You are on page 1of 2

BASISPLAN BEELDENDE VORMING

Basisplan

Les: Tekenen

Groep: 5/6

Bron/Methode: Zelf bedacht

Datum:
De leerlingen gaan in tweetallen elkaar
Betekenis na tekenen. Hetgeen wat opvalt in het
Wat zijn de inhouden en gezicht van de ander, tekenen ze
associatiemogelijkheden? opvallender. Bijvoorbeeld een sproetje,
Waardoor wordt het persoonlijk voor die geven ze dan een felle kleur of de
het kind? ogen die groter worden getekend dan
dat ze zijn. (ik zeg er wel bij dat we
kijken naar de positieve kanten van
elkaar)
De leerlingen gebruiken kleur om iets te
Vorm benadruk. Bijvoorbeeld als iemand
Met behulp van welke beeldaspecten mooie sproetjes heeft, worden de
kunnen de inhouden vorm krijgen? sproetjes met een felle kleur getekend.
Bv kleur, textuur, compositie etc. Ze kunnen er ook voor kiezen om iets
groter te tekenen of harder op het
potlood te drukken zodat het dikker is
in gekleurd.
Om het portret te maken, gebruiken de
Materiaal leerlingen eerst potlood. Zo kunnen ze
Welk materiaal is daarvoor geschikt, altijd nog gummen als ze het niet goed
welke mogelijkheden biedt het? vinden. Hierna mogen ze met
kleurpotlood kleuren.

Om de leerlingen bij mijn les te


Beschouwing betrekken, laat ik kunstwerken van
Welke beelden uit de kunst toon je om Picasso zien. Bij deze kunstwerken zie
het kind betrokken te krijgen bij het je dat hij bepaalde dingen in zijn
onderwerp? kunstwerken op heeft laten vallen. Dit
doet hij op verschillende manieren. De
leerlingen kunnen ook verschillende
manieren gebruiken om iets op te laten
vallen.
De leerlingen kunnen zelf kleuren
Onderzoek kiezen. Kleuren die zij mooi vinden/op
Hoe kan het kind materialen en vinden vallen gebruik zij voor de
beeldende aspecten verkennen? aspecten in de tekening die ook op
moeten vallen.
Ze onderzoeken hoe ze de dingen die
zij op willen laten vallen in de tekening,
het beste zo kunnen tekenen, zodat ze
ook echt opvallen. Ze onderzoeken wat
er allemaal kan met kleurpotlood. Je
kan bijvoorbeeld harder drukken op het
potlood, zodat je een donkerdere kleur
krijgt of juist lichter drukken, zodat het
heel licht is.
BASISPLAN BEELDENDE VORMING

Kijk goed naar de persoon die jij na


Werkwijze gaat tekenen. Wat vind je mooi in
Welke aanwijzingen over gebruik van zijn/haar gezicht? Wat springt er
materiaal en gereedschap geef je, en volgens jou meteen uit?
welke vaardigheden demonstreer je? Je zorgt ervoor dat je dit terug laat
komen in jouw tekening. Als we de
tekeningen straks gaan bekijken,
moeten wij zien wat jij op wilt laten
vallen.
Je kan felle kleuren gebruiken voor dat
wat je op wilt laten vallen, maar je kan
ook dat wat niet op moet vallen heel
lichtelijk in kleuren en dat wat op moet
vallen wat harder in kleuren.
De opdracht was: maak een portret van
Reflectie elkaar, laat iets in de tekening opvallen
Welke vragen stel je om terug te kijken wat jij ook in het echt bij deze persoon
naar o.a. de beeldende doelen? op vindt vallen.
Welke tekening heeft zich hier goed aan
gehouden? Hoe kan je dat zien?
Welke tekening valt heel erg op? Wat
valt er op aan de tekening?
Welke tekening lijkt het meest op de
nagetekende persoon?
Waarom heb je juist dit opvallend
getekend?

You might also like