You are on page 1of 23

Artikel 1 Onder de naam 'loonbelasting' wordt van werknemers of hun inhoudingsplichtige, van artiesten, van beroepssporters, van buitenlandse

gezelschappen en van bij of krachtens deze wet aan te wijzen andere personen een directe belasting geheven. Artikel 2 1. Werknemer is de natuurlijke persoon die tot een inhoudingsplichtige in privaatrechtelijke of in publiekrechtelijke dienstbetrekking staat of van een inhoudingsplichtige loon geniet uit een vroegere privaatrechtelijke of publiekrechtelijke dienstbetrekking van hemzelf of van een ander, dan wel uit een bestaande privaatrechtelijke of publiekrechtelijke dienstbetrekking van een ander. 2. . Artikel 3 1. Als dienstbetrekking wordt beschouwd de arbeidsverhouding van: a. degene, die, anders dan in de uitoefening van een bedrijf of in de zelfstandige uitoefening van een beroep, en anders dan als thuiswerker, ingevolge een overeenkomst tot aanneming van werk als bedoeld in artikel 750 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, persoonlijk een werk tot stand brengt; b. degene, die de in onderdeel a bedoelde persoon bij het tot stand brengen van dat werk bijstaat; c. degene, die krachtens overeenkomst met een ander tegen beloning geregeld zijn bemiddeling verleent tot het tot stand komen van overeenkomsten tussen daartoe door hem te bezoeken personen en die ander, mits hij de bedoelde bemiddeling uitsluitend voor die ander verleent, het verlenen van die bemiddeling niet een voor hem bijkomstige werkzaamheid is en hij zich daarbij doorgaans niet door meer dan twee andere personen laat bijstaan; d. degene, die krachtens overeenkomst met een ander tegen beloning geregeld zijn bemiddeling verleent tot het tot stand komen van overeenkomsten tussen daartoe door hem te bezoeken personen en een opdrachtgever van die ander, mits hij de bedoelde bemiddeling uitsluitend voor die ander verleent, het verlenen van die bemiddeling niet een voor hem bijkomstige werkzaamheid is en hij zich daarbij doorgaans niet door meer dan twee andere personen laat bijstaan; e. degene, die werkzaam is om vakbekwaamheid te verwerven, onder wie mede wordt begrepen degene, die als leerling van een instelling van onderwijs praktisch werkzaam is, alsmede degene, die aan een bedrijfsschool opleiding ontvangt, een en ander indien een beloning wordt genoten, die niet uitsluitend bestaat in het ontvangen van onderricht; f. het kind van 15 jaar of ouder dat werkzaam is in de onderneming van zijn ouder, tenzij die onderneming deel uitmaakt van een samenwerkingsverband met het kind en het kind daaruit als ondernemer als bedoeld in artikel 3.4 van de Wet inkomstenbelasting 2001 winst uit onderneming geniet; g. de commissaris van een lichaam in de zin van de Algemene wet inzake rijksbelastingen; h. degene, die in de zin van artikel 4 van de Ziektewet (Stb. 1987, 88) als bestuurder werkzaam is ten behoeve van een coperatie. 2. Het eerste lid, onderdelen a en b, vindt geen toepassing indien de in onderdeel a bedoelde overeenkomst rechtstreeks is aangegaan met een natuurlijk persoon ten behoeve van diens persoonlijke aangelegenheden.
regulation_elemen

Artikel 4 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regelen worden gesteld, ingevolge welke eveneens als dienstbetrekking wordt beschouwd de arbeidsverhouding van: a. degene, die als thuiswerker arbeid verricht; b. degene, die de onder a bedoelde persoon als hulp bij het verrichten van de arbeid bijstaat; c. degene, die een tak van sport op topniveau beoefent en ter zake daarvan een inkomensvoorziening of een kostenvergoeding geniet; d. degene, die arbeid verricht ten behoeve van een lichaam waarin hij of zijn partner als bedoeld in artikel 12a, vierde lid, onderdeel a, een aanmerkelijk belang heeft in de zin van de Wet inkomstenbelasting 2001; e. degene, die tegen beloning persoonlijk arbeid verricht en wiens arbeidsverhouding niet reeds ingevolge de voorgaande bepalingen als dienstbetrekking wordt beschouwd, doch hiermede maatschappelijk gelijk kan worden gesteld; f. degene die uit een arbeidsverhouding die niet op grond van een andere bepaling als dienstbetrekking wordt beschouwd een beloning geniet, mits diegene vooraf aan de inspecteur meldt, door middel van een gezamenlijke verklaring van hemzelf en de beoogde inhoudingsplichtige, dat zijn arbeidsverhouding als dienstbetrekking moet worden beschouwd.
regulation_elemen

Artikel 6 1. Inhoudingsplichtige is: a. degene, tot wie een of meer personen in dienstbetrekking staan; b. degene, die aan een of meer personen loon uit een vroegere dienstbetrekking tot hemzelf of tot een ander verstrekt; c. degene, die ingevolge een aanspraak die niet tot het loon behoort, aan een of meer personen uitkeringen of verstrekkingen uit een dienstbetrekking tot een ander doet. 2.

Artikel 7 Als degene, tot wie de dienstbetrekking bestaat, wordt beschouwd: 1. in de gevallen, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onder: a en b. de aanbesteder; c en d. degene, met wie de overeenkomst tot bemiddeling is gesloten; e. degene, bij wie de werkzaamheden worden verricht of de opleiding wordt genoten; f. de ouder; g. het lichaam; h. de coperatie; 2. in de gevallen, bedoeld in artikel 4, onder: a: de opdrachtgever; b: de thuiswerker; c: degene, met wie de inkomensvoorziening of kostenvergoeding is overeengekomen; d: het lichaam; e en f: degene, die bij de in artikel 4 bedoelde algemene maatregel van bestuur als inhoudingsplichtige is aangewezen. Artikel 9 1. De belasting wordt geheven over het belastbare loon. 2. Belastbaar loon is het gezamenlijke bedrag aan loon Artikel 10 1. Loon is al hetgeen uit een dienstbetrekking of een vroegere dienstbetrekking wordt genoten, daaronder mede begrepen hetgeen wordt vergoed of verstrekt in het kader van de dienstbetrekking. 2. Tot het loon behoren aanspraken om na verloop van tijd of onder een voorwaarde een of meer uitkeringen of verstrekkingen te ontvangen. 3. Onder aanspraken worden mede verstaan rechten op geheel of gedeeltelijk betaald verlof. 4. . Artikel 13bis 1. Indien ook voor priv-doeleinden een auto ter beschikking is gesteld, wordt het voordeel op kalenderjaarbasis gesteld op ten minste: a. 25% van de waarde van de auto indien de auto niet meer dan 15 jaar geleden voor het eerst in gebruik is genomen; b. 35% van de waarde van de auto indien de auto meer dan 15 jaar geleden voor het eerst in gebruik is genomen. De auto wordt in ieder geval geacht ook voor priv-doeleinden ter beschikking te zijn gesteld tenzij blijkt dat de auto op kalenderjaarbasis voor niet meer dan 500 kilometer voor priv-doeleinden wordt gebruikt. 2. Indien de auto wordt aangedreven door een motor met compressieontsteking, wordt het voordeel, bedoeld in het eerste lid, eerste volzin, op kalenderjaarbasis verlaagd met: a. 11% van de waarde van de auto indien de CO2-uitstoot niet hoger is dan 88 gram per kilometer, en b. 5% van de waarde van de auto indien de CO2-uitstoot hoger is dan 88 gram per kilometer, maar niet hoger is dan 112 gram per kilometer. 3. Indien de auto niet wordt aangedreven door een motor met compressieontsteking, wordt het voordeel, bedoeld in het eerste lid, eerste volzin, op kalenderjaarbasis verlaagd met: a. 11% van de waarde van de auto indien de CO2-uitstoot niet hoger is dan 95 gram per kilometer, en b. 5% van de waarde van de auto indien de CO2-uitstoot hoger is dan 114 gram per kilometer, maar niet hoger is dan 140 gram per kilometer. In afwijking van de eerste volzin wordt het voordeel, bedoeld in het eerste lid, eerste volzin, tot 1 januari 2014 op kalenderjaarbasis verlaagd met 25% van de waarde van de auto indien de CO2-uitstoot niet hoger is dan 50 gram per kilometer. 4. Indien uit een rittenregistratie of anderszins blijkt dat de auto op kalenderjaarbasis voor niet meer dan 500 kilometer voor priv-doeleinden wordt gebruikt, wordt het voordeel gesteld op nihil. . 7. Bij ministerile regeling kunnen regels worden gesteld waaraan een rittenregistratie moet voldoen. Tevens kunnen regels worden gesteld over het anderszins laten blijken dat de auto op kalenderjaarbasis voor niet meer dan 500 kilometer voor priv-doeleinden wordt gebruikt. 9. Het voordeel wordt in aanmerking genomen voorzover het uitgaat boven de vergoeding die de werknemer voor het gebruik voor priv-doeleinden is verschuldigd. 10. Voor de toepassing van dit artikel wordt woon-werkverkeer geacht niet voor priv-doeleinden plaats te vinden. .

Belastingrecht week 2 P3 -

5-2-2013

Dienstbetrekking heeft te maken met belasting betalen of niet. Is er een echte dienstbetrekking? Zo ja, dan mag je aan een loonheffing denken. Artikel 2 wet LB belangrijk. De inkomsten orden in de loonheffing betrokken. Zo nee, is er een fictieve dienstbetrekking. Artikel 3 en 4 wet LB. Bijvoorbeeld commissaris De inhoudingsplichtige houdt de loon in. Loon belasting is een voorheffing. Zie voor inhoudingsplichtige artikel 6 7 8 wet LB. Waarover? Loon, vakantiegeld, auto etc. De auto moet wel een causaal verband hebben met de organisatie. Waarom niet alles met LB belasten? Omdat het niet meer bij te houden is. Waar vind je vrijstellingen? Art. 11 Loonbelasting lid 1 sub k. Artikel 3.7 uitvoeringsregeling. Loon wordt belast art. 9 en 10 wet LB Vakantiegeld wordt belast art 9 en 10 wet LB Jubileum wordt belast, want niet meer dan 25 jaar (niet vrijgesteld volgens art. 11 lid 1 sub o wet LB) Laptop wordt alleen belast als het meer dan 10% priv is. Zwart pak wordt belast, Als je 25 jaar ergens hebt gewerkt, kan e een maand belastingvrij ontvangen. Art. 11 lid 1 sub o

Werkkostenregeling Hoofdregel: waardering loon in natura= factuurkosten of waarde economisch verkeer / consumentenprijs Wie betaalt de belasting van Armani pak? Werknemer of werkgever. Bijvoorbeeld door het inhouden van loon. Forfaitaire waarderingsnorm uitvoeringen regeling loonbelasting (bv. de 3.05 voor maaltijden) Als er geen forfait is, dan kijk je naar de factuurkosten. Wat is wel vrij en niet vrij? 1,4 % van fiscale loon mag je onbelast vergoeden. Maar wat er boven zit is 80%.

Voorbeeldopdracht Loonsom van 200.000 moet je belasting over betalen. De fiets van 1000 euro moet je belasting over betalen (in principe zijn alle voordelen belast, tenzij er redenen zijn om niet te belasten). Er staat namelijk niet bij dat het voor werk is. Werkkleding is ook niet belast. Art. 3.7 lid 1 c Zuivere pensioenregeling art. 18 ev. Wet LB voor premietetaling geen sprake vna belast loon. Als iemand 65e leeftijd bereikt, dan 70 % van laatste loon Ouderdomspensioen tussen 65 en 70 Partnerpensioen na overlijden partner Wezenpensioen na overlijden ouder (s)

Soorten pensioenopbouw (art. 18 lid 1, 2, 3 wet LB) Eindloonregeling Middelloonregeling Beschikbare premie regeling

Wordt iemand belast? (dienstbetrekking art. 2 LB) Zoo niet fictieve loonbelasting (art 2 en 3) Wie is inhoudingsplichtig (werkgever) wat wordt er belast? (loon, vakantiegeld, en alle dingen waar je over moet checken of het belastingvrij is) alle voordelen zijn belast, tenzij uitzondering.

Wat moet je dan betalen over je loon? 1. Bepaal de belastbaar loon 40.000 euro. Ze betaalt 5000 euro aan premies. Belastbaar loon is 35.000 euro. 2. Toepassen van de tarieven (art. 20a wet LB) 3.

37% / 100 * 19645 = 7268, 65 42% / 100 * 13718 = 5761, 56 42% /100 * 1637 = 687, 54 + ---------------13716

Algemene heffingskorting is arbeidskorting

2.001 euro (art. 22 lid 2 wet lb) 1.723 euro (art. 22a lid 2 sub b wet lb)

13.716 2.001 1.723 = 9.992 euro

Belastingrecht week 3

19-2-2013

1. Is er een dienstbetrekking? Art. 2 loonbelasting. 2. Anders fictieve loonbelasting. art. 11 loonbelasting 3. Wat hoort tot het loon? Meer dan salaris, bv ook vakantiegeld etc. Waarover? Zie art. 3.7 en 3.8 Pensioenen omkeerregel bereken de betalen loonbelasting schijventarief, denk aan de 31,15 % premies die boven de eerste twee schijven komen. Inkomstenbelasting? Wat hoort in elke box?

Box 1 Werk

Box 2 Aanmerkelijk belang (als je veel aandelen hebt)

Box 3 Vermogen

Voorheffing =

Winst uit onderneming of woning loonbelasting Dividendbelasting (dividenduitkering), als Art 2.10 wet LB Art. 2.12 wet LB

Eventuele Art. 2.13 wet LB, art. 5.5 blz. 128

Eigen BV = box 2 ik koop aandelen akzo = box 3 Iemand heeft 30.000. hij valt in box 3. Hoeveel belasting betalen? Nu die boven de 21.000 zit, heeft hij 9.000 euro boven de vrijstelling. Van die 4000 euro moet je 4% betalen. van die 4% moet er 30 % belasting worden betaalt dus

Verschil loonbelasting en inkomstenbelasting Als je een baan hebt betaal je loonbelasting. Als je een teruggave wil, is het inkomstenbelasting. loonbelasting is een voorheffing.

Voorbeeld sheet Box 1: 30.000 bruto en 10.000 uit overige werkzaamheden Zoek de tabellen in Wet inkomstenbelasting. Bladzijde 13. Artikel 2 lid 10 wet art. 2 lid 10 in tabel staat 5, maar het is 37 % tot 19.645 betaal je 37% boven 19.64 tot 40.000 euro betaal je 42 % bladzijde 14 bovenaan 40.000 19.645 x 42% = Box 2: De man ontvangt 1000 euro dividend. Dit is box 2. 1000 tarief van 25% art 2.12 wet LB toepassen = 250 euro Box 3: Stel je hebt een vermogen van 96.139. eerst haal je de belastingvrije voet eraf van 21.139 96.139-21.139 = 75.000 die je kunt belasten 75.000 x 0.04 = 3.000 euro rendement Daarover wordt 30 % belasting betaald. 3.000 x 0.3= 900 euro In totaal wordt er 16.966 belasting betaald. Echter zijn er heffingskortingen. Deze staan in art. 8.10 lid 10 lid 2 Algemene heffingskortingen 2.001 euro art 8.11 lid 2 sub b Wet LB Arbeidskorting 1.723 euro Vooraf was al 7.200 voorheffing betaald. (er is 7.200 ingehouden bijvoorbeeld) dus in totaal 16.966 2.001 1.723 7.200 = 6.042 euro

Onderneming heeft 4 kenmerken ! Duurzame organisatie (al paar jaar, vrij serieus, iets anders dan grasmaaien) Kapitaal en arbeid Deelname economisch verkeer Winstoogmerk

Soorten ondernemingen Eenmanszaak (sommige tandartsen, chirurgen) Vof (100.000 euro winst> 50.000 partner a belastbaar 50.000 b belastbaar) Cv (1manszaak of vof plus geldschieter) Ondernemer art. 3.4 wet LB Ondernemerschap Voor wiens rekening een onderneming wordt gedreven Rechtstreeks verbonden voor verbintenissen

Ondernemersaftrek art. 3.74 wet LB nadelen ondernemerschap loonbelasting hoofdelijke aansprakelijkheid

totaal winst art 3.8, voordelen kunnen ook negatief zijn jaar winst art 3.25, je moet een goed boekhouding hebben

Winstbepaling voor LB ondernemer

Vermogensvergelijking Vermogen op 1 januari opname + stortingen Vermogen 31 december 44.000 vermogen 1 januari 40.000 + 500 -2000-3500 = -1.000 europ

Deel 1) Jan Jansen heeft een klein bosrijk vakantieparkje waar 10 bungalows staan die hij verhuurt. Hij doet dit in de vorm van een eenmanszaakje. Op zijn balans staan natuurlijk een hele hoop bezittingen en schulden, maar het eigen vermogen zag er als volgt uit:

1/1

500.000 euro

31/12 600.000 euro

Verder is het volgende gebeurd in dit jaar: Receptie die gegeven is ter ere van het 10-jarig bestaan (bedrag van 10.000 euro)

Kosten voor een mooi pak voor officile bijeenkomsten op het park (ter waarde van 500 euro)

Daarnaast heeft Jan op de lopende rekening 1.000 euro gestort in oktober omdat daar een tijdelijk tekort was. Hij heeft dit nooit terug gestort.

Jan is ondernemer en voldoet aan het urencriterium!

beperkt en niet aftrekbare kosten altijd artikel bij benoemen.

eindbalans - beginbalans 600.000 - 500.000 100.000 - 1.000 (stortingen) = 99.000 99.000 - 0 (ontrekkingen)

(art. 3.14 en 3.16 --> deze zijn allemaal niet aftrekbaar (LID 2!)) een mooi pak voor vergaderingen is geen werkkleding (moet op werkplek worden achtergelaten, groot logo tenminste zoveel aantal centimer) beperkt en niet aftrekbare kosten + 500 (art. 3.16 lid 2 sub c wet Inkomstenbelasting dus)

vermogensvergelijking 100.000 stortingen -1000 ontrekkingen + 0 beperkt en niet aftrekbare kosten+500 lid 1: van de 10.000 is 4.400 niet aftrekbaar en 5600 wel, dus moet je de 4.400 wel optellen. lid 5 zegt de kosten komen van 73.5 % in aftrek. DUS beperkt en niet aftrekbare kosten +2.650 (art. 3.15 lid 1 sub b, keuze voor art. 3.15 lid 5 wet IB)

Deel 2) Een deel van de winst die Jan Jansen heeft gemaakt in dit jaar is met het verkoop van hout van gekapte bomen die plaats moesten maken omdat het bos anders te vol (dus niet gezond voor de rest van de bomen). Deze winst was 3.000 euro.

in kader van vrijstelling bosbouw (art. 3.11) heb je een vristelling van 3.000 euro op totale winst

vrijstellingen - 3.000 (art. 3.11 wet IB)

Deel 3) Jan heeft afgelopen jaar wat genvesteerd in maaimachines etc. ter waarde van 102.000 euro. Hij kiest in de aangifte voor de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek.

Kleinschaligheidsaftrek - 15.370 art. 3.41 lid 2 wet IB

= 83.680

Deel 4)

Jan voegt maximaal toe aan de Oudedagsreserve als het ondernemingsvermogen 30.000 euro is en er nog nooit is toegevoegd!

het verschil is 30.000 -10.000 = 20.000 de belastbare winst uit onderneming 83.680 83.680 *0.12 = 10.000 nog wat. maximale bedrag van 9.542 euro dus

- toevoeging OR = -9.542 (12% van 83680 maar max 9542 art 3.68 ery LB) = belastbare winst uit onderneming = 74.138

Deel 5) Breng de zelfstandigenaftrek waar Jan recht op heeft in mindering.

zelfstandigeaftrek = 7.280 (art. 3.76 lid 2 wet IB)

Deel 6) Breng de MKB-winstvrijstelling in mindering.

MKB vrijstelling = 9.360 (14% * 66.858 art. 3.79a wet IB)

Deel 7)

Hoeveel belasting moet Jan betalen als hij verder geen vermogen heeft en geen aanmerkelijk belang en je alleen rekening hoeft te houden met de algemene heffingskorting en de maximale arbeidskorting.

57.498 = winst = inkomen in box 1 (art. 3.1 lid 2 sub a Wet LB)

art 2.10 wet IB 37 x 19.643 = 7.267

42 x 55.991 - 19.643)= 15.266 52% 57.498-55.99) = 783 + ------------

23.316 heffingen: algemeen 2.001 (art. 8.10 lid 2)

arbeidsk

1.723 (art. 8.11 lid 2 sub b wet IB)

23.316 - 2.001 - 1.723 = 19.592 te betalen IB!!

Box 1 voorheffing: loonbelasting box 2 voorheffing: div. belasting art. 3.4, wanneer ondernemer. Er zijn aantal voorddelen qua ondernemerschap Vermogensvergelijking. Beginwaarde eindwaarde, gestort, onttrekkingen Artikel 3.6 wet IB (inkomstenbelasting) urencriterium - als minimaal 1225 uur werkzaam eigen onderneming op jaarbasis, dan voldoe je aan urencriterium - ondersteunende taken tellen niet als je partner bent (man is tandarts, vrouw is ook 1225 in de praktik als ondersteunend, vrouw voldoet aan urencriterium niet en de man wel)

eindbalans beginbalans - stortingen + onttrekkingen + beperkt en niet aftrekbare kosten - vrijstelling - ondernemerfaciliteitein -mkb vrijstellingen

vermogensvergelijking 100.000 stortingen -1000 onttrekkingen + 0 beperkt en niet aftrekbare kosten+500 beperkt en niet aftrekbare kosten +2.650 (art. 3.15 lid 1 sub b, keuze voor art. 3.15 lid 5 wet IB)

Wat is een bosbedrijf? bedrijfsactiviteiten die gericht zijn om het behouden van bos (art. 3.12 ofzo landbouw bedrijf, verschil tussen landbouw en bosbedrijf) Ondernemingsfaciliteiten faciliteiten die die winst van de onderneming omlaag brengen Sommige faciliteiten zijn alleen voor ondernemers(urencriterium, 1. Ondernemingsfacilliteiten 1 willekeurige afschrijvingen art. 3.31 tm 3.34

2 investeringengsaftrek art. 3.4 2. Investeringsaftrek (3.41) - kleinschaligheidsinvesteringsaftrek = kleine investering, tot aan 306.00 euro, hierdoor krijg je een extra aftrekpost. Lid 1 in tabel staat hoe groot aftrek is. Ook voor niet ondernemers. Geen urencriterium. - Energie investeringsaftrek Alleen voor ondernemers - milieu investeringsaftrek

3. Fiscale reserves - oudedagsreserve (or) deze behandelen we! (MOET AAN URENCRITERIUM voldoen) - waarom? Je bouwt pensioen op. Als je eenmanszaak hebt kan je geen pensioen opbouwen. Daarom is deze regel er. Dit noemen we oudedagsreserve. Beschreven in art. 3.67 e.v wet IB, moet voldoen aan urencriterium. Een deel van de winst mag je reserveren voor je oudedagsreseve. Die winst wordt toegevoegd op de balans. Bv. 100.000 euro winst, 12% daarvan mag je reserveren = 12.000 euro, maar zegt art. 3.68 max 9.542 euro. Komt op de balans aan de rechterkant te staan. Is gewoon een post. Maar als je met pensieon gaat, komt dat bij je winst erbi. voorwarden urencriterium, jonger dan 65(pensioengerechtigde), premies voor oudedagsvoorziening komen in mindering op de toevoeging (stel je wilt 9542 toevoegen, maarje hebt al pensioenverkzekering, de premies die je daavoor betaalt komen daar in mindering)

4. ondernemersaftrek 3.74 en verder - zelfstandige aftrek 3.74 lid 1 urencriterium , je mag dan 7.280 euro aftrekken van winst - startersaftrek (3.74 lid 3) vorige 5 jaar geen ondernemer (starter), of korter dan 3 jaar bezig, dan startersaftrek. - afrtrek speur en ontwikkelingswerk art. 3.77 - meewerkaftrek (art. 3.78)

5. mkb -winstvrijstelling, pure lastenverlichting voor ondernemer (art. 3.74 lid A) 14% van de winst na zelfstandige aftrek, startersaftrek. Mag je de 14% daarvan aftrekken. Waarom heeft de overheid dat gedaan, ten eerste is het een lastenverlichting. BV s hadden al iets dergelijks, maar geen eenmanszaken. Dus geen urencriterium.

Bedrijfseconomie week 7

19-3-2013

Mkb vrijstelling is 14%. Geen 12%. Winstvrijstelling wat is verschil van belasting op eenmanszaken en een BV? Criteria checken van dienstbetrekking. Is dat niet zo, dan kan er sprake zin van loonbelasting. ondernemingen in inkomstenbelasting: eenmanszaak, vof en cv. Bv of nv Niet! uitgekeerde dividend is box 2 of 3. Eerst betaal je vennootschapsbelasting, 100% aandeelhouder is box 2. Argumenten om een bv op te richten ipv eenmanszaak - fiscaal interessant - aansprakelijkheid - geen startkapitaal nodig, afgescheiden vermogen

Mkb vrijstelling art. 3.79a wet LB waarom? te betalen belasting te beperken. Vennootschapsbelasting werd door de overheid verlaagd. De ib ondernemer heeft daar niks van. Daarom is er de mkb winst vrijstelling. 50000 euro omzet? 14% daarvan is dan ga je kijken hoeveel belasting je moet betalen met betrekking tot de boxen. 43.000 euro ofzo. 37% van 19465 = 7268 42% van 13718 = 5761 42% van 9637 = 4047 7268 + 5761 + 4047 = 17.076

Algemeen heffing 2001 arbeidsheffing 1723 17.076-2001-1723= 13.352

In de veronderstelling dat het een eenmanszaak is. Dalijk komt de bv.

en wat als er 250.000 winst is? 37% van 19465 = 7268 42% van 13718 = 5761 42% van 22628 = 9503 52% van 55.991 = 82684 * zie sheets totaal: 72688 + 5761+ 9503+ 82705 = 105.237 105.237 2001 1723 = 101.513

wie betaalt vennootschapsbelasting? Zie art 2 lid 1. En art 3 wet VBP. Onderstreep nv en bv. zijn er meer, maar dat is nu niet van toepassing.

Art 3 wet VBP onderstreep rechtspersonen nv en bv. dus onderstreep rechtspersonen.

Waarover moet VBP betaald worden. Artikel 8 lid 1 wet VBP. wat is vrijgesteld bosbouw landbouw etc aftrekbaar, ondernemings faciliteiteinen zelfstandige aftrek, starters aftrek, investeringsaftrek, oudedagsreserve. Energie investering is aftrek. Staat beschreven in art. 8

art.3.31 tot en met 3.45 energie milieu aftrek. Dus ook dit geldt voor vennootschap. 3.68 oudedagsreserve geldt niet. kennen: vrijstelling, aftrekbaar en ondernemingsfacilitieten is artikel 8 lid 1 wet VPB

Hoeveel moet er dan betaalt worden. Art 22. VPB. over de eerste 200.000 is 20% meer dan 200.000 is 25 %. Waarom omlaag? Stimuleren voor de IB ondernemer is de MKB vrijstelling.

Bij een BV betaal je anders. stel 50.000 winst. 20% vennootschapsbelasting. het bedrag dat over is moet je in box 2 belasten. stap 1: bereken Vennootschapsbelasting. Wat over houdt is stap 2: inkomstenbelasting 50000 x 0,2 = 10.000 algemene heffingskosrting mag er af, arbeidskorting mag er niet af. Alleen inkomsten in box 1 is arbeidskorting. 10.000 2001 = 7.999 dus totaal aan belasting is 10.000 + 7.999 = 17.999 Stel 250.000 winst. Stap 1: 20 % van 200.000 = 40.000 25% van 50.000 = 12.500 (art. 22) dus 52.500 Stap 2: box 2 25% van (250.000- 52.500 197500) = 49375 algemeen heffingskorting: 2001 49375 2001 = 47.374

dus in totaal 52.500 + 47.374 = 99.874 eenmanszaak is goedkoper, maar 25% van 75 x25 = 18.75 % voor conclusuies zie sheets week 7.. het verschil is niet zo groot, maar hoe hoger de winst hoe meer voordeliger het is om een bv te hebben. dat was stof over vennotschapbelasting.

kennen

Criteria van dienstbetrekking. Loon gezag en arbeid. Persoonlijk. geen sprake dan kan je kijken fictieve, art 3 4 loonbelasting. Anders is er geen dienstbetrekking. vervolgens, wie houdt de belasting in? inhoudingsplichtige art 6 en 7 loonbelasting loonbelasting is voorheffing op de inkomstenbelasting. waarover bealsting betalen - loon, vakantiegeld, bonus etc. - auto van de zaak, bijtelling op loon art 13 BIS Vrijgsteld loon schadevergoeding, jubiliuemverstelling art 11 lid 1 art. 3.7 geen belasting betalen. Alle overige goederen wel belastbaar. Bv een fiets. werknemer mag zelf bepalen wie loon laat belasten. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Inkomstenbelasting box 1 art 3.1 , box 2: art. 4.1 box 3: art. 5.1

is er een onderneming? Ondernemerschap? wie zijn er ondernemer? Art 3.4 urencriterieum,

vermogensvergelijking. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Mkb vrijstelling is 14%. Geen 12%. Winstvrijstelling wat is verschil van belasting op eenmanszaken en een BV? Criteria checken van dienstbetrekking. Is dat niet zo, dan kan er sprake zin van loonbelasting. ondernemingen in inkomstenbelasting: eenmanszaak, vof en cv. Bv of nv Niet! uitgekeerde dividend is box 2 of 3. Eerst betaal je vennootschapsbelasting, 100% aandeelhouder is box 2. Argumenten om een bv op te richten ipv eenmanszaak - fiscaal interessant - aansprakelijkheid - geen startkapitaal nodig, afgescheiden vermogen

Mkb vrijstelling art. 3.79a wet LB waarom? te betalen belasting te beperken. Vennootschapsbelasting werd door de overheid verlaagd. De ib ondernemer heeft daar niks van. Daarom is er de mkb winst vrijstelling. 50000 euro omzet? 14% daarvan is dan ga je kijken hoeveel belasting je moet betalen met betrekking tot de boxen. 43.000 euro ofzo. 37% van 19465 = 7268 42% van 13718 = 5761 42% van 9637 = 4047 7268 + 5761 + 4047 = 17.076

Algemeen heffing 2001 arbeidsheffing 1723 17.076-2001-1723= 13.352

In de veronderstelling dat het een eenmanszaak is. Dalijk komt de bv.

en wat als er 250.000 winst is? 37% van 19465 = 7268 42% van 13718 = 5761 42% van 22628 = 9503 52% van 55.991 = 82684 * zie sheets totaal: 72688 + 5761+ 9503+ 82705 = 105.237 105.237 2001 1723 = 101.513

wie betaalt vennootschapsbelasting? Zie art 2 lid 1. En art 3 wet VBP. Onderstreep nv en bv. zijn er meer, maar dat is nu niet van toepassing.

Art 3 wet VBP onderstreep rechtspersonen nv en bv. dus onderstreep rechtspersonen.

Waarover moet VBP betaald worden. Artikel 8 lid 1 wet VBP. wat is vrijgesteld bosbouw landbouw etc aftrekbaar, ondernemings faciliteiteinen zelfstandige aftrek, starters aftrek, investeringsaftrek, oudedagsreserve. Energie investering is aftrek. Staat beschreven in art. 8

art.3.31 tot en met 3.45 energie milieu aftrek. Dus ook dit geldt voor vennootschap. 3.68 oudedagsreserve geldt niet. kennen: vrijstelling, aftrekbaar en ondernemingsfacilitieten is artikel 8 lid 1 wet VPB

Hoeveel moet er dan betaalt worden. Art 22. VPB. over de eerste 200.000 is 20% meer dan 200.000 is 25 %. Waarom omlaag? Stimuleren voor de IB ondernemer is de MKB vrijstelling.

Bij een BV betaal je anders. stel 50.000 winst. 20% vennootschapsbelasting. het bedrag dat over is moet je in box 2 belasten. stap 1: bereken Vennootschapsbelasting. Wat over houdt is stap 2: inkomstenbelasting 50000 x 0,2 = 10.000 algemene heffingskosrting mag er af, arbeidskorting mag er niet af. Alleen inkomsten in box 1 is arbeidskorting. 10.000 2001 = 7.999 dus totaal aan belasting is 10.000 + 7.999 = 17.999 Stel 250.000 winst. Stap 1: 20 % van 200.000 = 40.000 25% van 50.000 = 12.500 (art. 22) dus 52.500 Stap 2: box 2 25% van (250.000- 52.500 197500) = 49375 algemeen heffingskorting: 2001 49375 2001 = 47.374

dus in totaal 52.500 + 47.374 = 99.874 eenmanszaak is goedkoper, maar 25% van 75 x25 = 18.75 % voor conclusuies zie sheets week 7.. het verschil is niet zo groot, maar hoe hoger de winst hoe meer voordeliger het is om een bv te hebben. dat was stof over vennotschapbelasting.

kennen

Criteria van dienstbetrekking. Loon gezag en arbeid. Persoonlijk. geen sprake dan kan je kijken fictieve, art 3 4 loonbelasting. Anders is er geen dienstbetrekking. vervolgens, wie houdt de belasting in? inhoudingsplichtige art 6 en 7 loonbelasting loonbelasting is voorheffing op de inkomstenbelasting. waarover bealsting betalen - loon, vakantiegeld, bonus etc. - auto van de zaak, bijtelling op loon art 13 BIS Vrijgsteld loon schadevergoeding, jubiliuemverstelling art 11 lid 1 art. 3.7 geen belasting betalen. Alle overige goederen wel belastbaar. Bv een fiets. werknemer mag zelf bepalen wie loon laat belasten. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

Inkomstenbelasting box 1 art 3.1 , box 2: art. 4.1 box 3: art. 5.1

is er een onderneming? Ondernemerschap? wie zijn er ondernemer? Art 3.4 urencriterieum,

vermogensvergelijking. --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------

You might also like