You are on page 1of 6

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven

Bron: Didactisch model van Gelder

Student(e) Anne Hendriks Mentor S.


Klas PEH16VA Datum 14-03-2017
Stageschool Groep 7
Plaats Maarheeze Aantal lln 12
Vak- vormingsgebied: Geschiedenis
Speelwerkthema / onderwerp: Cultureel erfgoed en identiteit

Kerndoel 53
De leerlingen leren over de belangrijke historische personen en gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis en kunnen die voorbeeldmatig verbinden met de
wereldgeschiedenis
Veelkleurig Nederland
- mensen uit Indonesi, Suriname en van de Antillen komen naar Nederland
- de komst van zogenaamde gastarbeiders uit landen als Itali, Spanje en Joegoslavi
- de komst van mensen uit Marokko en Turkije naar ons land
- het ontstaan van een multiculturele samenleving.

Kerndoel 56
De leerlingen verwerven enige kennis over en krijgen waardering voor aspecten van cultureel erfgoed.
- cultureel erfgoed is gerelateerd aan verschillende vakgebieden. In groep 7/8 kunnen vanuit alle vakken relaties gelegd worden met cultureel erfgoed.
- verhalen bij voorwerpen, gebruiken, gebeurtenissen van vroeger
- doorgeven van en veranderingen in gebruiken, gewoonten en rituelen (bijv. binnen gezin, religie, samenleving)
- gebruiken, gewoonten en rituelen in verschillende tijdsperiodes en in verschillende culturen
- waarden en normen (van jezelf, de groep en omgeving, maatschappij, iedereen)

Persoonlijk leerdoel: Ik wil orde houden. Dat doe ik door een goed overzicht te hebben op de groep en kinderen op hun gedrag aan te spreken wanneer dat nodig is.
Ik blijf consequent en ik vertel duidelijk wat ik verwacht.
Lesdoel(en): Evaluatie van lesdoelen:
- Aan het einde van de les weten de leerlingen dat er nog nooit zoveel We bespreken samen het werkblad. Uit de antwoorden van de kinderen kan ik dan
verschillende mensen in Nederland hebben gewoond als tegenwoordig. opmaken of het doel bereikt is en of ze de leerstof hebben begrepen.
Ze kunnen de drie belangrijkste redenen hiervoor benoemen Ik vraag de kinderen wat we hebben geleerd. De kinderen steken daarbij hun vinger op.
(gastarbeiders, vluchtelingen en mensen uit ex-kolonien). Ik vraag wat ze nog niet wisten en wat ze interessant vonden. Is dan ons doel bereikt?
- Aan het einde van de les weten de leerlingen uit welke landen mensen Ik stel controlevragen. Ik stel vragen over het onderwerp waarover we het deze les gehad
uit ex-kolonien en gastarbeiders kwamen. hebben. Kunnen de kinderen die vragen beantwoorden, dan weet ik dat de lesdoelen
- Aan het einde van de les kunnen de leerlingen verwoorden wat belangrijk behaald zijn.
is om te weten over Nederland. Bovendien laat ik de kinderen feedback geven op elkaar. Op die manier leert de groep
- Aan het einde van de les weten de leerlingen wat er bedoeld wordt met wat hun verbeterkansen zijn en wat juist al wel heel goed gaat. Zo kunnen ze doelen
het begrip multi-culturele samenleving en kunnen ze in eigen woorden stellen voor zichzelf en als groep.
vertellen wat ze hiervan vinden.

- De kinderen gaan aan de slag met opdrachten over een multiculturele


samenleving en zijn daarbij bezig met verbanden leggen.

Aan het einde van de les zijn de kinderen bovendien in staat om elkaar
feedback te geven. Ik vraag de kinderen om feedback te geven op elkaar.
Een tip en een top. Zo leren kinderen hun sterke en zwakkere kanten
kennen en kunnen ze hier iets mee doen.
Beginsituatie:
De klas bevat 29 kinderen, waarvan 16 meisjes en 13 jongens. Het is een relatief rustige klas, waarbij de kinderen goed kunnen samenwerken en makkelijk zelf aan
het werk kunnen. Er zijn een aantal kinderen met dyslexie en er zijn twee kinderen een klas blijven zitten en n kind heeft een klas overgeslagen. Hier moet ik tijdens
mijn les rekening mee houden. Bijvoorbeeld door te differentiren.

De kinderen zitten in groep 7 of 8 en weten dus al het een en ander over geschiedenis. Er is geen methode voor geschiedenis in de klas, dus de kinderen werken met
workshops en met projecten. Aan de hand van die workshops en projecten leren ze de tijdvakken kennen en leren ze over geschiedenis. Ook in voorgaande jaren is er
geen methode aan bod gekomen.

Ik geef deze les als workshop, dus ik hoor op de dag zelf pas welke kinderen er bij mij in de groep zullen zitten. Het zijn kinderen van groep 7 en groep 8 gemixt, maar
hierop is de workshop aangepast. De les is geschikt voor zowel groep 7 als voor groep 8.
Er zitten 12 kinderen in de groep voor deze workshop. De groep is een rustige groep, waarbij kinderen goed samen kunnen werken. De leerlingrelaties zijn goed, maar
kinderen kiezen nog vaak voor degene die ze leuk vinden. Ik stuur ze aan om te werken met kinderen waarmee je minder samenwerkt. De kinderen hebben dus wel
vaker samengewerkt en ze weten hoe het gaat.
Het gaat over veelkleurig Nederland en dus over onze multiculturele samenleving en hoe deze is ontstaan. De kinderen weten al dat er verschillende nationaliteiten in
Nederland zijn. Ze weten dat er verschillende culturen zijn en ze weten dat er asielzoekers en immigranten zijn. Ze leren vandaag meer over het ontstaan van deze
multiculturele samenleving. Ik werk met beeldvormers als een filmpje en een vensterplaat. Kinderen hebben de mogelijkheid om te samenwerken, waardoor ik
samenwerkend leren stimuleer (Kooij, van der & Groot-Reuvekamp, de. 2013).

Lesverloop
Tijd Leerinhoud Didactische handelingen Leeractiviteit Materialen / Organisatie
Leraar leergedrag leerling(en)
+/- 15 min. Inleiding Ik wacht tot de kinderen klaar zitten en vertel De kinderen gaan rustig zitten en luisteren naar mijn - vensterplaat
dan wat we gaan doen en waarover we het introductie. Vervolgens kijken ze naar het filmpje. - Klokhuisfilmpje
gaan hebben. De kinderen geven antwoord op mijn vraag. - handleiding
Vervolgens start ik het Klokhuisfilmpje over - werkbladen
veelkleurig Nederland op ter introductie van het - internet
onderwerp.
Ik houd de groep goed in de gaten om
ongewenste gebeurtenissen tijdens mijn les te
voorkomen.
Ik vraag de kinderen wat ze nu hebben gezien.
+/- 20 min. Kern Ik laat de vensterplaat zien en hierover ga ik De kinderen kijken samen naar de vensterplaat en hebben - vensterplaat
met de kinderen in gesprek. Wat zien ze en wat het er samen met mij over. - Klokhuisfilmpje
zou het betekenen? Ze gaan in tweetallen aan het werkblad werken. En dit geeft - handleiding
Dan deel ik de werkbladen uit en vertel ik dat de mogelijkheid tot samenwerkend leren. - werkbladen
kinderen deze in tweetallen mogen maken op - internet
fluistertoon.
Ik houd de groep wederom in de gaten en ik
beantwoord vragen als die er zijn.

+/- 10 min. Afsluiting Wanneer ik merk dat de meeste kinderen klaar De kinderen steken hun vinger op wanneer ze iets willen - vensterplaat
zijn, ga ik starten met het bespreken van het zeggen. - Klokhuisfilmpje
werkblad. Ik vraag de kinderen om hun Sommige kinderen geven tips en tops aan de groep, zodat - handleiding
antwoorden te benoemen. Ik noem daarbij een de rest er wat mee kan doen. - werkbladen
optie en de kinderen steken hun vinger op - internet
wanneer zij hetzelfde hebben. Op die manier
zie ik dat de kinderen het hebben begrepen en
dan weet ik dat het doel behaald is.
Dan vraag ik of een paar kinderen even tips en
tops kunnen geven aan de groep en aan hun
maatje.

Persoonlijke reflectie

De les ging goed. Ik had de klas onder controle en ik wist wat ik moest doen om de aandacht van de kinderen erbij te houden. Ik bleef
consequent in mijn uitspraken en ik vertelde de kinderen wat ik prettig en minder prettig vond. Ik sprak de kinderen aan wanneer ik merkte
dat ze me stoorden, maar ik complimenteerde ook wanneer ik voelde dat het goed ging. De kinderen deden goed mee en ik liet kinderen
hun vinger opsteken om iets te zeggen. Op die manier bewaarde ik rust en kon ik kinderen om de beurt het woord geven. Ik liet de
kinderen bovendien samenwerken en dit ging goed. Ik gaf aan dat ze op fluisterniveau mochten werken en wanneer het geluid omhoog
ging, gaf ik aan dat de kinderen weer even terug moesten naar het fluisterniveau.
Al bij al een goede les. Ik had nog kunnen letten dat ik meer differentieer tijdens de les. Dat heb ik nu niet gedaan, maar ik kan de
opdrachten wat moeilijker en makkelijker maken.
Feedback mentor (inclusief handtekening)
Datum: 14-03-2017

Organisatorisch:

De les is goed voorbereid. Je hebt alles al klaar liggen, dit zorgt ervoor dat je snel aan de slag kunt. Ook ben je erg flexibel, je kunt goed
schakelen als de organisatie even anders loopt.
Het is je goed gelukt om deze les op jouw tijdsbewaking te letten. Je hebt ruim de tijd genomen om af te sluiten. Je ziet hierdoor dat er
meer rust is in de afsluiting.

Pedagogisch:

Je spreekt kinderen goed aan en de kinderen zijn erg betrokken.


Je benoemt vanuit je eigen gevoel dat je iets niet prettig vindt. Dit is heel krachtig.
Je spreekt duidelijk je verwachting uit naar de groep: jullie mogen samenwerken, met een fluisterstem. Stel jezelf de vraag, ben ik hier
consequent in?
Je laat kinderen feedback geven op elkaar. Je herhaalt wat de kinderen zeggen en vat het samen. Dit maakt het heel duidelijk voor
kinderen.

Didactisch:

Mooi dat je gebruikt maakt van een video. Dit zorgt voor betrokkenheid in de groep. Ook stel je een goede vraag, nadat het filmpje
afgelopen is. En maak je een goede terugkoppeling naar de groep.
Je stelt hele goede inhoudelijke vragen.
Krachtig dat je gebruik maakt van een vertelplaat. Hierbij kun je goede vragen stellen en maak je het visueel voor de kinderen.

Stof tot nadenken:

Vind jij het storend als kinderen met kneedgum spelen? Wat verwacht jij bij de zelfstandige uitwerking van kinderen? Is het wenselijker om
met een tip of om met een top te beginnen?

You might also like