You are on page 1of 26

Ontwikkelingspotenties

Bedrijventerreinen Gemert-Bakel

Eindrapport

Uitgevoerd in opdracht van:


Gemeente Gemert-Bakel

Uitgevoerd door:
ETIN Adviseurs ‘s-Hertogenbosch, 27 oktober 2006
ETIN Adviseurs Ontwikkelingspotenties bedrijventerreinen Gemert-Bakel

Inhoudsopgave

1. Inleiding ....................................................................................................... 1
1.1 Aanleiding en doelstelling ................................................................................................ 1
1.2 Leeswijzer ........................................................................................................................ 2

2. Economie Gemert-Bakel............................................................................. 3
2.1 Economische structuur en dynamiek............................................................................... 3
2.2 Bedrijventerreinaanbod en vraag naar bedrijventerrein .................................................. 8
2.3 Sectorale trends en ontwikkelingen bedrijventerreinen ................................................. 12
2.4 Transformatie landelijk gebied en potentiële vraag naar specifieke ruimte .................. 13
2.5 Conclusie: doelgroepen bedrijventerreinen Gemert-Bakel............................................ 17

3. Vraagprofielen doelgroepen .................................................................... 18


3.1 Inleiding.......................................................................................................................... 18
3.2 Ontwikkelingspotenties doelgroepbedrijven .................................................................. 18

Bijlage
ETIN Adviseurs Ontwikkelingspotenties bedrijventerreinen Gemert-Bakel

1. Inleiding

1.1 Aanleiding en doelstelling

De gemeente Gemert-Bakel is bezig met het opstellen van een structuurvisie voor de
bedrijventerreinen Wolfsveld en De Fuik. Ten aanzien van Wolfsveld gaat het met name om een
uitbreiding van het bestaande bedrijventerrein.
Bij bedrijventerrein De Fuik gaat het om een herstructurering en herontwikkeling van een locatie
met een agrarisch verleden, waar zich inmiddels ook niet-agararische bedrijven hebben gevestigd.
De structuurvisie vormt de planologisch-juridische basis voor de herstructurering van De Fuik en
de uitbreiding van Wolfsveld. De structuurvisie dient een integraal kader te geven voor Wolfsveld
en De Fuik samen op een hoger schaalniveau.
Bovendien dient de visie aan te geven welke effecten ontstaan als gevolg van voorgestelde
ingrepen/uitbreidingen op de bestaande bedrijventerreinen.
De structuurvisie vormt tevens de basis voor overleg en afstemming met de provincie Noord-
Brabant.

De structuurvisie is thans op nagenoeg alle onderdelen gereed. De economische onderbouwing


ontbreekt echter nog. Een sociaal-economische paragraaf is noodzakelijk voor een beter inzicht in
de sociaal-economische noodzaak en effecten van de voorgenomen plannen. Deze paragraaf is
daarnaast vooral van belang bij het overtuigen van de provincie voor planologische medewerking
aan de plannen.

Om deze redenen heeft de gemeente Gemert-Bakel aan ETIN Adviseurs gevraagd om de


ontwikkelingspotenties in beeld te brengen voor beide bedrijventerreinen. De doelstelling van het
project luidt als volgt:

Het in beeld brengen van de markt en potenties van de bedrijventerreinen Wolfsveld


en De Fuik, waarbij nadrukkelijk aandacht wordt besteed aan doelgroepen die zich op
het terrein kunnen vestigen en de specifieke eisen die zij aan de locatie stellen.

1
ETIN Adviseurs Ontwikkelingspotenties bedrijventerreinen Gemert-Bakel

1.2 Leeswijzer

In hoofdstuk 2 vindt het verkennende deel van de onderbouwing plaats. Hier wordt een beeld
geschetst van de huidige vraag-aanbod verhoudingen op de markt voor bedrijventerreinen.
Daarnaast worden de economische structuur en dynamiek van de gemeente Gemert-Bakel
geanalyseerd: welke typen bedrijvigheid zijn vertegenwoordigd, wat is hun aandeel in de totale
werkgelegenheid en hoe hebben deze zich in de afgelopen jaren ontwikkeld?
Een derde analyse richt zich op relevante trends en ontwikkelingen die van invloed zijn op de
bedrijvigheid in de regio nu en in de toekomst. Op basis van de verschillende analyses in dit
hoofdstuk worden de potentiële doelgroepen voor de bedrijventerreinen Wolfsveld en De Fuik
afgebakend.

Hoofdstuk 3 gaat vervolgens in op de vraagprofielen van de geïdentificeerde doelgroepbedrijven.

2
ETIN Adviseurs Ontwikkelingspotenties bedrijventerreinen Gemert-Bakel

2. Economie Gemert-Bakel

2.1 Economische structuur en dynamiek

Vanaf 1996 is de werkgelegenheid in Gemert-Bakel met ruim 1.000 banen toegenomen. Het
aantal vestigingen is eveneens gestegen met 200. De gemiddelde vestigingsgrootte laat een
dalende tendens zien. De gemiddelde vestigingsgrootte bedraagt in 2005 circa 9,4 banen.
Met uitzondering van de landbouw en de industrie heeft in alle sectoren een groei van
werkgelegenheid plaatsgevonden.

Tabel 2.1: Ontwikkeling werkgelegenheid en vestigingen naar economische sector 1996-2005

1996 2000 2005


Economische sector* totaal totaal gemiddeld totaal totaal gemiddeld totaal totaal gemiddeld
aantal aantal aantal aantal aantal aantal aantal aantal aantal
vest. banen banen Vest. banen banen Vest. banen banen
Landbouw 17 1682 98,9 29 1749 60,3 27 1271 47,1
Industrie 83 1638 19,7 118 1782 15,1 104 1517 14,6
Bouw 101 614 6,1 164 723 4,4 161 781 4,9
Logistiek 86 673 7,8 138 751 5,4 139 821 5,9
Consumentendiensten en ov. Dienst. 368 1838 5,0 394 2243 5,7 384 2268 5,9
Financiële en zakelijke dienstverlening 92 466 5,1 163 677 4,2 128 669 5,2
Overheid en kwartaire dienstverlening 61 1660 27,2 74 1773 24,0 76 2237 29,4

Totaal 808 8571 10,6 1080 9698 9,0 1019 9564 9,4
Bron: Vestigingenregister Helmond/ gemeente Gemert-Bakel
* Verklaring Economische sector zie bijlage 1

Tabel 2.2: Ontwikkeling werkgelegenheid en vestigingen op bedrijventerreinen naar economische


sector 1996-2005
1996 2000 2005
Economische sector totaal totaal gemiddeld totaal totaal gemiddeld totaal totaal gemiddeld
aantal aantal aantal aantal aantal aantal aantal aantal aantal
vest. banen banen Vest. banen banen Vest. banen banen
Landbouw 2 12 6,0 2 15 7,5 0 0
Industrie 32 1.093 34,2 32 1162 36,3 28 1080 38,6
Bouw 21 250 11,9 29 309 10,7 36 374 10,4
Logistiek 13 159 12,2 22 247 11,2 27 366 13,6
Consumentendiensten en ov. Dienst. 18 56 3,1 25 68 2,7 39 132 3,4
Financiële en zakelijke dienstverlening 3 16 5,3 12 61 5,1 11 105 9,5
Overheid en kwartaire dienstverlening 0 0 0,0 0 0 0,0 0 0 0,0
Totaal 89 1.586 17,8 122 1862 15,3 141 2057 14,6
Aandeel bedrijventerreinen op totale
11% 19% 11% 19% 14% 22%
werkgelegenheid / vestigingen
Bron: Vestigingenregister Helmond/ gemeente Gemert-Bakel

3
ETIN Adviseurs Ontwikkelingspotenties bedrijventerreinen Gemert-Bakel

Tabel 2.1 laat zien dat ook de werkgelegenheid op bedrijventerreinen is toegenomen in de periode
1996-2005. De groei van het aantal banen is circa 470. Sterkste groeisectoren zijn de bouw,
logistiek, consumentendiensten en zakelijke dienstverlening. De gemiddelde vestigingsgrootte
daalt van 17,8 naar 14,6 banen.
Verder zien we dat in vergelijking met de situatie in 1996 en 2000 het aandeel van het aantal
vestigingen en banen op bedrijventerreinen behoorlijk is toegenomen. In 2005 zijn 14% van alle
vestigingen en 22% van alle banen op bedrijventerreinen te vinden.

Figuur 2.1: Werkgelegenheid naar economische sector* (2005)

9% 0%
18%
3%
27%
Industrie

Bouw
9% 16%
Logistiek 51%
4

Consumentendiensten en
8% overige dienstverlening
10% Financiële en zakelijke
dienstverlening
Overheid en kwartaire 21%
dienstverlening
28%
gemeente Wolfsveld

Bron: Vestigingenregister Helmond/ gemeente Gemert-Bakel

Van de ruim 1.000 bedrijven en instellingen in de gemeente Gemert-Bakel zijn er 132 te vinden op
reguliere bedrijventerreinen. Het bedrijventerrein Wolfsveld telt bijna 90 bedrijfsvestigingen waar
1.220 mensen emplooi vinden. Veruit de belangrijkste economische sector is de Industrie. Deze
wordt op afstand gevolgd door de Bouw en de sector Logistiek.
Alle bedrijventerreinen in de gemeente tezamen laten nagenoeg hetzelfde beeld zien. De Industrie
scoort zelfs nog een paar procentpunten meer, evenals de sectoren Logistiek en
Consumentendiensten. De Bouw komt op alle bedrijventerrein samen lager uit, te weten op een
aandeel van 18% van de totale werkgelegenheid.

Prognose Werkgelegenheidsontwikkeling
Uitgangspunt voor de prognose van de toekomstige werkgelegenheidsontwikkeling in de
gemeente Gemert-Bakel is het lange termijn scenario Global Economy van het Centraal
Planbureau. Dit scenario gaat ervan uit dat de Europese Unie zich nog verder naar het Oosten
uitbreidt. Door de sterke wereldwijde integratie krijgt de arbeidsproductiviteit een sterke impuls
1
waardoor de welvaartsgroei in dit scenario het hoogst is van de vier opgestelde scenario’s .
De navolgende tabel geeft de uitkomsten van de werkgelegenheidsraming voor de periode tot
2020 weer.

1
Zie voor een uitgebreide beschrijving: CPB, MNP en RPB. Welvaart en Leefomgeving; een scenariostudie voor
Nederland in 2040. Den Haag, 2006.

4
ETIN Adviseurs Ontwikkelingspotenties bedrijventerreinen Gemert-Bakel

Tabel 2.3: Werkgelegenheidsontwikkeling gemeente Gemert-Bakel naar economische sector


(2005 tot 2020)
Economische Sector Werkgelegenheid Banengroei
2005 2020 2005-2020 (%)

(banen) (banen) (%)


Agrarische sector 1.271 990 - 22,1
Industrie 1.517 1.250 - 17,6
Bouw 781 950 21,6
Logistiek 821 1.030 25,5
Consumentendiensten en overige 2.268 2.750 21,3
dienstverlening
Financiële en zakelijke dienstverlening 669 850 27,1
Overheid en kwartaire dienstverlening 2.237 2.730 22,0

Totaal 9.564 10.550 10,3


Bron: ETIN Adviseurs

De totale werkgelegenheid stijgt bij dit scenario per saldo met ruim 10% in vijftien jaar. De
werkgelegenheid in de landbouw en de industrie loopt terug, die in de overige onderscheiden
sectoren daarentegen stijgt met gemiddeld zo’n 1,5% per jaar.

2
De werkgelegenheidsfunctie van de gemeente Gemert-Bakel in 2005 bedraagt 0,7. In Noord-
Brabant houden werkgelegenheid (banen) en beroepsbevolking in 2005 elkaar in evenwicht; hier
heeft de werkgelegenheidsfunctie dus een waarde van 1,0.

Wanneer de ontwikkeling van het aantal vestigingen in de bedrijventerreingevoelige sectoren


onder de loep wordt genomen, blijkt dat het aantal vestigingen in de handel, productie (industrie)
en het vervoer vrijwel constant is gebleven in de periode 1996-2004. In de bouwsector vond een
vrij sterke groei plaats. Dit geldt zeker ook voor de zakelijke dienstverlening die van 700 naar ruim
1.200 vestigingen ging.

Werkloosheid
In de navolgende tabel wordt de werkloosheid van Gemert-Bakel (eind 2005) zoals die is
gepubliceerd door het CWI vergeleken met die van de provincie Noord-Brabant en Nederland. Dit
gebeurt aan de hand van de verdeling van de werkloosheid naar leeftijd en geslacht en een
vergelijking met een jaar eerder.

In de navolgende tabellen over werkloosheid is uitgegaan van de definitie van het Centrum voor
Werk en Inkomen (CWI). Het CWI hanteert het begrip Niet-werkende werkzoekenden en definieert
dit als volgt: “De bij een CWI actueel ingeschreven werkzoekenden zonder werk of die minder dan
12 uur per week werken met een inschrijfdatum en geen uitschrijfdatum”.

2
Dit is de verhouding tussen de werkgelegenheid (het aantal banen) en de omvang van de beroepsbevolking in de
gemeente.

5
ETIN Adviseurs Ontwikkelingspotenties bedrijventerreinen Gemert-Bakel

Tabel 2.4: Niet-werkende werkzoekenden (NWW) naar leeftijd in procenten van totaal NWW
(ultimo 2005)
NWW Aandeel in
totaal totaal
NWW in %
< 23 jaar 23-40 jaar ! 40 jaar < 23 jaar 23-40 jaar ! 40 jaar

Gemert-Bakel 882 61 300 521 6,9 34,0 59,1

Noord-Brabant 90.261 4.698 31.695 53.868 5,2 35,1 59,7


Nederland 671.477 38.406 254.541 378.530 5,7 37,9 56,4
Bron: CWI

Conclusie: relatief gezien telt de gemeente Gemert-Bakel meer jongere werklozen (NWW) dan de
provincie Noord-Brabant en Nederland. In absolute termen is het echter een beperkt aantal. De
meeste werklozen zijn te vinden in de leeftijdscategorie 40 jaar en ouder. In de gehele provincie
en landelijk is dat ook zo. Het aandeel ligt relatief gezien in dezelfde orde van grootte.

Tabel 2.5: Niet-werkende werkzoekenden (NWW) naar geslacht in procenten van totaal NWW
(ultimo 2004 en ultimo 2005)

NWW % Mutatie NWW 2005 Aandeel in


totaal
NWW
Dec 2005 Dec 2004 2004/2005 Vrouwen Mannen Vrouwen Mannen

Gemert-Bakel 882 941 - 6,3 441 441 50,0 50,0

Noord-Brabant 90.261 95.935 - 5,9 46.240 44.021 51,2 48,8


Nederland 671.477 692.210 - 3,0 342.327 329.150 51,0 49,0
Bron:CWI

Conclusie: werkloosheid (NWW) in Gemert-Bakel is in 2005 sneller gedaald dan in de provincie


Noord-Brabant en in Nederland als geheel.
Een trend die doorzet. In het eerste halfjaar van 2006 is de werkloosheid (NWW) in de gemeente
Gemert-Bakel nog sneller gedaald (-13,3%) tot 765 personen per augustus 2006. Voor de
provincie Noord-Brabant bedraagt het overeenkomstige percentage –10,1% en landelijk –11,1%
(bron: CWI).
Opvallend is verder dat de NWW-populatie in de gemeente Gemert-Bakel evenveel vrouwen als
mannen telt. In de meeste gevallen zijn er meer mannen dan vrouwen als niet-werkend
werkzoekend geregistreerd.

Ontwikkeling beroepsbevolking
In de navolgende tabel 2.6 wordt de beroepsbevolking van Gemert-Bakel zoals die is geraamd
door ETIN Adviseurs vergeleken met die van de provincie Noord-Brabant en Nederland. Dit
gebeurt aan de hand van de verdeling van de beroepsbevolking naar geslacht en de bruto
participatiegraad.

6
ETIN Adviseurs Ontwikkelingspotenties bedrijventerreinen Gemert-Bakel

De beroepsbevolking omvat alle personen van 15 tot en met 64 jaar die tenminste 12 uur per
week werken of (indien ze geen werk hebben of minder dan 12 uur werken) tenminste 12 uur per
week willen werken, daarvoor beschikbaar zijn en bovendien actief werk zoeken.
De bruto participatiegraad omvat de beroepsbevolking (werkzaam en werkloos) uitgedrukt als
percentage van de bevolking van 15 tot en met 64 jaar.

Tabel 2.6: Beroepsbevolking en bruto participatiegraad voor mannen en vrouwen (2006)


Beroepsbevolking Bruto
participatiegraad
totaal mannen vrouwen totaal mannen vrouwen

Gemert-Bakel 12.899 7.804 5.095 67,8 79,4 55,3

Noord-Brabant 1.126.641 644.718 481.923 68,9 77,4 60,0


Nederland 7.575.679 4.298.047 3.277.632 68,6 77,1 59,9
Bron: ETIN Adviseurs

Conclusie: de totale arbeidsparticipatie in de gemeente Gemert-Bakel blijft achter bij die in Noord-
Brabant en Nederland. Bij de mannen daarentegen is de bruto participatiegraad in Gemert-Bakel
hoger. De arbeidsparticipatie van vrouwen in Gemert-Bakel blijft duidelijk achter bij die in de
provincie en Nederland.

Tabel 2.7: Prognose beroepsbevolkingsontwikkeling 2000-2010


Beroepsbevolking
2000 2005 2010

2000=100

Gemert-Bakel 100 102,9 109,1

Noord-Brabant 100 103,3 109,0


Nederland 100 104,6 111,4
Bron: ETIN Adviseurs

Conclusie: de geraamde groei van de beroepsbevolking in de gemeente Gemert-Bakel tot 2010


zal gelijke tred houden met die in de provincie Noord-Brabant. De beroepsbevolking voor 2010 in
Gemert-Bakel wordt geraamd op ca. 13.500 personen, waarvan 58% mannen. In 2000 bedroeg dit
aandeel nog 64%. In vergelijking met de provincie en Nederland is dit nog relatief hoog, daar komt
het aandeel mannelijke beroepsbevolking uit op 55%.
Het aandeel vrouwen in de beroepsbevolking van Gemert-Bakel zal op termijn nog verder
toenemen.

Op basis van de economische structuur en dynamiek zouden de sectoren Bouw,


Logistiek, Consumentendiensten en overige dienstverlening, Financiële en zakelijke
dienstverlening kunnen worden aangemerkt als voor de bedrijventerreinen Wolfsveld
en de Fuik interessante doelgroepen.
De industrie is qua werkgelegenheidsontwikkeling geen groeisector, maar is voor
vestiging traditioneel aangewezen op de mogelijkheden op bedrijventerreinen.

7
ETIN Adviseurs Ontwikkelingspotenties bedrijventerreinen Gemert-Bakel

2.2 Bedrijventerreinaanbod en vraag naar bedrijventerrein

2.2.1 Aanbod
Kwantitatief
Het huidig aanbod op de bedrijventerreinen in de gemeente Gemert-Bakel is aangegeven in
onderstaande tabel.

Tabel 2.8: Aanbod bedrijventerrein gemeente Gemert-Bakel in hectare netto (1 januari 2006)
Bedrijventerrein Uitgeefbaar
aanbod
Totaal Terstond Niet-
terstond

Bedrijvenpark Wolfsveld uitbreiding 1,45 1,45


Bedrijventerrein Milheeze 2,03 0,09 1,94
Rips IV 0,32 0,32

Totaal gemeente 3,80 1,86 1,94


Bron: Bedrijventerreinenregister Noord-Brabant

Volgens opgave van de gemeente is in het afgelopen jaar is op “Bedrijvenpark Wolfsveld


uitbreiding” circa 1 hectare uitgegeven. Het uitgeefbaar aanbod is nu feitelijk dus 2,8 hectare.

2.2.2 Vraag
Reguliere vraag: kwantitatief en kwalitatief

Uitgifte
De gemeente Gemert-Bakel heeft in de afgelopen 15 jaar in totaal ruim 25 ha (netto) nieuw
bedrijventerrein uitgegeven. Het grootste areaal (19,5 ha) is uiteraard op het (grootste) terrein
Wolfsveld (inclusief ‘Wolfsveld Uitbreiding’) verkocht.

Veruit het meeste van genoemde 25 ha terrein, namelijk ca. 20 ha, is uitgegeven in de jaren
negentig van de vorige eeuw. Niet alleen een teruglopende conjunctuur, maar ook het gegeven
dat de gemeente Gemert-Bakel per 2000 nauwelijks nog over terstond uitgeefbaar bedrijventerrein
beschikte, is daar debet aan.

In de afgelopen 10 jaar is in de gemeente Gemert-Bakel aan 70 bedrijven nieuw terrein


uitgegeven. Het overgrote deel van de betreffende transacties heeft betrekking op een
grondaankoop die kleiner is dan 3.000 m². De navolgende tabel geeft een overzicht van de
relatieve omvangsverdeling van de bedrijventerreintransacties in Gemert-Bakel in de periode
1996-2005.

8
ETIN Adviseurs Ontwikkelingspotenties bedrijventerreinen Gemert-Bakel

Tabel 2.9. Verdeling bedrijventerreinuitgifte in Gemert-Bakel naar kavelgrootte (1996-2005)


Grootteklasse kavel Aandeel
transacties
%

< 500 m² 13,0


500 – 999 m² 20,0
1.000 – 2.999 m² 49,0
3.000 – 4.999 m² 10,0
5.000 – 9.999 m² 7,0
! 10.000 (1 ha) 1,0

Totaal % 100,0
transacties 70
Bron: Bedrijventerreinenregister Noord-Brabant

Verdeling van de terreinuitgifte in Gemert-Bakel naar economische activiteit geeft het volgende
beeld te zien.

Tabel 2.10: Verdeling bedrijventerreinuitgifte in Gemert-Bakel naar economische sector (1996-


2005)
Economische Sector Oppervlakte Transacties

(m²) (%) (%)

Industrie 35.036 25,7 21,4


Bouw 22.233 16,3 27,1
Logistiek 40.283 29,5 20,0
Consumentendiensten en overige dienstverlening 29.810 21,8 25,7
Financiële en zakelijke dienstverlening 9.124 6,7 5,7
Overheid en kwartaire dienstverlening - - -

Totaal % 100,0 100,0


Oppervlakte / transacties 136,486 70
Bron: Bedrijventerreinenregister Noord-Brabant, bewerking ETIN Adviseurs

Het overzicht illustreert het feit dat de bedrijven in de bouwnijverheid gemiddeld klein(ere) kavels
kopen: ruim een kwart van alle terreinverkopen worden gedaan door bouwbedrijven, zij zijn
evenwel maar goed voor 16% van de uitgifte in oppervlaktetermen. Bij de logistieke bedrijven ligt
het beeld juist andersom. Deze sector neemt eenvijfde van de verkopen voor zijn rekening die te
samen goed zijn voor bijna eenderde van de uitgegeven oppervlakte.

Prognose
De prognose van de vraag naar bedrijventerrein start met een raming van de ontwikkeling van de
werkgelegenheid bij bedrijvigheid die in principe voor vestiging op een formeel bedrijventerrein in
aanmerking komt. Deze banengroei wordt vervolgens ruimtelijk ‘vertaald’ in een vraag naar
dergelijk bedrijventerrein.

9
ETIN Adviseurs Ontwikkelingspotenties bedrijventerreinen Gemert-Bakel

De bedrijventerreinprognose laat voor de komende 15 jaar een toename van de ruimtevraag zien
van per saldo circa 24 ha netto bedrijventerrein. Het navolgende overzicht laat zien hoe de
bedrijventerreinprognose 2006-2020 is verdeeld over de onderscheiden economische sectoren.

Tabel 2.11: Ontwikkeling van de werkgelegenheid en de ruimtevraag in Gemert-Bakel (2006-2020)


Economische Sector Werkgelegenheidsgroei Toename ruimtevraag

(banen) (hectares)

Industrie - 46 -2,60
Bouw 154 3,93
Logistiek/Groothandel 258 9,51
Consumentendiensten en overige dienstverlening 271 10,74
Financiële en zakelijke dienstverlening 86 2,22
Overheid en kwartaire dienstverlening 0 0

Totaal 723 23,78


Bron: ETIN Adviseurs

Een kanttekening is op zijn plaats bij de in de tabel vermelde negatieve waarde voor de
economische sector Industrie. De prognose geeft aan dat er voor de ontwikkeling van de
werkgelegenheid in de Industrie in de gemeente Gemert-Bakel in 2020 minder ruimte nodig zal
zijn dan per 2006. Dit betekent niet dat er bedrijventerrein waarop nu industriële bedrijven zijn
gevestigd moet worden onttrokken aan hun bestemming. Het betekent dat er per saldo minder
nieuw terrein voor uitgifte beschikbaar hoeft te komen.

Vraag-aanbod confrontatie
Per oktober 2006 bedraagt het areaal terstond en niet-terstond uitgeefbaar bedrijventerrein in de
gemeente Gemert-Bakel te samen 2,80 ha netto. Voor de periode 2006-2020 wordt een toename
van de ruimtevraag van bedrijven geraamd op 23,78 ha netto. Dit betekent dat er naast het
huidige aanbod nog voor 21 ha netto bedrijventerrein ruimte moet worden gezocht/gereserveerd in
de gemeente Gemert-Bakel.

Deze vraag-aanbod confrontatie gaat uit van de veronderstelling dat het huidige uitgeefbare
aanbod kwalitatief aansluit bij de vraag. De verdeling van de toename over de economische
sectoren vormt een indicatie voor de gevraagde kwaliteiten van nieuw te realiseren
bedrijventerrein.

Additionele vraag als gevolg van lokale verplaatsers c.q. uit te plaatsen bedrijven
In het voorgaande is aangegeven dat de vraag naar bedrijventerrein in Gemert-Bakel voor de
periode 2006-2020 circa 24 hectare netto bedraagt. Deze raming heeft betrekking op zowel
uitbreiding als nieuwvestiging van bedrijven.
De verplaatsingsvraag van reeds in de gemeente gevestigde bedrijven is hierin echter niet
meegenomen. Deze verplaatsingsvraag komt voort uit gebrek aan uitbreidingsruimte op de
huidige vestigingslocatie en/of het feit dat de huidige vestigingsplaats in de ogen van het bedrijf
zelf of de gemeente niet (meer) de juiste is.

10
ETIN Adviseurs Ontwikkelingspotenties bedrijventerreinen Gemert-Bakel

In het laatste geval gaat het veelal om bedrijven die op een locatie in het landelijk gebied of in de
kernen / bebouwde kommen zitten. Vaak is dit vanuit milieutechnisch of ruimtelijk oogpunt
ongewenst.
Het streven is om de bedrijven die niet op de juiste plek zitten, verplaatst te krijgen naar locaties
die beter op de betreffende activiteiten zijn toegesneden.
In onderstaande tabel staan bedrijven opgesomd waarvan bij de gemeente bekend is dat ze zich
wensen te verplaatsen. Tevens is aangegeven voor welke bedrijven bij de verplaatsing deels
uitbreiding aan de orde is.

Tabel 2.12: Bekende verplaatsers met en zonder uitbreidingsbehoefte!


Naam Nieuwe Termijn Aanleiding Vrijkomende Soort bedrijf
kavel verplaatsing locatie
Verhagen 1 ha < 1 jaar Uitplaatsing uit diverse Woningbouw Ramenfabriek
Ramen woongebieden (kern
Gemert), efficiency,
milieuproblematiek
Segers* 2,5 ha < 1 jaar Efficiency,, kwaliteit Woningbouw, Kaashandel
milieuproblematiek bedrijventerrein
Van Asseldonk* 2,5 ha < 1 jaar Efficiency, kwaliteit Agrarisch Aardbeienteelt
Unidek 3 ha < 3 jaar Efficiency, uitbreiding Bedrijventerrein Producent
Systeembouw
Ponjé 1 ha < 2 jaar Uitplaatsing centrum, Woningbouw Bouwbedrijf
efficiency, kwaliteit
Brusse Fixet 0,5 ha < 2 jaar Efficiency, kwaliteit Bedrijventerrein Detailhandel
Totaal: 10,5 ha
Bron: Gemeente Gemert-Bakel
* Initiatief voor combinatie in één bedrijfspand op bedrijventerrein De Fuik op kavel van circa 2,5 hectare.
!
!
Op basis van bovenstaande overzicht wordt geconcludeerd dat in Gemert-Bakel op korte termijn
(< 2 jaar) een (reeds bekende) ruimtebehoefte aanwezig is van circa 10,5 hectare. Het betreft
hierbij minimaal 3 hectare inzake verplaatsers waarvan de vrijkomende locaties voor woningbouw
in aanmerking komen. Deze bedrijven mogen om deze reden, niet bij voorspellingen (op basis van
groeiscenario’s) rond ruimtebehoefte aan additioneel c.q. nieuw bedrijventerrein meegerekend
worden"!

Op basis van de ruimtevraag in het verleden, de prognose van de vraag en de vraag


van lokale verplaatsers kunnen de volgende typen bedrijven worden aangemerkt als
doelgroepen voor de bedrijventerreinen in Gemert-Bakel: kleinschalige en middelgrote
logistieke bedrijven en (groot)handelsbedrijven, kleinschalige productie- en
bouwbedrijven en kleinschalige en middelgrote consumentendiensten, aangevuld met
specifieke lokale ruimtevragers in de sector industrie.

De vraag naar bedrijventerreinen voor de periode tot 2020 wordt ingeschat op circa 24
hectare (netto) exclusief circa 3 hectare netto op grond van verplaatsers. De totale
vraag wordt derhalve geraamd op netto 27 hectare over een periode van 15 jaar (1,8
hectare per jaar).

11
ETIN Adviseurs Ontwikkelingspotenties bedrijventerreinen Gemert-Bakel

2.3 Sectorale trends en ontwikkelingen bedrijventerreinen

Distributie en logistiek (inclusief groothandel) en het daaraan gekoppelde logistiek vastgoed is


momenteel in heel Nederland een groeimarkt. Het gemiddelde kavel in dit segment beslaat vaak
meer dan 1 hectare.

DTZ Zadelhoff definieert de vastgoedvraag van deze groeisector als volgt: “bedrijfsruimte (in
toenemende mate huur) ten behoeve van opslag en distributie met een minimale oppervlakte van
5.000 m², betonvloeren met een minimale vloerbelasting van 3.000 kg/m², een vrije hoogte van
minimaal 8 meter, voorzien van goede laad- en losmogelijkheden met loadingdocks….De
verwachting is dat de logistieke dienstverleners zich de komende jaren uitdrukkelijk op de markt
3
zullen bewegen”.

Bovenstaande locatiewensen komen voort uit een aantal trends en ontwikkelingen in de logistieke
sector, zoals de toenemende uitbesteding (‘outsourcing’) door productiebedrijven. Deze maakt dat
de activiteiten van logistieke dienstverleners en daarmee de (omvang en flexibiliteit van hun) vraag
naar vastgoed toenemen.

Een andere landelijk trend is de opkomst van bedrijfspanden met een hoge kantoorcomponent
(tot 40%). Dit type bedrijf, dat regionaal opereert, wil in ieder geval prominent op een terrein zitten,
bij voorkeur op een zichtlocatie. Hierbij moet wel rekening worden gehouden met een langere
uitgifteperiode, zeker gelet op de concurrentie.

In de afgelopen jaren heeft zich een aanzienlijke ruimtevraag voorgedaan vanuit de perifere en
grootschalige detailhandel (PDV/GDV) die voor een belangrijk deel is geaccommodeerd op
4
bedrijventerreinen. De Rabobank signaleert in haar rapportage ‘Cijfers en Trends’ een toename
van het gemiddelde verkoopvloeroppervlak per vestiging in deze branches.
Deze toename heeft tot gevolg dat veel vestigingen te groot worden om tussen de
woonbebouwing of in stadscentra gevestigd te zijn. Zij trekken daarom naar de randen van steden
en kernen c.q. naar bedrijventerreinen, waar ze de ruimte hebben en gemakkelijker (per auto) te
bereiken zijn. Voorbeelden van PDV/GDV-bedrijvigheid zijn autodealers, bouwmarkten, keuken-
en meubelzaken en andere op consumenten gerichte activiteiten. De eisen die deze bedrijven aan
parkeervoorzieningen, bereikbaarheid (m.n. vindbaarheid) en de algehele uitstraling stellen,
komen grotendeels overeen.
De verwachting is dat de vraag vanuit PDV/GDV in de toekomst duidelijk verder zal toenemen.
Voor dergelijke activiteiten is clustering van belang om de gewenste aantrekkingskracht op de
consument te kunnen uitoefenen. Dit komt reeds tot uiting in de zogenaamde meubelboulevards,
5
maar ook steeds meer in ’boulevards’ van bouwmarkten en garagebedrijven/autodealers .

3
DTZ Zadelhoff, De Nederlandse markt voor commercieel vastgoed (2005-2006), Utrecht.
4
Rabobank, Cijfers & Trends 2004/2005.
5
Metsemakers, F. en Nieuwenstein, A., “De klant is koning?” (mei 2005) in ‘Nova Terra’ (nummer 1, jaargang 5).

12
ETIN Adviseurs Ontwikkelingspotenties bedrijventerreinen Gemert-Bakel

Er is sprake van een toenemende differentiatie van bedrijfshuisvesting in combinatie met meer
complexen van gespecialiseerde bedrijvigheid. Mogelijk betreft het hier een minderheid van de
markt, maar die is dan wel in belangrijke mate gezichtsbepalend. Het biedt kansen voor hybride
terreinen, maar ook voor themaparken. Voorbeelden hiervan zijn zorgboulevards,
woonboulevards, mediaparken, ‘shopping malls’ en ‘outlet centres’, entertainmentcomplexen,
technologiecampi, bioscience parken, agribusiness complexen, autoboulevards, sportcampi en
complexen. Er is sprake van een uitgesproken behoefte tot ‘branding’ en thematisering. De
uniformering geeft kansen voor een betere werking van de markt voor bedrijfshuisvesting en
bedrijventerreinen, inclusief meer mogelijkheden tot huren en leasen. Ook kan steeds eenvoudiger
aan de vraag naar beheersdiensten en flexibiliteit tegemoet worden gekomen.
De fundamentele eigenschap van dergelijke complexen is de relatief grote afhankelijkheid van de
ter plekke gevestigde bedrijvigheid van speciale en gedeelde externe voorzieningen, onderlinge
toeleveringsrelaties en onderlinge kenniscirculatie.

Deze ontwikkeling lijkt in relatie te staan tot de opkomst van ‘the experience economy’ waarbij
omgevingskwaliteit, status, identiteit en imago steeds belangrijker worden. Er is echter wel een
verschil, omdat de bedrijvigheid in deze sector sterk gericht is op consumentenactiviteiten. Denk
aan activiteiten als paintball, grootschalige detailhandel (Ikea, etc.) en karten. De menging van
dergelijke consumptie- met productieactiviteiten op één terrein kan elkaar in de weg zitten, met
conflicten tussen bijvoorbeeld parkerende bezoekers voor de consumptieactiviteiten en de
bereikbaarheidseis van de andere bedrijvigheid op het terrein.

Bedrijventerreinen staan nog steeds bekend als zijnde monofunctioneel gericht op werken.
Feitelijk worden bedrijventerreinen steeds multifunctioneler met de komst van niet traditionele
vormen van bedrijvigheid, zoals winkels en recreatieve voorzieningen. Het zijn niet alleen de
Ikea’s en Makro’s die we vinden maar ook party- en feestzalen, indoor speeltuinen, commerciële
6
sportvoorzieningen en zelfs religieuze instellingen .

Op basis van sectorale trends en ontwikkelingen kunnen de logistieke sector, de


kantoorachtige bedrijvigheid en consumentgerichte bedrijven worden aangemerkt als
kansrijke sectoren voor de bedrijventerreinen in Gemert-Bakel.

2.4 Transformatie landelijk gebied en potentiële vraag naar specifieke


ruimte

Landelijke nota’s en noties


In recente landelijke nota’s als ‘Kiezen voor Landbouw’ van het ministerie van LNV en het SER
advies ‘Kansen voor het platteland’ wordt nadrukkelijk ingegaan op de transformatie die het
platteland doormaakt in sociaal-economisch opzicht. De samenvattende boodschap uit beide
nota’s is dat met nieuw elan nieuwe kansen kunnen worden verzilverd.

6
Louw, E., Bedrijventerreinen en functiescheiding een achterhaald idee? In ‘Stedebouw en Ruimtelijke Ordening (nummer
3, 2006)

13
ETIN Adviseurs Ontwikkelingspotenties bedrijventerreinen Gemert-Bakel

Dit geldt uiteraard voor de sector die het meest beeldbepalend is voor het platteland, de land- en
tuinbouw. Kort gezegd gaat het hier zowel om de creatie van zowel nieuwe kansen voor de
bestaande deelsectoren in de land- en tuinbouw, voor / door verschuivingen daarin (van dier naar
plant bijvoorbeeld), als om nieuwe combinaties met de inzet van nieuwe technologieën van buiten
de sector (energie bijvoorbeeld).

Daarnaast zullen ook nieuwe economische dragers het platteland in sociaal-economisch opzicht
vitaal moeten houden. Toerisme en recreatie worden dan vaak geopperd, maar ook de
expanderende zorgvraag kan stevige nieuwe impulsen op lokaal vlak leveren. Meer in het
algemeen kan de lokale sociaal-economische dynamiek stimuli voor nieuwe ontwikkelingen
(starters, spin off’s, uitbreidingen) niet ontberen, evenmin als goed ondernemersschap in het mkb
dat steunt op innovativiteit, creativiteit, commerciële vaardigheden.

Op dit speelveld zal elke lokale gemeenschap zijn positie moeten bepalen.

Agribusiness
De LNV nota ‘Kiezen voor Landbouw’ wijst op een nog sterk doorzettende verandering in de
productiewijzen en -volumes in alle deelsectoren van de land- en tuinbouw. Externe invloeden
vormen de grootste drijfveer voor het doorvoeren van andere productiewijzen en
teelten/producten: een sterkere marktwerking met toenemende prijs- en kwaliteitseisen. Onder
kwaliteitsbewustzijn zijn ook de toenemende eisen op het gebied van maatschappelijk
verantwoord, dier- en milieuverantwoord produceren te scharen. Het komt er, anders gezegd, op
aan de maatschappelijke ‘licence to produce’ te behouden, of, waar die nu ter discussie staat, te
heroveren.

De primaire sector zal er meer en meer op aangewezen zijn economische en technologische


vernieuwingen tot stand te brengen in samenspraak met andere delen in de keten (toelevering,
verwerking, distributie). Omgekeerd is ook te verwachten dat zonder ‘voeding’ vanuit de primaire
sector investeringen in aanpalende activiteiten steeds vaker buiten de regio zullen neerslaan. Dit
pleit ervoor krachtig in te zetten op nieuwe schakels tussen de agro-ketenpartijen en de sterk op
innovatie gerichte industrie- en dienstverlenende sectoren. Brabant biedt daarvoor een prima
7
basis met een omvangrijk agro- en technologiecluster .

SER advies ‘Kansen voor het platteland’


Volgens de SER is vernieuwend en betrokken ondernemerschap de economische drager bij
uitstek voor een vitaal platteland. Er wordt vooral resultaat verwacht van het ruimte bieden aan en
stimuleren van betrokken ondernemers die inspelen op plaatselijke mogelijkheden en behoeften.
Vernieuwend ondernemerschap en betrokken burgerschap gaan hier hand in hand. Betrokken
ondernemerschap kan als volgt worden gestimuleerd:
• Richten op lokale ondernemers die de omgeving kennen.
• Richten op verbreding van bestaande economische activiteiten; innovatie en
werkgelegenheid worden het best bevorderd door gerelateerde bedrijvigheid, dat wil
zeggen door spin-offs van bestaande activiteiten.

7
Zie: ‘Economische perspectieven Noord-Brabants platteland’, ETIN Adviseurs (2005); Samenvatting, pag. II.

14
ETIN Adviseurs Ontwikkelingspotenties bedrijventerreinen Gemert-Bakel

• Stimuleren en ondersteunen van startende ondernemers (burgers op het platteland); dit


kan ook bijdragen tot een grotere aandacht voor de (sociale) leefbaarheid en tot het
vinden van praktische oplossingen voor de (dreigende) verschraling van voorzieningen in
kleine kernen.
• Intensief stimuleren van ondernemerschap op microniveau - direct gericht op het individu -
in combinatie met het activeren van regionale netwerken; dit kan barrières helpen
slechten, zoals onzekerheid over de kans op succes of gebrek aan kennis, geld of
netwerken en ervaring met ondernemen.

Nog enkele majeure ontwikkelingen


• Demografie: Er dient zich - op het platteland in versneld tempo - een snelgroeiende groep
vitale ouderen aan. Dat zal gepaard gaan met een grotere vraag naar voorzieningen op
het gebied van ontmoeting, ontspanning en recreatie. Daarnaast zal de snel groeiende
groep (hoog)bejaarden een beroep doen op meer intensieve zorgarrangementen en
wijkgebonden voorzieningen. Nieuwe zorg-servicecentra kunnen uitgroeien tot multi-
service concepten (combinatie met detailhandel, financiële en persoonlijke
dienstverlening), c.q. multifunctionele dienstencentra. Een en ander biedt wellicht een
kans voor de plattelandskernen met een op de behoeften afgestemd aanbod van ‘zorg-op-
maat’.
• Individualisering en verdienstelijking: Individualisering en welvaartsgroei hebben de
consument aanmerkelijk mondiger en kritischer gemaakt. Consumptiepatronen
veranderen, er worden hogere eisen gesteld en de vraag naar maatwerk neemt toe. Dat
komt tot uiting in een diversificerende vraag naar producten (custom made), maar
evenzeer in een vraag naar meer en andere vormen van dienstverlening. Men kan grosso
modo zeggen dat ook de economie van het Brabantse platteland steeds meer
‘verdienstelijkt’. In de voorbije jaren hebben de (zakelijke) diensten echter een pas op de
plaats gemaakt. De komende jaren zal bij een aantrekkende economie de commerciële
dienstensector naar verwachting weer een van de grootste banenmotoren worden. Dat
komt zeker tot uiting in de stedelijke economie, maar de effecten zullen eveneens duidelijk
merkbaar zijn in het landelijk gebied.

Consequentie voor het beleid


Het adagium voor de overheid om de voornoemde trends en ontwikkelingen een goede basis te
verschaffen luidt: kies een niet terughoudende opstelling tegenover vernieuwingen waartoe de
veranderende economische eisen dwingen. De overheid dient haar wet- en regelgeving hierop wel
af te stemmen. Dit vraagt om een overheid die creatief meedenkt over de wijze waarop aan de te
stellen eisen kan worden voldaan. Van lokale overheid mag m.a.w. verwacht worden dat zij
voldoende ruimte biedt aan initiatieven van burgers en ondernemers. De SER bepleit in dit
verband zelfs experimenteer-ruimte voor nieuwe ontwikkelingen.

Kansen door functiemenging: “Meer mans met pps-constructies”


Hiervóór is al gewezen op het ontwikkelen van multifunctionele dienstencentra (MFD's) als
mogelijke oplossing om tegemoet te komen aan de voorzieningenvraag in kleine kernen. Maar ook
andere combinaties van activiteiten kunnen door bundeling / concentratie in het landelijk gebied
rendabel worden. Vooral functiecombinaties die aansluiten bij bestaande economische activiteiten
bieden kansen. Lokale ondernemers kunnen hun kennis van de omgeving daarbij optimaal
benutten.

15
ETIN Adviseurs Ontwikkelingspotenties bedrijventerreinen Gemert-Bakel

Met combinaties van functies (bijvoorbeeld bij het gebruik van de ruimte) kan beter aan de
behoeften tegemoet worden gekomen en ontstaan bovendien nieuwe economische kansen voor
ondernemers. Een overheid die creatief meedenkt over de wijze waarop aan de te stellen eisen
kan worden voldaan, werkt impliciet ook mee aan het realiseren van - steeds vaker gewenste -
oplossingen in pps-constructies. In toenemende mate zal het nodig blijken in samenspraak met
bevolking en ondernemers (investerende commerciële partijen) te komen tot succesvolle
gebieds(her)inrichtingen met combinaties van functies (onder één dak).

Noodzaak continueren agrodynamiek


Gemert-Bakel is te positioneren in het hart van het gebied De Peel, waar het transitieproces van
het platteland dwingender aan de orde is dan in enige andere regio. De intensieve veehouderij
kent in dit gebied de hoogste dichtheden, de kansen voor omzetting van dierlijke naar plantaardige
productie is hier, met de Greenport-uitstraling, duidelijk merkbaar. Dat de primaire sector en
aanverwante sectoren in Gemert-Bakel essentieel zijn als pijler onder de economie, spreekt
overduidelijk uit de cijfers. Analoge berekeningen als uitgevoerd voor de rapportage ‘Economische
8
perspectieven Noord-Brabants platteland’ voeren voor Gemert-Bakel tot een omvang van het
agribusiness complex van meer dan 1.500 banen (omgerekend naar voltijdsjaren), ofwel naar
schatting ongeveer 20% van de totale werkgelegenheid. Qua dynamiek in de het
transformatieproces (ontwikkeling omvang van het agro-potentieel en de omzetting naar nieuwe
9
sectoren) scoort Gemert-Bakel vrijwel gelijk aan het gemiddelde van alle Brabantse gemeenten .
De voorzichtige conclusie kan zijn, dat er al wel het nodige gebeurt, maar het ingezette spoor zal
met kracht moeten worden doorgezet. Anders gezegd, het is logisch dat aan de doorontwikkeling
van de sector relatief veel aandacht wordt besteed.

Kansen in de Brainport-/Greenportregio pakken


Juist in de nieuwe combinatie van traditioneel niet aan elkaar ‘gelinkte’ bedrijvigheid liggen nieuwe
uitdagingen bij het revitaliseren van de economie, ook van de lokale economie. Een sprekender
voorbeeld dan de beoogde ‘kaas-kas’-combinatie op bedrijventerrein De Fuik is welhaast niet te
bedenken. Met energie-uitlevering als bindende factor wordt op De Fuik een nieuwe invulling aan
het plattelands- transitieproces gegeven met mogelijk - vanwege het fysieke en economische
volume van die combinatie - nog verdere spin off’s in het verschiet.

Concrete hierop gelijkende combinaties zijn op voorhand niet als waarschijnlijke invullingen te
benoemen. Veel zal ervan afhangen of de juiste partijen elkaar op het juiste moment zullen weten
te vinden voor het realiseren van soortgelijke verrassende doorbraken ten opzichte van de
gangbare, op enkelvoudige bedrijvigheid gerichte verschijningsvormen. Zoals al aangegeven kan
de lokale economie nieuwe impulsen die raakvlakken hebben voor de hand liggende activiteiten
als bouw-/installatie, logistiek en distributie goed gebruiken. Maar ook verrassende(r ) combinaties
die tevoorschijn kunnen komen bij ‘out of the box-’denken, zullen zich kunnen aandienen. Zeker
wanneer via de invulling van de Brainport- en Greenport-ambities nieuwe high tech- en freshfood-
toepassingen kunnen worden geëffectueerd. Ook hiervoor lijkt al een vruchtbare voedingsbodem
aanwezig in Gemert-Bakel.

8
Zie voor opbouw agribusiness complex: hoofdstuk 2, pag. 7 e.v.
9
Zie: ‘Economische perspectieven Noord-Brabants platteland’, bijlage 3.

16
ETIN Adviseurs Ontwikkelingspotenties bedrijventerreinen Gemert-Bakel

Immers, met 10% ‘high-tech-systems’ werkgelegenheid (HTS in termen van de uitwerking van de
nota ‘Pieken in de Delta’ voor Zuidoost-Nederland10) scoort Gemert-Bakel duidelijk boven het
gemiddelde van echte plattelandsgemeenten in de regio en zeker hoger dan veel vergelijkbare
gemeenten buiten de onmiskenbare high tech regio Zuidoost-Brabant. Het komt er bij de
omzetting van nieuwe kansen(combinaties) met ‘agro-links’ wel op aan dat óók geschikte fysieke
ruimte aanwezig is voor effectuering van dergelijke plannen. Bedrijventerreinen in Gemert-Bakel,
in het bijzonder bedrijventerrein De Fuik kan voor diverse, relatief veel ruimtevragende initiatieven
in deze zin de geschikte ruimte bieden.

Op basis van ruimtelijk-economische trends en ontwikkelingen in het landelijk gebied


kunnen (combinaties van) agro- en agrogerelateerde bedrijven worden benoemd als
doelgroepen voor de bedrijventerreinen in Gemert-Bakel

2.5 Conclusie: doelgroepen bedrijventerreinen Gemert-Bakel

Op basis van de bovenstaande analyse kunnen de volgende doelgroepen voor Wolfsveld en De


Fuik worden gedefinieerd.
• Kleinschalige/middelgrote logistiek-groothandel (lokaal/regionaal)
• Kleinschalige productie, bouw- en installatiebedrijven en consumentgerichte bedrijven
(lokaal)
• Middelgrote consumentgerichte bedrijven (lokaal/regionaal)
• Bedrijven met een kantoorachtige uitstraling (lokaal/regionaal)
• (Combinaties van) agro- en agrogerelateerde bedrijven (lokaal/regionaal)

10
Zie: Pieken in Zuidoost-Nederland, Uitzicht op de top, Programmacommissie Zuidoost-Nederland (2006)

17
ETIN Adviseurs Ontwikkelingspotenties bedrijventerreinen Gemert-Bakel

3. Vraagprofielen doelgroepen

3.1 Inleiding

In hoofdstuk 2 zijn 5 doelgroepen voor Wolfsveld en De Fuik onderscheiden. Bij alle doelgroepen
gaat het in hoofdzaak om een lokale vraag, ofwel een vraag vanuit de gemeente Gemert-Bakel
zelf.

In het Streekplan is aangegeven dat wordt gestreefd naar zorgvuldig ruimtegebruik, ook met
betrekking tot bedrijventerreinen. Het gaat bij zorgvuldig ruimtegebruik om efficiënt, intensief,
meervoudig en duurzaam gebruik van de ruimte. Daarbij spelen ruimtelijke/landschappelijke
inpassing en beeldkwaliteit ook een belangrijke rol.
Een hoogwaardige uitstraling is bij de meeste bedrijven die tot de doelgroepen van Wolfsveld en
De Fuik behoren (met name de lokaal georiënteerde bedrijven) niet het belangrijkste item: het
gaat met name om bereikbaarheid/ontsluiting en voldoende (uitbreidings)ruimte. Voor (een aantal
van) deze bedrijven zou een goede landschappelijke inpassing overwogen kunnen worden.

3.2 Ontwikkelingspotenties doelgroepbedrijven

Ontwikkelingspotenties logistiek en distributie (incl. groothandel): kleinschalig en


middelgroot (lokaal/regionaal)

Vraagprofiel
Bij deze doelgroep gaat het voornamelijk om een aantal lokale transportbedrijven en
groothandelsbedrijven met veel vrachtverkeer die op korte of middellange termijn willen
verplaatsen c.q. gedwongen zijn te verhuizen.
De bedrijven in dit segment oefenen een vraag uit van circa 1.500 m² tot circa 5.000 m² (met
uitschieters richting de 1-2 hectare).

Van belang voor deze bedrijven is in de eerste plaats een goede bereikbaarheid/ontsluiting. Er
worden hoge eisen gesteld aan de interne ontsluiting: brede wegprofielen, geen of ruim
gedimensioneerde rotondes en voldoende wegbelasting. Duidelijk is dat deze bedrijven veelal
gevestigd willen blijven in de directe nabijheid van hun huidige vestigingslocatie.
Ten aanzien van het pand worden eisen gesteld aan de hoogte en de vloerbelasting. Het pand
moet kunnen beschikken over loadingdocks. Het aandeel kantoorruimte bedraagt maximaal 20%.

Aan uitstraling en zichtbaarheid worden geen hoge eisen gesteld (functionele uitstraling). Dit uit
zich ook in de vaak lage(re) grondprijs die deze bedrijven bereid zijn te betalen voor een nieuwe
kavel.
De doelgroep kleinschalige en middelgrote logistiek en distributie laat zich goed mengen met het
segment ‘kleinschalige productie, bouw- en installatiebedrijven’.

18
ETIN Adviseurs Ontwikkelingspotenties bedrijventerreinen Gemert-Bakel

Matrix
Functie Logistiek en distributie (incl. groothandel):
kleinschalig en middelgroot (lokaal/regionaal)
Fasering Korte en middellange termijn
Markt en risico +
Ruimtelijk beleid +/-
Ruimtelijke kwaliteit, uitstraling +/-
Verkeersaantrekkende werking --
Parkeerbehoefte +/-
Intensief ruimtegebruik -
Werkgelegenheid -
Netto/bruto verhouding (terreinniveau) 65%-75%
Grondprijzen per m²** -
+: functie scoort gunstig op dit aspect –: functie scoort ongunstig
**: score ten opzichte van een gemiddelde grondprijs van " 110,-/m² (dit bedrag is niet geïndexeerd)11

Ontwikkelingspotenties kleinschalige productie-, bouw- en installatiebedrijven


(lokaal)

Vraagprofiel
Het segment kleinschalige productie-, bouw- en installatiebedrijven omvat een breed scala aan
activiteiten met soortgelijke vestigingswensen en -eisen. Het gaat om industriële productie en
assemblage, bouwnijverheid, installatiebedrijven en autoherstelbedrijven/garagebedrijven (zonder
showroom). Functionaliteit is vaak eis nummer één: voldoende oppervlak, hoogte en nuttige
vloerbelasting in een praktische hal/loods/magazijn.
Het aandeel kantoor bedraagt doorgaans maximaal 15%. Er worden meestal geen bijzondere
eisen gesteld aan de ontsluiting en ook de behoefte aan zichtbaarheid is laag. Wel zien we een
toenemende belangstelling in het investeren in de uitstraling van pand en kavel. De mate waarin
verschilt uiteraard van bedrijf tot bedrijf.
Wel is er doorgaans sprake van een grote behoefte aan opslag van goederen/pallets. Hierbij moet
worden opgemerkt dat het in het kader van het zorgvuldig ruimtegebruik van belang is om op het
terrein geen open opslag op voorterreinen toe te staan.
Voor enkele bedrijven is voorts voldoende milieuruimte (categorie 3-4) een issue. Qua omvang
kan worden gedacht aan kavels van 1.000 - 5.000 m².

11
De gemiddelde grondprijs voor bedrijventerreinen in de Oostelijk Noord Brabant en Noord-midden Limburg, bron: IBIS
2006

19
ETIN Adviseurs Ontwikkelingspotenties bedrijventerreinen Gemert-Bakel

Matrix
Functie Kleinschalige productie, bouw-
installatiebedrijven en consumentgerichte
bedrijven
Fasering Korte en middellange termijn
Markt en risico +
Ruimtelijk beleid ++
Ruimtelijke kwaliteit, uitstraling +/-
Verkeersaantrekkende werking +/-
Parkeerbehoefte +/-
Intensief ruimtegebruik +/-
Werkgelegenheid +/-
Netto/bruto verhouding (terreinniveau) 60%-70%
Grondprijzen per m²** +/-
+: functie scoort gunstig op dit aspect –: functie scoort ongunstig
**: score ten opzichte van een gemiddelde grondprijs van " 110,-/m² (dit bedrag is niet geïndexeerd)

Zoals in de beschrijving van het voorgaande segment reeds werd aangegeven, laten de bedrijven
in de doelgroepen ‘kleinschalige productie, bouw- en installatiebedrijven’ en kleinschalige en
middelgrote logistieke en distributiebedrijven zich goed met elkaar mengen.

Ontwikkelingspotenties middelgrote consumentgerichte bedrijven


(lokaal/regionaal)

Vraagprofiel
Het handelt hier voornamelijk om lokaal en regionaal opererende bedrijven in detailhandel, zoals
auto- en caravandealers met showroom, bouwmarkten en woninginrichting. Het aandeel
kantoorruimte bedraagt maximaal 10%. Een hoog aandeel van verkoopvloeroppervlak (inclusief
showroom) staat voorop. De benodigde kavels hebben een omvang van 3.000 tot 6.000 m².
De bedrijven clusteren zich op een bedrijventerrein om zodoende voldoende “traffic” te genereren
en potentiële klanten te trekken en synergie-voordelen met andere consumentgerichte activiteiten
te bereiken.

De betreffende bedrijven een grote waarde aan zichtbaarheid en bereikbaarheid. Een zichtlocatie,
liefst aan een provinciale weg geniet dan ook de voorkeur. De parkeerbehoefte is groot.
Qua verschijningsvorm moet men denken aan een representatief bedrijfspand met doorgaans 1
bouwlaag of hooguit 2 bouwlagen.
De menging van dergelijke consumptie- met productie en logistieke activiteiten op één terrein kan
elkaar in de weg zitten, met conflicten tussen bijvoorbeeld parkerende bezoekers voor de
consumptieactiviteiten en de bereikbaarheidseis van de andere bedrijvigheid op het terrein

20
ETIN Adviseurs Ontwikkelingspotenties bedrijventerreinen Gemert-Bakel

Matrix
Functie Middelgrote consumentgerichte bedrijven
(lokaal/regionaal)
Fasering Korte en middellange termijn
Markt en risico +
Ruimtelijk beleid +/-
Ruimtelijke kwaliteit, uitstraling +
Verkeersaantrekkende werking --
Parkeerbehoefte --
Intensief ruimtegebruik +/-
Werkgelegenheid +/-
Netto/bruto verhouding (terreinniveau) 60%-70%
Grondprijzen per m²** +
+: functie scoort gunstig op dit aspect –: functie scoort ongunstig
**: score ten opzichte van een gemiddelde grondprijs van " 110,-/m² (dit bedrag is niet geïndexeerd)

Ontwikkelingspotenties Bedrijven met een kantoorachtige uitstraling (lokaal-


regionaal)

Vraagprofiel
In dit segment gaat het voornamelijk om regionaal opererende bedrijven in sectoren als industrie,
logistiek en handel, waarbij sprake is van een aanzienlijke hoogwaardige component (showroom,
kantoorruimte). Niet zelden vindt vanuit de vestiging productontwikkeling en/of marketing plaats.
Het aandeel kantoorruimte bedraagt maximaal 40%. De benodigde kavels hebben een omvang
van 3.000 tot 6.000 m².

De betreffende bedrijven hechten doorgaans grote waarde aan representativiteit en


bereikbaarheid. Een zichtlocatie, liefst aan een provinciale weg met een ontsluiting van de
voorzijde van het pand geniet de voorkeur. De parkeerbehoefte is doorgaans groot.
Qua verschijningsvorm moet men denken aan een representatief bedrijfspand met een aantal
bouwlagen. Dit biedt mogelijkheden voor intensief ruimtegebruik.
Tot deze doelgroep behoren in principe bedrijven die reeds in de regio zijn gevestigd.

Matrix
Functie Bedrijven met een kantoorachtige uitstraling
(lokaal-regionaal)
Fasering Lange termijn
Markt en risico -
Ruimtelijk beleid +/-
Ruimtelijke kwaliteit, uitstraling +
Verkeersaantrekkende werking --
Parkeerbehoefte --
Intensief ruimtegebruik +
Werkgelegenheid +
Netto/brutoverhouding (terreinniveau) 70%-80%
Grondprijzen per m²** +/-
+: functie scoort gunstig op dit aspect –: functie scoort ongunstig
**: score ten opzichte van een gemiddelde grondprijs van " 110,-/m² (dit bedrag is niet geïndexeerd)

21
ETIN Adviseurs Ontwikkelingspotenties bedrijventerreinen Gemert-Bakel

Voor de afstemming met andere doelgroepen zijn, mits goed gezoneerd, combinaties mogelijk met
de segmenten kleinschalige productiebedrijven en bouwbedrijven en kleinschalige en middelgrote
logistiek en distributie. Een combinatie met grootschalige transport- en distributiebedrijven ligt niet
voor de hand, vanwege de vele vervoersbewegingen die beide typen bedrijvigheid genereren: bij
grootschalige logistieke bedrijven zijn er veel vrachtwagenbewegingen, bij meer kantoorachtige
functies zijn er omvangrijke stromen personenwagens.

Ontwikkelingspotenties (combinaties van) Agro- en agrogerelateerde bedrijven


(lokaal/regionaal)

Vraagprofiel
Binnen deze doelgroep worden bijvoorbeeld bedrijven bedoeld in de volgende sectoren: transport
en overslag van agrarische producten, primaire verwerking en opslag van groenten- en
fruitproducten (wassen en verpakken), groenten- en fruitverwerkende industrie,
loonwerkerbedrijven, verpakkingsindustrie en toeleveranciers van grondstoffen.
Het gaat hier vooral om functiecombinaties die aansluiten bij bestaande economische activiteiten
in het agribusiness-cluster. Lokale ondernemers kunnen hun kennis van de omgeving daarbij
optimaal benutten. Met combinaties van functies (bijvoorbeeld bij het gebruik van de ruimte) kan
beter aan de behoeften tegemoet worden gekomen en ontstaan bovendien nieuwe economische
kansen voor ondernemers. Juist in de nieuwe combinatie van traditioneel niet aan elkaar ‘gelinkte’
bedrijvigheid liggen nieuwe uitdagingen bij het revitaliseren van de economie, ook van de lokale
economie. De beoogde ‘kaas-kas’-combinatie op bedrijventerrein De Fuik is een voorbeeld van
een nieuwe combinatie van bestaande economische functies (kaashandel-verwerker in combinatie
met een aardbeienteler). Onderlinge energie-uitlevering kan als bindende factor op treden, maar
ook gelijke, maar zeer specifieke vestigingsvoorwaarden kunnen nieuwe combinaties op terrein-
en pandniveau opleveren.
Zo zijn distributie, transport en logistiek de afgelopen decennia uitgegroeid tot vitale onderdelen
van het agrocluster.. Eén op de drie vrachtwagens rijdt inmiddels in dienst van het agrocluster. De
verwachting is dat dit de komende twintig jaar nog sterk zal toenemen.

Matrix
Functie (Combinaties van) agro- en agrogerelateerde
bedrijven (lokaal/regionaal)
Fasering Lange termijn
Markt en risico -
Ruimtelijk beleid +/-
Ruimtelijke kwaliteit, uitstraling +/-
Verkeersaantrekkende werking +/-
Parkeerbehoefte +/-
Intensief ruimtegebruik +
Werkgelegenheid +/-
Netto/brutoverhouding (terreinniveau) 60%-80%
Grondprijzen per m²** -
+: functie scoort gunstig op dit aspect –: functie scoort ongunstig
**: score ten opzichte van een gemiddelde grondprijs van " 110,-/m² (dit bedrag is niet geïndexeerd)

Ref.:GW/CM/26008500/8950

22
Bijlage
ETIN Adviseurs Ontwikkelingspotenties bedrijventerreinen Gemert-Bakel

Bijlage 1: Indeling economische sectoren conform BLM12

Code Beschrijving SBI 1993

Industrie
2 VG Voedings- en genotmiddelenindustrie 15-16
3 TK Textiel-, kleding- en leerindustrie 17-19
4 PG Papierindustrie, uitgeverijen en drukkerijen 21-22
5 HB Overige industrie 20, 26, 36-37
6 CB Chemische basisproductenindustrie 2413-2415
7 CE Overige chemische industrie 2411-2412, 2416-2417, 242-247, 25
8 BS Basismetaalindustrie 27
9 MM Metaalproducten- en machine-industrie 28-29
10 EL Elektrotechnische industrie 30-33
11 TM Transportmiddelenindustrie 34-35
12 OR Aardolie-industrie 23
13 DE Delfstoffenwinning 10-11, 14
14 ON Energie- en waterleidingbedrijven 40-41

Bouw
15 BO Bouwnijverheid 45

Logistiek
16 VL Vervoer over water en land en luchtvaart 60-62
17 DV Dienstverlening t.b.v. vervoer 63
18 GH Groothandel 501 excl. 50104, 503 excl. 50303, 50401, 51

Consumentendiensten en overige dienstverlening


19 DR Detailhandel en reparatie 50104, 502, 50303, 50402, 505, 52
20 OG Verhuur van en handel in onroerend goed 70
21 HO Horeca 55
22 OE Overige dienstverlening 8041-8042, 90-93

Financiële en zakelijke dienstverlening


23 PT Post en telecommunicatie 64
24 BV Bank- en verzekeringswezen 65-67 excl. 65234
25 ZE Zakelijke dienstverlening 65234, 71-73, 741-744, 746-748

Overheid en kwartaire dienstverlening


26 ZO Gezondheids- en welzijnszorg 85
27 PL Overheid, onderwijs 75, 80 excl. 8041-8042

12
Bedrijfslocatiemonitor

You might also like