You are on page 1of 10

LESFORMULIER

Naam: Datum: Pabo groep: Vak: Annelotte Broeders Maart 2014 P13EhvE Muziek Stageschool: Mentor: Groep: Slber De Leilinde Adrie 5/6 Jolanda Nolet

Thema / onderwerp Stekelhaar en basgitaar

Beginsituatie Welke betekenis heeft het thema/onderwerp voor de kinderen? Hoe leg je relatie met de beginsituatie? De kinderen uit groep 5 krijgen elke week muziekles van een juf. Groep 6 krijgt dan Engels. Deze groep heeft dus lang niet zoveel muziek als groep 5. Daarom wil ik dit weer een keer op gaan pakken met groep 6. De kinderen kunnen goed samenwerken en daarom heb ik dit ook in mijn les opgenomen. T is een leerling met PDD-NOS ik let extra op hem en zorg dat hij actief blijft deelnemen aan de les.

Doel

Welke bedoeling heb je met deze activiteit? Basiskenmerken, brede ontwikkeling, specifieke kennis, vaardigheden en attituden? Productdoel: aan het einde van de les zijn de kinderen in staat om verschillende gitaren te herkennen en kunnen die op klank onderscheiden. Ook kennen ze het lied stekelhaar en basgitaar. Procesdoel: De kinderen leren dat je met samenwerken rekening moet houden met anderen. Ook wil ik de kinderen enthousiast houden tijdens de gehele les.

Fasering

Inhoud

Voorbereiding

Start

- Hoe start je de activiteit? - Hoe wek je de belangstelling? - Hoe sluit je aan bij de beginsituatie?

Duur: 5 minuten

Didactische Leeractiviteit werkvorm Wat doet de leerling? Hoe leid en begeleid je? Wat doe jij als leerkracht? - Beluister vooraf de luistervoorbeelden op de cd. Zet de cd-speler klaar met het lied Stekelhaar en basgitaar (lvb. 40) - Maak voor elk kind een kopie van kopieerblad 8. - Wellicht zit een kind op gitaarles en wil het de gitaar meenemen. Vraag het kind iets over de gitaar te vertellen en er een stukje op te spelen. Ik vertel de kinderen dat ze gaan Ik luister samen De kinderen luisteren naar een lied. Ik vraag ze goed met de kinderen luisteren samen met te luisteren naar hoe de jonen en het naar het lied en ga mij naar het lied en meisje in het lied eruitzien. Luister met er dan vragen over gaan dan vragen de kinderen naar het lied Stekelhaar en stellen. Ik zorg dat beantwoorden. Ze Basgitaar. (lvb. 40) het rustig blijft steken hierbij hun Ik praat naar aanleiding van het lied door de regel vinger op. met de kinderen over haardracht, vinger opsteken kleding en mode. Ik stel daarbij vragen goed te hanteren. als: - hoe laat jij je haar knippen? Hoe draag jij je haar? Hoe is de haarmode nu? - Draag jij een spijkerbroek? Hoe zien jou sokken eruit? - Wat zijn hippe kleren? Wat dragen popmuziekanten en sterren? Vind je dat hip? Koop jij ook die kleren?

Organisatie / bronnen Welke materialen, leermiddelen en bronnen gebruik je? - cd speler - cd 5a - kopieerblad 8 gitaren. cd speler cd 5a lvb40

Voortgang

- Beschrijf de inhoud. - Hoe houd je de belangstelling vast? - Hoe werk je doelgericht? - Hoe verwerk je de instructies? - Op welke manier ga je rekening houden met verschillen? - Denk aan extra activiteiten. Duur: 30 -40 minuten.

De tekst zeggen Ik luister nog een keer naar het lied Stekelhaar en basgitaar (lvb 40). Ik vraag de kinderen de tekst van het lied op te noemen en laat deze daarna zien op het bord. Daarna lees ik de tekst van het eerste couplet duidelijk voor in het ritme van het lied. Ik herhaal daarna het voorlezen van de tekst waarbij de kinderen de zinnen afmaken. Ik herhaal de werkvorm maar nu mogen enkele kinderen de rol van de voorzegger (leerkracht innemen) Zingen Ik zing het lied Stekelhaar en basgitaar (lvb. 40) voor of maak gebruik van het luistervoorbeeld. Ik leer het lied als volgt aan: - Ik zet op het bord een streep onder regel 1 en 3. Ik vraag daarna aan de kinderen te letten op de melodie van de regels die onderstreept zijn. Horen ze dat de melodie telkens hetzelfde is? - Ik zing de onderstreepte regels nog eens voor. De kinderen herhalen deze. - Ik zing nu het lied afwisselend met de kinderen. De kinderen zingen de regels die onderstreept zijn. Zelf zing ik de rest. - Tot slot zingen de kinderen het hele lied.

Wat als ik te weinig tijd heb? Dan sla ik de opdracht over Verzin een andere tekst over.

Ik bespreek vervolgens de kwailteit van het zingen. Ik vraag de helft van de groep het lied te zingen, de andere helft luistert en geeft commentaar. is de tekst goed te verstaan? Zingt iedereen de juiste melodie? Zijn er nog stukjes van het lied die beter kunnen? Opdrachten over gitaren Ik deel de kopieerbladen uit. Het meisje en de jongen uit het lied spelen basgitaar. Welke gitaren zijn er nog meer? Ik bekijk samen de opdrachten 1 en 2 op het kopieerblad en lees de teksten. Ik geef de kinderen eventueel meer informatie over gitaren en gebruik de informatie uit kunst en cultuur. Vervolgens maken de kinderen de opdrachten zelfstandig.

Luisteren Ik ga nu samen met de kinderen de muziek van Drie gitaren (lvb. 41). De kinderen horen drie verschillende gitaren in dit luistervoorbeeld. Welke gitaar hoor je eerst? En daarna? Ze schrijven de volgorde waarin ze de gitaren horen op hun kopieerblad (opdracht 3). Verzin een andere tekst Ik verdeel de kinderen in groepjes van 4 a 5 kinderen. In de groepjes maken de kinderen een nieuwe tekst op het lied Stekelhaar en basgitaar. Ze zorgen er voor dat de nieuwe tekst slaat op een kind uit n van de andere groepen. Ik vertel de kinderen dat delen van het lied telkens hetzelfde blijven. Ik schrijf op het bord deze tekst: . .. haar . basgitaar . broek Dat is . ik zoek Voorbeelden: Ik zoek een meisje met mooi bruin haar Oorbel in en een basgitaar Rode trui en een korte broek Dat is het meisje dat ik zoek Bij de afsluiting van de les gaan de kinderen presenteren. Ze zitten in groepjes en zingen steeds hun versie van het lied. Ze maken er een spannend spel van. De andere kinderen raden over wie ze het hebben. Ik ga samen met de kinderen evalueren: - Vonden jullie het een leuke les? - Wat was er minder leuk in de les? - Wat was er moeilijk? Wat was er makkelijk?

Evaluatie

- Hoe sluit je de activiteit af? -Wat doe je met het geleverde werk? -Hoe ga je na of de doelstellingen zijn bereikt? - Wat als kinderen eerder klaar zijn? Duur:

VERANTWOORDING
Theorie In deze les luisteren de kinderen naar een van de meest populaire instrumenten: de gitaar. De gitaar is vooral dankzij de popmuziek enorm in de belangstelling gekomen. Hij is verkrijgbaar in allerlei soorten en afmetingen. De meeste bekende is de gewone of klassieke gitaar met nylon snaren. Maar er bestaan ook folkgitaren, basgitaren, twaalfsnarige gitaren en elektrische gitaren. De gitaar hoort bij de familie van de snaar- of tokkelinstrumenten. De toets (de bovenkant van de steel) is door ijzeren staafjes (frets) verdeeld in allerlei vakjes. De gitarist varieert de toonhoogte van de snaren door zijn vingers op de snaren in de vakjes te plaatsen. Met de rechterhand tokkelt hij op de snaren of slaat ze allemaal tegelijk aan. De elektrische gitaar gebruikt elektronica om het geluid te versterken. De elementen (een soort microfoontjes) vangen de trillingen van de snaren op en sturen deze door via het snoer naar de versterker, waar het geluid wordt versterkt. De klankkast is niet hol (zoals bij de akoestische gitaren), maar bestaat uit een massief stuk hout of kunststof. In vrijwel alle delen van de wereld bestaan er aan de gitaar verwante instrumenten, zoals de balaika (Rusland), de saz (Turkije) en de sitar (India). Theorie van de methode Muziek moet je doen De module muziek neemt leerlingen mee op een muzikale reis en richt zich op zingen, luisteren, muziek maken, vastleggen en bewegen. Door de verschillende activiteiten is muziek echt een doe-vak. De leerlingen doen op een speelse en leuke manier kennis, inzicht en vaardigheden op en leren een mening te vormen over muziek. Toegankelijk Met Moet je doen wordt het geven van muzieklessen een stuk makkelijker. De lessen vergen weinig voorbereidingstijd en elke leerkracht kan ermee aan de slag. Voor de leerkracht die meer wil, is er verdiepingsmateriaal. Muziek:

biedt diverse werkvormen is rijk aan differentiatiemogelijkheden bevat nieuwe, eigentijdse liedjes geeft gevarieerde luistervoorbeelden

Theorie uit: Muziek moet je doen, (ThiemeMeulenhoff)

FEEDBACK
Feedback van Adrie:
Inleiding goed muziekles van vorig jaar even terug gepakt. Wat had de jongen aan? De intro was erg leuk.

Aanleren van de tekst duidelijk in twee kleuren op het bord geschreven. Je gebruikt al meer mimiek en gebaren dan de vorige keer. Je geeft goede en veel complimenten aan leerlingen. Opsplitsen in twee groepen Leuke complimenten je maakt er een spelletje van. Algemeen veel enthousiasme bij de kinderen. kom maar op en ik wil wel zingen Feedback van de kinderen
Wat was er leuk aan de les? De kinderen vertelden eigenlijk allemaal dat ze alles super leuk vonden. Wat was er minder leuk aan de les? Geen reacties Wat was er moeilijk? Er waren niet veel dingen die echt moeilijk zijn maar het was vooral heel leuk. Wat was er makkelijk?

Het liedje was makkelijk te onthouden.


Feedback van vakdocent pabo (Ton van Erp)
Bijlage 2 Feed-forward op lesontwerp en toelichting (domeinexperts stap 7-) Vakdocent: Ton van Erp

Vak: KO-Muziek

Naam student:_________________________________________________________________ Groep:____________________ Datum feed-forward: 10 maart 2014 Aanwezig Kennis over (kinderen in) de groep is nadrukkelijk verwerkt in de omschrijving van de beginsituatie van de groep, zowel in pedagogische zin (gedrag, groepsverhoudingen, groepsdynamiek) als in didactische zin (vakspecifieke beginsituatie). De lesdoelen zijn afgestemd op de beginsituatie. In de formulering ervan wordt zichtbaar dat je kennis van vakdidactiek op een logische manier verwerkt. Werk- en groeperingsvormen zijn afgestemd op specifieke kenmerken van de groep (zie kritische analyse stap 5) n op specifieke kenmerken van vakdidactiek. X Aanpassing noodzakelijk X

Werk- en groeperingsvormen zijn functioneel ondersteunend bij het behalen van de lesdoelen. Samenwerkend leren krijgt logisch plek in het lesontwerp.* De lesdoelen worden expliciet gevalueerd met de kinderen. De werkvormen die worden gehanteerd bij evaluatie zijn passend bij vakdidactiek en sluiten aan op specifieke kenmerken van de groep (zie analyse stap 5).
*Van belang bij in totaal 3 lesontwerpen

Opmerkingen In de bijstelling laat je je leiden door de volgende feedforward: o De beginsituatie beschrijft meer dan wat kinderen kennen/kunnen. Refereer ook aan gedrag, specifieke groepsdynamiek, beheersing van samenwerkvaardigheden. Beschrijf daarnaast het niveau van kennis vaardigheden, ervaring van kinderen met de methodiek die jij gebruikt en zo meer. o Persoonlijke leerdoelen zijn gebaseerd op, persoonlijke ontwikkeling die urgent aandacht nodig heeft, uitdagend is, kansrijk is en zo meer. Deze leerdoelen zijn ingegeven door de concrete beroepssituatie (omstandigheden in jouw groep) en de opleidingsinhoud (vakinhoud didactiek van KO muziek). Benoem hier dus ook de vakspecifieke uitdagingen voor jou. o Refereer in lesdoelen aan product en proces. Lesdoelen zijn vakspecifiek geformuleerd. Welke kwaliteit moet behaald worden t.a.v. kennis, vaardigheden. Formuleer dat SMART. o Het lesscenario is gedetailleerd uitgewerkt. Inleiding, kern, afsluiting zijn duidelijk omschreven. Stappen zijn chronologisch beschreven. Er wordt vooraf aandacht besteed aan wat kinderen moeten kennen, kunnen aan het einde van de les. In het lesplan wordt geanticipeerd op wat als situaties De methodiek die gehanteerd wordt, wordt duidelijk beschreven, bijv. stappenplan liedleiding, de weggeeftechniek, Het onderwerp (lied luisterfragment , speeltuk,/liedbegeleiding e.d.) is opgenomen in het lessenplan. (Raadpleeg Muziek Meester, relevante informatie uit deel A De vijf domeinen) Ondersteunend materiaal (PPT, Prezi e.d.) wordt aan de lesvoorbereiding toegevoegd. o Indien van toepassing, principes van samenwerkend leren (Coperatief leren in muziek) komen herkenbaar terug in het lesplan. (Zie coperatief leren in muziek, Frits Evelein blz. 12 -29) o In het lesonderdeel evaluatie sta je stil bij opbrengst t.a.v. proces en product. o Taalgebruik is onberispelijk. o Algemene tip: raadpleeg lesvoorbeeld Uit Artis is een beer ontsnapt.

REFELECTIE
A. Wat wilde ik? Productdoel: Aan het einde van de les zijn de kinderen in staat om verschillende gitaren te herkennen en kunnen die op klank onderscheiden. Ook kennen ze het lied stekelhaar en basgitaar. Procesdoel: De kinderen leren dat je met samenwerken rekening moet houden met anderen. Ook wil ik de kinderen enthousiast houden tijdens de gehele les. Persoonlijk leerdoel: Letten op mijn mimiek en gebaren, duidelijk beginpunt aangeven en zorgen dat ik de kinderen enthousiast hou. B. Wat deed ik? Productdoelen: Ik heb mijn les gegeven zoals staat in het lesformulier. Ik heb goed op de tijd gelet en heb mijn les goed uit kunnen voeren. De kinderen waren ongelooflijk enthousiast tijdens de gehele les, ze deden goed mee en wilden allemaal veel vertellen als ik een vraag had voor ze. Procesdoelen: Ik heb samen met de kinderen besproken wat ik van ze verwachtten. Het begin moment heb ik wel aangekondigd door mijn hand op te steken. Ik heb met ze afgesproken dat als ik mijn hand omhoog hield dat het dan stil zou zijn. Op het begin ging dit goed alleen ik heb ze er toch nog een keer op moeten wijzen dat ik het stiller wil. Persoonlijk leerdoel: Ik denk dat ik al meer gebaren en mimiek heb gebruikt dan dat ik tijdens mijn vorige lessen deed. Zelf kwam ik denk ik ook heel enthousiast over. Daardoor werden de kinderen ook enthousiast. Het begin punt heb ik aangegeven (in handen klappen) en ik heb ook met de kinderen afgesproken dat ik dit beginpunt de gehele les kan doen en dat het dan dus betekend dat ze stil moeten zijn. C. Welke betekenis heeft het voorgaande voor jou? 1. Positieve ervaringen Ik was van te voren erg zenuwachtig. Mijn eerste muziekles. Dat is toch nog wel eventjes spannend, en dan ook nog zingen! Mijn les begon al met het voorzingen van het lied. Dit ging meteen goed, daardoor kreeg ik er vertrouwen in. De kinderen pikten het liedje al meteen op en daardoor werden zowel de kinderen als ik enthousiast. Ik heb echt genoten van de les en ik heb het idee dat de kinderen dit ook hadden. Doordat ik een PowerPoint erbij had met precies de stappen die ik moest doen werd het voor mezelf erg overzichtelijk. Ik wist precies wat ik op welk moment moest doen. De gehele les ging soepel en ik ben blij dat ik eindelijk een keer een muziekles heb gegeven. Na de les heb ik nog even snel met de kinderen gevalueerd. Daar kwamen ook alleen maar positieve reacties uit zoals je hebt kunnen lezen bij de feedback. Aan het eind van de les wilden de kinderen graag het lied laten horen aan groep 5. Dit vond ik erg leuk, het kwam uit eigen initiatief van de kinderen waaruit bleek dat ze het lied erg leuk vonden.

2. Wat anders ging. Ik had de les iets te ruim in geschat. Het laatste stukje met het samenwerken in groepjes hebben we niet meer kunnen doen daarvoor hadden we te weinig tijd. In plaats daarvan heb ik gemproviseerd en hebben we met de hele klas de opdracht gedaan. n iemand ging daarbij op de gang en de rest van de klas ging het lied Stekelhaar en basgitaar aanpassen op een kind uit de klas. Het kind wat op de gang stond kwam dan weer terug en moest raden over wie het lied ging wat de andere kinderen zongen. Ook deden de boxen het niet bij de computer die ik wilde gebruiken om muziek te laten horen. Dit had ik van te voren moeten testen. Nu is het ook gelukt door muziek te laten horen op mijn laptop maar toch had ik dit eerst moeten testen. 3. Wat anderen vinden. Zie feedback boven dit reflectieformulier. 4. Essentile zaken. - Enthousiaste kinderen doordat ik zelf enthousiast was en doordat het een leuke les was. - Volgende keer alles testen wat ik in de les wil gebruiken. D. Hoe nu verder? Ik ga de volgende keer voordat ik een les geef alles testen wat ik wil gebruiken en ook kijken of alle materialen aanwezig zijn. Verder wil ik doorgaan met het enthousiast zijn, zo maak ik de kinderen ook enthousiast.

STERKTE/ZWAKTE ANALYSE
Vak: Naam student: Groep: Muziek Annelotte Broeders P13EhvE Datum feedback: Vakdocent: Ton van Erp

2 of 3 doelen voor dit vakgebied heel nadrukkelijk terugkomen in de uitwerking. (inclusief toelichting daarop) Je bent in staat een constructieve interactie aan te gaan met de groep met het oog op een (sociaal- emotioneel) veilige leeromgeving. Bij alle vakken is het natuurlijk belangrijk om een veilige leeromgeving te hebben. Maar bij muziek is dit extra belangrijk. Kinderen moeten zich op het gemak voelen als ze gaan zingen. Dit is goed gelukt. Alle kinderen hebben mee gezongen. Ook hebben er een paar kinderen zelfs alleen gezongen. Ik denk dat dit een teken is dat er een goede en veilige leeromgeving was tijdens deze les. Je bent in staat leeractiviteiten te begeleiden op een wijze dat kinderen worden uitgedaagd om te leren. Kinderen werden bij deze les uitgedaagd om mee te doen. Ook werd er van ze gevraagd goed op te letten tijdens de les omdat ze daarna een werkblad zouden moeten invullen over de theorie die we gingen behandelen deze les. Tijdens deze les heb ik de kinderen goed uitgedaagd. 2 of 3 doelen voor dit vakgebied onvoldoende zichtbaar zijn in uitwerking. (inclusief toelichting daarop) Je bent in staat overgangen tussen leeractiviteiten goed te organiseren en gericht te begeleiden. In mijn les waren verschillende activiteiten gepland alleen hier heeft niet echt een overgang ingezeten. De kinderen hadden van te voren alle spullen die nodig waren al gepakt dus daar hoefde ik me geen druk meer over te maken. Verder hebben alle activiteiten een natuurlijke overgang gehad waarin ik geen sturende rol in heb aangenomen. Je bent in staat leeractiviteiten te ontwerpen waarin samenwerkend leren expliciet plek heeft. Bij deze les heeft samenwerken niet echt een grote rol gespeeld. Ze hebben natuurlijk wel samen gezongen alleen hier hebben ze niet bij samengewerkt.

You might also like