Professional Documents
Culture Documents
Persoonlijk leerdoel:
- Ik wil een goede beginsituatie kunnen vormen.
- Ik wil ervoor zorgen dat ik mijn les binnen de tijd af heb.
- Ik wil de orde houden in de klas.
Beginsituatie: In de klas zijn er 4 kinderen die moeite hebben met spelling. Verder zijn er juist 4 kinderen die heel hoog scoren op speling scoren. De rest van de
kinderen heeft een gemiddelde score op spelling. n kind in de klas heeft dyslexie.
In de klas wordt er elke dag een taalles gegeven. Deze les begint met een inleiding en een uitleg. Hierna gaan de kinderen zelf aan de slag op hun tablet. De kinderen
die hulp nodig hebben bij de oefeningen kunnen aan de instructietafel komen zitten.
Lesverloop
Tijd Leerinhoud Didactische handelingen Leeractiviteit Materialen / Organisatie
Leraar leergedrag leerling(en)
Inleiding Ik vraag of iemand op tekenles zit. Wat zou je De kinderen luisteren naar mijn uitleg. Ze geven antwoord Digibord, het taalboek
allemaal kunnen vragen aan de tekenlerares? De op de vragen die ik stel.
vragen die de kinderen opnoemen schrijf ik op
het bord. Ik vraag aan de kinderen hoe ze een
vraag kunnen herkennen. (vraagteken,
vraagwoorden en de woordvolgorde) Ik laat een
aantal kinderen antwoord geven op de vragen die
ik op het bord heb geschreven. Ik wijs de
kinderen erop dat bij het antwoord de
woordvolgorde verandert. In het taalboek pagina
109 zie je voorbeelden. De kinderen kunnen hier
door goed te kijken achter de betekenis van een
woord komen.
Kern Ik laat de voorwerpen zien waarvan de naam een De kinderen zeggen de naam van de voorwerpen die ik Eigen voorwerpen, tablet
samenstelling is. Ik vraag aan de kinderen hoe laat zien aan ze. Daarna vertellen de kinderen me in welke
het voorwerp heet en in welke 2 woorden in het 2 woorden je het woord kan splitsen. Ze werken in
woord kan verdelen. Ik wijs de kinderen erop dat tweetallen met een rustige stem. Hierna gaan ze
bij sommige samenstellingen een tussenletter zelfstandig oefeningen maken op hun tablet.
komt. Je schrijft de tussenletters -(e)n- als het
rste deel een zelfstandig naamwoord is met
alln een meervoud op en of n. De kinderen
mogen daarna in tweetallen zelf woorden die uit
een samenstelling bestaan bedenken en
opschrijven. Deze gevonden woorden bespreken
we daarna gezamenlijk in de klas. Na de
bespreking gaan de kinderen zelfstandig aan het
werk met oefeningen op hun tablet.
Evaluatie Ik vraag aan de kinderen of er woorden bij waren De kinderen denken na welke woorden ze moeilijk vonden.
die ze moeilijker vonden en welke woorden dit
dan waren.
Persoonlijke reflectie
Ik vond de les goed gaan.
De kinderen deden goed mee met de les. Dit zorgde ervoor dat mijn zelfvertrouwen weer een stukje groeide.
Ik heb de instructie zo duidelijk mogelijk proberen te geven. Ik denk dat dit er ook voor heeft gezorgd dat de kinderen goed aan de slag
konden met de oefeningen en weinig vragen hadden. Ik was vergeten om op het digibord te schrijven wat de kinderen moesten doen als ze
klaar waren met de les. Dit zorgde voor een stukje onrust als iemand klaar was. Ik had de les iets enthousiaster kunnen geven. Hier heb ik
soms wat moeite mee terwijl ik lesgeven wel heel erg leuk vind!
Algemeen:
Je komt goed en zelfverzekerd over, dit merken de kinderen ook. Je les is goed voorbereid. Er is een goede werksfeer in de klas.
Vraag? Vind je het leuk om les te geven?