan aanpassen (pag. 38 en pag. 100) Stofwissen (kopieerstempelfunctie) (pag. 69 t/m pag. 73 en pag. 103 t/m pag. 107) Bestandsnamen batchgewijs wijzigen (naamwijzigingsfunctie) (pag. 90) Afdrukken met opname-informatie (pag. 74) Een lijst met miniaturen afdrukken (afdrukken op n vel) (pag. 75) Afdrukken met Easy-PhotoPrint EX of Easy-PhotoPrint (afdrukken met plug-in) (pag. 43 en pag. 46) Opnamen overbrengen naar Photoshop (pag. 73) Opnamen in een batch opslaan (batchverwerking) (pag. 88)
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Download opnamen.
1 2 3 4 5
Klik hierop
Referentie
Index
Het downloaden van opnamen wordt gestart. De gedownloade opnamen worden opgeslagen in de map die in stap 1 is geselecteerd en worden weergegeven in het hoofdvenster van DPP. De gedownloade opnamen worden op datum in mappen gesorteerd en opgeslagen.
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Open [My Computer/Deze computer] 2 [EOS_DIGITAL] en sleep de map [DCIM] naar [Desktop/Bureaublad].
Opnamen in de map worden weergegeven in het hoofdvenster van DPP.
1 2 3 4 5
Opnamen controleren voordat u ze downloadt Als u de geheugenkaartmap rechtstreeks in DPP selecteert, worden de opnamen in de map in DPP weergegeven zodat u deze kunt controleren. De map [DCIM] wordt naar uw computer gedownload. Alle opnamen worden opgeslagen in submappen van de map [DCIM]. Wanneer de geheugenkaart een groot aantal opnamen bevat, kan het even duren voordat de opnamen naar uw computer zijn gekopieerd. Raadpleeg 'Mapstructuur en bestandsnamen op de geheugenkaart' in de 'EOS Utility Instructiehandleiding' (elektronische handleiding in PDF-indeling) voor meer informatie over de [DCIM]-mappenstructuur en de bestandsnamen van opnamen.
Referentie
Index
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Klik op de opname om deze te selecteren Miniaturen weergeven van alle opnamen in de map die in de mappenstructuur links in het venster is geselecteerd Opnamen met het pictogram [ ] zijn videobestanden en kunnen niet in DPP worden weergegeven. Gebruik hiervoor 'ZoomBrowser EX', dat compatibel is met EOS DIGITAL-videobestanden. Indien het bericht [Insufficient memory./Onvoldoende geheugen.] wordt weergegeven, staan er te veel bestanden in n map. Verlaag het aantal bestanden in n map door de bestanden bijvoorbeeld te verdelen over een aantal verschillende mappen. Wanneer informatie over de beeldverhouding is toegevoegd aan een opname die is gemaakt met de EOS-1D Mark IV, EOS-1Ds Mark III, EOS-1D Mark III, EOS 7D, EOS 60D of EOS 600D, wordt de opname weergegeven als een bijgesneden opname (pag. 38 en pag. 100). Raadpleeg pag. 112 voor een overzicht van de functies van het hoofdvenster.
1 2 3 4 5
Referentie
Index
10
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen
Bewerkingsvenster
Toolpalet Het desbetreffende gebied wordt vergroot tot 100% (ware pixelgrootte). Na enkele ogenblikken wordt de weergave duidelijker. Dubbelklik nogmaals op het gebied om terug te keren naar de volledige schermweergave. U kunt de weergavepositie wijzigen door over de opname te slepen of door de vergrotingsweergavepositie in het toolpalet te slepen. Weergavepositie voor vergroting in het toolpalet
1 2 3 4 5
Het kan enige tijd duren voordat de opname opnieuw is getekend. Klik op [ ] rechtsboven in het bewerkingsvenster om het bewerkingsvenster te sluiten. Door het menu [View/Beeld] [AF Point/AF-punt] te selecteren in het bewerkingsvenster, kunt u de AF-punten weergeven die in de camera zijn geselecteerd bij het maken van de opnamen. AF-punten worden echter niet weergegeven voor opnamen waarvan het formaat is gewijzigd en die daarna zijn geconverteerd en opgeslagen (pag. 42 en pag. 121), afbeeldingen waarvoor u een effect hebt geselecteerd anders dan [Shot settings/Opname-instellingen] als correctie van vervorming/aberratie door een fisheye-objectief of waarvoor specifieke instellingen zijn ingesteld tijdens de ontwikkeling van de RAWbestanden in de camera voor correctie van vervorming en chromatische aberratie. Raadpleeg pag. 115 voor een overzicht van de functies van het bewerkingsvenster.
Referentie
Index
Een opname weergeven met een andere vergroting dan 100% Selecteer het menu [View/Beeld] [200% view/200%-weergave] of [50% view/50%-weergave]. Dubbelklik als u de vergroting wilt wijzigen (pag. 80).
11
Inleiding
Het toolpalet
Afhankelijk van de bewerkingen die u wilt uitvoeren, kunt u opnamen aanpassen met de tabbladen [RAW], [RGB] en [NR/Lens/ALO/ Ruisreductie/lens/ALO] van het toolpalet. Bij aanpassingen met het toolpalet (de opname wordt bij elke bewerking automatisch bijgewerkt) worden alleen de beeldverwerkingsinstellingen gewijzigd en blijven de 'oorspronkelijke opnamegegevens' ongewijzigd. Hierdoor treedt bij het bewerken geen kwaliteitsverlies op en kunt u uw opnamen keer op keer aanpassen. Zie hoofdstuk 2 en verder voor meer informatie over de verschillende bewerkingen die u met het toolpalet kunt uitvoeren.
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Recepten
In DPP worden alle aanpassingen (gegevens over de beeldverwerkingsinstellingen) die met het toolpalet zijn uitgevoerd in de vorm van een 'recept' (pag. 85) bij een opname opgeslagen.
1 2 3 4 5
Referentie
Index
De helderheid van de opname wordt in realtime gewijzigd op basis van de mate van aanpassing. Het toolpalet wordt niet weergegeven Selecteer het menu [View/Beeld] [Tool palette/Toolpalet]. Raadpleeg pag. 116 voor een overzicht van de functies van het toolpalet.
12
Inleiding
Opslaan
Met DPP kunt u opnamen desgewenst op de volgende manieren opslaan. Raadpleeg hoofdstuk 2 en verder voor meer informatie over elke manier van opslaan. Save (Opslaan) (pag. 41) De aanpassingen die met het toolpalet zijn uitgevoerd (recept) worden aan een RAW-opname toegevoegd en opgeslagen. Save as (Opslaan als) (pag. 41) De aanpassingen die met het toolpalet zijn uitgevoerd (recept) worden aan een RAW-opname toegevoegd en de opname wordt als een aparte RAW-opname opgeslagen. De oorspronkelijke RAWopname blijft ongewijzigd. Add thumbnail to image and save (Miniatuur aan opname toevoegen en opslaan)* (pag. 23) Er wordt een nieuwe miniatuur voor het hoofdvenster gemaakt, die bij de opname wordt opgeslagen. De kwaliteit van de opnamen in het hoofdvenster wordt verbeterd en de opnamen worden sneller opnieuw getekend. Convert and save (Converteren en opslaan) (pag. 42) De aangepaste RAW-opname wordt naar een JPEG- of TIFF-opname geconverteerd en opgeslagen. De oorspronkelijke RAW-opname blijft ongewijzigd. Batch process (Batchverwerking) (pag. 88) Meerdere aangepaste RAW-opnamen worden in een batch naar JPEG- of TIFF-opnamen geconverteerd en opgeslagen. De oorspronkelijke RAW-opnamen blijven ongewijzigd. * Optie beschikbaar in het hoofdvenster.
Index Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
13
DPP afsluiten
Selecteer het menu [File/Bestand] [Exit/Afsluiten] in het hoofdvenster.
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geef de optimale instellingen voor het afdrukken van foto's op in het dialoogvenster met afdrukinstellingen van de printer en klik op de knop [OK]. Het afdrukken wordt gestart.
1 2 3 4 5
Referentie
Met DPP kunt u opnamen desgewenst op de volgende manieren afdrukken. Raadpleeg hoofdstuk 2 en verder voor meer informatie over elke afdrukmethode. En opname afdrukken (pag. 49) Afdrukken met een inkjetprinter van Canon (pag. 43 en pag. 46) Afdrukken met een professionele Canon-printer (pag. 76) Afdrukken met opname-informatie (pag. 74) Een lijst met miniaturen afdrukken (afdrukken op n vel) (pag. 75)
Index
Wanneer u DPP probeert af te sluiten zonder de aangepaste opname op te slaan, wordt een bevestigingsdialoogvenster weergegeven. Klik op de knop [Yes to all/Ja op alles] om de aanpassingsgegevens (recept) bij alle aangepaste opnamen op te slaan.
14
Geavanceerde bewerkingen
Inleiding
In dit hoofdstuk worden meer geavanceerde bewerkingen beschreven, waaronder het op een efficinte manier controleren van opnamen, verschillende bewerkingsmethoden, het afdrukken van een RAW-opname met een Canon-printer en het sorteren van opnamen.
Opnamen op een efficinte manier controleren en sorteren .................................................................... 16 Opnamen sorteren..................................................... 18 Selectietekens toevoegen...................................... 18 Classificaties instellen............................................ 18 Opnamen sorteren in het hoofdvenster ..................... 19 Selectietekens toevoegen in het hoofdvenster ...... 19 Classificaties instellen in het hoofdvenster ............ 19 Opnamen rangschikken in het hoofdvenster ............. 20 Rangschikken op soort .......................................... 20 Onbeperkt rangschikken........................................ 21 Een RAW-opname en JPEG-opname als n opname weergeven ....... 22 De kwaliteit van een opname in het hoofdvenster verbeteren ..... 23 Opname-informatie controleren ................................. 23 Een opname bewerken ............................................ 25 Het tabblad RAW van het toolpalet............................ 25
Bewerkingen met het toolpalet uitvoeren in het hoofdvenster .......................................................... Helderheid aanpassen............................................... Een beeldstijl wijzigen................................................ Beeldstijlbestand.................................................... De kleurtoon aanpassen door de witbalans te wijzigen ...... De kleurtoon aanpassen met behulp van automatische witbalanscorrectie................................................................ Contrast aanpassen................................................... Kleurtoon en verzadiging wijzigen ............................. Monochroom aanpassen .......................................
Aanpassen beeldscherpte .......................................... 31 Gedetailleerde instelling van beeldscherpte........... 32 Helderheid en kleur automatisch aanpassen (Tone Curve Assist/Kleurtooncurvehulp).................... 33
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Een opname bijsnijden en de hoek ervan aanpassen ...... 38 Aanpassingsgegevens toepassen op andere opnamen ..... 41 Bewerkingsresultaten opslaan................................. 41 Bewerkingsgegevens bij een RAW-opname opslaan .... 41 Opnamen opslaan als JPEG- of TIFF-opnamen ........ 42 Opnamen opnieuw bewerken.................................. 43 Een opname afdrukken ........................................... 43
Foto's afdrukken met een Canon-inkjetprinter die compatibel is met Easy-PhotoPrint EX....................... 43 Foto's afdrukken met een Canon-inkjetprinter die compatibel is met Easy-PhotoPrint............................. 46 Foto's afdrukken met een andere printer dan een Canon-inkjetprinter .................................................................... 49
1 2 3 4 5
Referentie
25 26 26 27 27 28 29 29 30
Index
Ordenen van opnamen............................................ 49 Een ongewenste opname verwijderen ....................... 49 Een map maken voor het opslaan van opnamen ....... 50 Opnamen verplaatsen ................................................ 50 Opnamen in mappen verplaatsen .............................. 51 Veelgebruikte mappen vastleggen (met een bladwijzer)..... 51 Bladwijzers ordenen ............................................... 51
15
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Dubbelklik hierop
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen
Klik op de knop [Next/Volgende] of [Previous/Vorige] om van de ene opname die u wilt controleren naar de andere te gaan.
Controlevenster
Het desbetreffende gebied wordt vergroot tot 50%. U kunt de weergavepositie wijzigen door over de opname te slepen. Dubbelklik nogmaals op het gebied om terug te keren naar de volledige schermweergave. Klik op de knop [OK] om te sluiten.
1 2 3 4 5
Referentie
Index
Alle opnamen die in het hoofdvenster worden weergegeven, kunnen in het controlevenster worden gecontroleerd.
Wanneer het selectievakje [AF Point/AF-punt] is ingeschakeld, kunt u de AF-punten weergeven die bij het maken van de opnamen in de camera zijn geselecteerd. AF-punten worden echter niet weergegeven voor opnamen waarvan het formaat is gewijzigd en die daarna zijn geconverteerd en opgeslagen (pag. 42 en pag. 121) of waarvoor specifieke instellingen zijn ingesteld tijdens de ontwikkeling van de RAWbestanden in de camera voor correctie van vervorming en chromatische aberratie.
16
Inleiding
Handige functies in het controlevenster Alleen geselecteerde opnamen controleren U kunt het controlevenster gebruiken om alleen geselecteerde opnamen te controleren door de gewenste opnamen in het hoofdvenster te selecteren en vervolgens stap 1 uit te voeren. Door de opnamen bladeren met het toetsenbord U kunt ook door de opnamen bladeren met de knop <> of <>. De schermweergave wijzigen met het toetsenbord U kunt ook tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelen met de toetsen <Alt> + <Enter>. Bewerkingen uitvoeren met het contextmenu U kunt elke bewerking ook uitvoeren met het menu dat wordt weergegeven wanneer u met de rechtermuisknop op een opname klikt. Als u een opname vergroot, is deze vergroting de helft (50%) van 100% (ware pixelgrootte). Wanneer een opname is vergroot, kunt u de vergroting wijzigen in 100% (pag. 80). Raadpleeg pag. 119 voor een overzicht van de functies van het controlevenster.
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
17
Opnamen sorteren
U kunt opnamen sorteren door selectietekens toe te voegen of classificaties in te stellen (dit wordt aangegeven met [ ]) voor elk onderwerp of thema.
Classificaties instellen
Geef de opname weer die u wilt classificeren en klik vervolgens op een van de [ ].
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Selectietekens toevoegen
Geef de opname weer waaraan u een selectieteken wilt toevoegen en klik vervolgens op een van de tekens [ ] tot [ ].
Klik (verandert in [ u op [ ] klikt) ] nadat De classificatie is ingesteld en er wordt een pictogram weergegeven dat overeenkomt met de geselecteerde [ ] links boven in het venster. (Venster weergegeven met een classificatie van drie [ ]) Om [Reject/Afwijzen] in te stellen, klikt u op de knop [Reject/Afwijzen]. Klik nogmaals op de knop [Reject/Afwijzen] om te annuleren. Classificatiepictogram
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Klik hierop Het geselecteerde selectieteken wordt linksboven in het venster weergegeven. Selectieteken
1 2 3 4 5
Referentie
Om de classificatie te annuleren, klikt u op dezelfde [ u de instelling maakte rechts van het venster. Klik op de knop [Clear/Wissen] om het selectieteken te verwijderen.
] als toen
Index
De waarden van de selectietekens die zijn toegevoegd aan opnamen in DPP versie 3.8 of eerder, worden behouden zoals ze zijn. U kunt selectietekens ook toevoegen in het menu dat wordt weergegeven door in het hoofdvenster met uw rechtermuisknop op een opname te klikken.
Omdat de bestandsstructuur van de opnamegegevens verandert wanneer er een classificatie aan een opname wordt toegevoegd, kan het zijn dat u de opname-informatie niet kunt bekijken in software van derden. U kunt ook classificaties instellen (inclusief de instelling [Reject/ Afwijzen]) in het menu dat wordt weergegeven door in het hoofdvenster met uw rechtermuisknop op een opname te klikken.
18
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Selectieteken
Classificatiepictogram Om de classificatie te annuleren, klikt u op dezelfde [ ] als toen u de instelling maakte op de werkbalk. [Reject/Afwijzen] kan niet worden ingesteld op de werkbalk. Stel [Reject/Afwijzen] in met het menu [Label] of het controlevenster (pag. 18).
Index
19
Inleiding
Meerdere opnamen selecteren in het hoofdvenster Houd de toets <Control> ingedrukt en klik op de gewenste opnamen. Als u meerdere opeenvolgende opnamen wilt selecteren, houdt u de toets <Shift> ingedrukt en klikt u op de eerste en laatste opname. Meerdere miniaturen weergeven in het hoofdvenster U kunt een groot aantal opnamen weergeven door de grootte van de miniaturen in te stellen op klein (pag. 10). Door vervolgens het menu [View/ Beeld] [Rating/Classificatie] te selecteren en de selectietekens te verwijderen zodat de classificaties niet meer worden weergegeven in het opnamekader, kunt u nog meer miniaturen in het hoofdvenster weergeven. Het menu [Label] kan ook worden gebruikt om selectietekens toe te voegen en classificaties in te stellen. Door het menu [Edit/Bewerken] [Check mark/Selectieteken] of [Rating/Classificatie] opnameselectiecriteria te selecteren, kunt u de criteria voor geselecteerde of geclassificeerde opnamen verfijnen. U kunt de classificatie-instellingen die zijn ingesteld in DPP weergeven of wijzigen met andere meegeleverde software of op de EOS 60D-, EOS 600D- of EOS 1100D-camera. EOS Utility versie 2.9 of hoger: Classificaties die zijn ingesteld in DPP, worden weergegeven op de miniaturen in het controlevenster. Maar [Reject/Afwijzen] wordt niet weergegeven en u kunt geen classificatie-instellingen wijzigen. ZoomBrowser EX versie 6.6 of hoger: Classificaties die zijn ingesteld in DPP, worden weergegeven in het hoofdvenster (voorbeeldmodus) en het controlevenster. U kunt ook classificatie-instellingen wijzigen. Op een EOS 60D-, EOS 600D- of EOS 1100D-camera: Classificaties die zijn ingesteld in DPP, worden weergegeven in het weergavescherm. U kunt ook classificatie-instellingen wijzigen. U kunt echter geen instellingen voor [Reject/Afwijzen] weergeven of wijzigen.
Daarentegen kunt u de classificatie-instellingen ook met DPP weergeven en wijzigen voor foto's in ZoomBrowser EX versie 6.6 of hoger of op een EOS 60D-, EOS 600D- of EOS 1100D-camera.
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Rangschikken op soort
Selecteer het menu [View/Beeld] [Sort/Sorteren] gewenste item.
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
20
Sorteeritem Rating: ascending order (Classificatie: oplopende volgorde) Rating: descending order (Classificatie: aflopende volgorde) File name (Bestandsnaam) Shooting Date/Time (Opnamedatum/-tijd) RAW priority (RAW prioriteit) Check mark1 (Selectieteken1) Check mark5 (Selectieteken5)
Onbeperkt rangschikken
Sleep de opname naar de gewenste locatie.
Inleiding
Inhoudsoverzicht
].
Basisbewerkingen
De opnamen worden in alfanumerieke volgorde (0 t/m 9 A t/m Z) op bestandsnaam gesorteerd. De opnamen worden in chronologische volgorde gesorteerd op basis van de opnamedatum en -tijd De opnamen worden in de volgende volgorde gesorteerd: RAW-opnamen JPEG-opnamen TIFF-opnamen. Opnamen met een selectieteken krijgen prioriteit en worden op numerieke volgorde gesorteerd. De opname wordt naar de gewenste locatie verplaatst. U kunt ook meerdere opnamen selecteren (pag. 20) en verplaatsen. De volgorde van gerangschikte opnamen blijft behouden totdat u DPP afsluit of een andere map selecteert in de mappenstructuur. Selecteer het menu [View/Beeld] [Sort/Sorteren] [File name/ Bestandsnaam] om terug te keren naar de volgorde voorafgaand aan het rangschikken.
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
De volgorde van gerangschikte opnamen behouden Zelfs als u DPP afsluit of een andere map in de mappenstructuur selecteert, kunt u de volgorde van gerangschikte opnamen behouden. De volgorde behouden zonder de bestandsnamen van opnamen te wijzigen Op het tabblad [View settings/Weergave-instellingen] in [Preferences/ Voorkeuren] kunt u de volgorde van de opnamen behouden zonder de bestandsnamen te wijzigen (pag. 80). De volgorde behouden en bestandsnamen van opnamen wijzigen Met de naamwijzigingsfunctie kunt u de volgorde van opnamen behouden en in n keer alle bestandsnamen in de volgorde van de rangschikking wijzigen (pag. 90).
Referentie
Index
Sorteervolgorde van selectietekens Wanneer de selectietekens 1 t/m 5 zijn ingesteld, worden de opnamen als volgt gesorteerd: Check mark1 (Selectieteken1) geselecteerd: 12345 Check mark2 (Selectieteken2) geselecteerd: 23451 Check mark3 (Selectieteken3) geselecteerd: 34512 Check mark4 (Selectieteken4) geselecteerd: 45123 Check mark5 (Selectieteken5) geselecteerd: 51234
21
Inleiding
RAW-opnamen met de extensie '.CR2' kunnen als n opname worden weergegeven. Opnamen die als n opname kunnen worden weergegeven, zijn opnamen die zijn gemaakt met een camera die RAW-opnamen met de extensie '.CR2' en JPEG-opnamen gelijktijdig vastlegt. Opnamen die gelijktijdig zijn gemaakt met een camera die RAW-opnamen met de extensie '.CRW' of '.TIF' vastlegt, kunnen niet als n opname worden weergegeven. Wanneer n opname wordt weergegeven Weergegeven opname De RAW-opname wordt in alle vensters weergegeven. Bewerkte opname De inhoud die is aangepast met een functie van DPP (het toolpalet, enz.) wordt alleen toegepast op de RAW-opname. Als u echter de volgende functies hebt gebruikt, worden de aanpassingen op zowel de RAW-opname als de JPEG-opname toegepast. Een opname verwijderen (pag. 49) Een opname verplaatsen of kopiren (pag. 50) Selectietekens (pag. 18 en pag. 19) Classificatie (pag. 18 en pag. 19) Een opname draaien (pag. 112, pag. 119 en pag. 120) Een miniatuur aan een opname toevoegen en opslaan (pag. 23) Opnamen die zijn toegevoegd aan het venster [Collection/Collectie] Wanneer u een opname aan het venster [Collection/Collectie] toevoegt die uit een RAW-opname en een JPEG-opname bestaat, wordt de markering [ ] bij de opname weergegeven. Omdat de RAW-opname en de JPEG-opname feitelijk afzonderlijk worden toegevoegd, neemt het aantal opnamen op het tabblad [Collection/ Collectie] met 2 toe (pag. 113). Als u in stap 2 [Display only CR2 images for CR2 and JPEG files of the same name/Alleen CR2-opnamen voor CR2- en JPEG-bestanden met dezelfde naam weergeven] uitschakelt, worden de RAW-opname en de JPEG-opname als aparte opnamen weergegeven.
Inhoudsoverzicht
1 2
Selecteer het menu [Tools/Extra] [Preferences/ Voorkeuren]. Selecteer het tabblad [View settings/Weergave-instellingen] en schakel [Display only CR2 images for CR2 and JPEG files of the same name/Alleen CR2-opnamen voor CR2- en JPEGbestanden met dezelfde naam weergeven] in.
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
De bijgewerkte weergave in het hoofdvenster en de gelijktijdig gemaakte RAW- en JPEG-opname worden als n opname weergegeven met de markering [ ] (pag. 114).
22
Inleiding
Opname-informatie controleren
Selecteer alle opnamen en selecteer het menu [File/ Bestand] [Add thumbnail to image and save/ Miniatuur aan opname toevoegen en opslaan].
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
De mate waarin de kwaliteit toeneemt De kwaliteit van alle JPEG- en TIFF-opnamen neemt toe. Hoewel de opnamekwaliteit ongeacht de grootte van de miniatuur toeneemt (pag. 10), is de verbetering duidelijker zichtbaar wanneer u [Large thumbnail/Grote miniatuur] selecteert dan wanneer u [Medium thumbnail/Middelgrote miniatuur] of [Small thumbnail/Kleine miniatuur] selecteert. Het toevoegen van een groot aantal opnamen kan enige tijd duren.
23
Opname-informatie wordt op het tabblad [Shooting Information/ Opname-informatie] weergegeven. De IPTC*-informatie die met Photoshop CS3 of hoger aan de opname is toegevoegd, wordt weergegeven op het tabblad [Metadata/Metagegevens]. IPTC*informatie bestaat uit extra opmerkingen bij opnamen, zoals bijschriften en informatie over de fotograaf en de opnamelocatie. De informatie is opgesplitst in 5 categorien en kan worden bekeken door [Description/Beschrijving], [IPTC Contact/IPTCcontact], [IPTC Image/IPTC-opname], [IPTC Content/IPTCinhoud] of [IPTC Status/IPTC-status] te selecteren in de keuzelijst op het tabblad [Metadata/Metagegevens]. * International Press Telecommunications Council (IPTC) De inhoud van het tabblad [Shooting Information/Opnameinformatie] verschilt per cameramodel.
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Handige functies in het hoofdvenster Overschakelen op een andere weergave Als in het hoofdvenster een andere opname wordt geselecteerd terwijl het venster met opname-informatie wordt weergegeven, wordt de opname-informatie voor die opname weergegeven. Verschil met [Thumbnail with information/Miniatuur met informatie] Voor elke opname wordt in het venster met opname-informatie gedetailleerde opname-informatie weergegeven. Als u echter alleen de belangrijkste opname-informatie wilt bekijken, kunt u deze voor elke opname weergeven in het menu [View/Beeld] [Thumbnail with information/Miniatuur met informatie] (pag. 10).
Index
24
Inleiding
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
U kunt een opname roteren in het menu [Adjustment/Aanpassen]. U kunt een opname aanpassen en tegelijkertijd de onbewerkte en de bewerkte versie van de opname met elkaar vergelijken (pag. 53). U kunt meerdere opnamen synchroniseren en bewerken en tegelijkertijd de bewerkte opnamen met het origineel vergelijken (pag. 54). Raadpleeg pag. 115 voor een overzicht van de functies in het bewerkingsvenster en pag. 116 voor een overzicht van de functies van het toolpalet.
25
Inleiding
Helderheid aanpassen
U kunt de helderheid van een opname aanpassen. Sleep de schuifregelaar naar rechts om de opname helderder te maken en naar links om de opname donkerder te maken. Herstelt de oorspronkelijke instellingen van de opname Voer een numerieke waarde in
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Het aanpassingsbereik is -2,0 t/m +2,0 (in stappen van 0,01 bij het invoeren van een waarde).
Ook als de RAW-opname is gemaakt met een camera zonder beeldstijlinstellingen, kunt u nog steeds een beeldstijl instellen, mits de RAW-opname compatibel is met DPP (pag. 3). U kunt de instellingen voor [Color tone/Kleurtoon], [Color saturation/Verzadiging], [Contrast], [Unsharp mask/Onscherp masker] en [Sharpness/Scherpte] behouden, zelfs als u de beeldstijl (pag. 81) wijzigt. [Auto] wordt alleen toegepast op opnamen die zijn gemaakt met de EOS 600D. Wanneer een beeldstijl wordt aangepast terwijl er meerdere opnamen zijn geselecteerd, kunt u [Auto] selecteren als er opnamen tussen zitten die met de EOS 600D zijn gemaakt. Maar [Auto] wordt alleen toegepast op opnamen die daadwerkelijk zijn gemaakt met de EOS 600D.
Index
26
Inleiding
Omschrijving De opname heeft levendige kleuren. Deze instelling is doorgaans geschikt voor de meeste opnamen. De kleurtoon wordt aangepast aan het onderwerp. De kleuren zien er levendig uit, vooral bij blauwe luchten, groene gebieden en zonsondergangen in de natuur, buiten en zonsondergangssituaties.
Basisbewerkingen
Voor mooie huidskleurtinten. Portrait (Portret) Gebruik deze instelling voor close-ups van vrouwen en kinderen. Door [Color tone/Kleurtoon] te wijzigen, kunt u de huidskleurtint aanpassen (pag. 29). Landscape (Landschap) Neutral (Neutraal) Faithful (Natuurlijk) Voor levendig blauw en groen. Deze instelling is vooral geschikt voor indrukwekkende landschapsfoto's. Voor natuurlijke kleuren en ingetogen opnamen. Deze instelling is geschikt voor basisopnamen die u later wilt aanpassen. Wanneer het onderwerp wordt vastgelegd bij een kleurtemperatuur van 5200 K, wordt de kleur colorimetrisch aangepast aan de kleur van het onderwerp. Deze instelling is geschikt voor basisopnamen die u later wilt aanpassen. Maak een selectie
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
De kleurtoon wordt niet natuurlijker, ook niet als de witbalans is gewijzigd Als de kleurtoon van de opname nog steeds niet natuurlijk oogt nadat u de witbalans hebt gewijzigd, kunt u de witbalans aanpassen met automatische witbalanscorrectie (pag. 28). Afstellen met kleurtoon Nadat u de witbalans hebt aangepast, kunt u de kleurtoon desgewenst verder afstellen met [Color tone/Kleurtoon] (pag. 29). U kunt de aanpassingsresultaten niet als een persoonlijke witbalans vastleggen (pag. 87) als u [Shot settings/Opname-instellingen] hebt geselecteerd in de keuzelijst.
Monochrome Voor zwart-witopnamen. U kunt de opname ook aanpassen met [Filter effect/ (Monochroom) Filtereffect] of [Toning effect/Toningeffect] (pag. 30). Wordt weergegeven wanneer u een opname (In de camera selecteert die is gemaakt met het beeldstijlbestand dat in de camera is vastgelegd. vastgelegd beeldstijlbestand) De naam van het beeldstijlbestand wordt in de lijst weergegeven tussen ( ). [Beeldstijlbestand De naam van de beeldstijl die in DPP is toegepast, toegepast in DPP] wordt weergegeven tussen [ ].
1 2 3 4 5
Referentie
Index
Beeldstijlbestand
Een beeldstijlbestand is een uitgebreid beeldstijlfunctiebestand. Raadpleeg pag. 59 voor informatie over het gebruik van beeldstijlbestanden.
27
De kleur van de opname wordt aangepast met het geselecteerde punt als de standaard voor wit. Als u op een ander punt in de opname klikt, wordt de witbalans opnieuw aangepast. U kunt de automatische witbalanscorrectie beindigen door met de rechtermuisknop te klikken of door nogmaals op de knop [ ] te klikken.
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
1
Klik hierop
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Klik op een punt dat u als standaard voor wit wilt instellen.
1 2 3 4 5
Referentie
Index
Als uw opname geen witte gebieden bevat Als uw opname geen witte gebieden bevat, kunt u de witbalans aanpassen door in stap 2 op een grijs punt in de opname te klikken. Hiermee is het resultaat van de aanpassingen hetzelfde als wanneer u een wit punt selecteert. De opname wordt aangepast op basis van de gemiddelde waarde van een pixelbereik van 5 5 vanaf het punt waarop u hebt geklikt.
28
Inleiding
Contrast aanpassen
U kunt de kleurovergang en de mate van contrast aanpassen. Sleep de schuifregelaar naar rechts voor meer contrast en naar links voor minder contrast. Herstelt de oorspronkelijke instellingen van de opname
Basisbewerkingen
Sleep de schuifregelaar naar links of rechts (9 stappen) Sleep de schuifregelaars naar links of rechts
JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Geeft de waarde van de instelling weer Geeft de waarden van de instellingen weer Color tone (Kleurtoon): Wordt hoofdzakelijk gebruikt voor het aanpassen van huidskleurtinten. Sleep de schuifregelaar naar rechts om huidskleurtinten geler te maken en naar links om huidskleurtinten roder te maken. Color saturation (Verzadiging): Met verzadiging wordt de totale kleurdiepte van de opname aangepast. Sleep de schuifregelaar naar rechts voor meer kleurdiepte en naar links voor minder kleurdiepte. Het aanpassingsbereik is 4 t/m +4 (in stappen van 1).
Referentie
[Linear/Lineair] - Een functie voor geavanceerde aanpassingen Schakel [Linear/Lineair] in als u het contrast van afzonderlijke opnamen wilt aanpassen met beeldbewerkingssoftware die over geavanceerde bewerkingsfuncties beschikt. Als het selectievakje [Linear/Lineair] is ingeschakeld, wordt de opname minder scherp weergegeven. Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) (pag. 61) werkt niet als u [Linear/Lineair] hebt geselecteerd.
Index
29
Monochroom aanpassen
Als u Picture Style (Beeldstijl) (pag. 26) instelt op [Monochrome/ Monochroom], kunt u monochrome foto's maken met effecten die lijken op filteren. Bovendien lijkt het alsof de foto's uit n kleur bestaan.
Filter effect (Filtereffect): Hiermee maakt u een opname waarin het wit van wolken en het groen van bomen in dezelfde monochrome foto wordt benadrukt. Filter None (Geen) Yellow (Geel) Orange (Oranje) Red (Rood) Green (Groen) Voorbeeld van effect Normale monochrome opname zonder filtereffect. Blauwe lucht wordt natuurlijker weergegeven en witte wolken zien er helder uit. Blauwe lucht wordt iets donkerder. De helderheid van de ondergaande zon neemt verder toe. Blauwe lucht wordt vrij donker. Herfstbladeren worden duidelijk en helder. Huidskleurtinten en lippen worden zachter. De groene bladeren aan bomen worden duidelijk en helder.
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Toning effect (Toningeffect): U kunt een monochrome foto maken waaraan n kleur is toegevoegd. U kunt kiezen uit [None/Geen], [Sepia], [Blue/Blauw], [Purple/Paars] en [Green/ Groen].
1 2 3 4 5
Referentie
Index
De waarde van [Contrast] verhogen voor een groter filtereffect Als u de schuifregelaar [Contrast] verder naar rechts verplaatst, is het filtereffect nog groter.
30
Inleiding
Aanpassen beeldscherpte
U kunt de algemene sfeer van een opname verzachten of minder zacht maken. U kunt aanpassingen maken door een van deze twee modi te selecteren, [Sharpness/Scherpte] en [Unsharp mask/Onscherp masker]. [Sharpness/Scherpte]: Regelt de scherpte van een beeld door de hoeveelheid nadruk op de contouren van een beeld aan te passen. Hoe verder de schuifregelaar [Sharpness/Scherpte] naar rechts wordt geschoven (hoe groter de instelling), des te meer de contouren worden benadrukt voor een scherper beeld. [Unsharp mask/ Onscherp masker]: Past de scherpte van een beeld in meer detail aan. [Strength/Sterkte]: Geeft de hoeveelheid nadruk op de contouren van het beeld aan. Hoe verder de schuifregelaar naar rechts wordt geschoven (hoe groter de instelling), des te meer de contouren van het beeld worden benadrukt voor een scherper beeld. [Fineness/Details]: Geeft de details weer van de benadrukte contouren. Hoe verder de schuifregelaar naar links wordt geschoven (hoe kleiner de instellen), des te meer detail kan worden benadrukt. [Threshold/Drempel]: Bepaalt hoeveel verschil in contrast er zou moeten zijn in vergelijking met de omgeving vr het benadrukken van de contouren.
Basisbewerkingen
Selecteer [Sharpness/Scherpte]
Sleep de schuifregelaar naar links of rechts Geeft de waarde van de instelling weer
1 2 3 4 5
Referentie
Index
31
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Sleep de schuifregelaar naar links of rechts Geeft de waarden van de instellingen weer
Referentie
Index
De effecten van de aanpassing van de scherpte komen onnatuurlijk over Pas de scherpte aan met de vensterweergave ingesteld op [200% view/ 200%-weergave], [100% view/100%-weergave] of [50% view/50%weergave]. Als de weergave is ingesteld op [Fit to window/Aanpassen aan venster] (volledige schermweergave), kan het effect van de aanpassing onnatuurlijk lijken.
32
Inleiding
Opnamen die niet geschikt zijn voor automatische aanpassing (Tone Curve Assist/Kleurtooncurvehulp) Bij de volgende opnamen is het resultaat van automatische aanpassing (Tone Curve Assist/Kleurtooncurvehulp) mogelijk niet naar verwachting: Opnamen die zijn gemaakt met de juiste belichting Opnamen met een helderheid die niet in evenwicht is Opnamen die te donker zijn Opnamen die met zeer sterk tegenlicht zijn gemaakt Als u op de knop [ ] klikt, worden de standaardinstellingen van de kleurtooncurve en van [Hue/Tint] en [Saturation/Verzadiging] hersteld. Ga voorzichtig te werk als u [Hue/Tint] en [Saturation/ Verzadiging] afzonderlijk aanpast (pag. 96).
Inhoudsoverzicht
Klik op het tabblad [RGB] en klik op de gewenste knop voor automatische aanpassing.
Standaard: Standaard automatische aanpassing. Geschikt voor de meeste opnamen. Hoog: Gebruik deze instelling als het effect van de standaard automatische aanpassing niet groot genoeg is. De oorspronkelijke instellingen van de kleurtooncurve worden hersteld Hoog Standaard
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
33
Bewerk de opname.
De grootte wijzigen Beeldbewerkingsvenster
Inleiding
Inhoudsoverzicht
1 2
Selecteer de opnamen die u wilt bewerken in het hoofdvenster. Schakel over naar het beeldbewerkingsvenster.
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Klik hierop In plaats van het hoofdvenster wordt nu het beeldbewerkingsvenster weergegeven.
Selecteer de opname die u wilt bewerken De geselecteerde opname wordt midden in het venster als een vergroting weergegeven. Het kan enige tijd duren voordat de opname opnieuw is getekend. Hetzelfde toolpalet als dat in het bewerkingsvenster wordt weergegeven en u kunt de opname bewerken. Als u de laatste bewerking met het toolpalet ongedaan wilt maken, selecteert u [Undo/Ongedaan maken] in het menu [Edit/ Bewerken] of drukt u op de toetsen <Control> + <Z>. Door in het bewerkingsvenster het menu [View/Beeld] [AF Point/AFpunt] te selecteren, kunt u de AF-punten weergeven die op het moment van opname in de camera zijn geselecteerd. AF-punten worden echter niet weergegeven voor opnamen waarvan het formaat is gewijzigd en die daarna zijn geconverteerd en opgeslagen (pag. 42 en pag. 121), afbeeldingen waarvoor u een effect hebt geselecteerd anders dan [Shot settings/Opname-instellingen] als correctie van vervorming/aberratie door een fisheye-objectief of waarvoor specifieke instellingen zijn ingesteld tijdens de ontwikkeling van de RAW-bestanden in de camera voor correctie van vervorming en chromatische aberratie.
1 2 3 4 5
Referentie
Index
34
Inleiding
Een opname weergeven met een andere vergroting dan 100% Klik op [50% view/50%-weergave] of [200% view/200%-weergave] op de werkbalk. U kunt de weergave van het toolpalet wijzigen (pag. 81). Dubbelklik als u de vergroting wilt wijzigen (pag. 80). In het beeldbewerkingsvenster kunt u opnamen uit slechts n map selecteren. Raadpleeg 'Opnamen verzamelen en bewerken in het venster Collection (Collectie) (pag. 36) als u opnamen in meerdere mappen wilt bewerken. Raadpleeg pag. 120 voor een overzicht van de functies van het beeldbewerkingsvenster.
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Dubbelklik hierop
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Het desbetreffende gebied wordt vergroot tot 100% (ware pixelgrootte). U kunt de weergavepositie wijzigen door over de opname te slepen of door de vergrotingsweergavepositie (pag. 116) in het toolpalet te slepen. Dubbelklik nogmaals om terug te keren naar de volledige schermweergave ([Fit to window/Aanpassen aan venster]). Klik op de knop [Main window/Hoofdvenster] op de werkbalk om terug te keren naar het hoofdvenster.
1 2 3 4 5
Referentie
Index
35
Inleiding
Selecteer opnamen in het venster [Folder/Map] in het hoofdvenster en selecteer het menu [File/Bestand] [Add to collection/Toevoegen aan collectie].
Basisbewerkingen
Als u [Change thumbnail position/Positie miniatuur wijzigen] nogmaals selecteert, worden de miniaturen weer onder elkaar weergegeven.
JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
De geselecteerde opnamen worden aan het venster [Collection/ Collectie] toegevoegd en het aantal geselecteerde opnamen wordt op het tabblad [Collection/Collectie] weergegeven. Wanneer u een opname toevoegt die uit een RAW- en JPEGopname bestaat (pag. 22), neemt het aantal opnamen op het tabblad [Collection/Collectie] met 2 toe. U kunt verschillende opnamen selecteren en toevoegen aan het venster [Collection/Collectie]. U kunt opnamen ook aan het venster [Collection/Collectie] toevoegen door opnamen te selecteren, er met de rechtermuisknop op te klikken en [Add to collection/Toevoegen aan collectie] te selecteren in het menu dat wordt weergegeven. U kunt maximaal 1000 opnamen aan het venster [Collection/Collectie] toevoegen.
Index
36
Inleiding
Opnamen uit het venster [Collection/Collectie] verwijderen Willekeurig geselecteerde opnamen verwijderen Selecteer eerst de opnamen die u wilt verwijderen in het venster [Collection/Collectie] en vervolgens [Remove from collection/Verwijderen uit collectie] in het menu [File/Bestand]. (U kunt opnamen ook uit het venster [Collection/Collectie] verwijderen door de opnamen te selecteren, er met de rechtermuisknop op te klikken en [Remove from collection/ Verwijderen uit collectie] te selecteren in het menu dat wordt weergegeven.) Let op: ook als u een opname uit het venster [Collection/Collectie] verwijdert, blijft de oorspronkelijke opname ongewijzigd. Alle opnamen verwijderen Selecteer [Clear collection/Collectie wissen] in het menu [File/Bestand]. (U kunt ook alle opnamen verwijderen vanuit het venster [Collection/Collectie] door n opname te selecteren, met uw rechtermuisknop te klikken en [Clear collection/ Collectie wissen] te selecteren in het menu dat wordt weergegeven.) Let op: ook als u alle opnamen uit het venster [Collection/Collectie] verwijdert, blijven de oorspronkelijke opnamen ongewijzigd. Wijzigingen in de opname worden toegepast op de oorspronkelijke opname Alle wijzigingen die u in het venster [Collection/Collectie] in opnamen aanbrengt, worden toegepast op de oorspronkelijke opname.
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
4 Bewerk de opnamen.
U kunt de opnamen die in het venster [Collection/Collectie] worden weergegeven nu bewerken. Opnamen in het venster [Collection/Collectie] blijven in het venster [Collection/Collectie] staan, zelfs als DPP wordt afgesloten.
U kunt opnamen die worden weergegeven in het venster [Collection/Collectie] op dezelfde manier rangschikken als in het venster [Folder/Map] (pag. 20 en pag. 21). Zelfs als u DPP afsluit, kunt u de volgorde van gerangschikte opnamen behouden door het selectievakje [Retain sort order/Sorteervolgorde behouden] in te schakelen op het tabblad [View settings/Weergaveinstellingen] in [Preferences/Voorkeuren] (pag. 80). De volgende bewerkingen kunnen niet in het venster [Collection/ Collectie] worden uitgevoerd. EOS Utility starten (pag. 7) of mappen met EOS Utility synchroniseren De naam van opnamebestanden batchgewijs wijzigen (pag. 90)
Index
37
Inleiding
Inhoudsoverzicht
1 Selecteer de opname die u wilt bijsnijden. 2 Open het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek.
Klik op de knop [Trimming Angle/Bijsnijden Hoek].
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek verschijnt. Er kan worden bewerkt zodra het beeld duidelijk wordt weergegeven in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek.
Pas de hoek aan met de muis (klik op /) of voer de aanpassingshoek direct in* (stappen van 0,01 graad; aanpasbaar bereik: -45 tot +45 graden) * U kunt de hoek van opnamen die groter zijn dan 9999 x 6666 pixels niet aanpassen. Als u op [Center on Screen/Centreren op scherm] klikt, kunt u het bijsnijdingskader in het midden van het venster weergeven. Als u lensaberratie wilt corrigeren, wordt het aangeraden om [Lens aberration correction/Lensaberratie corrigeren] uit te voeren voordat de hoek van de opname wordt aangepast. Wanneer u op de knop [OK] klikt nadat u de hoek van de opname hebt aangepast, wordt de opname bijgesneden volgens het grootst mogelijke bijsnijdingskader. Wanneer informatie over de beeldverhouding is toegevoegd aan opnamen die met de EOS-1D Mark IV, EOS-1Ds Mark III, EOS-1D Mark III, EOS 7D, EOS 60D of EOS 600D zijn gemaakt, wordt het bijsnijdingskader weergegeven op basis van deze beeldverhoudingsinformatie.
1 2 3 4 5
Referentie
Index
38
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
U kunt het bijsnijdingskader verslepen. Als u het formaat van het bijsnijdingskader wilt aanpassen, sleept u de vier hoeken van het kader. Overzicht van beeldverhoudingen (breedte : hoogte)
1 2 3 4 5
Referentie
Index
[Free/Vrij]:
U kunt opnamen naar ieder gewenst formaat bijsnijden, ongeacht de verhouding die u kunt selecteren. [Custom/Aangepast]: U kunt de opname bijsnijden volgens de opgegeven beeldverhouding.
39
Inleiding
Bijgesneden opnamen U kunt de oorspronkelijke instellingen van het bijsnijdingskader op elk gewenst moment herstellen Een bijgesneden opname wordt als een bijgesneden opname weergegeven of afgedrukt. Aangezien de opname echter niet daadwerkelijk is bijgesneden, kunt u de oorspronkelijke opname altijd herstellen door op de knop [Reset/ Herstellen] te klikken in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek of door de procedure 'Opnamen opnieuw bewerken' (pag. 43) uit te voeren. Weergave van de bijgesneden opname in elk venster Hoofdvenster: Het bijsnijdingskader wordt op de opname weergegeven (pag. 114). Bewerkingsvenster: De bijgesneden opname wordt weergegeven. Beeldbewerkingsvenster: De miniatuur is gelijk aan die in het hoofdvenster en de vergrote opname is gelijk aan die in het bewerkingsvenster. Een bijgesneden opname afdrukken U kunt een bijgesneden opname afdrukken in DPP. Nadat de opname is geconverteerd en opgeslagen, is deze blijvend een bijgesneden opname De bijgesneden RAW-opname wordt blijvend een bijgesneden opname nadat deze als een JPEG- of TIFF-opname is opgeslagen (pag. 42). Opnamen waarvoor een beeldverhouding is ingesteld, worden weergegeven als bijgesneden opnamen Wanneer informatie over de beeldverhouding is toegevoegd aan een RAW-opname die met de EOS-1D Mark IV, EOS-1Ds Mark III, EOS-1D Mark III, EOS 7D, EOS 60D of EOS 600D is gemaakt, wordt het bijsnijdingskader weergegeven op basis van deze beeldverhoudingsinformatie. Aangezien de opname niet daadwerkelijk is bijgesneden, kunt u het bijsnijdingskader aanpassen of de nietbijgesneden versie van de opname herstellen. Maar wanneer een JPEG-opname is gemaakt met een beeldverhouding van [4:3], [16:9] of [1:1] ingesteld met de EOS 60D of EOS 600D, kan het bijsnijdingskader niet worden gewijzigd noch worden teruggezet op de hoedanigheid vr bijsnijden, omdat het beeld daadwerkelijk wordt bijgesneden en opgeslagen met de ingestelde verhouding. Wanneer u wilt terugkeren naar de situatie voorafgaand aan het bijsnijden op basis van de beeldverhoudingsgegevens op het moment van de opname, klikt u op de knop [Reset/Herstellen]. Als u het hele bijsnijdingskader wilt verwijderen, klikt u op de knop [Clear/Wissen] (pag. 122).
Handige functies in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek. De schermweergave wijzigen met het toetsenbord U kunt ook tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelen met de toetsen <Alt> + <Enter> of de toets <F11>. Bewerkingen uitvoeren met het contextmenu U kunt elke bewerking ook uitvoeren met het menu dat wordt weergegeven wanneer u met de rechtermuisknop op de opname klikt. Het bijsnijdingskader toepassen op een andere opname U kunt het bijsnijdingskader op een andere opname toepassen door op de knop [Copy/Kopiren] te klikken om het bijsnijdingskader te kopiren. Geef vervolgens een andere opname weer en klik op de knop [Paste/Plakken]. Als u een gekopieerd bijsnijdingskader batchgewijs op meerdere opnamen wilt toepassen, selecteert u in het hoofdvenster de bijgesneden opname en de andere opnamen waarop u het bijsnijdingskader wilt toepassen. Ga vervolgens naar het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek. Geef de bijgesneden opname weer en klik op de knop [Copy/Kopiren] en klik op de knop [Apply All/Alles toepassen]. Het bijsnijdingskader wordt nu toegepast op alle geselecteerde opnamen wanneer het venster voor bijsnijden/ aanpassen hoek wordt weergegeven. Als u meerdere opnamen wilt selecteren in het hoofdvenster, klikt u op de opnamen terwijl u de toets <Control> ingedrukt houdt. Als u meerdere opeenvolgende opnamen wilt selecteren, houdt u de toets <Shift> ingedrukt en klikt u op de eerste en laatste opname.
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
Voor opnamen die zijn gemaakt met een ISO-snelheidsbereik wordt deze functie afgeraden, aangezien sterke ruis ervoor zorgt dat details van de opname moeilijk te zien zijn in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek. Raadpleeg pag. 122 voor een overzicht van de functies in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek.
40
Bewerkingsresultaten opslaan
Bewerkingsgegevens bij een RAW-opname opslaan
Alle inhoud (recept) die is aangepast met het toolpalet en de informatie over het bijsnijdingskader (pag. 38) kan bij een RAW-opname of in een aparte RAW-opname worden opgeslagen. De aanpassingen die met het toolpalet zijn gedaan (pag. 56 t/m pag. 68) en de stofwisdata waarover wordt gesproken in hoofdstuk 3 (pag. 69 t/m pag. 73), kunnen ook bij een RAW-opname worden opgeslagen.
Inleiding
Inhoudsoverzicht
aangepaste opname en 1 Selecteer dehet menu [Edit/Bewerken]selecteer recipe vervolgens [Copy to clipboard/Recept naar klembord kopiren].
Het recept wordt gekopieerd.
Basisbewerkingen
2 Selecteer de opname waarop u het recept wilt[Edit/ toepassen en selecteer vervolgens het menu
Bewerken] [Paste recipe/Recept plakken].
Het recept wordt op de opname toegepast.
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
Het recept (pag. 85) kan los van de opname als een apart bestand worden opgeslagen en worden geladen en op een andere opname toegepast (pag. 86).
41
Inleiding
Selecteer de opslaglocatie
Basisbewerkingen
Klik om op te slaan Voer een bestandsnaam in en selecteer een opnametype De RAW-opname wordt naar een JPEG- of TIFF-opname geconverteerd en als een nieuwe opname op de opgegeven locatie opgeslagen. De ontwikkel-/bewerkingsresultaten opslaan voor de versie die u momenteel gebruikt De verwerkingstechnologie van DPP voor RAW-opnamen wordt voortdurend verbeterd, zodat u de laatste verwerkingstechnieken beter kunt toepassen. Dat betekent dat bij twee verschillende DPP-versies de verwerkingsresultaten zelfs bij identieke RAW-opnamegegevens enigszins kunnen afwijken. Hetzelfde geldt voor RAWopnamegegevens die aanzienlijk zijn gewijzigd en waaraan een recept is toegevoegd. Wanneer u de ontwikkel- of bewerkingsresultaten van uw huidige versie in de huidige staat wilt opslaan, wordt het aanbevolen om opnamen te converteren en op te slaan als JPEG- of TIFF-opnamen. Nadat de opname is opgeslagen volgens de instructies op deze pagina, wordt een bijgesneden opname (pag. 38) of een opname waaruit stof is verwijderd zoals beschreven in hoofdstuk 3 (pag. 69 t/m pag. 73), blijvend een bijgesneden opname of een opname waaruit stof is verwijderd. U kunt de ruis reduceren die optreedt wanneer u een opname naar JPEG converteert en opslaat (pag. 78 en pag. 79). U kunt meerdere opnamen in een batch converteren en opslaan (pag. 88). Raadpleeg pag. 121 voor een overzicht van de functies in het venster [Convert and save/Converteren en opslaan].
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
42
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
1 Selecteer de opname die u opnieuw wilt bewerken. Selecteer 2 gewenste het menu [Adjustment/Aanpassen] item.
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
43
Inleiding
Selecteer het menu [File/Bestand] [Plug-in printing/Afdrukken met plug-in] [Print with Easy-PhotoPrint EX/Afdrukken met Easy-PhotoPrint EX].
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen
Schakel vervolgens in het dialoogvenster dat daarna verschijnt het selectievakje [Print with the best quality when you select [Quality Priority]/Afdrukken met de beste kwaliteit wanneer [Hoge kwaliteit] is geselecteerd] in.
1 2 3 4 5
Referentie
Index
Schakel het selectievakje [Print with the best quality when you select [Quality Priority]/Afdrukken met de beste kwaliteit wanneer [Hoge kwaliteit] is geselecteerd] in.
44
Selecteer het tabblad [Advanced/Geavanceerd], schakel het selectievakje [Enable ICC profile/ICC-profiel inschakelen] in en klik vervolgens op de knop [OK].
Het venster [Preferences/Voorkeuren] wordt afgesloten.
Inleiding
Inhoudsoverzicht
6 Geef het aantal exemplaren op dat u wilt afdrukken en klik op [Select Paper/Papier selecteren].
EPP EX Selecteer papierformaat en -soort Klik hierop om meer exemplaren af te drukken.
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Klik hierop
1 2 3 4 5
Referentie
Index
45
Inleiding
Aanvullende informatie Tot 1000 opnamen tegelijk afdrukken U kunt tot 1000 opnamen tegelijk in DPP selecteren en afdrukken. Als u meer dan 1000 opnamen wilt afdrukken, dient u deze op te splitsen in meerdere afdruktaken. De kleur van de afdruk is niet naar verwachting Selecteer [Preferences/Voorkeuren] in het menu [File/Bestand] van het EPP EX-venster en klik vervolgens op het tabblad [Advanced/ Geavanceerd] in het venster [Preferences/Voorkeuren] om het tabblad [Advanced/Geavanceerd] weer te geven. Selecteer [Enable ICC profile/ICC-profiel inschakelen] in [Color correction for printing/Kleurcorrectie voor afdrukken] op het tabblad [Advanced/Geavanceerd] en druk af met de instelling [Perceptual/ Volgens waarneming] (pag. 128). Voordelen van afdrukken met EPP EX Afdrukken met getrouwe kleuren Als de kleurruimte (pag. 128) is ingesteld op sRGB of Adobe RGB (pag. 73 en pag. 82), wordt deze kleurruimte automatisch van DPP naar EPP EX verzonden, zodat u met getrouwe kleuren kunt afdrukken. Als de kleurruimte is ingesteld op Apple RGB of ColorMatch RGB, wordt de opname afgedrukt met een sRGB-kleurruimte. Wanneer de kleurruimte is ingesteld op Wide Gamut RGB, wordt er afgedrukt met een Adobe RGB-kleurruimte. Afdrukken met een uitgebreide kleurenreproductie Als u de instelling voor kleurruimte (pag. 73 en pag. 82) instelt op Adobe RGB en de opname met een Canon-inkjetprinter afdrukt, wordt het kleurenreproductiebereik groter en worden vooral groen en blauw levendig gereproduceerd. DPP is tevens geschikt voor afdrukken met Easy-PhotoPrint Pro (pag. 76).
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Selecteer het menu [File/Bestand] [Plug-in printing/Afdrukken met plug-in] [Print with Easy-PhotoPrint/Afdrukken met Easy-PhotoPrint].
1 2 3 4 5
Referentie
Index
46
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
1 2 3 4 5
Referentie
Index
47
Inleiding
Aanvullende informatie Tot 1000 opnamen tegelijk afdrukken U kunt tot 1000 opnamen tegelijk in DPP selecteren en afdrukken. Als u meer dan 1000 opnamen wilt afdrukken, dient u deze op te splitsen in meerdere afdruktaken. De kleur van de afdruk is niet naar verwachting Stel [Rendering intents when using Easy-PhotoPrint/Rendering intents bij het gebruik van Easy-PhotoPrint] (pag. 82) in op [Perceptual/Volgens waarneming] (pag. 128) en druk de opname af. Afdrukken met een uitgebreide kleurenreproductie Als u de kleurruimte (pag. 73 en pag. 82) instelt op Adobe RGB en de opname met een Canon-inkjetprinter afdrukt, wordt het kleurenreproductiebereik groter en worden vooral groen en blauw levendig gereproduceerd. Als de kleurruimte is ingesteld op Apple RGB of ColorMatch RGB, wordt de opname afgedrukt met een sRGB-kleurruimte. Wanneer de kleurruimte is ingesteld op Wide Gamut RGB, wordt er afgedrukt met een Adobe RGB-kleurruimte. DPP is tevens geschikt voor afdrukken met Easy-PhotoPrint Pro (pag. 76).
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
48
Inleiding
1 Selecteer de opname die u wilt afdrukken. 2 Selecteer het menu [File/Bestand] [Print/Afdrukken].
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Stel de optie voor het afdrukken van foto's in en druk de opname af.
Geef de optimale instellingen voor het afdrukken van foto's op in het dialoogvenster met afdrukinstellingen van de printer en klik op de knop [OK]. Het afdrukken wordt gestart.
Index
Het dialoogvenster [Confirm File Delete/Verwijderen van bestand bevestigen] wordt weergegeven.
De opname wordt in de [Recycle Bin/Prullenbak] geplaatst en uit DPP verwijderd. De opnamen worden definitief verwijderd wanneer de bewerking [Empty Recycle Bin/Prullenbak leegmaken] wordt uitgevoerd voor de [Recycle Bin/Prullenbak] op het bureaublad.
49
Inleiding
Opnamen verplaatsen
U kunt opnamen naar een aparte map verplaatsen of kopiren en de opnamen op opnamedatum of thema sorteren.
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
50
Inleiding
Basisbewerkingen
2
De mappen worden naar de doelmap verplaatst of gekopieerd.
JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Bladwijzers ordenen
U kunt een map die in [Bookmark/Bladwijzer] is vastgelegd verwijderen of hernoemen.
Index
51
In dit hoofdstuk komen verschillende voorkeursinstellingen aan de orde, waaronder instellingen voor geavanceerde aanpassing van opnamen, automatisch stof wissen, verschillende afdrukfuncties en kleurbeheer. Deze functies zijn bedoeld voor gebruikers met ervaring in het gebruik van commercile beeldbewerkingssoftware.
Opnamen bewerken en tegelijkertijd de bewerkte opname met het origineel vergelijken ......................... 53 De splitsing van het venster wijzigen......................... 53 Meerdere opnamen aanpassen en met elkaar vergelijken ................................................................ 54 Een gebied buiten het ingestelde gebied weergeven als waarschuwing (waarschuwing voor belichting/schaduw)...... 55 Geavanceerde bewerkingen .................................... 56 De witbalans aanpassen met de kleurtemperatuur ...... 56 De witbalans instellen met het kleurenwiel ................ 56 Het dynamisch bereik aanpassen.............................. 57 De helderheid van schaduwen/lichte delen aanpassen ...... 57 Tone Curve Adjustment (Aanpassing kleurtooncurve)........ 58 Voorbeeld van een kleurtooncurvebewerking........ 59 Een beeldstijlbestand gebruiken................................ 59 Het tabblad RGB van het toolpalet ............................ 60 Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) gebruiken................ 61 Ruis reduceren......................................................... 62 Lensaberratie corrigeren .......................................... 63 Compatibele camera's ............................................... 63 Compatibele objectieven ........................................... 63 Correcties aanbrengen .............................................. 65
Effecten van correctie van vervorming/aberratie voor fisheye-objectieven ...................................................... 66 De schuifregelaar Shooting distance information (Informatie opnameafstand) ....................................... 68 Meerdere opnamen tegelijk corrigeren....................... 68
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Automatisch stof wissen .......................................... 69 Compatibele camera's................................................ 69 Automatisch stof wissen in het hoofdvenster...................... 70 Handmatig stof wissen (reparatiefunctie) ................ 71
Ongewenste delen van een opname wissen (kopieerstempelfunctie) .............................................. 73
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Een RAW-opname overbrengen naar Photoshop ....... 73 De te gebruiken kleurruimte instellen ...................... 73 Afdrukken met opname-informatie .......................... 74 Afdrukken van een lijst met miniaturen (afdrukken op n vel) ................................................. 75 RAW-opnamen afdrukken met een professionele Canon-printer.................................................................... 76 Afdrukken met een professionele Canon-inkjetprinter ........ 76
Afdrukken met een printer voor grote formaten van Canon ......................................................................... 77
1 2 3 4 5
Referentie
Index
Voorkeuren opgeven ............................................... 78 General settings (Algemene instellingen)................... 78 View settings (Weergave-instellingen) ....................... 80 Tool Palette (Toolpalet) .............................................. 81 Color management (Kleurbeheer) .............................. 82
52
Inleiding
Selecteer in het bewerkingsvenster het menu [View/ Beeld] [Display mode/Weergavemodus] [Split single image/Opname splitsen].
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
De opname wordt gesplitst in een linker- en een rechtervenster. In het rechtervenster wordt de bewerkte versie van de opname weergegeven.
2 Wijzig de opnameweergave.
En opname wordt gesplitst en links en rechts, of onder en boven in het scherm weergegeven. Als u wilt overschakelen van boven en onder in het scherm naar links en rechts in het scherm, voert u dezelfde bewerking uit als in stap 2 links op deze pagina.
1 2 3 4 5
Referentie
Index
De twee opnamen worden nu onder elkaar weergegeven. De bewerkte versie van de opname wordt in het onderste venster weergegeven. Met dezelfde handeling kunnen opnamen ook in het bewerkingsvenster worden weergegeven.
53
Verplaats de weergavepositie.
Als u in n van de bewerkingsvensters de weergavepositie verplaatst, wordt de vergrotingsweergavepositie in de andere bewerkingsvensters ook gewijzigd. Selecteer nogmaals het menu [Window/Venster] [Synchronize/ Synchroniseren] als u het synchroniseren wilt annuleren.
Inleiding
1 Geef de opnamen die u wilt vergelijken weer in het bewerkingsvenster. 2 Lijn de opnamen uit.
Selecteer het menu [Window/Venster] 3 [Synchronize/Synchroniseren]. 4 Vergroot de opname.
Inhoudsoverzicht
Selecteer het menu [Window/Venster] [Arrange vertically/Verticaal schikken] of [Arrange horizontally/Horizontaal schikken]. De bewerkingsvensters worden uitgelijnd.
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
De overige bewerkingsvensters worden ook in dezelfde positie en met dezelfde vergrotingsverhouding weergegeven.
Alleen de vergrotingsweergavepositie en de vergrotingsverhouding worden gesynchroniseerd. Aanpassingen in de opnamen worden niet gesynchroniseerd.
54
Een gebied buiten het ingestelde gebied weergeven als waarschuwing (waarschuwing voor belichting/schaduw)
U kunt in zowel het belichte deel als het schaduwdeel een waarschuwing instellen. Dit is handig voor het controleren van de lichte en donkere gebieden en om te voorkomen dat een opname te veel wordt aangepast. Op plaatsen waar de opname het ingestelde bereik overschrijdt, kunt u het belichte deel in rood en het schaduwdeel in blauw weergeven.
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Selecteer het 1 Voorkeuren]. menu [Tools/Extra] [Preferences/ 2 Selecteer het tabblad [View settings/Weergaveinstellingen]. 3 Voer de waarschuwingswaarde voor [Highlight/ Belichting] en [Shadow/Schaduw] in.
Als er op de geopende opname een gebied is dat de waarde die u in stap 3 hebt ingevoerd overschrijdt, wordt het belichte deel van dat gebied rood en het schaduwgebied blauw weergegeven.
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
55
Geavanceerde bewerkingen
In dit gedeelte komen de toolpaletfuncties voor geavanceerde aanpassingen in het bewerkingsvenster aan de orde. In dit gedeelte komen aanpassingen aan de orde die met de geavanceerde functies op het tabblad [RAW], [RGB] en [NR/Lens/ALO/ Ruisreductie/lens/ALO] van het toolpalet worden uitgevoerd.
Inleiding
de [Tune/Instellen] op het tabblad 1 Klik opvanknoptoolpalet. [RAW] het 2 Sleep het punt om de witbalans in te stellen.
Basisbewerkingen
U kunt uw aanpassing bovendien nog nauwkeuriger instellen door de aanpassingswaarden rechtstreeks in te voeren.
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
Het aanpassingsbereik is 2500 t/m 10.000 K (in eenheden van 100 K).
Het aanpassingsbereik van de kleurtoon is 0 t/m 359 (numerieke waarden in stappen van 1) en het aanpassingsbereik van de verzadiging is 0 t/m 255 (numerieke waarden in stappen van 1).
56
Inleiding
Omlaag verplaatsen uitvoerniveau lichtpunten Naar links of rechts verplaatsen invoerniveau lichtpunten
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Naar links of rechts verplaatsen invoerniveau schaduwpunten Op de horizontale as wordt het invoerniveau weergegeven en op de verticale as het uitvoerniveau.
Index
57
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Klik met de rechtermuisknop in de grafiek om het menu weer te geven Op de horizontale as wordt het invoerniveau weergegeven en op de verticale as het uitvoerniveau. Het maximale aantal [ ] is 8. Als u een [ ] wilt verwijderen, drukt u op de toets <Del> of dubbelklikt u op de [ ]. De uitgevoerde aanpassingen worden doorgevoerd en weergegeven in het histogram. U kunt de histogramweergave ook vastzetten, zodat ingevoerde wijzigingen niet in het histogram worden weergegeven (pag. 81). De kleurtooncurvemodus en interpolatiemethode voor een kleurtooncurve kunnen ook worden gewijzigd in [Preferences/ Voorkeuren] (pag. 81).
JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
58
Inleiding
Basisbewerkingen
1 Geef in het bewerkingsvenster de opname weer waarop u een beeldstijlbestand wilt toepassen
(pag. 11).
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Het geselecteerde beeldstijlbestand wordt op de opname toegepast. Als u een ander beeldstijlbestand wilt toepassen, herhaalt u de procedure vanaf stap 2.
Index
59
Inleiding
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Het toolpalet gebruiken Het verdient aanbeveling RAW-opnamen standaard te bewerken met het tabblad [RAW] van het toolpalet. Als het aanpassingsbereik van de functies op het tabblad [RAW] van het toolpalet te beperkt is en u de speciale functies op het tabblad [RGB] van het toolpalet wilt gebruiken, is het raadzaam eerst basisaanpassingen uit te voeren met het tabblad [RAW]. Vervolgens gebruikt u de laagst mogelijke aanpassingsinstellingen op het tabblad [RGB]. Gebruik de aanpasfunctie van het tabblad [NR/Lens/ALO/Ruisreductie/ lens/ALO] van het toolpalet (pag. 117) wanneer u Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) toepast (pag. 61), ruis reduceert (pag. 62) of aberratie corrigeert (pag. 63) nadat u de gewenste aanpassingen met het toolpalet [RAW] en [RGB] hebt gemaakt.
Referentie
Index
60
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Selecteer het tabblad [NR/Lens/ALO/Ruisreductie/ lens/ALO] in het toolpalet van het bewerkingsvenster of het beeldbewerkingsvenster.
Voor opnamen die met de functie Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) van de camera zijn gemaakt, is het selectievakje al ingeschakeld.
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
Wanneer [Lichte tonen prioriteit] in de persoonlijke voorkeuzen op de EOS 7D, EOS 60D, EOS 600D, EOS 550D en EOS 1100D is ingesteld op [Inschakelen], kan de functie Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) niet worden ingesteld.
61
Ruis reduceren
U kunt ruis reduceren in RAW-opnamen die in het donker of met een hoge ISO-snelheid zijn gemaakt. NR is een afkorting van 'noise reduction' (ruisreductie).
Inleiding
tabblad [NR/Lens/ALO/Ruisreductie/ 1 Selecteer hethet toolpalet van het bewerkingsvenster lens/ALO] in of het beeldbewerkingsvenster.
Inhoudsoverzicht
De functie voor ruisreductie werkt niet Ruisreductie kan niet worden toegepast als [Viewing and saving RAW images/RAW-opnamen weergeven en opslaan] (pag. 78) is ingesteld op [High speed/Hoge snelheid] in het venster [Preferences/Voorkeuren]. Selecteer [High quality/Hoge kwaliteit] om ruis te reduceren. Dezelfde ruisreductie instellen voor verschillende opnamen
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Wanneer u meerdere opnamen selecteert in het hoofdvenster, kunt u hetzelfde ruisreductieniveau voor de opnamen instellen zonder het venster [NR Preview/Ruisreductievoorbeeld] weer te geven. U past het ruisreductieniveau aan in het toolpalet [NR/Lens/ALO/Ruisreductie/lens/ ALO] (pag. 117) met behulp van de schuifregelaars [Luminance noise reduction/Luminantieruisreductie] en [Chrominance noise reduction/ Kleurtoonruisreductie] en klikt vervolgens op de knop [Apply/Toepassen]. U kunt het standaardniveau voor ruisreductie vooraf instellen via [Default noise reduction settings/Standaardinstellingen voor ruisreductie] op het tabblad [Tool palette/Toolpalet] in [Preferences/Voorkeuren] (pag. 81). Wanneer [Apply camera settings/Camera-instellingen toepassen] is geselecteerd, kunt u vooraf het ruisreductieniveau op de camera-instellingen afstemmen. Als u [Set as defaults/Instellen als standaardinstellingen] selecteert, kunt u vooraf een standaardinstelling voor het ruisreductieniveau opgeven. Dit is vooral handig wanneer u ruisreductie op alle opnamen in een map tegelijk wilt toepassen, bijvoorbeeld voor opnamen met een hoge ISO-snelheid. Op opnamen waaraan een recept is toegevoegd, wordt echter het ruisniveau toegepast dat in het recept is vastgelegd. Als [Luminance noise reduction/Luminantieruisreductie] is ingesteld, wordt de resolutie mogelijk lager naarmate u ruisreductie toepast. Als [Chrominance noise reduction/Kleurtoonruisreductie] is ingesteld, kan kleurdoorloop optreden als u ruisreductie toepast. Raadpleeg pag. 118 voor een overzicht van de functies in het venster [NR Preview/Ruisreductievoorbeeld].
1 2 3 4 5
Referentie
Index
62
Lensaberratie corrigeren
U kunt minder heldere randen, vervormingen in het onderwerp, kleurvervaging door de fysieke eigenschappen van de lens of een resterende lichte aberratie eenvoudig corrigeren. U kunt alleen RAW-opnamen corrigeren die zijn gemaakt met de onderstaande compatibele camera's en objectieven. U kunt geen JPEGof TIFF-opnamen corrigeren.
Inleiding
Compatibele objectieven
Fisheye-, ultragroothoek- en groothoekobjectieven EF 14mm f/2.8L USM EF 8-15mm f/4L USM Fisheye*3 EF 20mm f/2.8 USM EF 24mm f/1.4L II USM*3 EF 28mm f/1.8 USM EF 35mm f/1.4L USM EF 14mm f/2.8L II USM*3 EF 15mm f/2.8 Fisheye*3 EF 24mm f/1.4L USM EF 24mm f/2.8 EF 28mm f/2.8 EF 35mm f/2
Inhoudsoverzicht
Compatibele camera's
EOS-1D Mark IV EOS-1D Mark II N EOS-1Ds EOS 5D*1 EOS 50D EOS 600D EOS 450D EOS 1000D EOS-1Ds Mark III EOS-1Ds Mark II EOS-1D EOS 7D EOS 40D EOS 550D EOS 400D DIGITAL _ EOS-1D Mark III EOS-1D Mark II EOS 5D Mark II EOS 60D EOS 30D*2 EOS 500D EOS 1100D _
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Standaard en middelgrote teleobjectieven EF 50mm f/1.2L USM*4 EF 50mm f/1.8 EF 85mm f/1.2L USM EF 85mm f/1.8 USM EF 50mm f/1.4 USM EF 50mm f/1.8 II EF 85mm f/1.2L II USM*5 EF 100mm f/2 USM Teleobjectieven EF 135mm f/2L USM EF 200mm f/2L IS USM*3 EF 200mm f/2.8L II USM EF 300mm f/2.8L IS USM EF 400mm f/2.8L II IS USM*3 EF 400mm f/5.6L USM EF 500mm f/4L IS USM EF 800mm f/5.6L IS USM*3 EF 135mm f/2.8 (met Softfocus-mechanisme) EF 200mm f/2.8L USM EF 300mm f/2.8L II IS USM*3 EF 300mm f/4L IS USM EF 400mm f/2.8L IS USM EF 400mm f/4 DO IS USM EF 600mm f/4L IS USM _
1 2 3 4 5
Referentie
Index
63
Inleiding
Zoomobjectieven EF 16-35mm f/2.8L USM EF 17-35mm f/2.8L USM EF 20-35mm f/3.5-4.5 USM EF 24-85mm f/3.5-4.5 USM EF 28-70mm f/2.8L USM EF 28-90mm f/4-5.6 II USM EF 28-90mm f/4-5.6 II EF 28-105mm f/3.5-4.5 USM EF 28-105mm f/4-5.6 USM EF 28-135mm f/3.5-5.6 IS USM EF 28-200mm f/3.5-5.6 USM EF 55-200mm f/4.5-5.6 II USM EF 70-200mm f/2.8L USM EF 70-200mm f/2.8L IS II EF 70-200mm f/4L IS EF 75-300mm f/4-5.6 USM*3 USM*4 II*3 EF 16-35mm f/2.8L II USM*3 EF 17-40mm f/4L USM EF 24-70mm f/2.8L USM EF 24-105mm f/4L IS USM EF 28-90mm f/4-5.6 USM EF 28-90mm f/4-5.6 EF 28-90mm f/4-5.6 III EF 28-105mm f/3.5-4.5 II USM EF 28-105mm f/4-5.6 EF 28-200mm f/3.5-5.6 EF 28-300mm f/3.5-5.6L IS USM EF 55-200mm f/4-5.6 USM EF 70-200mm f/2.8L IS USM EF 70-200mm f/4L USM EF 70-300mm f/4-5.6L IS EF 75-300mm f/4-5.6 III*3 USM*3 EF 70-300mm f/4.5-5.6 DO IS USM EF 75-300mm f/4-5.6 II USM EF 90-300mm f/4.5-5.6
Macro-objectieven EF 50mm f/2.5 Compact Macro*3 EF 100mm f/2.8 Macro USM EF 100mm f/2.8L Macro IS USM*3 EF 180mm f/3.5L Macro USM _ MP-E 65mm f/2.8 1-5x Macro Photo*3 EF-S-objectieven EF-S 60mm f/2.8 Macro USM EF-S 15-85mm f/3.5-5.6 IS*3 EF-S 17-85mm f/4-5.6 IS USM EF-S 18-55mm f/3.5-5.6 III*3 EF-S 18-55mm f/3.5-5.6 USM EF-S 18-55mm f/3.5-5.6 IS II*3 EF-S 18-135mm f/3.5-5.6 IS*3 EF-S 55-250mm f/4-5.6 IS*3 EF-S 10-22mm f/3.5-4.5 USM EF-S 17-55mm f/2.8 IS USM EF-S 18-55mm f/3.5-5.6 EF-S 18-55mm f/3.5-5.6 II EF-S 18-55mm f/3.5-5.6 II USM EF-S 18-55mm f/3.5-5.6 IS*3 EF-S 18-200mm f/3.5-5.6 IS*3 EF-S 55-250mm f/4-5.6 IS II*3
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Aberratiecorrectie is niet mogelijk bij opnamen die met een combinatie van de objectieven *3 *4 *5 en de EOS 5D of EOS 30D met de onderstaande firmwareversies zijn gemaakt. * Op de EOS 5D kunt u geen EF-S-objectief bevestigen. *3 EOS 5D met firmwareversie 1.1.0 of lager, EOS 30D met firmwareversie 1.0.5 of lager *4 EOS 5D met firmwareversie 1.1.0 of lager, EOS 30D met firmwareversie 1.0.4 of lager *5 EOS 5D met firmwareversie 1.0.5 of lager, EOS 30D met firmwareversie 1.0.4 of lager U kunt ook RAW-opnamen corrigeren die zijn genomen met een compatibel objectief, ook wanneer de extender is geplaatst. U kunt ook RAW-opnamen corrigeren die met de combinatie van de EF 50mm f/2.5 Compact Macro fitted en de Life Size Converter EF zijn gemaakt. De functie voor aberratiecorrectie kan niet worden gebruikt bij opnamen die zijn gemaakt met andere combinaties van camera en objectief dan vermeld onder 'Compatibele camera's' en 'Compatibele objectieven'. Deze opnamen worden daarom niet weergegeven en kunnen niet worden gebruikt.
EF 70-300mm f/4-5.6 IS USM EF 75-300mm f/4-5.6 USM EF 75-300mm f/4-5.6 III USM EF 90-300mm f/4.5-5.6 USM
1 2 3 4 5
Referentie
Index
64
Correcties aanbrengen
U kunt elke van de vier onderstaande aberraties corrigeren, zowel n voor n als gelijktijdig. Peripheral illumination (Helderheid randen) Chromatic aberration (Chromatische aberratie) (kleurranden in de buitenranden van een opname) Color blur (Kleurvervaging) (vervaging van blauw of rood die soms optreedt aan de rand van het belichte gebied van een opname) Distortions (Vervormingen)
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
65
Voor opnamen die zijn gemaakt met een EF 815mm f/4L USM Fisheye wordt ook een verfijnende schuifregelaar weergegeven wanneer u [Emphasize Linearity/Lineariteit benadrukken] selecteert in de keuzelijst [Effect]. Pas de hoeveelheid correctie voor vervorming/aberratie aan met de schuifregelaar en gebruik de verfijnende schuifregelaar als meer aanpassing nodig is. Wanneer de keuzelijst voor het selecteren van een verlengstuk wordt weergegeven, selecteert u het verlengstuk uit de keuzelijst dat is bevestigd op het moment van opname.
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Het venster [Lens aberration correction/Lensaberratie corrigeren] wordt gesloten, het resultaat van de correcties wordt op de opname in het bewerkingsvenster toegepast en de opname wordt opnieuw weergegeven. Het resultaat van de instellingen in het venster [Lens aberration correction/Lensaberratie corrigeren] wordt ook weergegeven in het toolpalet. In het hoofdvenster wordt op de opname de markering [ ] weergegeven om de lensaberratiecorrecties aan te geven (pag. 114).
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Emphasize Linearity (Lineariteit benadrukken) Hiermee wordt de opname geconverteerd naar een afbeelding met 'centrale projectie'. Deze projectiemethode wordt gebruikt bij algemene objectieven. Anders dan fisheye-objectieven geeft centrale projectie rechte lijnen weer als rechte lijnen. Door deze optie te selecteren kan een groothoekpanoramische opname worden verkregen. Maar de buitenrand wordt gerekt waardoor de resolutie afneemt.
1 2 3 4 5
Referentie
Index
66
Emphasize Distance (Afstand benadrukken) Hiermee wordt de opname geconverteerd naar een afbeelding met 'equidistante projectie'. Deze projectiemethode behoudt de relaties tussen afstanden. Equidistante projectie geeft dezelfde afstanden weer vanaf het centrum tot aan de buitenrand als dezelfde afstanden. Vooral bij opnamen van een hemellichaam zoals de hemelbol, wordt elke hoogte boven de horizon (declinatie) vastgelegd met een gelijke interval. Deze methode wordt daarom gebruikt bij fotografie van hemelobjecten (sterrenkaarten, diagrammen van het zonnepad, enzovoort).
Emphasize Center (Centrum benadrukken) Hiermee wordt de opname geconverteerd naar een afbeelding met 'orthografische projectie'. Met deze projectiemethode wordt het centrum meer benadrukt. Omdat een orthografische projectie het mogelijk maakt dat een onderwerp met dezelfde helderheid wordt weergegeven alsof het hetzelfde gebied in de opname inneemt, kan deze methode goed worden gebruikt in fotografie voor hemelhelderheiddistributie en fotografie van centraal gesitueerde dieren. Met deze optie wordt het centrum gerekt en kan de resolutie afnemen.
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Emphasize Periphery (Buitenrand benadrukken) Hiermee wordt de opname geconverteerd naar een afbeelding met 'stereografische projectie'. Deze projectiemethode benadrukt de buitenrand. Stereografische projectie zorgt ervoor dat positionele relaties op een bol oppervlak, zoals N, Z, O, W op een kaart, juist worden weergegeven. Deze methode wordt daarom ook gebruikt voor wereldkaarten en bewakingscamera's. Met deze optie wordt de buitenrand gerekt en kan de resolutie afnemen. Elk van de opties [Emphasize Linearity/Lineariteit benadrukken], [Emphasize Distance/Afstand benadrukken], [Emphasize Periphery/ Buitenrand benadrukken] of [Emphasize Center/Centrum benadrukken] zal tot resultaten leiden die lijken op elk van de projectiemethoden. Maar de conversie zal de projectiemethoden niet precies zo toepassen als in hun werkelijke betekenis. Daarom moet er rekening mee worden gehouden dat deze opties niet geschikt zijn voor wetenschappelijk gebruik of soortgelijke doeleinden.
JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
67
Inleiding
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Wanneer u RAW-opnamen corrigeert die met een camera uit de onderstaande tabel zijn gemaakt, wordt de schuifregelaar automatisch op oneindig ingesteld (helemaal rechts). Als de opnameafstand niet oneindig is, kunt u de afstand heel precies afstellen door de schuifregelaar te verslepen terwijl u naar het scherm kijkt. EOS-1D Mark II N EOS-1Ds EOS 30D EOS-1Ds Mark II EOS-1D EOS 400D DIGITAL EOS-1D Mark II EOS 5D _
1 2 3 4 5
Referentie
Index
Bij RAW-opnamen die met een MP-E 65mm f/2.8 1-5x Macro Photo of EF 50mm f/2.5 Compact Macro met Life Size Converter EF zijn gemaakt, verandert de indicatie bij de schuifregelaar in [Magnification factor/Vergrotingsfactor]. De instelling voor de schuifregelaar [Shooting distance information/ Informatie opnameafstand] wordt op alle geselecteerde correctieitems toegepast.
68
Nadat de opname opnieuw is getekend, klikt u op de knop [Apply Dust Delete Data/Stofwisdata toepassen].
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Compatibele camera's
EOS-1D Mark IV EOS 5D Mark II EOS 50D EOS 550D EOS 400D DIGITAL EOS-1Ds Mark III EOS 7D EOS 40D EOS 500D EOS 1100D EOS-1D Mark III EOS 60D EOS 600D EOS 450D EOS 1000D
Basisbewerkingen
1 Selecteer in het hoofdvenster een opname met stofwisdata. 2 Klik op de knop [Stamp/Stempel].
Het teken [ ] (pag. 114) wordt weergegeven op opnamen waaruit stofvlekken zijn verwijderd.
1 2 3 4 5
Referentie
Index
69
Inleiding
Aanvullende informatie U kunt de oorspronkelijke instellingen van een opname waaruit stof is verwijderd op elk gewenst moment herstellen Een opname waaruit stof is verwijderd, wordt als zodanig weergegeven of afgedrukt. Aangezien het stof op de opname echter niet daadwerkelijk is gewist, kunt u de oorspronkelijke opname altijd herstellen door in het kopieerstempelvenster op de knop [Undo/ Ongedaan maken] te klikken of door de procedure 'Opnamen opnieuw bewerken' uit te voeren (pag. 43). Opnamen waaruit stof is verwijderd controleren in het kopieerstempelvenster Controleer de opnamen waaruit stof is verwijderd in het kopieerstempelvenster. De oorspronkelijke opnamen worden in andere vensters weergegeven en u kunt deze niet controleren. Opnamen waaruit stof is verwijderd afdrukken U kunt een opname waaruit stof is verwijderd afdrukken in DPP. De knop [Apply Dust Delete Data/Stofwisdata toepassen] is niet actief Als er geen stof is die door DPP uit de opname kan worden verwijderd, is de knop [Apply Dust Delete Data/Stofwisdata toepassen] uitgeschakeld, ook bij opnamen waaraan in de camera stofwisdata zijn toegevoegd. Stofvlekken verwijderen die niet automatisch kunnen worden verwijderd Bij automatisch stof wissen worden stofvlekken gewist op basis van informatie over de stof die is vastgelegd in de stofwisdata. Afhankelijk van het type stof, kunnen stofvlekken in bepaalde gevallen echter niet worden gewist. In dergelijke gevallen kunt u die stofvlekken wissen met de reparatiefunctie (pag. 71) of de kopieerstempelfunctie (pag. 73). Nadat de opname is geconverteerd en opgeslagen, is deze blijvend een opname waaruit stof is verwijderd De RAW-opname waaruit stof is verwijderd, wordt blijvend een opname waaruit stof is verwijderd nadat deze is geconverteerd naar en opgeslagen als een JPEG- of TIFF-opname (pag. 42).
Handige functies in het kopieerstempelvenster Plekken waaruit stof is verwijderd controleren Nadat u stap 3 hebt uitgevoerd, kunt u de plekken waaruit stof is verwijderd weergeven en n voor n controleren door op de toetsen <Shift> + <F> te drukken. (Druk op de toetsen <Shift> + <B> om terug te keren naar de vorige stofplek.) Het wissen van n specifieke stofvlek annuleren Nadat u stap 3 hebt uitgevoerd, kunt u op de toetsen <Shift> + <F> of <Shift> + <B> drukken om de plek weer te geven waaruit stof is verwijderd. Druk vervolgens op de toetsen <Shift> + <Del> om het wissen van deze stofvlek te annuleren. Met sneltoetsen tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelen U kunt ook tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelen met de toetsen <Alt> + <Enter>. Het stofwisresultaat toepassen op een andere opname U kunt in een andere opname op dezelfde plaats stof verwijderen. Kopieer daarvoor de stofwisresultaten met de knop [Copy/Kopiren], geef de andere opname weer waarop u de resultaten wilt toepassen en klik op de knop [Paste/Plakken]. Raadpleeg pag. 124 voor een overzicht van de functies in het kopieerstempelvenster.
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Selecteer meerdere opnamen waaraan stofwisdata zijn toegevoegd en selecteer het menu [Adjustment/ Aanpassen] [Apply Dust Delete Data/Stofwisdata toepassen].
De stofvlekken in alle geselecteerde opnamen worden in n bewerking gewist.
70
4 5
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Zorg ervoor dat de stofvlek die u wilt wissen, zich binnen [ ] bevindt en klik.
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Klik hierop
Nadat de opname opnieuw is getekend, dubbelklikt u op het punt waar u wilt beginnen met het wissen van stof.
1 2 3 4 5
Dubbelklik hierop
De stofvlek binnen [ ] wordt gewist. Klik op een ander deel van de opname als u andere stofvlekken in de opname wilt wissen. Als u stof in een ander deel van de opname wilt wissen, kunt u met de rechtermuisknop klikken of nogmaals op de knop klikken waarop u in stap 4 hebt geklikt om het wissen van stof te annuleren en de bewerking nogmaals uit te voeren vanaf stap 3. Als een stofvlek niet kan worden gewist, wordt [ ] weergegeven.
Referentie
Index
Het teken [ ] (pag. 114) wordt weergegeven op opnamen waaruit stofvlekken zijn verwijderd.
71
Inleiding
Aanvullende informatie Klik meerdere malen als stofvlekken niet volledig zijn gewist Als ongewenste stofvlekken niet worden gewist, ook niet nadat u stap 5 hebt uitgevoerd, kunt u ze volledig wissen door meerdere malen te klikken. Stofvlekken kunnen doorgaans worden gewist met de reparatiefunctie Stofvlekken kunnen worden gewist met de reparatiefunctie. Het is mogelijk dat u stoflijnen niet kunt wissen. Gebruik in dergelijke gevallen de kopieerstempelfunctie (pag. 73). U kunt de oorspronkelijke instellingen van een opname waaruit stof is verwijderd op elk gewenst moment herstellen Een opname waaruit stof is verwijderd, wordt als zodanig weergegeven of afgedrukt. Aangezien het stof op de opname echter niet daadwerkelijk is gewist, kunt u de oorspronkelijke opname altijd herstellen door in het kopieerstempelvenster op de knop [Undo/ Ongedaan maken] te klikken of door de procedure 'Opnamen opnieuw bewerken' uit te voeren (pag. 43). Opnamen waaruit stof is verwijderd controleren in het kopieerstempelvenster Controleer de opnamen waaruit stof is verwijderd in het kopieerstempelvenster. De oorspronkelijke opnamen worden in andere vensters weergegeven en u kunt deze niet controleren. Opnamen waaruit stof is verwijderd afdrukken U kunt een opname waaruit stof is verwijderd afdrukken in DPP. Nadat de opname is geconverteerd en opgeslagen, is deze blijvend een opname waaruit stof is verwijderd De RAW-opname waaruit stof is verwijderd, wordt blijvend een opname waaruit stof is verwijderd nadat deze is geconverteerd naar en opgeslagen als een JPEG- of TIFF-opname (pag. 42).
Handige functies in het kopieerstempelvenster Plekken waaruit stof is verwijderd controleren Nadat u stap 5 hebt uitgevoerd, kunt u de plekken waaruit stof is verwijderd weergeven en n voor n controleren door op de toetsen <Shift> + <F> te drukken. (Druk op de toetsen <Shift> + <B> om terug te keren naar de vorige stofplek.) Het wissen van n specifieke stofvlek annuleren Nadat u stap 5 hebt uitgevoerd, kunt u op de toetsen <Shift> + <F> of <Shift> + <B> drukken om de plek weer te geven waaruit stof is verwijderd. Druk vervolgens op de toetsen <Shift> + <Del> om het wissen van deze stofvlek te annuleren. Met sneltoetsen tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelen U kunt ook tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelen met de toetsen <Alt> + <Enter>. Het stofwisresultaat toepassen op een andere opname U kunt in een andere opname op dezelfde plaats stof verwijderen. Kopieer daarvoor de stofwisresultaten met de knop [Copy/Kopiren], geef de andere opname weer waarop u de resultaten wilt toepassen en klik op de knop [Paste/Plakken]. Om in verschillende andere opnamen op dezelfde plaats stof te verwijderen, kunt u efficint stofvlekken verwijderen door op de opnamen te klikken terwijl u de toets <Control> in het hoofdvenster ingedrukt houdt. U bereikt dit ook door meerdere opnamen te selecteren door op de eerste opname te klikken en vervolgens op de laatste terwijl u de toets <Shift> ingedrukt houdt en vervolgens het kopieerstempelvenster weer te geven. Voor opnamen die zijn gemaakt met een ISO-snelheidsbereik wordt deze functie afgeraden, aangezien sterke ruis ervoor zorgt dat stofvlekken in het kopieerstempelvenster moeilijk te zien zijn.
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
Raadpleeg pag. 124 voor een overzicht van de functies in het kopieerstempelvenster.
72
Inleiding
1 Volg stap 1 t/m 3 in 'Handmatig stof wissen (reparatiefunctie)' . 2 Selecteer het gedeelte dat u wilt kopiren.
(pag. 71)
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Houd de toets <Alt> ingedrukt en klik op het gedeelte dat u als kopieerbron wilt gebruiken. Als u een ander gedeelte als kopieerbron wilt instellen, voert u de bovenstaande bewerking nogmaals uit. Als u de positie van de kopieerbron wilt vastzetten, schakelt u [Fix Copy Source position/Positie van kopieerbron vastzetten] in. Klik op of sleep over het gedeelte van de opname dat u wilt corrigeren. De [+] in het venster geeft de kopieerbron aan en [ ] geeft het kopieerdoel aan. Het gekopieerde beeld wordt geplakt op de positie waarnaar u deze hebt gesleept. Bij [Pen type/Pentype] kunt u een keuze maken uit [Brush/Kwast] (de randen van het geplakte beeld zijn uitgevaagd) en [Pencil/ Potlood] (de randen van het geplakte beeld zijn scherp).
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
3 Corrigeer de opname.
1 2 3 4 5
Selecteer het menu [Adjustment/Aanpassen] [Work color space/ Te gebruiken kleurruimte] de kleurruimte die u wilt instellen.
Een apart ingestelde kleurruimte blijft ongewijzigd, ook als de standaardinstelling wordt gewijzigd. Als u voor een opname een andere kleurruimte instelt dan de standaardkleurruimte en vervolgens de instelling van de standaardkleurruimte wijzigt (pag. 82), wordt deze standaardinstelling niet toegepast en blijft de apart ingestelde kleurruimte behouden. U kunt de kleurruimte van een RAW-opname onbeperkt en zo vaak u maar wilt aanpassen. Aangezien alleen de beeldverwerkingsgegevens worden aangepast, kan de kleurruimte van een RAW-opname op elk gewenst moment worden gewijzigd.
Referentie
Index
73
Inleiding
1 het menu [File/Bestand] [Print with 2 Selecteersetting/Afdrukken met detailinstellingen]. detailed gewenste 3 Geef deop de knopinstellingen voor het afdrukken op en klik [Print/Afdrukken].
Hiermee schakelt u tussen de verschillende tabbladen met instellingen
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
Afdrukvoorbeeld U kunt een opname verplaatsen door de opname te slepen. Sleep de vier hoeken van de opname om het formaat van de opname te wijzigen. Als u de opname-informatie wilt weergeven, klikt u op [ ] op het tabblad [Text/Tekst] en selecteert u de gewenste items in het venster dat wordt weergegeven.
74
Inleiding
1 Selecteer de opnamen die u als lijst met miniaturen wilt afdrukken. 2 Selecteer het menu [File/Bestand] [Contact Sheet Prints/Afdrukken op n vel]. gewenste 3 Geef deop de knopinstellingen voor het afdrukken op en klik [Print/Afdrukken].
Hiermee schakelt u tussen de verschillende tabbladen met instellingen
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
Afdrukvoorbeeld
75
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Selecteer het menu [File/Bestand] [Plug-in printing/ Afdrukken met plug-in] [Print with Easy-PhotoPrint Pro/Afdrukken met Easy-PhotoPrint Pro].
Easy-PhotoPrint Pro wordt gestart.
Selecteer [Custom/Aangepast] in [Print Quality/Afdrukkwaliteit], klik op de knop [Set/Instellen], sleep de schuifregelaar in het venster dat wordt geopend naar [1] aan de rechterzijde en klik vervolgens op [OK] om het venster af te sluiten. Klik daarna op de knop [Color Adjustment/Kleuraanpassing] om het tabblad [Color Management/Kleurbeheer] weer te geven. Stel [Color Mode/Kleurmodus] in op [Enable ICC Profile/ICC-profiel instellen] en [Printer Profile/Printerprofiel] op [Auto] en klik vervolgens op [OK] om het venster [Color Adjustment/ Kleuraanpassing] af te sluiten.
1 2 3 4 5
Referentie
Index
76
Inleiding
Voordelen van het afdrukken met de imagePROGRAF Print Plug-In Afdrukken met getrouwe kleuren Als er een kleurruimte is ingesteld (pag. 73 en pag. 82), wordt deze automatisch van DPP naar de plug-in verzonden, zodat u met getrouwe kleuren kunt afdrukken. Afdrukken met een uitgebreide kleurenreproductie Als er een kleurruimte (pag. 73 en pag. 82) is ingesteld die breder is dan sRGB (zoals Adobe RGB), wordt optimaal gebruikgemaakt van het kleurenreproductiebereik van de imagePROGRAF-printer en wordt de opname afgedrukt met een breder kleurenspectrum dan een opname die is gemaakt met een sRGB-kleurruimte. Vooral groen en blauw worden levendig gereproduceerd.
Inhoudsoverzicht
Selecteer het menu [File/Bestand] [Plug-in printing/ Afdrukken met plug-in] de plug-in voor de printer die u gebruikt.
De plug-in wordt gestart.
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
77
Voorkeuren opgeven
U kunt de verschillende functies van DPP wijzigen in het venster [Preferences/Voorkeuren]. Controleer de inhoud van elk venster en geef de gewenste instellingen op. Afhankelijk van het item is er mogelijk ook een uitgebreide uitleg beschikbaar. Controleer daarom elk venster.
Inleiding
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
78
Viewing and saving RAW images (RAW-opnamen weergeven en opslaan) U kunt een keuze maken uit twee opties voor de opnamekwaliteit waarmee RAWopnamen worden weergegeven en opgeslagen: hoge opnamekwaliteit, waarbij reductie van valse kleuren en ruisreductie worden uitgevoerd (pag. 62), of hoge snelheid, waarbij geen reductie van valse kleuren en ruisreductie worden uitgevoerd. [High quality/Hoge kwaliteit] Valse kleuren worden automatisch gereduceerd en de opname kan als een opname van hoge kwaliteit en met gereduceerde valse kleuren worden weergegeven en opgeslagen. U kunt bovendien de functie voor ruisreductie (pag. 62) gebruiken om luminantie- en kleurtoonruis te reduceren. Omdat de effecten van valsekleurreductie en ruisreductie nauwelijks zichtbaar zijn in de weergave [50% view/50%-weergave] of [Fit to window/Aanpassen aan venster] van het beeldbewerkingsvenster, kunt u deze effecten beter controleren in de [100% view/100%-weergave] of [200% view/200%-weergave]. Het is raadzaam om standaard [High quality/Hoge kwaliteit] in te stellen voor een evenwichtige verhouding tussen de opnamekwaliteit en weergavesnelheid. [View images at high speed (moir reduction off)/Opnamen op hoge snelheid weergeven (moirreductie uitgeschakeld)] van [High quality/Hoge kwaliteit] Als u [View images at high speed (moir reduction off)/Opnamen op hoge snelheid weergeven (moirreductie uitgeschakeld)] selecteert wanneer de opname wordt weergegeven in het bewerkingsvenster of het beeldbewerkingsvenster, worden valse kleuren niet gereduceerd. U kunt de functie voor ruisreductie echter niet gebruiken. Omdat de instelling dezelfde is als [High quality/Hoge kwaliteit] behalve voor beeldweergave, worden valse kleuren gereduceerd wanneer het beeld wordt opgeslagen. [High speed/Hoge snelheid] Aangezien valse kleuren niet worden gereduceerd, neemt het weergeven en opslaan van een RAW-opname in het bewerkingsvenster of het beeldbewerkingsvenster minder tijd in beslag dan bij [High quality/Hoge kwaliteit]. U kunt de functie voor ruisreductie niet gebruiken (pag. 62). Afhankelijk van de opname, wordt deze mogelijk weergegeven of opgeslagen met valse kleuren of ruis. Voor opnamen die zijn gemaakt met een ISO-snelheidsbereik is het verschil in beeldkwaliteit tussen [High quality/Hoge kwaliteit] en [High speed/Hoge snelheid] opmerkelijk. Om de beeldkwaliteit te controleren van opnamen die zijn gemaakt met ISO-snelheidsbereik, dient u ervoor te zorgen dat [High quality/Hoge kwaliteit] is ingesteld en de opnamen in het bewerkingsvenster of het beeldbewerkingsvenster te controleren.
JPEG image quality (JPEG-opnamekwaliteit) [Remove block noise and mosquito noise/Blokruis en Gibb-effect verwijderen] U kunt de kwaliteit van een JPEG-opname verbeteren door de ruis te reduceren die eigen is aan JPEG-opnamen. Deze instelling is ook effectief voor RAW-opnamen die zijn geconverteerd naar JPEG en met een andere naam zijn opgeslagen (pag. 42 en pag. 88) en voor JPEG-opnamen die met een andere naam zijn opgeslagen. De mate van verbetering in ruisreductie Hoe hoger het JPEG-compressieniveau, hoe meer ruis wordt gereduceerd. Wanneer het compressieniveau laag is, is het effect van ruisreductie nihil. Default value of output resolution (Standaardwaarde
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
voor de uitvoerresolutie)
U kunt de resolutie instellen voor RAW-opnamen die zijn geconverteerd naar en opgeslagen als JPEG- of TIFF-opnamen (pag. 42 en pag. 88).
1 2 3 4 5
Referentie
Index
79
Inleiding
hoofdvenster)
U kunt instellen of u de volgorde van geordende opnamen in het hoofdvenster wilt behouden of niet (pag. 21). Als u het selectievakje inschakelt, blijft de volgorde van de geordende opnamen behouden, ook als u DPP afsluit of een andere map selecteert in de mappenstructuur. Als u het selectievakje uitschakelt, blijft de volgorde van de geordende opnamen niet behouden en wordt de vorige volgorde gebruikt wanneer u DPP afsluit of een andere map selecteert in de mappenstructuur.
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
schaduw)
Gebieden met belichting/schaduw die het ingestelde bereik overschrijden, kunnen op de opname worden weergegeven als waarschuwingsindicators (pag. 55).
1 2 3 4 5
Referentie
Index
80
Modified Picture Style settings (Gewijzigde beeldstijlinstellingen) Wanneer u de beeldstijl wijzigt, kunt u selecteren of u de instellingen [Color tone/Kleurtoon], [Color saturation/Verzadiging], [Contrast], [Unsharp mask/Onscherp masker] en [Sharpness/Scherpte] wilt wijzigen of behouden. Als u het selectievakje inschakelt, worden de instellingen [Color tone/ Kleurtoon], [Color saturation/Verzadiging], [Contrast] en [Sharpness/ Scherpte] aangepast aan de instellingen van de camera wanneer u de beeldstijl wijzigt. Als u het selectievakje uitschakelt, blijven de instellingen [Color tone/ Kleurtoon], [Color saturation/Verzadiging], [Contrast] en [Sharpness/ Scherpte] behouden, ook als u de beeldstijl wijzigt. Default noise reduction settings (Standaardinstellingen voor ruisreductie) U kunt vooraf een standaardniveau instellen voor de ruisreductie. RAW-opnamen Wanneer [Apply camera settings/Camera-instellingen toepassen] is geselecteerd, kunt u vooraf het ruisreductieniveau op de camerainstellingen afstemmen. Als u [Set as defaults/Instellen als standaardinstellingen] selecteert, kunt u vooraf een standaardinstelling voor het ruisreductieniveau opgeven. JPEG-/TIFF-opnamen U kunt vooraf een gewenst ruisreductieniveau opgeven als standaardinstelling. De hier ingestelde standaardwaarde voor ruisreductie wordt toegepast op opnamen waaraan geen recept is toegevoegd. Als u echter instellingen wilt toepassen op opnamen in de geopende map, dient u de map opnieuw te openen nadat u hier instellingen hebt gewijzigd. Als er een recept aan opnamen is toegevoegd, blijft het ruisniveau van het recept ongewijzigd. Het hier ingestelde niveau voor ruisreductie wordt niet toegepast. Voordelen van het instellen van een standaardniveau voor ruisreductie Wanneer het ruisniveau hetzelfde is in verschillende opnamen, zoals opnamen die zijn gemaakt met een hoge ISO-snelheid, kunt u met een geschikte standaardinstelling voor ruisreductie de ruis batchgewijs reduceren in alle opnamen die in DPP worden weergegeven (met uitzondering van opnamen waaraan een recept is toegevoegd). Zo hoeft u de ruis niet in elke afzonderlijke opname te reduceren. Als u altijd onder dezelfde omstandigheden opnamen maakt, kunt u ervoor kiezen om hetzelfde niveau voor ruisreductie op alle opnamen toe te passen.
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
81
Inleiding
U kunt kiezen uit vijf typen kleurruimten (pag. 128). De gekozen kleurruimte wordt als standaardinstelling in RAW-opnamen toegepast. De ingestelde kleurruimte wordt als kleurruimte toegepast wanneer een RAW-opname wordt geconverteerd en opgeslagen (pag. 42 en pag. 88) of afgedrukt (pag. 43, pag. 46, pag. 49 en pag. 74 t/m pag. 77). Als u de instelling hebt gewijzigd en DPP opnieuw start, wordt de nieuwe instelling toegepast als de standaardinstelling voor kleurruimte. U kunt de kleurruimte die is ingesteld in een opname controleren in het hoofdvenster (pag. 112 en pag. 113), het bewerkingsvenster (pag. 115) en het beeldbewerkingsvenster (pag. 120). Wijzigingen worden niet toegepast op de bewerkte opname Ook als de standaardinstelling wordt gewijzigd, wordt de nieuwe standaardinstelling niet toegepast op bewerkte opnamen (opnamen die zijn aangepast met het toolpalet, die zijn bijgesneden of waaruit stof is verwijderd). Pas elke opname apart aan. U kunt voor elke opname een kleurruimte instellen die afwijkt van de standaardinstellingen (pag. 73). Weergave-instelling (kleurinstelling van de monitor) Als een profiel (pag. 127) is gekoppeld aan het beeldscherm dat u gebruikt, kunt u een opname met meer natuurlijke kleuren weergeven door het profiel in te stellen. Als u [Use the OS settings/Instellingen van besturingssysteem gebruiken] selecteert, wordt het kleurenprofiel dat is ingesteld in Windows ook toegepast in DPP. Als u meerdere beeldschermen gebruikt, wordt alleen het profiel van het primaire beeldscherm toegepast op DPP. Selecteer [Monitor profile/Beeldschermprofiel], klik in het dialoogvenster dat wordt weergegeven op de knop [Browse/Bladeren] en selecteer een profiel voor uw beeldscherm. Nauwkeurige kleuren weergeven met een beeldschermkleurlezer van een andere leverancier Als u een profiel gebruikt dat is gemaakt met een beeldschermkleurlezer van een ander merk, kunt u de opnamen in nog nauwkeurigere kleuren weergeven.
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
82
Inleiding
printer) instellen
Als een profiel (pag. 127) is gekoppeld aan de printer die u gebruikt voor het afdrukken van opnamen, kunt u een opname afdrukken en de kleuren die worden weergegeven op het scherm simuleren door het profiel in te stellen. Het ingestelde profiel wordt op alle afdruktaken toegepast (pag. 49, pag. 74 en pag. 75), behalve op taken die met een Canon-inkjetprinter (pag. 43 en pag. 46) of via een netwerkprinter (pag. 76 en pag. 77) worden afgedrukt. Gebruik de aanpassingsfunctie van het printerstuurprogramma niet Als u de kleuraanpassingsfunctie van het printerstuurprogramma gebruikt, wordt de opname mogelijk afgedrukt in kleuren die afwijken van de kleuren op het scherm, ook als u een printerprofiel instelt. Automatische instellingen voor afdrukken met EPP EX en EPP en afdrukken via een netwerk Als u afdrukt met een Canon-inkjetprinter (pag. 43 en pag. 46) of een netwerkprinter (pag. 76 en pag. 77), wordt automatisch een profiel ingesteld, ook wanneer u [Printing profile/Afdrukprofiel] niet hebt ingesteld. Hierdoor kunt u gemakkelijk met getrouwe kleuren afdrukken.
instellen
Als u afdrukt in de CMYK-omgeving van een afdrukapparaat, kunt u de kleur selecteren uit vier profieltypen (pag. 128) en simulatie op het scherm uitvoeren. Als CMYK-simulatie is ingesteld, wordt [CMYK] onder in het hoofdvenster, het bewerkingsvenster en het beeldbewerkingsvenster weergegeven (pag. 112, pag. 113, pag. 115 en pag. 120) en kunnen kleuren worden gecontroleerd. Druk op de toetsen <Control> + <Y> als u CMYK-simulatie tijdelijk wilt uitschakelen.
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
83
In dit hoofdstuk komt de handige functie voor het batchgewijs verwerken van grote aantallen RAW-opnamen aan de orde. Het hoofdstuk is vooral nuttig voor gebruikers die veel RAW-opnamen maken.
Inhoudsoverzicht
Aanpassingsgegevens (recept) gebruiken .............. 85 Recepten opslaan als een bestand ............................ 86 Recepten laden en toepassen.................................... 86
Een recept kopiren en toepassen op een andere opname....................................................................... 86
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Witbalans in een batch toepassen op opnamen (persoonlijke witbalans) ........................................... 87 Persoonlijke witbalans vastleggen.............................. 87 Persoonlijke witbalans toepassen .............................. 87 Opnamen in een batch opslaan als JPEGof TIFF-opnamen (batchverwerking) ....................... 88 Opnamen in een batch overbrengen naar beeldbewerkingssoftware ........................................ 89 De naam van opnamebestanden in een batch wijzigen .......................................................... 90
Bestandsnamen wijzigen van de opnamen in de volgorde in het hoofdvenster ............................. 90
1 2 3 4 5
Referentie
Index
84
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
RAW-opnamegegevens
Gegevens over de beeldverwerkingsinstellingen
Inhoud die is aangepast met het toolpalet, kan worden verwerkt als een receptbestand (met de extensie '.vrd').
1 2 3 4 5
Referentie
Index
De aangepaste inhoud van JPEG- of TIFF-opnamen (pag. 92) kan worden opgeslagen als een receptbestand (met de extensie '.vrd') en worden geladen en toegepast op een andere opname, op dezelfde wijze als bij RAW-opnamen.
85
Inleiding
1 Selecteer een bewerkteopname en selecteer het menu [Edit/Bewerken] [Save recipe in file/Recept
opslaan in bestand].
Het dialoogvenster [Save recipe in file/Recept opslaan in bestand] wordt weergegeven.
de opname 1 Selecteeren selecteerwaarvan u een recept wilt kopiren vervolgens het menu [Edit/
Het recept wordt gekopieerd.
Basisbewerkingen
2 Selecteer de opname waarop u het recept wilt[Edit/ toepassen en selecteer vervolgens het menu
Het recept wordt op de opname toegepast.
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Bewerken] [Read and paste recipe from file/Recept lezen uit en toepassen op bestand].
Index
86
Inleiding
1 Selecteer in het hoofdvenster de opname waarop u de witbalans wilt toepassen. 2 Klik op de knop [Tool palette/Toolpalet] op de werkbalk. 3 Klikuop het nummer van de persoonlijke witbalans die wilt toepassen.
Het toolpalet wordt weergegeven.
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Selecteer in de lijst het nummer waaronder u de instelling wilt opslaan en klik op de knop [OK].
1 2 3 4 5
Referentie
Index
1 Klik in stap 3 op de knop [Export/Exporteren] om de witbalans als een bestand op te slaan. 2 Kopieer het bestand naar een andere computer. 3 Geef in DPP op de andere computer het venster van stap 3 weer. 4 Klik op de knop [Import/Importeren] en selecteer het gekopieerde
bestand in het venster dat wordt weergegeven.
87
Inleiding
Inhoudsoverzicht
1 Selecteer in het hoofdvenster meerdere opnamen die u wilt converteren. op de knop 2 Klikwerkbalk [Batch process/Batch verwerken] op de .
(pag. 112) Het venster [Batch settings/Batchinstellingen] wordt weergegeven.
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
Het batchverwerkingsdialoogvenster wordt weergegeven en de opnamen worden opgeslagen. Als alle opnamen zijn opgeslagen, wordt de knop [Exit/Afsluiten] weergegeven in het batchverwerkingsdialoogvenster.
88
5 6
Inleiding
Inhoudsoverzicht
1 2 Klik op de knop [Batch process/Batch verwerken] op de werkbalk 3 Geef de instellingen voor de overdracht op (bijvoorbeeld de bestandsindeling). 4 Klik op de knop [Browse/Bladeren].
Basisbewerkingen
Het verwerkingsdialoogvenster wordt weergegeven en het overbrengen van de batch wordt gestart. Als de eerste opname is overgebracht, wordt Photoshop CS gestart en worden de overgebrachte opnamen in chronologische volgorde weergegeven.
1 2 3 4 5
Referentie
Index
Indien het bericht [Insufficient memory./Onvoldoende geheugen.] wordt weergegeven, zijn er te veel bestanden tegelijk geselecteerd. Verlaag het aantal geselecteerde bestanden.
89
Inleiding
1 Wijzig de volgorde van de opnamen in het hoofdvenster . meerdere opnamen 2 Selecteeruindehet hoofdvensterwilt wijzigen. waarvan bestandsnaam Selecteer [Tools/Extra] 3 tool/Naamhet menu starten]. [Start Rename wijzigen 4 Selecteer [Fit to main window/Aanpassen aan hoofdvenster].
(pag. 21)
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
De verwerking wordt gestart en de bestandsnamen worden gewijzigd. U kunt geen wijzigingen aanbrengen bij dubbele bestandsnamen Als de bestandsnaam rood wordt weergegeven in [Modified File Name/ Gewijzigde bestandsnaam], is er sprake van een dubbele bestandsnaam. Zelfs als er slechts n dubbele bestandsnaam is, kunnen de wijzigingen niet worden doorgevoerd. Wijzig de instellingen zodat er geen dubbele bestandsnamen zijn. De naam van de videobestanden kan niet in DPP worden gewijzigd. U kunt de naamwijzigingsfunctie niet starten vanuit het venster [Collection/Collectie] (pag. 36 en pag. 113). Raadpleeg pag. 126 voor een overzicht van de functies in het naamwijzigingsvenster.
(pag. 126). Schakel [Copy Rename/Kopiren met nieuwe naam] in als u een opname wilt kopiren.
Referentie
Index
Indien het bericht [Insufficient memory./Onvoldoende geheugen.] wordt weergegeven, zijn er te veel bestanden tegelijk geselecteerd. Verlaag het aantal geselecteerde bestanden.
90
DPP is software die vooral geschikt is voor geavanceerde bewerking van RAW-opnamen. De software kan echter ook worden gebruikt voor het bewerken van JPEG- en TIFF-opnamen. In dit hoofdstuk komen het bewerken en opslaan van JPEG- en TIFF-opnamen aan de orde.
Inhoudsoverzicht
JPEG- en TIFF-opnamen bewerken........................ 92 Het tabblad RGB van het toolpalet ............................. 92
Helderheid en kleur automatisch aanpassen (Tone Curve Assist/Kleurtooncurvehulp).................... Helderheid en contrast aanpassen............................. De kleurtoon aanpassen met behulp van automatische witbalanscorrectie.......................... Tint, verzadiging en scherpte aanpassen................... Tone Curve Adjustment (Aanpassing kleurtooncurve)........ Het dynamisch bereik aanpassen ..............................
Basisbewerkingen
93 94 95 96 97 98
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Ruis reduceren ........................................................ 99 Een opname bijsnijden en de hoek ervan aanpassen .... 100 Automatisch stof wissen ........................................ 103 Compatibele camera's......................................... 103 Automatisch stof wissen in het hoofdvenster ....... 104 Handmatig stof wissen (reparatiefunctie) .............. 105
Ongewenste delen van een opname wissen (kopieerstempelfunctie) ............................................ 107
1 2 3 4 5
Referentie
Index
Bewerkingsresultaten opslaan............................... 107 Bewerkingsgegevens opslaan in een opname ......... 107 De opname opslaan als een aparte opname............ 108 Bewerkingsgegevens toepassen op een andere opname...... 108 Afdrukken .............................................................. 108 Opnamen opnieuw bewerken................................ 108
91
Inleiding
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
JPEG- of TIFF-opnamegegevens
Gegevens over de beeldverwerkingsinstellingen
Inhoud die is aangepast met het toolpalet, kan worden verwerkt als een receptbestand (met de extensie '.vrd') (pag. 85 en pag. 108).
1 2 3 4 5
Referentie
Index
In DPP kunt u alle aanpassingen (gegevens over de beeldverwerkingsinstellingen) die zijn uitgevoerd met het toolpalet, opslaan in de opname als een 'recept' (pag. 107). U kunt de aanpassingen ook opslaan, downloaden en toepassen op andere opnamen als een apart receptbestand (dat de extensie '.vrd' heeft) (pag. 85 en pag. 108).
92
Inleiding
Opnamen die niet geschikt zijn voor automatische aanpassing (Tone Curve Assist/Kleurtooncurvehulp) Bij de volgende opnamen is het resultaat van automatische aanpassing (Tone Curve Assist/Kleurtooncurvehulp) mogelijk niet naar verwachting: Opnamen die zijn gemaakt met de juiste belichting Opnamen met een helderheid die niet in evenwicht is Opnamen die te donker zijn Opnamen die met zeer sterk tegenlicht zijn gemaakt Als u op de knop [ ] klikt, worden de standaardinstellingen van de kleurtooncurve en van [Hue/Tint] en [Saturation/Verzadiging] hersteld. Ga voorzichtig te werk als u [Hue/Tint] en [Saturation/ Verzadiging] afzonderlijk aanpast (pag. 96).
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
93
Brightness (Helderheid): Sleep de schuifregelaar naar rechts om een opname helderder te maken en naar links om een opname donkerder te maken. Contrast: Hiermee kunt u de kleurovergang en de mate van kleurcontrast aanpassen. Sleep de schuifregelaar naar rechts voor meer contrast en naar links voor minder contrast.
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
Het aanpassingsbereik is -100 t/m +100 (in te stellen in stappen van 1).
94
Klik op een punt dat u als standaard voor wit wilt instellen.
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Klik op de knop [
].
De cordinaten van de cursorpositie en de RGB-waarden (8-bits conversie) De kleur van de opname wordt aangepast met het geselecteerde punt als de standaard voor wit. Als u op een ander punt in de opname klikt, wordt de witbalans opnieuw aangepast. U kunt de automatische witbalanscorrectie beindigen door met de rechtermuisknop te klikken of door nogmaals op de knop [ ] te klikken. Als uw opname geen witte gebieden bevat Als uw opname geen witte gebieden bevat, kunt u de witbalans aanpassen door in stap 2 op een grijs punt in de opname te klikken. Hiermee is het resultaat van de aanpassingen hetzelfde als wanneer u een wit punt selecteert. De opname wordt aangepast op basis van de gemiddelde waarde van een pixelbereik van 5 5 vanaf het punt waarop u hebt geklikt. De uitgevoerde aanpassingen worden doorgevoerd en weergegeven in het histogram. U kunt de histogramweergave ook vastzetten, zodat ingevoerde wijzigingen niet in het histogram worden weergegeven (pag. 81).
1 2 3 4 5
Referentie
Index
95
Sleep de schuifregelaar naar rechts om kleurtonen geler te maken en naar links om kleurtonen roder te maken. Saturation (Verzadiging): Sleep de schuifregelaar naar rechts voor meer kleurdiepte en naar links voor minder kleurdiepte. Sharpness (Scherpte): Sleep de schuifregelaar naar rechts om een opname minder zacht te maken en naar links om een opname zachter te maken.
Hue (Tint):
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Onnatuurlijke scherpte Sleep de schuifregelaars naar links of rechts Pas de scherpte aan met de vensterweergave ingesteld op [100% view/ 100%-weergave], [50% view/50%-weergave] of [200% view/200%weergave]. Als u de weergave instelt op [Fit to window/Aanpassen aan venster] (volledige schermweergave), lijkt de scherpte onnatuurlijk. Het aanpassingsbereik voor tint is 30 t/m 30, voor verzadiging 0 t/m 200 en voor scherpte 0 t/m 500 (in te stellen in stappen van 1).
96
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Op de horizontale as wordt het invoerniveau weergegeven en op de verticale as het uitvoerniveau. Het maximale aantal [ ] is 8. Als u een [ ] wilt verwijderen, drukt u op de toets <Del> of dubbelklikt u op de [ ]. De uitgevoerde aanpassingen worden doorgevoerd en weergegeven in het histogram. U kunt de histogramweergave ook vastzetten, zodat ingevoerde wijzigingen niet in het histogram worden weergegeven (pag. 81). De kleurtooncurvemodus en interpolatiemethode voor een kleurtooncurve kunnen ook worden gewijzigd in [Preferences/ Voorkeuren] (pag. 81).
Index
97
Inleiding
Het bereik voor schaduwpunten ligt tussen 0 en 247 (in te stellen in stappen van 1). Het bereik voor lichtpunten ligt tussen 8 en 255 (in te stellen in stappen van 1). De uitgevoerde aanpassingen worden doorgevoerd en weergegeven in het histogram. U kunt de histogramweergave ook vastzetten, zodat ingevoerde wijzigingen niet in het histogram worden weergegeven (pag. 81).
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Numerieke waarde uitvoerniveau lichtpunten Naar rechts slepen invoerniveau schaduwpunten Numerieke waarde uitvoerniveau schaduwpunten Numerieke waarde invoerniveau schaduwpunten
Herstelt de oorspronkelijke instellingen van de opname Naar links slepen invoerniveau lichtpunten
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
Omhoog verplaatsen uitvoerniveau schaduwpunten Op de horizontale as wordt het invoerniveau weergegeven en op de verticale as het uitvoerniveau.
98
Ruis reduceren
U kunt ruis reduceren in JPEG- en TIFF-opnamen die in het donker of met een hoge ISO-snelheid zijn gemaakt.
Inleiding
1 2
Selecteer het tabblad [NR/Lens/ALO/Ruisreductie/ lens/ALO] in het toolpalet van het bewerkingsvenster of het beeldbewerkingsvenster. Klik op de knop [NR Preview/ Ruisreductievoorbeeld].
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Dezelfde ruisreductie instellen voor verschillende opnamen Wanneer u meerdere opnamen selecteert in het hoofdvenster, kunt u hetzelfde ruisreductieniveau voor de opnamen instellen zonder het venster [NR Preview/Ruisreductievoorbeeld] weer te geven. U past het ruisreductieniveau aan in het toolpalet [NR/Lens/ALO/Ruisreductie/lens/ ALO] (pag. 117) met behulp van de schuifregelaars [Luminance noise reduction/Luminantieruisreductie] en [Chrominance noise reduction/ Kleurtoonruisreductie] en klikt vervolgens op de knop [Apply/Toepassen]. Als [Luminance noise reduction/Luminantieruisreductie] is ingesteld, wordt de resolutie mogelijk lager naarmate u ruisreductie toepast. Als [Chrominance noise reduction/Kleurtoonruisreductie] is ingesteld, kan kleurdoorloop optreden als u ruisreductie toepast. U kunt de instellingen voor batchgewijze ruisreductie vooraf instellen via [Default noise reduction settings/Standaardinstellingen voor ruisreductie] op het tabblad [Tool palette/Toolpalet] in [Preferences/Voorkeuren] (pag. 81). Dit is vooral handig wanneer u ruisreductie op alle opnamen in een map tegelijk wilt toepassen, bijvoorbeeld voor opnamen met een hoge ISO-snelheid. Op opnamen waaraan een recept is toegevoegd, wordt echter het ruisniveau van het recept toegepast. Raadpleeg pag. 118 voor een overzicht van de functies in het venster [NR Preview/Ruisreductievoorbeeld].
1 2 3 4 5
Referentie
Index
99
Inleiding
Inhoudsoverzicht
1 Selecteer de opname die u wilt bijsnijden. 2 Open het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek.
Klik op de knop [Trimming Angle/Bijsnijden Hoek].
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek verschijnt. Er kan worden bewerkt zodra het beeld duidelijk wordt weergegeven in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek.
Pas de hoek aan met de muis (klik op /) of voer de aanpassingshoek direct in* (stappen van 0,01 graad; aanpasbaar bereik: -45 tot +45 graden) * U kunt de hoek van opnamen die groter zijn dan 9999 x 6666 pixels niet aanpassen. Als u op [Center on Screen/Centreren op scherm] klikt, kunt u het bijsnijdingskader in het midden van het venster weergeven. Wanneer u op de knop [OK] klikt nadat u de hoek van de opname hebt aangepast, wordt de opname bijgesneden volgens het grootst mogelijke bijsnijdingskader.
1 2 3 4 5
Referentie
Index
Wanneer informatie over de beeldverhouding is toegevoegd aan opnamen die met de EOS-1D Mark IV, EOS-1Ds Mark III, EOS-1D Mark III, EOS 7D, EOS 60D of EOS 600D zijn gemaakt, wordt het bijsnijdingskader weergegeven op basis van deze beeldverhoudingsinformatie.
100
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
U kunt het bijsnijdingskader verslepen. Als u het formaat van het bijsnijdingskader wilt aanpassen, sleept u de vier hoeken van het kader. Overzicht van beeldverhoudingen (breedte : hoogte)
1 2 3 4 5
Referentie
Index
[Free/Vrij]:
U kunt opnamen naar ieder gewenst formaat bijsnijden, ongeacht de verhouding die u kunt selecteren. [Custom/Aangepast]: U kunt de opname bijsnijden volgens de opgegeven beeldverhouding.
101
Inleiding
Bijgesneden opnamen U kunt de oorspronkelijke instellingen van het bijsnijdingskader op elk gewenst moment herstellen Een bijgesneden opname wordt als een bijgesneden opname weergegeven of afgedrukt. Aangezien de opname echter niet daadwerkelijk is bijgesneden, kunt u de oorspronkelijke opname altijd herstellen door op de knop [Reset/Herstellen] te klikken in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek of door de procedure 'Opnamen opnieuw bewerken' (pag. 108) uit te voeren. Weergave van de bijgesneden opname in elk venster Hoofdvenster: Het bijsnijdingskader wordt op de opname weergegeven (pag. 114). Bewerkingsvenster: De bijgesneden opname wordt weergegeven. Beeldbewerkingsvenster: De miniatuur is gelijk aan die in het hoofdvenster en de vergrote opname is gelijk aan die in het bewerkingsvenster. Een bijgesneden opname afdrukken U kunt een bijgesneden opname afdrukken in DPP. Nadat de opname is opgeslagen als een aparte opname, is deze blijvend bijgesneden Nadat de bijgesneden JPEG- of TIFF-opname is opgeslagen als een aparte opname (pag. 108), is deze blijvend bijgesneden. Opnamen waarvoor een beeldverhouding is ingesteld, worden weergegeven als bijgesneden opnamen Wanneer informatie over de beeldverhouding is toegevoegd aan een RAWopname die met de EOS-1D Mark IV, EOS-1Ds Mark III, EOS-1D Mark III, EOS 7D, EOS 60D of EOS 600D is gemaakt, wordt het bijsnijdingskader weergegeven op basis van deze beeldverhoudingsinformatie. Aangezien de opname niet daadwerkelijk is bijgesneden, kunt u het bijsnijdingskader aanpassen of de niet-bijgesneden versie van de opname herstellen. Maar wanneer een JPEG-opname is gemaakt met een beeldverhouding van [4:3], [16:9] of [1:1] ingesteld met de EOS 60D of EOS 600D, kan het bijsnijdingskader niet worden gewijzigd noch worden teruggezet op de hoedanigheid vr bijsnijden, omdat het beeld daadwerkelijk wordt bijgesneden en opgeslagen met de ingestelde verhouding. Wanneer u wilt terugkeren naar de situatie voorafgaand aan het bijsnijden op basis van de beeldverhoudingsgegevens op het moment van de opname, klikt u op de knop [Reset/Herstellen]. Als u het hele bijsnijdingskader wilt verwijderen, klikt u op de knop [Clear/Wissen] (pag. 122).
Handige functies in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek. De schermweergave wijzigen met het toetsenbord U kunt ook tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelen met de toetsen <Alt> + <Enter> of de toets <F11>. Bewerkingen uitvoeren met het contextmenu U kunt elke bewerking ook uitvoeren met het menu dat wordt weergegeven wanneer u met de rechtermuisknop op de opname klikt. Het bijsnijdingskader toepassen op een andere opname U kunt het bijsnijdingskader op een andere opname toepassen door op de knop [Copy/Kopiren] te klikken om het bijsnijdingskader te kopiren. Geef vervolgens een andere opname weer en klik op de knop [Paste/Plakken]. Als u een gekopieerd bijsnijdingskader batchgewijs op meerdere opnamen wilt toepassen, selecteert u in het hoofdvenster de bijgesneden opname en de andere opnamen waarop u het bijsnijdingskader wilt toepassen. Ga vervolgens naar het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek. Geef de bijgesneden opname weer en klik op de knop [Copy/Kopiren] en klik op de knop [Apply All/Alles toepassen]. Het bijsnijdingskader wordt nu toegepast op alle geselecteerde opnamen wanneer het venster voor bijsnijden/ aanpassen hoek wordt weergegeven.
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Voor opnamen die zijn gemaakt met een ISO-snelheidsbereik wordt deze functie afgeraden, aangezien sterke ruis ervoor zorgt dat details van de opname moeilijk te zien zijn in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek. Raadpleeg pag. 122 voor een overzicht van de functies in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek.
Index
102
Nadat de opname opnieuw is getekend, klikt u op de knop [Apply Dust Delete Data/Stofwisdata toepassen].
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Compatibele camera's
EOS-1D Mark IV EOS 5D Mark II EOS 50D EOS 550D EOS 400D DIGITAL EOS-1Ds Mark III EOS 7D EOS 40D EOS 500D EOS 1100D EOS-1D Mark III EOS 60D EOS 600D EOS 450D EOS 1000D
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 Selecteer in het hoofdvenster een opname met stofwisdata. 2 Klik op de knop [Stamp/Stempel].
Het teken [ ] (pag. 114) wordt weergegeven op opnamen waaruit stofvlekken zijn verwijderd.
1 2 3 4 5
Referentie
Index
Stofwisdata worden niet aan opnamen toegevoegd met instellingen voor correctie van vervorming, correctie van chromatische aberratie enzovoort, die zijn gespecificeerd tijdens de RAW-ontwikkeling op de camera. Daardoor kunt u niet automatisch stof wissen op dit soort opnamen.
103
Inleiding
Aanvullende informatie U kunt de oorspronkelijke instellingen van een opname waaruit stof is verwijderd op elk gewenst moment herstellen Een opname waaruit stof is verwijderd, wordt als zodanig weergegeven of afgedrukt. Aangezien het stof op de opname echter niet daadwerkelijk is gewist, kunt u de oorspronkelijke opname altijd herstellen door in het kopieerstempelvenster op de knop [Undo/ Ongedaan maken] te klikken of door de procedure 'Opnamen opnieuw bewerken' uit te voeren (pag. 108). Opnamen waaruit stof is verwijderd controleren in het kopieerstempelvenster Controleer de opnamen waaruit stof is verwijderd in het kopieerstempelvenster. De oorspronkelijke opnamen worden in andere vensters weergegeven en u kunt deze niet controleren. Opnamen waaruit stof is verwijderd afdrukken U kunt een opname waaruit stof is verwijderd afdrukken in DPP. De knop [Apply Dust Delete Data/Stofwisdata toepassen] is niet actief Als er geen stof is die door DPP uit de opname kan worden verwijderd, is de knop [Apply Dust Delete Data/Stofwisdata toepassen] uitgeschakeld, ook bij opnamen waaraan in de camera stofwisdata zijn toegevoegd. Stofvlekken verwijderen die niet automatisch kunnen worden verwijderd Bij automatisch stof wissen worden stofvlekken gewist op basis van informatie over de stof die is vastgelegd in de stofwisdata. Afhankelijk van het type stof, kunnen stofvlekken in bepaalde gevallen echter niet worden gewist. In dergelijke gevallen kunt u die stofvlekken wissen met de reparatiefunctie (pag. 105) of de kopieerstempelfunctie (pag. 107). Nadat de opname is opgeslagen als een aparte opname, is deze blijvend een opname waaruit stof is verwijderd Nadat de JPEG- of TIFF-opname waaruit stof is verwijderd is opgeslagen als een aparte opname (pag. 108), is deze blijvend een opname waaruit stof is verwijderd.
Handige functies in het kopieerstempelvenster Plekken waaruit stof is verwijderd controleren Nadat u stap 3 hebt uitgevoerd, kunt u de plekken waaruit stof is verwijderd weergeven en n voor n controleren door op de toetsen <Shift> + <F> te drukken. (Druk op de toetsen <Shift> + <B> om terug te keren naar de vorige stofplek.) Het wissen van n specifieke stofvlek annuleren Nadat u stap 3 hebt uitgevoerd, kunt u op de toetsen <Shift> + <F> of <Shift> + <B> drukken om de plek weer te geven waaruit stof is verwijderd. Druk vervolgens op de toetsen <Shift> + <Del> om het wissen van deze stofvlek te annuleren. Met sneltoetsen tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelen U kunt ook tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelen met de toetsen <Alt> + <Enter>. Het stofwisresultaat toepassen op een andere opname U kunt in een andere opname op dezelfde plaats stof verwijderen. Kopieer daarvoor de stofwisresultaten met de knop [Copy/Kopiren], geef de andere opname weer waarop u de resultaten wilt toepassen en klik op de knop [Paste/Plakken]. Raadpleeg pag. 124 voor een overzicht van de functies in het kopieerstempelvenster.
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Selecteer meerdere opnamen waaraan stofwisdata zijn toegevoegd en selecteer het menu [Adjustment/ Aanpassen] [Apply Dust Delete Data/Stofwisdata toepassen].
De stofvlekken in alle geselecteerde opnamen worden in n bewerking gewist.
104
4 5
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Zorg ervoor dat de stofvlek die u wilt wissen, zich binnen [ ] bevindt en klik.
Basisbewerkingen
Klik
Nadat de opname opnieuw is getekend, dubbelklikt u op het punt waar u wilt beginnen met het wissen van stof.
1 2 3 4 5
Dubbelklik hierop
De stofvlek binnen [ ] wordt gewist. Klik op een ander deel van de opname als u andere stofvlekken in de opname wilt wissen. Als u stof in een ander deel van de opname wilt wissen, kunt u met de rechtermuisknop klikken of nogmaals op de knop klikken waarop u in stap 4 hebt geklikt om het wissen van stof te annuleren en de bewerking nogmaals uit te voeren vanaf stap 3. Als een stofvlek niet kan worden gewist, wordt [ ] weergegeven.
Referentie
Index
Het teken [ ] (pag. 114) wordt weergegeven op opnamen waaruit stofvlekken zijn verwijderd.
105
Inleiding
Aanvullende informatie Klik meerdere malen als stofvlekken niet volledig zijn gewist Als ongewenste stofvlekken niet worden gewist, ook niet nadat u stap 5 hebt uitgevoerd, kunt u ze volledig wissen door meerdere malen te klikken. Stofvlekken kunnen doorgaans worden gewist met de reparatiefunctie Stofvlekken kunnen worden gewist met de reparatiefunctie. Het is mogelijk dat u stoflijnen niet kunt wissen. Gebruik in dergelijke gevallen de kopieerstempelfunctie (pag. 107). U kunt de oorspronkelijke instellingen van een opname waaruit stof is verwijderd op elk gewenst moment herstellen Een opname waaruit stof is verwijderd, wordt als zodanig weergegeven of afgedrukt. Aangezien het stof op de opname echter niet daadwerkelijk is gewist, kunt u de oorspronkelijke opname altijd herstellen door in het kopieerstempelvenster op de knop [Undo/ Ongedaan maken] te klikken of door de procedure 'Opnamen opnieuw bewerken' uit te voeren (pag. 108). Opnamen waaruit stof is verwijderd controleren in het kopieerstempelvenster Controleer de opnamen waaruit stof is verwijderd in het kopieerstempelvenster. De oorspronkelijke opnamen worden in andere vensters weergegeven en u kunt deze niet controleren. Opnamen waaruit stof is verwijderd afdrukken U kunt een opname waaruit stof is verwijderd afdrukken in DPP. Nadat de opname is opgeslagen als een aparte opname, is deze blijvend een opname waaruit stof is verwijderd Nadat de JPEG- of TIFF-opname waaruit stof is verwijderd is opgeslagen als een aparte opname (pag. 108), is deze blijvend een opname waaruit stof is verwijderd.
Handige functies in het kopieerstempelvenster Plekken waaruit stof is verwijderd controleren Nadat u stap 5 hebt uitgevoerd, kunt u de plekken waaruit stof is verwijderd weergeven en n voor n controleren door op de toetsen <Shift> + <F> te drukken. (Druk op de toetsen <Shift> + <B> om terug te keren naar de vorige stofplek.) Het wissen van n specifieke stofvlek annuleren Nadat u stap 5 hebt uitgevoerd, kunt u op de toetsen <Shift> + <F> of <Shift> + <B> drukken om de plek weer te geven waaruit stof is verwijderd. Druk vervolgens op de toetsen <Shift> + <Del> om het wissen van deze stofvlek te annuleren. Met sneltoetsen tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelen U kunt ook tussen de volledige schermweergave en de normale schermweergave schakelen met de toetsen <Alt> + <Enter>. Het stofwisresultaat toepassen op een andere opname U kunt in een andere opname op dezelfde plaats stof verwijderen. Kopieer daarvoor de stofwisresultaten met de knop [Copy/Kopiren], geef de andere opname weer waarop u de resultaten wilt toepassen en klik op de knop [Paste/Plakken]. Om in verschillende andere opnamen op dezelfde plaats stof te verwijderen, kunt u efficint stofvlekken verwijderen door op de opnamen te klikken terwijl u de toets <Control> in het hoofdvenster ingedrukt houdt. U bereikt dit ook door meerdere opnamen te selecteren door op de eerste opname te klikken en vervolgens op de laatste terwijl u de toets <Shift> ingedrukt houdt en vervolgens het kopieerstempelvenster weer te geven.
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
Voor opnamen die zijn gemaakt met een ISO-snelheidsbereik wordt deze functie afgeraden, aangezien sterke ruis ervoor zorgt dat stofvlekken in het kopieerstempelvenster moeilijk te zien zijn.
Raadpleeg pag. 124 voor een overzicht van de functies in het kopieerstempelvenster.
106
Bewerkingsresultaten opslaan
Ongewenste delen van een opname wissen (kopieerstempelfunctie)
U kunt een opname corrigeren door een ander deel van de opname te kopiren en over een ongewenst deel van de opname te plakken.
Inleiding
1 Volg stap 1 t/m 3 in 'Handmatig stof wissen (reparatiefunctie)' . 2 Selecteer het gedeelte dat u wilt kopiren.
(pag. 105)
Basisbewerkingen
Houd de toets <Alt> ingedrukt en klik op het gedeelte dat u als kopieerbron wilt gebruiken. Als u een ander gedeelte als kopieerbron wilt instellen, voert u de bovenstaande bewerking nogmaals uit. Als u de positie van de kopieerbron wilt vastzetten, schakelt u [Fix Copy Source position/Positie van kopieerbron vastzetten] in. Klik op of sleep over het gedeelte van de opname dat u wilt corrigeren. De [+] in het venster geeft de kopieerbron aan en [ ] geeft het kopieerdoel aan. Het gekopieerde beeld wordt geplakt op de positie waarnaar u deze hebt gesleept. Bij [Pen type/Pentype] kunt u een keuze maken uit [Brush/Kwast] (de randen van het geplakte beeld zijn uitgevaagd) en [Pencil/ Potlood] (de randen van het geplakte beeld zijn scherp).
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
3 Corrigeer de opname.
1 2 3 4 5
Referentie
Index
107
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
1 Selecteer de opname die u opnieuw wilt bewerken. Selecteer 2 gewenste het menu [Adjustment/Aanpassen] item.
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Afdrukken
Net als RAW-opnamen kunt u bewerkte JPEG- en TIFF-opnamen afdrukken aan de hand van de onderstaande instructies. Afdrukken (pag. 43) Afdrukken met opname-informatie (pag. 74) Een lijst met miniaturen afdrukken (afdrukken op n vel) (pag. 75) RAW-opnamen afdrukken met een professionele Canon-printer (pag. 76)
108
Referentie
Inleiding
Dit referentiegedeelte is toegevoegd om uw gebruikservaring van DPP te verbeteren. Dit hoofdstuk bevat verschillende oplossingen voor problemen, instructies voor het verwijderen van DPP van uw computer, een overzicht van de functies in de verschillende vensters en een verklarende woordenlijst. Aan het einde van het hoofdstuk vindt u een index waarmee u gemakkelijk informatie kunt vinden.
Inhoudsoverzicht
Problemen oplossen.............................................. 110 De software verwijderen (installatie ongedaan maken).... 111 Overzicht van de functies in het hoofdvenster (venster Folder (Map))..... 112 Overzicht van de functies in het hoofdvenster (venster Collection (Collectie)) .................................... 113 Informatie over het opnamekader in het hoofdvenster en het beeldbewerkingsvenster ...................................... 114 Overzicht van de functies in het bewerkingsvenster....... 115 Overzicht van de functies in het toolpalet.............. 116 Overzicht van de functies in het venster NR Preview (Ruisreductievoorbeeld) .................... 118 Overzicht van de functies in het controlevenster ....... 119 Overzicht van de functies in het beeldbewerkingsvenster ..... 120 Overzicht van de functies in het venster voor het converteren en opslaan van n opname ................ 121 Overzicht van de functies in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek ..................................... 122 Overzicht van de functies in het venster Lens Aberration Correction (Lensaberratie corrigeren).................................. 123 Overzicht van de functies in het kopieerstempelvenster ..... 124 Overzicht van de functies in het venster voor het converteren en opslaan van meerdere opnamen (batchverwerking)............. 125 Overzicht van de functies in het naamwijzigingsvenster...... 126 Verklarende woordenlijst ....................................... 127 Index...................................................................... 129 Over deze instructiehandleiding ........................... 133 Handelsmerken .................................................... 133
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
109
Problemen oplossen
Raadpleeg de onderstaande onderwerpen als DPP niet correct werkt.
Inleiding
Basisbewerkingen
Een recept kan niet in een andere opname worden geplakt (toegepast)
U kunt het roteren (pag. 10, pag. 25, pag. 112, pag. 119 en pag. 120), bijsnijden (pag. 38 en pag. 100) en stofwisdata (kopieerstempel) (pag. 69 t/m pag. 73 en pag. 103 t/m pag. 107) van een opname niet als een recept in een andere opname plakken (toepassen). Snijd de opname bij of verwijder stof uit de opname met de functie kopiren/plakken die u in elk venster kunt vinden en roteer de opnamen een voor een. De aanpassingsgegevens (recept) van RAW-opnamen die zijn aangepast met het tabblad [RAW] van het toolpalet, kunnen niet worden toegepast op JPEG- of TIFF-opnamen (pag. 116). Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) (pag. 61) is een functie die alleen beschikbaar is voor RAW-opnamen die zijn gemaakt met de EOS-1D Mark IV, EOS 5D Mark II, EOS 7D, EOS 60D, EOS 50D, EOS 600D, EOS 550D, EOS 500D en EOS 1100D. U kunt de aanpassingen van Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) niet toepassen op RAW-opnamen die zijn gemaakt met andere camera's.
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Kleuren in de opname zijn vaag wanneer ze met andere software worden weergegeven
Als een RAW-opname een andere kleurruimte heeft dan sRGB (pag. 73 en pag. 82) en de opname vervolgens wordt geconverteerd naar en opgeslagen als een JPEG- of TIFF-opname, zijn de kleuren in de opname vaag wanneer de opname wordt weergegeven in software die alleen compatibel is met de sRGB-kleurruimte. Stel in dat geval de kleurruimte van de RAW-opname in op sRGB, converteer de opname opnieuw naar een JPEG- of TIFF-opname, sla de opname op en geef deze nieuwe opname weer.
Index
110
Inleiding
Inhoudsoverzicht
1 2
Selecteer de knop ([ ] ([Start] in Windows XP) [All Programs/Alle programma's] [Canon Utilities/ Canon-hulpprogramma's] [Digital Photo Professional] [Digital Photo Professional Uninstall/ Digital Photo Professional verwijderen]. Volg de instructies op het scherm om de software te verwijderen.
De software wordt verwijderd.
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
111
Overzicht van de functies in het hoofdvenster (venster Folder (Map)) (pag. 10)
Het toolpalet tonen/verbergen (pag. 116) De mappenstructuur weergeven/verbergen Schakelt over naar het beeldbewerkingsvenster (pag. 120) Pad van map Werkbalk*1 Tabblad [Collection/Collectie]*5 Tabblad [Folder/Map]*5 Selectieteken (pag. 19) Mappenstructuur*2 Opname-informatie (pag. 23) Annuleert de selectie van alle opnamen Geeft het venster voor Geef het controlevenster weer (pag. 119) bijsnijden/aanpassen Selecteert alle opnamen Het kopieerstempelvenster wordt weergegeven (pag. 124) hoek weer (pag. 122) Converteren/ opslaan in een batch (pag. 88, pag. 89 en pag. 125) Beeldrotatie (in stappen van 90 graden) Classificatie (pag. 19)
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
Kleurruimte van de opname en de gebruikte Weergavemodus*4 kleurruimte*3 (pag. 73 en pag. 82) Statusinformatie over recept (pag. 85)
*1 Selecteer het menu [View/Beeld] [Toolbar/Werkbalk] om de werkbalk weer te geven of te verbergen. *2 De opnamen in de geselecteerde mappen worden als een lijst met miniaturen rechts op het scherm weergegeven. *3 Hier worden de cordinaten van de cursorpositie en de RGB-waarden (8-bits conversie) van een opname weergegeven wanneer automatische witbalanscorrectie is uitgevoerd met het toolpalet.
*4 Het item dat is geselecteerd in [Viewing and saving RAW images/ RAW-opnamen weergeven en opslaan] (pag. 78) van het venster [Preferences/Voorkeuren], wordt weergegeven. *5 U kunt tussen de vensters [Folder/Map] en [Collection/Collectie] wisselen.
112
Overzicht van de functies in het hoofdvenster (venster Collection (Collectie)) (pag. 36)
Opname-informatie Annuleert de selectie van alle opnamen Het toolpalet tonen/verbergen Selecteert alle opnamen Schakelt over naar het beeldbewerkingsvenster Werkbalk Tabblad [Collection/Collectie] *1 Tabblad [Folder/Map] Geeft het controlevenster weer Geeft het kopieerstempelvenster weer Converteren/ opslaan in een batch Geeft het venster voor bijsnijden/ aanpassen hoek weer Classificatie Beeldrotatie (in stappen van 90 graden) Selectieteken
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
*1 Het totale aantal opnamen dat is toegevoegd aan het venster [Collection/Collectie] wordt weergegeven tussen de ( ) op het tabblad [Collection/Collectie]. Als er een opname wordt toegevoegd die wordt weergegeven als een enkele opname (pag. 22), is het totaal aantal weergegeven opnamen twee keer zo groot.
*2 Hier worden de cordinaten van de cursorpositie en de RGB-waarden (8-bits conversie) van een opname weergegeven wanneer automatische witbalanscorrectie is uitgevoerd met het toolpalet.
113
Informatie over het opnamekader in het hoofdvenster en het beeldbewerkingsvenster (pag. 10 en pag. 34)
Informatie die wordt weergegeven als [Large thumbnail/Grote miniatuur] (pag. 10) is geselecteerd
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Classificatieteken (pag. 18 en pag. 19) Aanpassingswaarde voor de helderheid*1 (pag. 26) Pictogram voor de witbalans*1 (pag. 27) Aanpassingsteken voor RAW*1 *4 Bestandsnaam Opnametype*2 *1 Wordt niet weergegeven bij [Small thumbnail/Kleine miniatuur]. *2 Wordt weergegeven in RAW- en JPEG-opnamen die als n opname worden weergegeven (pag. 22). [RAW] wordt weergegeven in RAW-opnamen. (Bij [Small thumbnail/Kleine miniatuur] (pag. 10) wordt [R] weergegeven.) In RAW-opnamen die zijn gemaakt met de PowerShot Pro1 wordt [RAW] niet weergegeven. *3 Wordt niet weergegeven bij [Medium thumbnail/Middelgrote miniatuur] of [Small thumbnail/Kleine miniatuur].
Symbool voor de kopieerstempel (pag. 69 t/m pag. 73 en pag. 103 t/m pag. 107) Markering voor correctie van lensaberratie (pag. 65) Bijsnijdingskader*6 (pag. 38 en pag. 100) Diafragma*3
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Aanpassingsteken voor RGB*1 *5 Teken voor niet-opgeslagen bewerkingsgegevens Sluitertijd*3 *4 Wordt weergegeven in een opname die is bewerkt met het tabblad [RAW] van het toolpalet in het bewerkingsvenster en het beeldbewerkingsvenster. *5 Wordt weergegeven in een opname die is bewerkt met het tabblad [RGB] van het toolpalet in het bewerkingsvenster en het beeldbewerkingsvenster. *6 Wanneer informatie over de beeldverhouding is toegevoegd aan een opname die is gemaakt met de EOS-1D Mark IV, EOS-1Ds Mark III, EOS-1D Mark III, EOS 7D, EOS 60D of EOS 600D, wordt de opname weergegeven als een bijgesneden opname.
Index
114
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
Weergavemodus*4
Kleurruimte van de opname*3 Weergave van de CMYK-simulatie (pag. 82) en de gebruikte kleurruimte (pag. 73 en pag. 82) 1 Selecteer het menu [View/Beeld] [Tool palette/Toolpalet] om het *3 RAW-opnamen worden weergegeven met [RAW]. * toolpalet weer te geven of te verbergen. *4 Het item dat is geselecteerd in [Viewing and saving RAW images/ 2 Geeft de cordinaten van de cursorpositie en de RGB-waarden (8-bits RAW-opnamen weergeven en opslaan] (pag. 78) van het venster * conversie) weer. [Preferences/Voorkeuren], wordt weergegeven.
115
Inleiding
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Aanpassing van de helderheid en het contrast (pag. 94) Aanpassing van de tint en verzadiging (pag. 96) Aanpassing van de scherpte (pag. 96)
1 2 3 4 5
Referentie
Vergrotingsweergavepositie* Vergrotingsweergavepositie* * Als een opname vergroot wordt weergegeven, kunt u de positie van de vergrotingsweergave verplaatsen door deze te slepen. De vergroting van de weergavepositie wordt weergegeven wanneer [Docking display/ Docking-weergave] (pag. 81) is ingesteld en het beeldbewerkingsvenster (pag. 120) is vergroot.
Index
116
Inleiding
Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid) (pag. 61) Knop voor het toepassen van ruisreductie (pag. 62) Hiermee wordt het venster [NR Preview/Ruisreductievoorbeeld] weergegeven (pag. 62 en pag. 118) Luminantieruisreductie voor RAW-opnamen (pag. 62) Kleurtoonruisreductie voor RAW-opnamen (pag. 62)
Knop voor het toepassen van ruisreductie (pag. 99) Hiermee wordt het venster [NR Preview/Ruisreductievoorbeeld] weergegeven (pag. 99 en pag. 118)
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Knop voor het afstemmen van lensaberratiecorrectie (pag. 65) Lensaberratie corrigeren (pag. 65)
Luminantieruisreductie voor JPEG- en TIFF-opnamen (pag. 99) Kleurtoonruisreductie voor JPEG- en TIFF-opnamen (pag. 99)
1 2 3 4 5
Referentie
Vergrotingsweergavepositie*
Vergrotingsweergavepositie*
Index
* Als een opname vergroot wordt weergegeven, kunt u de positie van de vergrotingsweergave verplaatsen door deze te slepen. De vergroting van de weergavepositie wordt weergegeven wanneer [Docking display/ Docking-weergave] (pag. 81) is ingesteld en het beeldbewerkingsvenster (pag. 120) is vergroot.
117
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Vergrotingsweergavepositie Navigatievenster Opnametype* Luminance noise reduction (Luminantieruisreductie) Chrominance noise reduction (Kleurtoonruisreductie) Ruisreductiecontrolevenster
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
* Wanneer u een JPEG- of TIFF-opname selecteert en het venster [NR Preview/Ruisreductievoorbeeld] opent, wordt [TIFF/JPEG] weergegeven en kunt u de luminantieruis en de kleurtoonruis reduceren voor JPEG- en TIFF-opnamen.
118
Inleiding
50% view (50%-weergave)/100% view (100%-weergave) (moirreductie uitgeschakeld)/volledige Pad en bestandsnaam van de opname Geeft de opname op het volledige scherm weer*2 Weergave van selectietekens Verwijdert selectietekens (pag. 18) Selectietekens (pag. 18) Classificatie (Reject/ Afwijzen) (pag. 18) Classificatie (pag. 18) Door de weergegeven opnamen bladeren Hiermee worden de AFpunten weergegeven (pag. 16) Hiermee geeft u het weergavevenster weer (pag. 24) Beeldrotatie (in stappen van 90 graden)
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
*1 U kunt 50% view (50%-weergave)/100% view (100%-weergave) (moirreductie uitgeschakeld) selecteren door [Preferences/ Voorkeuren] in het menu [Tools/Extra] te selecteren en [Quick check tool display/Weergave controlevenster] in het tabblad [View settings/ Weergave-instellingen] te gebruiken. U kunt de weergavepositie in de vergrote weergave ook verplaatsen door de opname te slepen. *2 Druk op de toets <Esc> om terug te keren naar de normale schermweergave.
119
De vergrotingsverhouding van de weergegeven opname Toont/verbergt het raster*4 Opname-informatie (pag. 23) Geeft het kopieerstempelvenster weer (pag. 69 t/m pag. 73 en pag. 103 t/m pag. 107 en pag. 124)
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
Weergavemodus*5 Weergave van de CMYK-simulatie (pag. 82) *4 U kunt de tussenruimten van het raster instellen met [Grid pitch/ Tussenruimte raster] in [Preferences/Voorkeuren] (pag. 80). *5 Het item dat is geselecteerd in [Viewing and saving RAW images/ RAW-opnamen weergeven en opslaan] (pag. 78) van het venster [Preferences/Voorkeuren] wordt weergegeven.
*1 RAW-opnamen worden weergegeven met [RAW]. *2 Geeft de cordinaten van de cursorpositie en de RGB-waarden (8-bits conversie) weer. *3 Geeft in het hoofdvenster geselecteerde opnamen weer. De hier geselecteerde opname is vergroot en wordt rechts weergegeven.
120
Overzicht van de functies in het venster voor het converteren en opslaan van n opname
(pag. 42)
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Opnametypen Type opname Extensie Exif-JPEG .JPG Exif-TIFF 8-bits .TIF TIFF 16-bits .TIF Exif-TIFF 8-bits+Exif-JPEG .TIF/.JPG TIFF 16-bits+Exif-JPEG .TIF/.JPG
Basisbewerkingen
Opslaglocatie
Bestandsnaam Opslaan
JPEG-compressieniveau*3
1 2 3 4 5
Referentie
Formaat wijzigen*4
Index
*1 Het instellingsbereik is 1 t/m 60.000 dpi. *2 Informatie over de kleurruimte (pag. 73 en pag. 82) die in een opname is ingesteld, wordt aan een ICC-profiel toegevoegd. Ook als u het selectieteken verwijdert voor opnamen die zijn ingesteld op de kleurruimte Apple RGB, ColorMatch RGB of Wide Gamut RGB (pag. 73 en pag. 82), worden de ICC-profielen automatisch ingesloten.
*3 Het instellingsbereik is 1 t/m 10. Hoe hoger de numerieke waarde, hoe te hoger de opnamekwaliteit. *4 De hoogste van de twee waarden die zijn ingesteld in [Width/Breedte] en [Height/Hoogte] wordt toegepast op de langste rand van een opname om het formaat ervan aan te passen.
121
Overzicht van de functies in het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek (pag. 38 en pag. 100)
Annuleert alle informatie over het bijsnijdingskader (beeldverhouding) Volledige schermweergave/terugkeren naar normale schermweergave De oorspronkelijke versie van de opname wordt hersteld Verhouding van bijsnijdingskader (u kunt ook numerieke waarden invoeren als u [Custom/ Aangepast] hebt geselecteerd)*1 Cordinaten van de linkerbovenhoek van het bijsnijdingskader (u kunt ook numerieke waarden invoeren) Formaat van het bijsnijdingskader (u kunt ook numerieke waarden invoeren) Hoek van opname aangepast (Sleep de balk, klik met de muis op / of voer numerieke waarden in om een hoek in te stellen) Past het gekopieerde bijsnijdingskader toe op alle andere opnamen*2 Door de weergegeven opnamen bladeren*2 Geeft randen rond een bijsnijdingskader weer Mate van opaciteit buiten een bijsnijdingskader Geeft rasterlijnen weer of verbergt ze (Sleep de balk om de afstand tussen rasterlijnen in te stellen) Geeft het bijsnijdingskader in het midden van het venster weer
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
Bijsnijdingskader
Hiermee kopieert u het bijsnijdingskader en past u dit toe op (plakt dit in) een andere opname*2 Beeldrotatie (in stappen van 90 graden) *2 Kan worden gebruikt als meerdere opnamen zijn geselecteerd en het venster voor bijsnijden/aanpassen hoek wordt weergegeven.
*1 Als u [Free/Vrij] hebt geselecteerd in de keuzelijst [Aspect ratio/ Beeldverhouding], kunt u het bijsnijdingskader ook aanpassen door de randen van het bijsnijdingskader te slepen.
122
Overzicht van de functies in het venster Lens Aberration Correction (Lensaberratie corrigeren)
Wanneer de keuzelijst voor het selecteren van een verlengstuk wordt weergegeven in het venster [Lens aberration correction/Lensaberratie corrigeren], selecteert u het verlengstuk uit de keuzelijst dat is bevestigd op het moment van opname.
(pag. 65)
Inleiding
Voor de correctie van vervorming/aberratie van opnamen die zijn gemaakt met een fisheyeobjectief, kan een van vier effecten worden geselecteerd in de keuzelijst [Effect] naast [Shot settings/Opname-instellingen] wat normaal wordt gebruikt bij vervormingscorrectie.
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
De oorspronkelijke versie van de opname wordt hersteld Schuifregelaar Shooting distance information (Informatie over opnameafstand)*2 (pag. 68) Correctie helderheid randen Chromatische aberratie corrigeren Hiermee corrigeert u blauwe chromatische aberratie Kleurvervaging corrigeren Vervorming corrigeren De positie van de sectie die vergroot wordt weergegeven tonen/verbergen Rasterweergave
1 2 3 4 5
Referentie
Index
Positie voor vergrotingsweergave (Navigatieweergave) *1 Het gebied op de opname waarop u hebt geklikt (Positie voor vergrotingsweergave), wordt weergegeven op 200%.
*2 Bij RAW-opnamen die met een MP-E 65mm f/2.8 1-5x Macro Photo of EF 50mm f/2.5 Compact Macro met Life Size Converter EF zijn gemaakt, verandert de indicatie bij de schuifregelaar in de zoomvergroting.
123
Inleiding
Volledige schermweergave/terugkeren naar normale schermweergave Past stofwisdata toe (pag. 69 en pag. 103) Typen stof die moeten worden gewist (pag. 71 en pag. 105) Geeft de kopieerbron aan (pag. 73 en pag. 107) Zet de positie van de kopieerbron vast (pag. 73 en pag. 107) Stempeltypen (pag. 73 en pag. 107) Hiermee stelt u het stofwisbereik (pag. 71 en pag. 105) of het kopieerbereik (pag. 73 en pag. 107) in op een waarde tussen 5 en 100 (in eenheden van n pixel) (u kunt ook een numerieke waarde invoeren) Herstellen/opnieuw uitvoeren Kopieert het stofwisbereik of het kopieerbereik en past dit toe op (plakt dit in) een andere opname Door de weergegeven opnamen bladeren*
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
* Kan worden gebruikt als meerdere opnamen zijn geselecteerd en het kopieerstempelvenster wordt weergegeven.
124
Overzicht van de functies in het venster voor het converteren en opslaan van meerdere opnamen (batchverwerking)
Namen van de opnamebestanden die in een batch moeten worden opgeslagen ICC-profielen insluiten*2 (pag. 127) Resolutie*1 Formaat wijzigen*4 Opslaglocatie Opnametypen
(pag. 88)
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Type opname Extensie Exif-JPEG .JPG Exif-TIFF 8-bits .TIF TIFF 16-bits .TIF Exif-TIFF 8-bits+Exif-JPEG .TIF/.JPG TIFF 16-bits+Exif-JPEG .TIF/.JPG JPEG-compressieniveau*3
Basisbewerkingen
Bestandsnaam
JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
In een batch overbrengen naar andere beeldbewerkingssoftware (pag. 89) Alleen RAW-opnamen worden geconverteerd*5 *1 Het instellingsbereik is 1 t/m 60.000 dpi. *2 Informatie over de kleurruimte (pag. 73 en pag. 82) die in een opname is ingesteld, wordt aan een ICC-profiel toegevoegd. Ook als u het selectieteken verwijdert voor opnamen die zijn ingesteld op de kleurruimte Apple RGB, ColorMatch RGB of Wide Gamut RGB (pag. 73 en pag. 82), worden de ICC-profielen automatisch ingesloten.
Referentie
Opslaan *3 Het instellingsbereik is 1 t/m 10. Hoe hoger de numerieke waarde, hoe te hoger de opnamekwaliteit. *4 De hoogste van de twee waarden die zijn ingesteld in [Width/Breedte] en [Height/Hoogte] wordt toegepast op de langste rand van een opname om het formaat ervan aan te passen. *5 Wordt weergegeven wanneer u op de knop [Batch process/Batch verwerken] (pag. 112 en pag. 120) klikt zonder dat een opname is geselecteerd in het hoofdvenster of het beeldbewerkingsvenster. Als u alleen RAW-opnamen wilt converteren, kunt u op deze knop klikken in plaats van op de knop [Execute/Uitvoeren].
Index
125
(pag. 90)
Inleiding
Volgorde waarin opnamen worden gesorteerd Schakel het selectievakje in om dezelfde naam toe te passen op gelijktijdig vastgelegde RAW- en JPEG-opnamen Schakel het selectievakje in om de opnamen te kopiren Klik op de knop [Browse/ Bladeren] en geef op waar u de opnamen wilt opslaan
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
126
Verklarende woordenlijst
RAW-opname
RAW-opnamen die zijn gemaakt met EOS DIGITAL-camera's, worden vastgelegd in een niet-gecomprimeerde 14-bits of 12-bits indeling. Aangezien RAW-opnamen speciale, niet-ontwikkelde opnamen zijn, hebt u software met ontwikkelingsfuncties, zoals DPP, nodig om deze opnamen weer te geven. Niet-ontwikkelde RAW-opnamen hebben als voordeel dat u een groot aantal aanpassingen in deze opnamen kunt maken, waarbij vrijwel geen kwaliteitsverlies in de opnamen optreedt. * 'RAW' betekent 'in natuurlijke vorm' of 'niet verwerkt of verfijnd'.
Bitwaarde
Binaire eenheid voor het gegevensvolume in de kleur van een opname. Met de waarde wordt het aantal bits per pixel aangegeven. Hoe groter het aantal bits, hoe geleidelijker de overgang tussen de kleuren en de gradaties. Een 1-bits opname is een zwart-witopname.
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Kleurbeheersystemen (kleurovereenstemming)
Op elke digitale camera waarmee opnamen worden vastgelegd, elk beeldscherm waarop opnamen worden weergegeven en elke printer waarop opnamen worden afgedrukt, worden kleuren op een verschillende manier gecreerd. Daarom kan er een verschil zijn tussen de kleur van een opname waneer deze wordt bekeken op een monitor en wanneer deze wordt afgedrukt. Een kleurbeheersysteem is een systeem waarmee kleuren worden beheerd en zo beter op elkaar worden afgestemd. Met DPP kunt u kleuren op verschillende apparaten beter op elkaar afstemmen met behulp van ICC-profielen op de verschillende apparaten.
Basisbewerkingen
JPEG-opname
De meest algemene opname in niet-omkeerbare, gecomprimeerde 8-bits indeling. Een JPEG-opname wordt met een hoog compressieniveau opgeslagen zodat de bestanden klein zijn, zelfs wanneer sprake is van opnamegegevens met een groot aantal pixels. Tijdens het opslaan en comprimeren wordt een deel van de gegevens verwijderd, waardoor de bestanden kleiner worden. Dit betekent echter wel dat de kwaliteit van de opname bij elke bewerking of opslaghandeling afneemt. Met DPP worden alleen de receptgegevens aangepast en de opname zelf wordt niet overschreven of gecomprimeerd. De kwaliteit van het origineel neemt dus niet af, zelfs niet als u de opname verschillende malen bewerkt en opslaat. * JPEG is een afkorting van 'Joint Photographic Experts Group'.
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
ICC-profielen
ICC-profielen zijn bestanden die kleurgegevens bevatten, zoals de kleureigenschappen en de kleurruimte van verschillende apparaten, die zijn ingesteld door het ICC (International Color Consortium). Vrijwel alle apparaten, zoals het beeldscherm waarmee opnamen worden weergegeven of de printer waarmee opnamen worden afgedrukt, kunnen worden beheerd (kleurbeheer) met behulp van deze ICCprofielen. De kleuren op de verschillende apparaten kunnen zo nauwkeuriger op elkaar worden afgestemd. DPP beschikt over kleurbeheer waarin deze ICC-profielen worden gebruikt.
1 2 3 4 5
TIFF-opname
Dit is een bitmapopname in een niet-gecomprimeerde 8-bits/16-bits indeling. Aangezien TIFF-opnamen niet worden gecomprimeerd, blijft bij het opslaan van deze opnamen de hoge kwaliteit van het origineel behouden. * TIFF is een afkorting van 'Tagged Image File Format'.
Referentie
Index
Kleurtooncurve
Een kleurtooncurve geeft de waarden vr aanpassing aan (invoer) als de horizontale as van een grafiek en de waarden na aanpassing (uitvoer) als de verticale as. Omdat de waarden vr aanpassing en na aanpassing gelijk zijn als nog geen aanpassingen zijn uitgevoerd, wordt de kleurtooncurve weergegeven als een rechte lijn die van links onder naar rechts boven in de grafiek loopt. Door deze kleurtooncurve te wijzigen, kunt u de helderheid, het contrast en de kleur van een opname in detail aanpassen. Hoe verder naar rechts op de horizontale as, hoe hoger de plus-waarde, en hoe hoger op de verticale as, hoe hoger de plus-waarde.
Recept
Voor de 'gegevens over de beeldverwerkingsinstellingen' die kunnen worden bewerkt in DPP, wordt de term 'recept' gebruikt. In DPP kunt u JPEG- en TIFF-opnamen bewerken die net als RAWopnamen een 'recept' gebruiken.
127
Kleurruimte
Een kleurruimte is een reproduceerbare kleurenreeks (kenmerken van een kleurenspectrum). DPP ondersteunt de onderstaande vijf soorten kleurruimten. sRGB: Standaardkleurruimte voor Windows. Wordt algemeen gebruikt voor de standaardkleurruimte van beeldschermen, digitale camera's en scanners. Adobe RGB: Een bredere kleurruimte dan sRGB. Wordt hoofdzakelijk gebruikt voor het afdrukken in een bedrijfsomgeving. Apple RGB: Standaardkleurruimte voor Macintosh. Een kleurruimte die iets breder is dan sRGB. ColorMatch RGB: Een kleurruimte die iets breder is dan sRGB. Wordt hoofdzakelijk gebruikt voor het afdrukken in een bedrijfsomgeving. Wide Gamut RGB: Een kleurruimte die breder is dan Adobe RGB. Raadpleeg het onderstaande kleurdiagram voor het kleurgebied van elke kleurruimte.
CMYK-simulatieprofielen
Een profiel dat kleuren simuleert wanneer wordt afgedrukt in een CMYK-omgeving (afdrukapparaat, enzovoort). Met DPP kunt u kleuren simuleren met vier profieltypen. Profiel dat normaal wordt gebruikt voor het drukken Euro Standard: van boeken in Europa; geschikt voor simulatie van afdrukken volgens de Europese norm. JMPA: Profiel dat normaal wordt gebruikt voor het drukken van onder andere boeken in Japan; geschikt voor simulatie van het in kleur afdrukken van tijdschriftreclame volgens de Japanse norm. U.S.Web Coated: Profiel dat normaal wordt gebruikt voor het drukken van boeken in Noord-Amerika; geschikt voor simulatie van afdrukken volgens de Noord-Amerikaanse norm. JapanColor2001 type3: Profiel dat zich ontwikkelt tot de meest gebruikte norm voor afdrukken in Japan; geschikt voor simulatie van afdrukken volgens de JapanColor-norm.
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Rendering intent
Rendering intents zijn methoden voor het omzetten van kleuren bij het afdrukken van een opname. De omzetmethode van elke rendering intent wordt hieronder beschreven. Perceptual (Volgens waarneming): Voor en na het converteren worden alle kleuren geconverteerd om de verhouding tussen kleuren te handhaven. Zelfs als kleuren in enige mate zijn gewijzigd, kunt u een opname afdrukken die er natuurlijk uitziet en waarvan de kleurverhoudingen behouden zijn gebleven. Afhankelijk van de opname wordt de verzadiging echter mogelijk in de hele opname gewijzigd. Relative Colorimetric (Relatief colorimetrisch): Er is geen sprake van een grote conversie bij kleuren die voor en na het converteren niet veel van elkaar afwijken, maar kleuren die niet op elkaar lijken worden naar ratio geconverteerd. Omdat er weinig wijzigingen worden aangebracht aan kleuren die op elkaar lijken en waaruit het grootste deel van een opname bestaat, kunt u een opname afdrukken die er natuurlijk uitziet en waarvan de verzadiging niet in hoge mate is gewijzigd. Afhankelijk van de opname zijn er echter gevallen waarin de algemene kleurtoon van een opname in enige mate wordt gewijzigd, aangezien de kleuren en lichte delen die niet op elkaar lijken worden gewijzigd.
1 2 3 4 5
Referentie
Index
sRGB Adobe RGB Apple RGB ColorMatch RGB Wide Gamut RGB
Wit punt (kleurtemperatuur) 6500 K (D65) 6500 K (D65) 6500 K (D65) 5000 K (D50) 5000 K (D50)
128
Index
A
Aanpassen (JPEG- of TIFF-opname) Automatische aanpassing (Tone Curve Assist/Kleurtooncurvehulp) ..... 93 Automatische witbalanscorrectie.................................................. 95 Contrast........................................................................................ 94 Dynamisch bereik ......................................................................... 98 Helderheid .................................................................................... 94 Scherpte ....................................................................................... 96 Tabblad RGB van het toolpalet .................................................. 116 Tint ............................................................................................... 96 Tone Curve Adjustment (Aanpassing kleurtooncurve)................. 97 Verzadiging .................................................................................. 96 Aanpassen (RAW-opname) Aanpassingen kopiren................................................................ 86 Aanpassingen opslaan ................................................................. 86 Aanpassingen toepassen ............................................................. 86 Automatische aanpassing (Tone Curve Assist/Kleurtooncurvehulp) ..... 33 Automatische witbalanscorrectie.................................................. 28 Beeldstijl ....................................................................................... 26 Beeldstijlbestand .......................................................................... 59 Contrast........................................................................................ 29 Dynamisch bereik ......................................................................... 57 Filtereffect..................................................................................... 30 Helderheid .................................................................................... 26 Helderheid van lichte delen .......................................................... 57 Helderheid van schaduwen .......................................................... 57 Kleurenwiel................................................................................... 56 Kleurtemperatuur.......................................................................... 56 Kleurtoon ...................................................................................... 29 Monochroom ................................................................................ 30 Persoonlijke witbalans.................................................................. 87 Tabblad RAW van het toolpalet.................................................. 116 Tone Curve Adjustment (Aanpassing kleurtooncurve)................. 58 Toningeffect.................................................................................. 30 Toolpalet............................................................................. 116, 117 Verzadiging .................................................................................. 29 Witbalans...................................................................................... 27 Aanpassen van JPEG-opnamen......................................................... 92 Aanpassen van RAW-opnamen.......................................................... 25 Aanpassen van TIFF-opnamen .......................................................... 92 Aanpassingsgegevens (recept) .................................................. 85, 127 Adobe RGB....................................................................................... 128 Afdrukken Afdrukken met Canon-inkjetprinters........................................ 43, 46 Afdrukken met Easy-PhotoPrint .................................................... 46 Afdrukken met Easy-PhotoPrint EX .............................................. 43 Afdrukken met Easy-PhotoPrint Pro ............................................. 76 Afdrukken met een printer voor grote formaten van Canon .......... 77 Afdrukken met een professionele Canon-printer .......................... 76 Afdrukken met opname-informatie (detailinstellingen voor afdrukken) ..................................................................................... 74 Afdrukken met printer van een ander merk dan Canon ................ 49 Afdrukken op n vel papier ................................................... 14, 49 Lijst met miniaturen afdrukken (afdrukken op n vel) ................. 75 Rendering intents bij het gebruik van Easy-PhotoPrint........... 82, 83 Afdrukken met Canon-inkjetprinters .............................................. 43, 46 Afdrukken met Easy-PhotoPrint .......................................................... 46 Afdrukken met Easy-PhotoPrint EX..................................................... 43 Afdrukken met Easy-PhotoPrint Pro.................................................... 76 Afdrukken met een printer van een ander merk dan Canon................ 49 Afdrukken met een printer voor grote formaten van Canon ................ 77 Afdrukken met een professionele Canon-printer ................................. 76 Afdrukken met opname-informatie (detailinstellingen voor afdrukken) ...... 74 Afdrukken op n vel (lijst met miniaturen afdrukken)......................... 75 Afdrukken op n vel papier.......................................................... 14, 49 Afdrukken van een lijst met miniaturen (afdrukken op n vel)........... 75 Apple RGB......................................................................................... 128 Auto Lighting Optimizer (Auto optimalisatie helderheid)...................... 61 Automatisch stof wissen ................................................ 69, 70, 103, 104 Automatische aanpassing (Tone Curve Assist/Kleurtooncurvehulp)....................................... 33, 93 Automatische witbalanscorrectie ................................................... 28, 95
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
1 2 3 4 5
Referentie
Index
B
Batch settings (Batchinstellingen), venster............................ 88, 89, 125 Batchgewijs converteren/opslaan van opnamen (batchverwerking)...... 88 Batchgewijs overbrengen van opnamen ............................................. 89 Batchverwerking (JPEG- en TIFF-opnamen in een batch opslaan) .................................................................. 88, 125 Batchverwerking van meerdere opnamen Bestandsnaam wijzigen ................................................................ 90 Converteren/opslaan (batchverwerking) ............................... 88, 125
129
Overbrengen ................................................................................ 89 Persoonlijke witbalans.................................................................. 87 Receptgegevens .......................................................................... 85 Beeldbewerkingsvenster............................................................. 34, 120 Beeldstijl.............................................................................................. 26 Beeldstijlbestand................................................................................. 59 Belicht gebied, waarschuwing............................................................. 55 Bestandsnaam wijzigen ...................................................................... 90 Bestandsnamen wijzigen van de opnamen in de volgorde in het hoofdvenster...................................................... 90 Aanpassen Bewerken .......................................................................................... 129 Bewerkingsvenster...................................................................... 11, 115 Bijsnijden/aanpassen hoek, venster voor ........................... 38, 100, 122 Bitwaarde .......................................................................................... 127 Bladwijzer............................................................................................ 51
Downloaden van opnamen van een camera ......................................... 7 DPP afsluiten....................................................................................... 14 DPP starten ........................................................................................... 6 Dynamisch bereik .......................................................................... 57, 98
Inleiding
Inhoudsoverzicht
E
Een opname bijsnijden en de hoek ervan aanpassen................. 38, 100 EOS Utility ............................................................................................. 7
Basisbewerkingen
F
Filtereffect............................................................................................ 30 Folder (Map), venster .................................................................... 6, 112
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
G
General Settings (Algemene instellingen) (voorkeuren)...................... 78
H
Handmatig stof wissen (reparatiefunctie) .................................... 71, 105 Helderheid ..................................................................................... 26, 94 Helderheid randen corrigeren.............................................................. 65 Voorblad Help ....................................................................................................... 0 Hoofdvenster ............................................................................... 10, 112
C
Camera's die compatibel zijn met de functie voor het corrigeren van lensaberratie ......................................................... 63 Chromatische aberratie corrigeren ..................................................... 65 Classificatie........................................................................... 18, 19, 119 CMYK-simulatie .................................................................... 82, 83, 128 Collection (Collectie), venster ................................................. 6, 36, 113 Color Management (Kleurbeheer) (voorkeuren) ................................. 82 ColorMatch RGB............................................................................... 128 Contrast ........................................................................................ 29, 94 Controlevenster........................................................................... 16, 119 Converteren naar JPEG- of TIFF-opname en opslaan ..... 42, 88, 121, 125 Converteren/opslaan van n opname, venster voor ................. 42, 121 Corrigeren van opnamen (kopieerstempelfunctie)...................... 73, 107
I
ICC-profielen ..................................................................................... 127
J
JPEG-opname ................................................................................... 127
1 2 3 4 5
K
Kleurbeheer (kleurovereenstemming) ............................................... 127 ICC-profielen ............................................................................... 127 Kleurinstelling van de printer (profielen) ................................. 82, 83 Kleurinstelling van het beeldscherm (profielen) ............................ 82 Kleurruimte.................................................................................. 128 Kleurdiagram ..................................................................................... 128 Kleurenwiel .......................................................................................... 56 Kleurinstelling van de printer (profielen) ........................................ 82, 83 Kleurinstelling van het beeldscherm (profielen)................................... 82 Kleurruimte ........................................................................................ 128 Adobe RGB ................................................................................. 128 Apple RGB .................................................................................. 128 ColorMatch RGB ......................................................................... 128
Referentie
Index
D
De naam van opnamebestanden in een batch wijzigen ..................... 90 Detailinstellingen voor afdrukken (afdrukken met opname-informatie)........ 74 Downloaden van een opname naar uw computer Downloaden van opnamen met een kaartlezer.............................. 9 Downloaden van opnamen van een camera.................................. 7 Downloaden van opnamen ................................................................... 7 Downloaden van opnamen met een kaartlezer .................................... 9
130
Kleurruimte instellen voor elke opname ....................................... 73 sRGB.......................................................................................... 128 Standaardinstelling van kleurruimte ............................................. 82 Standaardinstelling voor kleurruimte ............................................ 82 Wide Gamut RGB....................................................................... 128 Kleurruimte die wordt gebruikt ............................................................ 73 Kleurruimte instellen voor elke opname.............................................. 73 Kleurtemperatuur ................................................................................ 56 Kleurtoon............................................................................................. 29 Kleurtooncurve.................................................................................. 127 Kleurtoonruisreductie (JPEG- en TIFF-opnamen) .............................. 99 Kleurtoonruisreductie (RAW-opnamen) .............................................. 62 Kleurvervaging corrigeren................................................................... 65 Kopieerstempel (opnamen corrigeren) ....................................... 73, 107 Kopieerstempelvenster ......................................... 69, 71, 103, 105, 124 Kopiren en plakken (toepassen) van recepten ................................. 86 Kwaliteit van een opname verbeteren (hoofdvenster) ........................ 23
N
Naamwijzigingsvenster................................................................ 90, 126 NR Preview (Ruisreductievoorbeeld), venster....................... 62, 99, 118 NR/Lens/ALO (Ruisreductie/lens/ALO), tabblad in toolpalet ............. 117
Inleiding
Inhoudsoverzicht
O
Objectieven die compatibel zijn met de functie voor het corrigeren van lensaberratie.......................................................... 63 Ondersteunde opnamen........................................................................ 3 Onscherp masker ................................................................................ 32 Opnamekader, informatie over (tekens in opname) .......................... 114 Opnamekwaliteit Kwaliteit van een opname verbeteren (hoofdvenster) .................. 23 RAW-opnamen weergeven en opslaan .................................. 78, 79 Ruisreductie in een JPEG-opname (luminantieruis, kleurtoonruis) ....................................................... 99 Ruisreductie in een RAW-opname (luminantieruis, kleurtoonruis) ....... 62 Standaardinstellingen voor ruisreductie ........................................ 81 Valse kleuren reduceren ......................................................... 78, 79 Opnamen downloaden naar uw computer............................................. 7 Opnamen in een batch overbrengen naar beeldbewerkingssoftware .................................................................... 89 Opnamen sorteren Classificaties ........................................................................... 18, 19 Opnieuw aanpassen van een opname ........................................ 43, 108 Opnieuw bewerken van een opname .......................................... 43, 108 Opslaan Converteren naar JPEG- of TIFF-opnamen en opslaan ....... 42, 121 JPEG- of TIFF-opname opslaan als aparte opname .................. 108 Opnamen in een batch converteren/opslaan (batchverwerking)....... 88, 125 Opslaan................................................................................. 41, 107 Opslaan als ........................................................................... 41, 107 RAW-opnamen weergeven en opslaan .................................. 78, 79 Opslaan als.................................................................................. 41, 107 Opslaan van recepten ......................................................................... 86 Ordenen van opnamen........................................................................ 49 Mappen als bladwijzers vastleggen .............................................. 51 Mappen maken ............................................................................. 50 Mappen verplaatsen of kopiren................................................... 51
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
L
Laden en plakken (toepassen) van recepten...................................... 86 Lens Aberration Correction (Lensaberratie corrigeren), venster...... 65, 123 Lensaberratie corrigeren..................................................................... 63 Lineair ................................................................................................. 29 Luminantieruisreductie (JPEG- en TIFF-opnamen) ............................ 99 Luminantieruisreductie (RAW-opnamen)............................................ 62
1 2 3 4 5
M
Mappen als bladwijzers vastleggen .................................................... 51 Mappen maken ................................................................................... 50 Miniatuurweergave (hoofdvenster) ............................................. 10, 112 Weergave aanpassen .................................................................. 10 Miniatuurweergave en vergrote weergave (beeldbewerkingsvenster)................................................................... 34 Miniatuurweergave van opnamen (hoofdvenster)............................... 10 Weergave aanpassen .................................................................. 10 Monochrome (Monochroom)............................................................... 30 Monochroom Filtereffect..................................................................................... 30 Toningeffect.................................................................................. 30
Referentie
Index
131
Opnamen verplaatsen of kopiren ............................................... Opnamen verwijderen .................................................................. Overbrengen Opnamen in een batch overbrengen naar beeldbewerkingssoftware............................................................. Opnamen overbrengen naar Photoshop ...................................... Overbrengen van opnamen naar Photoshop......................................
50 49 89 73 73
P
Persoonlijke witbalans ........................................................................ 87
Automatisch stof wissen ....................................................... 69, 103 Handmatig stof wissen (reparatiefunctie).............................. 71, 105 Opname corrigeren (kopieerstempelfunctie)......................... 73, 107 Stofwisdata .................................................................... 69, 70, 103, 104 Synchronisatie (bewerkingsvenster).................................................... 54 Synchroniseren van bewerkingsvensters ............................................ 54 Synchroniseren van opnamen............................................................. 54 Systeemvereisten .................................................................................. 3
Inleiding
Inhoudsoverzicht
Basisbewerkingen
T
Tekens in opname (informatie over opnamekader)........................... 114 TIFF-opname..................................................................................... 127 Tint....................................................................................................... 96 Tone Curve Adjustment (Aanpassing kleurtooncurve) .................. 58, 97 Tone Curve Assist (Kleurtooncurvehulp) (automatische aanpassing) ........................................................... 33, 93 Toningeffect......................................................................................... 30 Tool Palette (Toolpalet) (voorkeuren).................................................. 81 Toolpalet Tabblad NR/Lens/ALO (Ruisreductie/lens/ALO) van het toolpalet.......................................................................... 117 Tabblad RAW van het toolpalet .................................................. 116 Tabblad RGB van het toolpalet ................................................... 116
R
Rangschikken van opnamen......................................................... 20, 21 RAW-opname ................................................................................... 127 RAW-tabblad van het toolpalet ......................................................... 116 Recept......................................................................................... 85, 127 Receptbestand.................................................................................... 85 Rendering intent (aanpassingsmethode) .......................................... 128 Rendering intents bij het gebruik van Easy-PhotoPrint .......... 82, 83 Rendering intents bij het gebruik van Easy-PhotoPrint................. 82, 83 Repareren (handmatig stof wissen) ............................................ 71, 105 RGB-tabblad van het toolpalet.......................................................... 116 Roteren van opnamen .................................. 10, 25, 112, 113, 119, 120 Ruisreductie (JPEG- of TIFF-opname) ............................................... 99 Ruisreductie (RAW-opname) .............................................................. 62 Ruisreductie in een JPEG-opname (luminantieruis, kleurtoonruis)....... 99 Ruisreductie in een RAW-opname (luminantieruis, kleurtoonruis)........ 62
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
V
Valse kleuren reduceren................................................................ 78, 79 Vergelijkingsfunctie, weergave met ..................................................... 53 Vergrote weergave (bewerkingsvenster)..................................... 11, 115 Vergrote weergave (controlevenster) ................................................ 119 Verplaatsen of kopiren van mappen.................................................. 51 Verplaatsen of kopiren van opnamen................................................ 50 Vervorming corrigeren ......................................................................... 65 Verwijderen Opnamen verwijderen ................................................................... 49 Software verwijderen .................................................................. 111 Verwijderen van DPP (installatie ongedaan maken) ......................... 111 Verwijderen van opnamen................................................................... 49 Verzadiging.................................................................................... 29, 96 View Settings (Weergave-instellingen) (voorkeuren) .......................... 80
1 2 3 4 5
Referentie
S
Schaduwgebied, waarschuwing.......................................................... 55 Scherpte........................................................................................ 31, 96 Selecteren van opnamen ........................................................ 10, 16, 34 Selectieteken ................................................................ 18, 19, 114, 119 Voorblad Sneltoetsen ........................................................................................... 0 Sorteren van opnamen Selectietekens ........................................................................ 18, 19 sRGB ................................................................................................ 128 Standaardinstelling voor kleurruimte................................................... 82 Standaardinstellingen voor ruisreductie.............................................. 81 Stof wissen
Index
132
Voorkeuren ......................................................................................... Color Management (Kleurbeheer)................................................ General Settings (Algemene instellingen) .................................... Tool Palette (Toolpalet) ................................................................ View Settings (Weergave-instellingen).........................................
78 82 78 81 80
Inleiding
Inhoudsoverzicht
W
Weergave Bewerkingsvenster synchroniseren.............................................. 54 Miniatuurweergave (hoofdvenster)....................................... 10, 112 Miniatuurweergave en vergrote weergave (beeldbewerkingsvenster) .................................................... 34, 120 Vergrote weergave (bewerkingsvenster).............................. 11, 115 Vergrote weergave (controlevenster) ................................... 16, 119 Weergave als n opname .......................................................... 22 Weergave met opname-informatie ......................................... 10, 23 Weergave met vergelijkingsfunctie............................................... 53 Weergave als n opname ................................................................. 22 Weergave met opname-informatie................................................ 10, 23 Weergave van opnamen met opname-informatie......................... 10, 23 Weergave van RAW- en JPEG-opname als n opname .................. 22 Wide Gamut RGB ............................................................................. 128 Witbalans ............................................................................................ 27 Automatische witbalanscorrectie............................................ 28, 95 Kleurenwiel................................................................................... 56 Kleurtemperatuur.......................................................................... 56 Persoonlijke witbalans.................................................................. 87 Witbalans in een batch toepassen op opnamen (persoonlijke witbalans) ...................................................................... 87
Basisbewerkingen
Geavanceerde bewerkingen Geavanceerde beeldbewerkingen en afdrukken Grote aantallen opnamen verwerken JPEG/TIFFopnamen bewerken
Handelsmerken
Microsoft en Windows zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/ of andere landen. Adobe en Photoshop zijn handelsmerken of geregistreerd handelsmerken van Adobe Systems Incorporated in de Verenigde Staten en/of andere landen. Overige namen en producten die hierboven niet worden vermeld, kunnen handelsmerken of geregistreerde handelsmerken zijn van hun respectieve ondernemingen.
1 2 3 4 5
Referentie
Index
133