You are on page 1of 14

Tel.

: 461-1210 Fax: 461-5422

Newsletter
VERENIGING BEDRIJFSLEVEN CURAAO NEWSLETTER OKTOBER 2013 1.EDITORIAL 2.ECONOMIE Begroting Curaao 2014 Overheidsinvesteringen periode 2014-2017 3.RAPPORTEN Resultaten Conjunctuur enqute 1ste helft 2013 Inwerkingtreding privacy wetgeving 4.(Nieuwe) wetgeving 5.ECONOMISCHE INDICATOREN

1.EDITORIAL
Op de vraag hoe de Curaaose economie er anno oktober 2013 voor staat zijn de meningen verdeeld. De visie van de Minister van Economische ontwikkeling is dat de verwachte economische krimp voor dit jaar ten positieve bijgesteld kan worden naar 0,9% in plaatst van de eerder geraamde 2,2%. Weliswaar is nog steeds sprake van een krimp maar minder erg. Deze relatieve verbetering van een negatieve situatie vormt voor de minister aanleiding om positief te zijn. Het valt mee en het gaat de goede kant op met de economie. De groei van de export ( toerisme en containers met goederen) vormt volgens de minister de hoofdreden van de vermindering van de krimp. Op basis van onder meer de volgende ontwikkelingen en feiten zijn anderen echter van mening dat de Minister een tikkeltje te optimistisch is. - In de afgelopen 5 jaar was er sprake van een gemiddelde jaarlijkse rele economische groei van 0,5%, terwijl voor 2013en 2014 een krimp worden verwacht (vide nota van Financin begroting 2014); - Uit de conjunctuurenqute 1ste helft 2013 van het CBS blijkt dat de afnemende trend van investeringen, omzetten en resultaten in de private sector zich voortzet en verergerd. - De werkeloosheid en verlies aan arbeidsplaatsen is aan het toenemen. - Het aantal bezoekende toeristen is weliswaar toegenomen maar er zijn tegelijkertijd indicaties dat (grote) hotels in de gevaren zone dreigen te komen dan wel al in zijn beland ( perikelen Rif Resort, Kura Hulanda, vertrek Hyatt).

Het vertrouwen in de economie en toekomst is volgens het CBS aan het verbeteren echter is blijkbaar nog niet op het punt beland waar (private) investeerders op grote schaal overgaan tot het plegen van investeringen.

Het dispuut over de staat van de Curaaose economie heeft op deze wijze veel weg van de eeuwige discussie over een voor de helft gevuld glas: is het half vol of half leeg? Afhankelijk van hoe men tegen de economie aankijkt is er sprake van een optimistische dan wel een pessimistische ontwikkeling. Om uit deze impasse te geraken is het wellicht aan te raden om met een realistische blik naar de economie te kijken. Al gauw zal blijken wat wel of niet goed is en waar verbetering aangebracht moet worden. Enkele voorbeelden: - Een gemiddelde jaarlijkse economische groei van 0,5% is volgens internationale bench marks laag en niet genoeg om de grote financile en sociaaleconomische vraagstukken effectief op te lossen. Het streven zal dan ook gericht moeten zijn op vergroten van de groei d.w.z. bevorderen investeringen en weghalen van barrires die deze belemmeren. - Langer dan een jaar wachten op een vergunning, deze vervolgens met terugwerkende kracht krijgen, doch trachten om de inherent aan de vergunning behorende voordelen niet te verstrekken ( kwestie CTEX) kan de internationale toets van efficint handelen en rechtszekerheid niet doorstaan. - Niet verwacht kan worden dat sprake zal zijn van snel toenemend vertrouwen in de economie en toekomst indien sprake is van grote regeer instabiliteit (o.a. 5 kabinetten in een periode van 4 jaar). - De ontwikkelingen binnen het toerisme, nota bene onze grootste groeisector, waarbij grote hotels met problemen worden geconfronteerd dient reden te zijn voor grote bezorgdheid. Door realistisch en rationeel naar deze vraagstukken te kijken en dienovereenkomstig met de geigende maatregelen hierna te handelen kan de discussie over een halfvol glas worden vermeden. De economie van Curaao zal hiervan baat hebben.

2.ECONOMIE Begroting Curacao 2014


Algemeen wordt aangenomen dat de begroting n van de belangrijkste beleidsdocumenten is van het land. De begroting is de integrale financile vertaling van de beleidsvoornemens van de Regering voor het begrotingsjaar en de daarop volgende jaren. Gezien het belang van de begroting is het zaak dat deze een volledig en getrouw beeld geeft van de inkomsten en uitgaven en voldoet aan de financile normen. Daarnaast dient de begroting goed onderbouwd te zijn en inzicht te verschaffen in de (toekomstige) ontwikkeling van de overheidsfinancin. 2

De door de Regering van Curaao bij de Staten ingediende begroting van het jaar 2014 laat het volgend beeld zien:

Bron: Begroting Curaao 2014

De begroting 2014 sluit af met een nul saldo. Zowel de gewone als kapitaaldienst zijn elk afzonderlijk in evenwicht. Ook meerjarig is de begroting in evenwicht. Volgens de Regering is dit evenwicht te danken aan een doorgevoerde saneringsstrategie (cold turkey) gericht op het wegwerken van tekorten. Door dit beleid is de situatie in de overheidsfinancin (sterk) verbeterd, zodanig dat 4 van de 6 onderdelen van de Aanwijzing van de Rijksministerraad zijn gelimineerd waardoor het groene licht verkregen is om leningen aan te gaan, wat ook heeft plaatsgevonden. Dit optreden heeft volgens de Regering ook ervoor gezorgd dat Standard & Poors de rating van Curaao heeft gehandhaafd en de vooruitzichten heeft omgezet van negatief in stabiel. Hieronder volgt een break-down van de gewone dienst van begroting: Baten: In de periode 2014-2017 is er sprake van toename van de baten a.g.v. toename van de indirecte belastingen vooral de OB en grondbelasting en de niet belastingopbrengsten ( deelnemingen en dividenden). De directe belastingen vertonen een daling a.g.v. geplande lastenverlichting in de IB in 2015 ( ANG 40 mln.) en 2016 ( 40 mln.) en in de WB in 2016 ( 15 mln.). Lasten: De posten personeelskosten, interest, afschrijvingen en sociale zekerheid vertonen in de periode 2014-2017 een stijging. Bij de andere posten is sprake van stabilisatie en daling. Met name is de ontwikkeling van de post personeelslasten opvallend omdat volgens de planning het aantal werknemers in de publieke sector zal afnemen (vide onderstaande tabel )

Uitsplitsing belastingopbrengsten:

Bron:Begroting Curaao 2014

Kapitaaldienst: De uitsplitsing van de kapitaaldienst ziet er als volgt uit:

Uit bovenstaande tabel blijkt dat voor de periode 2014 - 2017 voor in totaal ongeveer ANG 743 mln gereserveerd is voor investeringen.

Waaraan worden de belastinggelden besteed?

Bron: Begroting Curaao 2014

Uit bovenstaande tabel kan worden afgeleid dat de ministeries van Onderwijs/ Wetenschap/ Cultuur en Sport, Gezondheidszorg/Milieu en Natuur en Justitie de grootste ministeries zijn. Gezamenlijk gaat meer dan 50% van de totale begroting naar deze ministeries. De ministeries Financin en Bestuur/Planning en Dienstverlening opereren overheid breed d.w.z. dat een deel van hun middelen ook aangewend moeten worden voor andere ministeries. Indien het uitgaven categorie criterium wordt gehanteerd dan blijkt dat bijna 75% van de begroting besteed wordt aan de volgende categorien: - Beloning personeel; - Overdrachten; - Sociale Zekerheid Redactioneel commentaar: Het is uiteraard een goede zaak dat de regering ernaar streeft om tot een situatie van duurzame gezonde overheidsfinancin te komen. Het realiseren van evenwicht op de begroting is hierbij een minimaal vereiste. Op papier is inderdaad sprake dat deze situatie in 2014 gerealiseerd zal worden echter papier is geduldig. Immers de begrotingen van voorgaande jaren vertoonden allen op papier eveneens evenwicht, echter in werkelijkheid was er zowel in 2010, 2011, 2012 sprake van tekorten. Hopelijk wordt in 2013 deze trend doorbroken en resulteren dat de begin dit jaar ingevoerde lastenverzwarende maatregelen zullen leiden tot evenwicht respectievelijk overschot op de begroting en dat deze ontwikkeling zich in de daarop volgende jaren continueert. De VBC deelt de zorgen van de Raad van Advies met betrekking tot de risicos welke de begroting 2014 omvat ten aanzien van onder meer het onderwijs gebeuren, het sociale zekerheidsstelsel ( reparatiewetgeving), kapitaalinvesteringen en exploitatielasten, bouw 6

nieuw hospitaal, het SONA vraagstuk, het dividendbeleid overheidsbedrijven en bezuinigen op personeelslasten. Verder is het onduidelijk hoe de begrotingstekorten van de afgelopen jaren gecompenseerd gaan worden. Conform gemaakte afspraak dient dit uiterlijk in 2015 plaats te vinden. Een van de groot ste risicos betreft echter het achterblijven van duurzame economische groei. Weliswaar zijn de verwachte economische krimpcijfers ten positieve bijgesteld (minder krimp dan oorspronkelijk was berekend) echter het is nog niet duidelijk of het vertrouwen voldoende hersteld is zodat private investeerders bereid zijn om op grote schaal economische activiteiten te ontplooien. Vooralsnog wijzen de indicaties dat dit nog onvoldoende het geval is waardoor (private) investeerders nog de kat uit de boom kijken en een afwachtende houding aannemen. Economische groei is echter noodzakelijk om gezonde overheidsfinancin te kunnen realiseren.

Overheidsinvesteringen periode 2014 -2017


In de begroting 2014 maakt de regering melding dat van overheidswege in de periode 2014 -2017 diverse investeringen gedaan zullen worden in de sociaal, economische en educatieve infrastructuur. Cumulatief gaat het om een bedrag van ongeveer ANG 743 mln. Waaruit bestaat deze investeringen? De kapitaaldienst verschaft een overzicht van deze voornemens:

Uit dit overzicht blijkt dat de investeringen vooral zullen plaatsvinden in gebouwen ( scholen, centrale huisvesting ambtenaren apparaat, hospitaal? ) fysieke infrastructurele werken ( wegen, barios ) aanschaf kantoor apparatuur en immaterile vaste activa. Voor een gedetailleerd overzicht vide de hieronder opgenomen tabel 17 Beleidsdoelen Investeringen. Redactioneel commentaar: Het is uiteraard een goede zaak dat van overheidswege investeringen zullen worden gedaan teneinde (duurzame) economische groei te stimuleren.

Overheidsinvesteringen alleen zijn echter niet voldoende om dit doel te bereiken. Ook private investeringen zijn nodig. Deze zullen echter alleen van de grond komen indien er vertrouwen bestaat. Het is dan ook van belang dat de noodzakelijke voorwaarden worden gecreerd die hiertoe zullen leiden. In het kort, hetzij herhaalt, gaat het om zaken als consistent, transparant en integer overheidsbestuur en beleid, rechtszekerheid, regeer, - en macro-economische stabiliteit, reductie van de bureaucratie, competitieve concurrentiepositie ( betrouw, - en betaalbare utiliteit en telecomdiensten, internationaal aanvaarbare collectieve lastendruk, gezonde relatie tussen loonkosten en arbeidsproductiviteit), flexibele markten, gezond leefklimaat ( gezondheidszorg, onderwijs en veiligheid) en innovatie. Gezien de positie van de betalingsbalans is het vooral van groot belang dat de investeringen gericht zijn op het stimuleren van de export van diensten en goederen. Vooralsnog is het niet duidelijk in hoeverre de LGO en CBI besluiten effectief hiertoe kunnen bijdragen en of de voordelen van deze besluiten groter zijn dan bijvoorbeeld de keuze van een UPG status. Het is aan te bevelen dat de regering snel duidelijkheid en de noodzakelijke kennis over deze structuren verstrekt.

3.RAPPORTEN Resultaten Conjunctuur enqute 1ste helft 2013


Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft de resultaten van de conjunctuur enqute eerste helft 2013 bekend gemaakt. Samenvattend zijn deze als volgt:

Vertrouwen in de economie en toekomst: Het vertrouwen in de economie is in de 1 ste helft van 2013 verbeterd. 49% van de ondervraagde bedrijven heeft aangegeven dat het vertrouwen is verslechterd. In december 2012 was dit nog 56%. Het percentage bedrijven dat heeft aangegeven vertrouwen te hebben in de toekomst is toegenomen naar 51%. In december 2012 was dit percentage nog geen 41%. Op bedrijven niveau is het vertrouwen in de toekomst bij alle de sectoren toegenomen. Vooral bij kleine bedrijven ( minder dan 10 werknemers) is het vertrouwen sterk verbeterd. Ten opzichte van december 2012 is het vertrouwen gestegen van 30% naar 51%. Bij grote bedrijven (meer dan 50 werknemers) is het vertrouwen met 3% toegenomen van 48% naar 51%. Investeringsklimaat: De mening ten aanzien van het investeringsklimaat is in juni 2013 iets verbeterd ten opzichte van december 2012. Het percentage bedrijven dat heeft aangegeven dat het slecht is, is afgenomen van 40% naar 38%. Hiermee is een eind gekomen aan de negatieve trend. Op bedrijven niveau is er sprake van verschil in mening. 66% van grote bedrijven zijn van oordeel dat investeringsklimaat matig is en 33% vindt het slecht. Bij middelgrote bedrijven zijn deze percentages 57% (matig) en 38 % (slecht). Bij de kleine bedrijven vindt 54% het investeringsklimaat matig en 42% slecht. Investeringsbelemmeringen en bevorderingen : In de 1ste helft van 2013 heeft 37% van de genterviewde bedrijven aangegeven te hebben genvesteerd. Ten opzichte van december 2012 is dit een afname met 5%. De grootste investeringsbelemmeringen zijn beschikbaarheid van kapitaal, de slechte marktwerking en het overheidsbeleid. Concurrentiepositie: Ten opzichte van de december 2012 is in juni 2013 sprake van een lichte verbetering van de concurrentiepositie. Minder bedrijven hebben aangegeven dat de concurrentiepositie verslechterd is. Dit is van 30% naar 26% gegaan. Omzetmutaties: Aan de sinds december 2010 ingezette daling van de omzetten is in de 1ste helft van 2013 geen eind gekomen. Er was sprake van verdere verslechtering. Steeds minder bedrijven registreren een toename van de omzet. Eind 2012 was er bij 32% sprake van toename. In juni 2013 is dit aantal gedaald naar 29%. Bovendien hebben meer bedrijven aan gegeven te maken hebben gehad met een afname van de omzet; 53% in juni 2013 ten opzichte van 50% eind december 2012.

10

Bedrijfsresultaten: Het percentage bedrijven welke voor het jaar 2013 een positief bedrijfsresultaat verwacht, bedraagt 59%. Dit is 3% lager dan december 2012. Ruim 41% van de onderzochte bedrijven heeft aangegeven een negatief bedrijfsresultaat over 2013 te verwachten. De winstverwachting bij grote bedrijven is 70% ( was 68% in 2012). Bij middelgrote bedrijven is de winstverwachting 60% ( 67 % in 2012) Bij kleine bedrijven is de winstverwachting 47% ( 45% in 2012). 53% verwacht een verlies in 2013. Concluderend kan worden gesteld dat het vertrouwen in economie en de toekomst verbeterd is. In termen van investeringen, omzetten en resultaten is het beeld vooralsnog weinig rooskleurig en positief.

Inwerkingtreding Privacy wetgeving (landsverordening bescherming persoonsgegevens)

De landsverordening bescherming persoonsgegevens is bij landsbesluit 2013 no 92 op 1 oktober 2013 in werking getreden. Hiermee wordt gevolg gegeven aan artikel 12 van de Staatsregeling dat voorschrijft dat bij landsverordening regels worden gesteld ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer in verband met het vastleggen en verwerken van persoonsgegevens. De wetgeving bestaat uit 10 hoofdstukken:
Hoofdstuk 1 omvat de omschrijving van gebruikte begrippen. Centrale begrippen zijn persoonsgegevens, de verantwoordelijke en de verwerking ; Hoofdstuk 2 behandelt de voorwaarden voor de rechtmatige verwerking van persoonsgegevens. Gegevensverwerking moet behoorlijk en zorgvuldig zijn. Cruciaal in het kader van de bescherming van persoonsgegevens is de doelbinding. Persoonsgegevens moeten worden verzameld voor een welbepaald, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigd doel. Hoofdstuk 3 regelt de informatie verstrekking aan betrokkene (informatieplicht). Hij/zij heeft recht op kennisneming van de gegevens die over hem/haar worden verzameld. Hoofdstuk 4 omvat de rechten van betrokkene. Betrokkene mag met redelijke tussenpozen vragen of, en zo ja welke persoonsgegevens over hem/haar zijn verwerkt. Hoofdstuk 5 behandelt de uitzonderingen en beperkingen. De rechtsbescherming is geregeld in Hoofdstuk 6. Hier zijn de bepalingen opgenomen over de rechtsgangen die een betrokkene kan bewandelen. Hoofdstuk 7 omvat het toezicht op de verwerking van persoonsgegevens en naleving van deze landsverordening. Hoofdstuk 8 behandelt het gegevensverkeer met landen buiten het Koninkrijk. Gegevensverkeer is in beginsel slechts mogelijk indien een zogenaamd passend beschermingsniveau wordt geboden. In Hoofdstuk 9 zijn de sancties opgenomen op niet naleving van de bepalingen van de landsverordening . Hoofdstuk 10 betreft overgangs-en slotbepalingen.

De zgn.privacy wetgeving heeft gevolgen voor werkgevers. Deze zullen zich manifesteren in de vorm van administratieve verplichtingen en ook lasten. Onder meer 11

kan hierbij gedacht worden bij het proces aanmaken en bijhouden van personeelsdossiers. De wet schrijft voor wat wel en niet in deze dossiers mag worden opgenomen. De werkgever zal onder meer rekening moeten houden met de volgende bepalingen:
Persoonsgegevens mogen alleen verzameld worden in het kader van een specifiek omschreven gerechtvaardigd doel. Aanleggen van personeelsdossiers voldoet in beginsel hieraan. Verwerking van gegevens moet op zorgvuldige en rechtmatige wijze plaatsvinden. Werknemers moeten genformeerd worden waarvoor de gegevens worden verzameld. Uitgangspunt is dat alleen relevante gegevens worden verwerkt. Privacy gevoelige gegevens zoals ras, seksuele geaardheid, politieke voorkeur, godsdienst, lidmaatschap vakbonden, medische informatie mogen in beginsel niet worden verzameld. Gegevens met betrekking tot opleidingen , klachten , waarschuwingen , beoordelingsgesprekken , verzuimfrequentie e.d. mogen wel in het dossier. De werkgever is verantwoordelijk voor de juistheid, nauwkeurigheid en beveiliging van de verzamelde gegevens. Alleen geautoriseerde personen hebben toegang tot deze gegevens Werknemers hebben het recht om hun dossier in te zien.

Werkgevers worden geadviseerd om kennis te nemen van de inhoud van de Landsverordening Bescherming persoonsgegevens en hun werkwijze en aanpak hierop af te stemmen.

4.(Nieuwe)Wetgeving
Beknopt overzicht recente (initiatief) wetsvoorstellen/aanpassingen op sociaaleconomisch gebied welke door de Regering dan wel als initiatief ontwerp van de Staten aan de wetgevende macht ter behandeling zijn aangeboden en waar de SER advies over dient uit te brengen (periode sept t/m oktober 2013). In de betreffende verslagperiode heeft de regering geen nieuwe stukken wetgeving aan de SER ter advisering aangeboden.

5.ECONOMIC INDICATORS
Foreign Exchange Position (x mln) : Sept 2013 : NA 1,931 definition IMF Sept 2012 : NA 1,993

Consumer Price Index (Oct 2006 = 100)

Aug 2013 Aug 2012 Change

Average inflation past 12 months

:121,5 :120.7 : 0,7% : 2,0%

12

Population and Employment Curaao Total population Employed population Unemployed population Labor Force Unemployment rate

2011 150,563 62,042 6,721 68,763 9.8%

2009 146,426 59,453 6,325 65,778 9.6%

Stay over tourism no of visitors

: Jan-Aug 2013 year to date :289.979 Jan-Aug 2012 year to date: 277.028 Change : 5%

Cruise tourism no. of passengers

: Jan-Aug 2013 year to date : 398.261 Jan- Aug 2012 year to date : 300.333 Change: 33%

Stay over nights

Jan-Aug 2013 year to date: 2,450,118 Jan-Aug 2012 year to date: 2,461,580 Change: 0%

Occupancy rate Hotels Sept Average YTD Jan-Sept

2013 64,90 % 68,07 %

2012 65,00% 73,18%

Shipping Freight Tanker Cruise Others

: Jan - July 2013 560 671 181 218

Jan - July 2012 628 679 148 180

Jan-May 2013 Cargo movements, metric tons Unloaded Loaded 249.399 99,299

Jan-May 2012 269,388 87,257

13

Aug 2013 Total companies Commercial Register Local International Total 23,663 14,839 38,501

Aug 2012 23,309 15,481 38,790

Source: Centrale Bank van Curaao en Sint Maarten, Central Bureau of Statistics, Curaao Tourism Development Foundation, Curaao Port Authority, MEO, CHATA, Chamber of Commerce Curaao

14

You might also like