You are on page 1of 16

Analyserapport

Versplinterd landschap

Naar een krachtige ruimtelijke sturing in de glastuinbouw


Stichting Natuur en Milieu Versplinterd landschap

Colofon

september 2006

Uitgave en copyright:
Stichting Natuur en Milieu
Postbus 1578
3500 BN Utrecht NL
info@natuurenmilieu.nl
T. +31 (0)30 233 1328
F. +31 (0)30 233 1311
www.natuurenmilieu.nl

Auteurs: Wilma van de Poll en Eric van Kaathoven


Foto's: Joke Stoop

Dit rapport is onderdeel van de ruimtecampagne van Natuur en Milieu:


Hoever laten we het nog komen8 Nederland kan zo mooi zijn.

De Nationale Postcode Loterij


steunt Stichting Natuur en Milieu.

2
Versplinterd landschap Stichting Natuur en Milieu

Inhoudsopgave

1 Probleemschets ...........................................................................................5

2 Huidig ruimtelijk beleid: wat was de bedoeling? ............................5

3 Evaluatie huidig ruimtelijk beleid: wat komt ervan terecht? .....7

4 Visie Natuur en Milieu: wat moet er gebeuren .............................. 12

5 Conclusies en aanbevelingen ............................................................... 15

3
Stichting Natuur en Milieu Versplinterd landschap

4
Versplinterd landschap Stichting Natuur en Milieu

1 Probleemschets

Glastuinbouw en het glastuinbouwbeleid hebben grote ruimtelijke effecten op het Nederlandse


landschap. Het overheidsbeleid is erop gericht om glastuinbouw te concentreren in bepaalde daar-
voor aangewezen gebieden. Op dit moment liggen nog veel kassen verspreid in het landschap.
Clustering van tuinbouwbedrijvigheid heeft grote voordelen: minder aantasting van het landschap,
betere landschappelijke inpassing, kostenreducerende samenwerking tussen bedrijven, efficiëntere
energievoorziening en waterbeheer en betere ontsluitingsmogelijkheden waardoor vervoer van en
naar de kassen verbeterd kan worden. Als glastuinbouw op de goede locaties gebundeld wordt, kan
de sector zich daar in de toekomst duurzaam ontwikkelen.
We zien de afgelopen jaren het areaal aan kassen echter vooral stijgen buiten de aangewezen con-
centratiegebieden. Dit leidt tot verglazing van het landschap en vermindert de mogelijkheden om
schaalvoordelen te benutten. De kwaliteit van het landschap gaat omlaag onder andere door ver-
spreid staande kassen, leegstaande locaties die niet benut gaan worden en kassengebieden die
verrommelen (bijvoorbeeld het gebruik van een tuinbouwkas als caravanstalling). De goede inten-
ties pakken in de praktijk verkeerd uit. Dit rapport van Natuur en Milieu schetst kort de omvang,
achtergronden, oorzaken en oplossingen van dit probleem.

2 Huidig ruimtelijk beleid: wat was de bedoeling?


In 2000 hebben LTO en het Ministerie van LNV het Bestuurlijk afsprakenkader herstructurering
glastuinbouw ondertekend. Hierin zijn onder andere onderstaande drie punten afgesproken1. Deze
afspraken zijn vervolgens nader uitgewerkt.

1) Bundeling en concentratie van glastuinbouw

Gebundeld glas vergroot in toekomstvisies de duurzaamheid van de sector aanzienlijk en


levert belangrijke schaalvoordelen op.
De Nota Ruimte wijst drie Greenports aan die als concentratie-, kennis- en distributiecentrum
moeten gaan functioneren. Naast deze Greenports zijn tien Landbouw Ontwikkelings Gebieden
aangewezen (de zogenaamde LOG's) van in totaal 2.665 hectare. Deze LOG's dienen om de
geplande groei, de verwachte uitplaatsing uit Zuid-Holland en regionale clustering op te
vangen.
Hiernaast geeft de Nota Ruimte provincies de mogelijkheid om aanvullend aan de LOG's
andere gebieden aan te wijzen indien er een specifieke regionale behoefte is die niet kan wor-
den opgevangen in een van de door het rijk aangewezen LOG's. Ontwikkeling van deze gebie-
den dient in een dergelijk geval gekoppeld te zijn aan een herstructureringsopgave.
Ook is afgesproken 'verspreid glas' (glas dat niet valt onder de door de provincies aangewezen
bundelingslocaties, LOG of Greenport) en 'papieren glas' (ruimte voor ontwikkeling van ver-
spreid glas in bestemmings- en streekplannen) te saneren.

1
Bestuurlijk afsprakenkader herstructurering glastuinbouw, Ministerie van LNV, 2000.

5
Stichting Natuur en Milieu Versplinterd landschap

Landbouwontwikkelingsgebieden in Nederland bron: Novioconsult, Van Spaendonck.

6
Versplinterd landschap Stichting Natuur en Milieu

2) Herstructurering van verouderde glastuinbouwcentra

Bedrijven worden verplaatst naar nieuw aangewezen locaties en het gebied wordt her-
ingericht.

3) Vertalen naar regionaal beleid

Provincies en gemeenten worden geacht het rijksbeleid met betrekking tot glastuinbouw over
te nemen en uit te werken in regionaal beleid (onder andere door het te vertalen in streek-
plannen en bestemmingsplannen).

Deze afspraken zijn nog eens bevestigd in een beleidsbrief van de ministers van LNV en VROM
in september 2005. Juni 2006 presenteerden het tuinbouwbedrijfsleven, ondernemersorgani-
saties en overheden hun visie op de ontwikkeling van de tuinbouw in het Greenportmanifest2.
Ook hier zijn clustering en herstructurering prominente voornemens.
Kortom, zowel overheid als bedrijfsleven zien de voordelen van clustering, en hebben zich ge-
committeerd aan herstructurering en clustering.

3 Evaluatie huidig ruimtelijk beleid: wat komt ervan


terecht?
Wie de afspraken leest, krijgt de stellige indruk dat er een duidelijke koers is uitgezet met instem-
ming van ministerie en LTO. Wie echter in het Nederlandse landschap om zich heen kijkt of de
krantenberichten volgt, ziet een heel andere ontwikkeling. Ook evaluaties van het afgesproken
beleid geven een heel ander beeld.

1) Het concentratiebeleid is weinig succesvol

Het areaal ongebundeld glas is in de periode 2000–2004 met 5,2 procent toegenomen. Het
gaat om 186 hectare. In dezelfde periode is het areaal gebundeld glas afgenomen met 3,5
procent. Het gaat om een vermindering van 205 hectare. Van de voorgenomen invulling van
de LOG's is slechts 200 hectare gerealiseerd. De LOG's leveren voornamelijk een bijdrage aan
het herplaatsen van glas uit de eigen regio3.

2
Greenport(s) Nederland, Manifest in uitvoering, Platform Greenport(s) Nederland, juni 2006.
3
Ruimtelijk Beleid Glastuinbouw, Novioconsult, Van Spaendonck, 2005.

7
Stichting Natuur en Milieu Versplinterd landschap

Omvang niet gebundeld glas in EFFE en EFFG: bron Novioconsult, Van Spaendonck.

8
Versplinterd landschap Stichting Natuur en Milieu

Ligging verspreid glas, bron: MNP, (VIRIS Llterra).

9
Stichting Natuur en Milieu Versplinterd landschap

2) Er is te veel ruimte gereserveerd voor de tuinbouw en regie


ontbreekt

De afgelopen vijf jaar is het areaal glas niet toegenomen. Het totale areaal vertoont niet de
verwachte groei maar blijft stabiel op circa 10.500 hectare4. Gezien de structureel hogere
energieprijs, de kosten voor arbeid en de concurrentie met het buitenland is groei in de toe-
komst ook zeker niet vanzelfsprekend. De Rabobank verwacht eerder een stabilisatie of mini-
male groei van het areaal dan een grote toename. Ook het LEI heeft de prognoses herzien en
verwacht nu een voorzichtige groei van het areaal tot 11.500 hectare tot 2015 (een groei dus
van 1.000 hectare).

Toch gaat het ruimtelijk LOG-beleid van de Nota Ruimte nog steeds uit van een grote groei
van de sector. Daar komt nog bij dat de provincie Zuid-Holland een saldo-nulbenadering heeft
ingevoerd. Hiermee spreekt zij uit 5.800 hectare glas in Zuid-Holland te willen behouden. Bij
de afspraken in 2000 was nog uitgegaan van netto-uitplaatsing van glas uit Zuid-Holland. Dit
beperkt de kansen voor ontwikkeling van locaties buiten Zuid-Holland. De voorziene areaal-
uitbreiding van de LOG's (tussen de 1.848 en de 1.895 hectare) is bijna tweemaal zo groot als
de door het LEI verwachte areaaltoename5.

Naast de LOG's reserveren ook provincies ruimte voor glastuinbouw in provinciale ontwikke-
lingsgebieden waarbij ook rekening wordt gehouden met groei. Er vindt geen regie plaats op
het totaal te ontwikkelen areaal. Voor heel Nederland wordt in 2015 een toename van het
areaal glastuinbouw geschat van 1.000 hectare. Deze prognose staat in schril contrast met de
ruimte die in de provincies wordt geboden voor glastuinbouw. De groeiruimte in Noord-
Brabant overtreft alleen al de 1.000 hectare (zie kader). In Gelderland wordt 500 hectare ge-
reserveerd. Groningen en Friesland willen elk nog twee locaties van elk 450 hectare aanleg-
gen. De groeiplannen van alle provincies tezamen overschrijden dan ook ruimschoots de ver-
wachte groei van het areaal glas in Nederland.

Gevolg van de te ruim ingeschatte areaalbehoefte is dat provincies met elkaar concurreren om
dezelfde tuinders. Het risico bestaat dat gebieden worden aangelegd die leeg blijven staan. Dit
betekent een financiële strop voor gemeenten en een aanslag op het landschap. Een voorbeeld
hiervan is de provinciale ontwikkelingslocatie in Hoogezand-Sappemeer. Ondanks veel inspan-
ning is er in zes jaar tijd slechts 7 van de 90 hectare gerealiseerd. Ondanks het feit dat deze
locatie niet volloopt, maakt de provincie druk plannen voor een nieuwe locatie in de
Eemsmond. Er wordt geen sturend beleid gevoerd op verplaatsing van regionale tuinders en
tuinders uit het Westland komen niet naar Groningen. Locaties in het noorden, oosten en
zuidoosten van het land zijn geen populaire locaties voor Zuid-Hollandse telers, hoofdzakelijk
vanwege sociale redenen6. De Raad voor het Landelijk gebied heeft het rijk geadviseerd de
noordelijke LOG's niet verder te stimuleren aangezien deze voornamelijk van regionale eco-
nomische betekenis zijn. De Raad adviseert aanvullende locaties te zoeken die dichter in de
buurt van de Greenports liggen, ter ontlasting van de overvolle en qua natuur en landschap
kwetsbare Randstad7.

4
CBS Statline.
5
Uitbreiding glastuinbouw Bergerden noodzakelijk, LEI/WUR, 2006.
6
Verkassende Westlanders. Motieven en vestigingsfactoren van verplaatsende Westlandse telers, LEI, 2005.
7
Plankgas voor glas? Advies over duurzame ontwikkeling van de glastuinbouw in Nederland, Raad voor het
Landelijk Gebied, 2005.

10
Versplinterd landschap Stichting Natuur en Milieu

De komende 10-15 jaar wil Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant ruimte bieden
voor 800 hectare glastuinbouw (in concentratiegebieden en uitbreiding van verspreid
staande kassen). Het areaal van 'teeltondersteunende kassen' kan ook met honderden
hectaren uitbreiden als ze volgens voorstel mogen doorgroeien van 0,5 naar 1,5 hec-
tare. De provincie heeft een saneringsregeling, waarmee vooralsnog zo'n 20% van de
kassen op ongewenste locaties kan worden uitgekocht (zo'n 30 kassen). De regeling is
gebaseerd op vrijwillige deelname. Tot op heden wil de provincie de groeiruimte in
kwetsbare gebieden niet beperken. Ook gemeenten zijn niet bereid tot een effectief
beleid om uitbreiding op ongewenste locaties tegen te gaan. Tegelijkertijd kampt de
tuinbouwsector met het probleem dat de grond in de concentratiegebieden vaak in
handen is van projectontwikkelaars, wat de grondprijs opdrijft.

Op de foto de nieuwe, nog steeds onbewoonde weg door de provinciale ontwikkelingslocatie in Hoogezand-
Sappemeer. Oit gebied ligt zeer gunstig aan de LP, een kwartier rijden van de Ouitse grens. Oesondanks zijn
tuinders van buiten de gemeente niet bereid zich er te vestigen. Recent heeft een econoom van de Rijksuniver-
siteit Groningen onderzoek gedaan naar de perspectieven voor de groei van de glastuinbouwsector in Hooge-
zand-Sappemeer/Menterwolde. Het blijkt dat die er weinig rooskleurig uitzienS. Oe gemeente overweegt nu
woningbouw. Ondanks deze mislukking werkt de provincie Groningen met de gemeente Eemsmond aan een
tweede glastuinbouwlocatie van GUF hectare bij de Eemshaven.

8
De kas opmaken – Economisch perspectief van de glastuinbouw in Sappemeer en omgeving, Gerjan
Elzerman, Groningen: Wetenschapswinkel Economie i Bedrijfskunde, 2006.

11
Stichting Natuur en Milieu Versplinterd landschap

3) Individueel economisch belang gaat voor gezamenlijk belang sector

Gebundeld glas geeft een duurzaam toekomstperspectief voor de sector. De voordelen van
bundeling zijn bekend en het bundelingsbeleid wordt op papier beleden maar in de praktijk
weegt het economische kortetermijnbelang van de individuele teler vaak zwaarder. Gemeen-
ten staan uitbreiding van verspreid glas toe vaak vanwege het economische belang. Zo is er in
de gemeente Brielle op dit moment discussie over uitbreidingsplannen van tuinders. Er ligt 50
hectare verspreid glas en er is op papier ruimte voor 60 hectare. Omdat Brielle niet door de
provincie aangewezen is als provinciale bundelingslocatie zou dit glas gesaneerd moeten wor-
den. De gemeente probeert het glas echter toch te behouden door het te bundelen.

Maar ook de sector zelf pleit voor het uitbreiden van verspreid glas. Brabant is de provincie
met het meeste verspreide glas in Nederland. Nu heeft de provincie Brabant beleid gemaakt
en ook geld gereserveerd om bedrijven die in en rond de Ecologische Hoofdstructuur liggen te
verplaatsen. Tevens is de uitbreidingsruimte van al het verspreide glas vastgesteld tot een
maximum van 3 hectare per bedrijf. Wie verder wil groeien moet zijn bedrijf verplaatsen naar
een door de provincie aangewezen concentratiegebied. Belangenorganisatie ZLTO pleit echter
voor een verdubbeling van de groeimogelijkheden tot 6 hectare per bedrijf omdat bedrijven op
slot zitten, met name in de Ecologische Hoofdstructuur en in de Agrarische Hoofdstructuur.
NB: de gemiddelde bedrijfsgrootte van een tuinbouwbedrijf is 2,3 hectare voor groenten, 1,3
hectare voor snijbloemen en 1,4 hectare voor perkplanten. De verwachting is dat in de
komende tien jaar de bedrijfsomvang zal toenemen tot 2,5 hectare.9

Ook in de robuuste Ecologische verbindingszone de Beerze (Noord-Brabant) is toestemming gegeven voor


uitbreiding.

9
Landbouweconomisch bericht, LEI.

12
Versplinterd landschap Stichting Natuur en Milieu

4 Visie Natuur en Milieu: wat moet er gebeuren?


Om duurzame glastuinbouwlocaties te kunnen realiseren zijn een goed ruimtelijk beleid en een
goede ruimtelijk inpassing cruciaal. Natuur en Milieu constateert dat het beleid er de afgelopen
jaren niet in geslaagd is om uitbreiding op plaatsen waar dat niet gewenst is te voorkomen, noch
om ontwikkeling op gewenste locaties doelmatig te bevorderen.

Het rijk stuurt de ontwikkeling van het areaal niet aan: voor de LOG's wordt uitgegaan van een
groeiprognose die achterhaald is terwijl de provincies daarnaast ook nog autonome ruimte voor
groei mogen reserveren. Ingegeven door schaalvergroting roept de sector telkens om meer en
grotere arealen en uitbreidingsruimte. Tuinders willen het liefst op de bestaande plek uitbreiden en
krijgen hier vaak mogelijkheden voor van gemeenten. Kortom: de glastuinbouw kan eigenlijk
overal groeien en het landschap en de duurzame toekomst van de sector worden de dupe hiervan.
Wat moet er volgens ons gebeuren om dit tij te keren?

1) Stop uitbreidingsplannen in het landelijk gebied

Schaalvergroting is een trend in de tuinbouw. Er komen minder bedrijven maar de omvang


van de bedrijven wordt groter. Tuinders zullen om te overleven hun bedrijven uit willen brei-
den. Veel bedrijven liggen nu nog verspreid in het landelijk gebied. In veel gemeenten waar
concentratiegebieden worden aangelegd bestemd voor verspreid liggende bedrijven, zie je dat
de gemeente slappe knieën vertoont. Verspreid liggende tuinders krijgen gewoon toestemming
om ter plekke uit te breiden. De concentratiegebieden worden gereserveerd voor nieuwkomers
van buiten de gemeente. Dit verschijnsel doet zich bijvoorbeeld voor in de Bommelerwaard,
Brielle (ZH) en rond het natuurgebied De Peel bij Deurne.

Tuinders gaan pas verhuizen als de bedrijfsontwikkeling in gevaar komt. Pas als glastuinbouw-
bedrijven in het landelijk gebied niet meer uit kunnen breiden zijn ze bereid mee te werken
aan verplaatsing naar geschikte locaties voor geconcentreerde glastuinbouw. Provincies heb-
ben in streekplannen de uitbreidingslocaties benoemd maar ze moeten ook de bestuurlijke
moed tonen om gemeenten te houden aan het streekplan.

Gemeenten moeten op korte termijn maatregelen nemen om de ruimte voor de ontwikkeling


van verspreid glas in bestemmingsplannen op slot te zetten. Ook de provincies kunnen vanaf
2007 via een provinciale verordening dit bewerkstelligen. Natuur en Milieu vindt dat het rijk
hierin het voortouw moet nemen door expertise beschikbaar te stellen en door een fonds in te
stellen voor planschade.

Kortom, stop de uitbreiding van verspreid glas en neem onmiddellijk maatregelen om ruimte
in bestemmingsplannen in te dammen.

2) Regie door rijk en IPO

Uit evaluaties blijkt dat de huidige werkwijze zonder duidelijke regie niet leidt tot de gewenste
resultaten. Het rijk stuurt niet, provincies bedenken bij gebrek aan instrumentarium zelf
instrumenten om de doelstellingen te bereiken. Dit heeft voor het landschap echter niet altijd
positieve gevolgen. Zo heeft de provincie Zuid-Holland een Ruimte voor ruimte-regeling waar
bedrijven die stoppen een huis mogen bouwen op het vrijkomende areaal. Limburg heeft het
idee opgevat een glasbank in te richten: tuinders die willen uitbreiden moeten voor 1 hectare
uitbreiding 5 hectare glas van een bedrijf dat stopt, opkopen. Dit biedt wel een oplossing voor

13
Stichting Natuur en Milieu Versplinterd landschap

'stoppers' maar de uiteindelijke oplossing van verspreid glas komt alleen maar verder weg te
liggen omdat blijvers mogen uitbreiden.

Om verspreid glas te bundelen, zal de regie dan ook veel nadrukkelijker opgepakt moeten
worden door het rijk en de gezamenlijke provincies (verenigd in het IPO). Er moet een goed
integraal plan komen voor verplaatsing van glas. Belangrijk zijn de ontwikkeling en inzet van
een eenduidig instrumentarium: in elk geval moeten afspraken gemaakt worden over ver-
plaatsing van glas en de kosten die hieraan verbonden zijn, zodat niet alleen stoppers gesa-
neerd worden. Waarschijnlijk is het beste moment om glas te verplaatsen het moment van
vernieuwbouw. Wellicht is zelfs een Glastuinbouw-reconstructiewet nodig.

Dit integrale plan moet natuurlijk ook daadwerkelijk uitgevoerd worden. Rijkstoezicht op uit-
voering is daarbij cruciaal. Net als bestuurlijke moed van zowel rijk als provincies om uitvoe-
ring zo nodig af te dwingen.

3) Saneren van glastuinbouw in voor natuur en landschap kwetsbare


gebieden

Wat Natuur en Milieu betreft, verdwijnt het glas uit kwetsbare gebieden: Ecologische Hoofd-
structuur, gebieden die vallen onder de externe werking van de Vogel- en Habitatrichtlijn,
Nationale en Provinciale Landschappen en Belvederegebieden. Natuur en Milieu vindt dat
hiertoe een bedrag beschikbaar moet worden gesteld door het ministerie van LNV dat wordt
toegevoegd aan het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG). Dan kunnen provincies een
actieplan 'sanering verspreid glas' opnemen in hun meerjarenprogramma ILG. Het is dan
logisch hieraan te verbinden dat bedrijven die reeds in deze gebieden gevestigd zijn niet meer
uit mogen breiden.

Nieuwe locaties moeten gefaseerd worden ontwikkeld. Niet alles tegelijk ontwikkelen maar
locatie voor locatie om te voorkomen dat landelijk gebied ingericht wordt voor glastuinbouw
en vervolgens niet gebruikt wordt (kapitaal- en landschapsvernietiging).

4) Alleen herstructurering financieren

Herstructurering (met functiebehoud) heeft onze voorkeur boven het aanleggen van nieuwe
locaties. Het ministerie van LNV en het ministerie van VROM zouden daarbij het voorbeeld
moeten volgen van het ministerie van Economische Zaken. EZ heeft vorig jaar met het Lctie-
plan Bedrijventerreinen het roer omgegooid: geen rijkssubsidies meer voor de aanleg van
nieuwe bedrijventerreinen. Investeringssubsidies worden alleen nog beschikbaar gesteld voor
de herstructurering van verouderde bedrijventerreinen.

De grootschalige glastuinbouw in Nederland heeft zich zo ontwikkeld dat het nauwelijks nog
kenmerken heeft van de grondgebonden landbouw en steeds meer gelijkenis vertoont met
industriële productie. Glastuinbouw zou dan ook het beste behandeld kunnen worden als
andere industrieën. Kortom, ontwikkeling van nieuwe locaties voor glastuinbouw niet langer
betalen door het rijk. Rijksgeld alleen nog inzetten op herstructurering van kassengebieden
met functiebehoud.

5) Hanteer juiste groeiprognoses en concentreer op de juiste locaties

Zoals aangegeven bij de evaluatie van het huidige beleid is er in Nederland te veel ruimte
gereserveerd voor glas. Daarom is het nodig om alle gereserveerde locaties opnieuw kritisch
te bezien. Er moeten hernieuwde keuzes voor locaties gemaakt worden op basis van een

14
Versplinterd landschap Stichting Natuur en Milieu

goede analyse van de totaal te verwachten groei en van waar die groei te verwachten is
(bezien vanuit economisch perspectief, bedrijfsopvolging, et cetera). Dit alles natuurlijk binnen
scherpe grenzen die natuur en landschap aan de ruimte voor glastuinbouw stellen. Het is
nadrukkelijk niet de bedoeling de sector ongebreideld te laten groeien. Het gaat er hier om dat
er in ieder geval geen locaties meer ontwikkeld worden die zelfs economisch al niet interessant
zijn.

Wat Natuur en Milieu betreft, krijgt daarbij niet elke provincie evenveel ruimte. Noordelijke
provincies hebben nu te veel papieren ruimte; hier ligt geen behoefte.
Aangezien de prognoses samenhangend moeten zijn voor het hele land, vinden wij dat het rijk
ze moet laten opstellen.

Tevens is het noodzakelijk om bij deze herwaardering van locaties, locatie-eisen op te stellen
en in de beoordeling mee te nemen. Dit is nodig om duurzame ontwikkeling van de glastuin-
bouw mogelijk te maken. Voorbeelden van locatie-eisen: als tuinders energie willen gaan
leveren moet er een geschikte afnemer in de buurt aanwezig zijn. De locatie moet niet in
tegenspraak zijn met bijvoorbeeld natuurbeleid. Natuur en Milieu vindt dat locaties in ieder
geval zeker niet mogen liggen in landschappelijk waardevolle gebieden als Nationale Land-
schappen, Belvederegebieden of in de nabijheid van Vogel- en Habitatrichtlijngebieden.

5 Conclusies en aanbevelingen
Natuur en Milieu trekt de volgende conclusies en aanbevelingen uit haar analyse van de ruimtelijke
effecten van de Nederlandse glastuinbouw en het Nederlandse glastuinbouwbeleid anno 2006.

Van het huidige beleid gericht op bundeling en concentratie van glastuinbouw op bepaalde aan-
gewezen locaties en herstructurering van verouderde locaties komt weinig terecht. Het areaal
gebundeld glas daalt terwijl het areaal verspreid glas juist toeneemt. Deze ontwikkeling staat
haaks op de doelstellingen van het beleid. Bovendien wordt er veel te veel ruimte gereserveerd
voor de glastuinbouw, wat leidt tot vernietiging van kapitaal en landschap.

Natuur en Milieu pleit voor een onmiddellijke stop van alle uitbreidingsplannen voor verspreid lig-
gende glastuinbouw in het landelijk gebied. Hiervoor moeten bestemmingsplannen aangepast wor-
den. Er wordt wat Natuur en Milieu betreft ook geen rijksgeld meer gestopt in nieuwe locaties,
alleen nog in het herstructureren van bestaande locaties. Glastuinbouw in kwetsbare locaties moet
zelfs gesaneerd worden met behulp van een extra bedrag dat het rijk beschikbaar zou moeten
stellen.

De vestigingslocaties voor glastuinbouw zouden moeten worden herzien, uitgaande van locatie
eisen voor duurzame tuinbouw en een realistische groeiprognose. Verder moeten de locaties
gefaseerd worden ontwikkeld zodat een vernietiging van kapitaal en landschap voorkomen wordt.
Een sterkere regie van het rijk en de gezamenlijke provincies (IPO) is daarbij noodzakelijk.

15
Stichting Natuur en Milieu Versplinterd landschap

16

You might also like