Het Verslag

Inhoudsopgave: Opdracht 1 Opdracht 2 Opdracht 3 Opdracht 4 blz 2,3,4,5 blz 5,6 blz 6 blz 6,7

Opdracht 1

De functie van het systeem dragen, is de trein die er overheen gaat dragen: de relevante objecten voor jullie opdracht zijn de ballast, de dwarsliggers en het baanlichaam o Ballast (grind) moet een bepaalde omvang hebben en het moet een bepaalde electrische weerstand hebben. Door trillingen kan de ballast bijvoorbeeld kapot gaan. Wat je moet meten is: mate van vervuiling, korrelgrootte o Dwarliggers: dwarsliggers kunnen scheuren en ze kunnen wegzakken: wat je moet meten is: de kwaliteit van de dwarsligger (geen scheuren etc.) en de ligging (liggen ze vlak) o Baanlichaam: wat je moet meten is: ligt het vlak, zakt het niet weg De functie van het systeem geleiden, is de trein over de rails de juiste richting in geleiden: de relevante objecten voor jullie opdracht zijn: de rails (=sporen) en de wissels, o Rails: wat je moet meten is: brokkelt er geen metaal af, zitten er geen scheuren in, zijn zij goed vastgemaakt aan de dwarsliggers, klopt het profiel van de rails nog steeds met de norm o Wissels: wat je moet meten is: ligt de wissel vlak, is de wissel goed vastgemaakt aan de dwarsliggers, zijn alle maten /afmetingen van het wissel goed, klopt het profiel van het staal van het wissel nog steeds met de norm De functie van het systeem energievoorziening is zorgen dat er spanning/stroom is: de relevante objecten voor jullie opdracht zijn de bovenleiding draden waar de trein de stroom uithaalt en de bovenleiding portalen of masten o Bovenleiding: wat je moet meten is: is de dikte van de draad nog voldoende, hangt de bovenleiding op de juiste afstand boven de spoorstaven, hangt de bovenleiding in een mooie synus vorm (in het horizontale vlak) o Portalen: wat je moet meten is: staan de portalen recht, zitten er geen scheuren in De functie van het systeem treinbeveliging is zorgen dat de treinen veilig rijden: de relevante objecten voor jullie opdracht zijn de seinen en de borden (borden met aanwijzingen voor de machinist) o Borden: wat je moet meten is: staat het bord op de juiste plaats conform de norm, staat het juiste bord er

o Seinen: wat je moet meten is: doen de seinen het op het juiste moment.

Geleiden Behalve de mechanische functie kunnen spoorstaven ook elektrische functies hebben, namelijk het geleiden van retourstroom bij elektrische tractie en deel uitmaken van een spoorstroomloop ten behoeve van treindetectie. In verband hiermee wordt een rail elektrisch geleidend verbonden met een rail in zijn verlengde, of niet elektrisch geleidend (gesoleerde las). Ook kan met een gesoleerde las en een verbinding via een spoel gelijkstroom worden doorgelaten en wisselstroom worden tegengehouden. Het materiaal is 99% van koper en 1% van zilver.

Doorsnijden Doorsnijden is een stukje spoor afsnijden of een stukje bijleggen om een verbinding te leggen. Je kan het spoor afsnijden als het te lang is. Je moet soms ook spoor aanleggen. Spoor bestaat uit 99% koper en 1% zilver. Treinbeveiliging Treinbeveiliging is het totaal aan regelgevende en technische maatregelen om de verkeersveiligheid van het treinverkeer te borgen. De belangrijkste aspecten daarbij zijn het voorkomen van treinbotsingen en rijden met een te hoge snelheid. Spoorwegbeveiliging betekent praktisch hetzelfde, alleen ligt de nadruk daarbij meer op de spoorbaan. Baanvakken die alleen maar zijn ingericht om rechterspoor te rijden zijn er niet veel meer. Het linkerspoor rijden is daar eigenlijk niet mogelijk. Actief beveiligde overwegen werken niet omdat er slechts aan n zijde een aankondiginggebied is, en seinen zijn ook niet aanwezig. Om de machinist onomwonden duidelijk te maken dat hij toch Verkeerd Spoor ging rijden, moest hij een lastgeving VS (Verkeerd Spoor) halen. Hij moest dan de trein uit om bij de treindienstleider een briefje te halen en dit samen met de treindienstleider invullen. Omdat de overwegen niet goed werken, moest hij bij iedere overweg stoppen, en deze "aanrijden". Nadeel is overigens ook nog dat de overweg gesloten blijft totdat de trein

het hele aankondiginggebied uit is gereden. Later werd de snelheid waarmee VS kon worden gereden wel opgevoerd, omdat overwegen wel normaal werkten. Zodra een machinist VS gaat rijden , moet hij een lastgeving halen, die vroeger bij de treindienstleider (post T) moest worden gehaald. Later lagen er formulieren in een kastje bij het sein, waaruit hij een lastgeving kon pakken. Samen met de treindienstleider las hij de lastgeving door, en na ondertekening van het formulier bediende de treindienstleider het sein, en kon de machinist volgens de lastgeving gaan rijden. Treinbeheersing Treinbeheersing is een systeem dat helpt voorkomen dat machinisten of treinbestuurders spoorwegseinen missen. Behalve bij treinen wordt treinbenvloeding ook toegepast bij metros en soms bij trams. Het wordt bakens genoemd. Bij de indeling van treinbenvloedingssystemen naar functionaliteit wordt gekeken naar de manier waarop het treinbenvloedingssysteem de machinist of treinbestuurder ondersteunt bij het opvolgen van spoorwegseinen. De oudste systemen zijn eenvoudig en laten vaak alleen een signaal in de cabine of stuurpost horen, bijvoorbeeld als de trein een spoorwegsein passeert dat een remopdracht geeft. In Engeland zijn de termen train warning, train stop en train protection populair. Train stop en train warning zouden vertaald kunnen worden met waarschuwingssystemen en stopsystemen. Train protectionsystems zijn de systemen met meer functionaliteiten. Een iets uitgebreidere indeling is een indeling in vijf groepen:

waarschuwingssystemen Bij bepaalde seinen (bijvoorbeeld geel) wordt een waarschuwingssignaal gegeven, bijvoorbeeld het laten horen van een gongslag. stopsystemen Een trein wordt automatisch tot stilstand gebracht als deze een stoptonend sein voorbij rijdt of dreigt te rijden. systemen met discrete snelheidsbewaking De trein bewaakt de maximumsnelheid. Een beperkt aantal snelheden kan bewaakt worden. Het Nederlandse ATB-EG bewaakt bijvoorbeeld 40, 60, 80, 130 en 140 km/h. systemen met continue snelheidsbewaking De trein bewaakt de maximumsnelheid. Elke snelheid die een veelvoud is van bijvoorbeeld vijf of tien kilometer per uur kan bewaakt worden. systemen met remcurvebewaking De treinapparatuur bewaakt de maximumsnelheid. Op basis van de remeigenschappen en de snelheid van de trein betekent de treinapparatuur berekent op welke punt een remming uiterlijk moet zijn ingezet om tijdig tot stilstand te komen, of

tijdig een lagere maximumsnelheid bereikt te hebben. De treinapparatuur bewaakt dan of er tijdig en voldoende geremd wordt. Communicatie Veilig rijden op het spoor kan alleen als machinist en verkeersleiding goed kunnen communiceren. GSM-R Voice zorgt hiervoor. ProRail zorgt voor het netwerk, voor landelijke dekking op en nabij de spoorlijnen. Elke trein wordt verplicht uitgerust met GSM-R Voice. GSM-R Voice is een tool voor machinisten, ontwikkeld door ProRail. Voor het gebruik van GSM-R Voice heeft u een treinradio en simkaart nodig. De simkaart is internationaal te gebruiken. Transfer Een comfortabele, snelle en veilige transfer van reizigers hoort ook bij de dienstverlening van ProRail. Dat is prettig voor u als vervoerder van reizigers, maar k voor uw reizigers zelf: zij reizen via toegankelijke, schone en veilige stations en perrons, en ze kunnen verblijven in comfortabele wachtruimtes, met informatie over de (actuele) treindienst.

Opdracht 2 Eisen: Goedkoop Omgeving niet lastigvallen Milieu vriendelijk S avonds niet te veel geluid Overdag niet te veel werknemers op het spoor In de avond werken Veiligheid Veilige werkkleding Veilige apparaten

Makkelijk te bedienbare apparaten Geen mensen zonderwerkkleding op het spoor Snelheid Effectief , efficint Snel bedienbare apparaten Opdracht 3 Dragen : camera/echo sonar onder de trein. Geleiden: Kistje dat meet hoeveelheid stroom er is , naast de rails zetten. Treinbeveiliging: Kleine trajecten tegelijk en alleen s nachts controleren. Communicatie: Telefoon, dat kun je altijd controleren. Energievoorziening: Machine die op de draad rijdt. Aan de onderkant voelt hoe dik het draad is. Weet van te voren wanneer er een trein komt en gaat dan weg zodat de trein erlangs kan.

Opdracht 4 We hebben geen prototype maar we hebben een test opstelling gemaakt. We hebben het aantal decibel gemeten met verschillende hout blokjes voor de luidsprekers. In sommige blokjes zaten scheuren, sommige erger dan andere. In deze grafiek ziet u de uitwerkingen. In blokje 1 zitten minder scheuren dan in blokje 4. We hebben ook de elektronische gyroscoop getest en uit verschillende graden bleek dat het werkt.

Gemaakt door: Olivier van den Barselaar , Rogier van Wegen, Floor Eijpe en Sander Visser.